Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 november 2021, nr. WJZ/ 20116020, tot wijziging van de Beleidsregel verlagen subsidie POP vanwege de verduidelijking van correcties die worden opgelegd voor overtreding van nationale aanbestedingsregels en enkele technische wijzigingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op;

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel verlagen subsidie POP wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, onderdeel s, komt te luiden:

s. minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

B

Na artikel 5.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.2a

Voor gedeclareerde kosten die vóór 15 mei 2019 zijn ingediend en op grond van artikel 3.3 worden gecorrigeerd blijven de kortingspercentages in bijlage 4, deel II, zoals die luidden vóór 14 mei 2019, van toepassing.

C

In bijlage 3 komt de rij met nummer 2 te luiden:

2

Besluit gebruik meststoffen

Artikel 4, eerste en tweede lid

Het verbod op het gebruik, voor zover het vaste dierlijke mest betreft, in de van de grondsoort afhankelijke periode

 

D

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de opmerkingen vooraf, punt 1, tweede zin, wordt de zinsnede ‘of een geconstateerde niet naleving van aanbestedingsregels’ toegevoegd.

2. Deel II wordt als volgt gewijzigd:

a. De rij met onderwerp A1.2 komt te luiden:

 

A1.2

De opdracht is niet gepubliceerd volgens de juiste procedures, maar de opdracht is wel op een dusdanige wijze openbaar gemaakt zodat gegadigden tijdig hebben/hadden kunnen reageren.

(Ingeval van een EU-aanbestedingsplichtige opdracht: betreft het zowel gegadigden in Nederland als in andere lidstaten).

 

25% van de opdracht.

 

b. De rij met onderwerp A2.1 komt te luiden:

 

A2

Kunstmatige splitsing van opdracht en daardoor niet gepubliceerd volgens de juiste procedures.

Dit geldt voor EU-aanbestedingsplichtige opdrachten en voor opdrachten onder de Europese drempel, waar door kunstmatige splitsing overschrijding van nationale drempels voor openbaar aanbesteden is vermeden.

 

* 100% van de opdracht indien de opdracht ook niet op andere wijze openbaar is gemaakt;

* 25% van de opdracht indien de opdracht wel op een dusdanige wijze openbaar is gemaakt dat gegadigden tijdig hebben/hadden kunnen reageren (Ingeval van een EU-aanbestedingsplichtige opdracht: betreft het zowel gegadigden in Nederland als in andere lidstaten).

 

c. De rij met onderwerp A2.2 vervalt.

d. In de rij met onderwerp A7, de vierde kolom, komt de bullit met betrekking tot de sanctie van 10% als volgt te luiden:

  • * 10% van de opdracht indien de aanbestedende dienst voor volledige transparantie zorgde inclusief een rechtvaardiging van het gebruik van deze procedures in de aanbestedingsdocumenten, in de aanbestedingsdocumenten geen limiet voor het aantal geschikte kandidaten om een initiële inschrijving in te dienen is opgenomen en gelijke behandeling van alle inschrijvers tijdens de aanbestedingsonderhandelingen was gewaarborgd.

e. De rij met onderwerp A14 komt te luiden:

 

A14.1

Selectiecriteria (of technische specificaties) zijn na de opening c.q. start van de aanbesteding aangepast waardoor ten onterechte inschrijvers zijn geaccepteerd.

De selectiecriteria zijn tijdens de selectieprocedure aangepast waardoor inschrijvers zijn geaccepteerd die niet zouden zijn geaccepteerd als de gepubliceerde selectiecriteria zouden zijn gevolgd.

 

25% van de opdracht.

 

f. Na de rij met onderwerp A14.1 wordt een rij ingevoegd, luidende:

 

A14.2

Selectiecriteria (of technische specificaties) zijn na de opening c.q. start van de aanbesteding aangepast waardoor ten onterechte inschrijvers zijn afgewezen.

De selectiecriteria zijn tijdens de selectieprocedure aangepast waardoor inschrijvers zijn afgewezen die niet zouden zijn afgewezen als de gepubliceerde selectiecriteria zouden zijn gevolgd.

 

25% van de opdracht.

 

g. Na de rij met onderwerp A23.3 wordt een rij toegevoegd, luidende:

II.4 Overig

 

A24

Indien de onregelmatigheid slechts van formele aard is, zonder (mogelijke) financiële gevolgen

 

0% van de opdracht.

 

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 november 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Aanleiding

Artikel 3.3 van de Beleidsregel verlagen subsidie POP (hierna: de beleidsregel) bepaalt dat ingeval een subsidieontvanger van niet-oppervlakte gebonden POP subsidies aanbestedingplichtig is op grond van de Aanbestedingswet 2012 en hij de Aanbestedingswet 2012 niet volledig heeft nageleefd bij een aanbestedingsplichtige activiteit, de gedeclareerde subsidiabele kosten die betrekking hebben op de desbetreffende opdracht gecorrigeerd worden overeenkomstig het kortingspercentage in bijlage 4, deel II. In bijlage 4, deel II, staat de tabel met de verschillende onregelmatigheden en de bijbehorende kortingspercentages. Per 1 januari 2020 is de bijlage aangepast (Stcrt. 2019, 65649) zodat deze aansluit op het op 14 mei 2019 gewijzigde richtsnoer van de Europese Commissie met betrekking tot de sanctionering van fouten in aanbestedingen bij EU subsidies (hierna: het richtsnoer).1 In het richtsnoer van de Europese Commissie wordt toegelicht welke financiële correcties de Europese Commissie oplegt bij overtredingen van aanbestedingsregels. De lidstaten zijn primair verantwoordelijk voor het op de juiste wijze toepassen van deze financiële correcties. Na ervaring te hebben opgedaan met de wijziging van de beleidsregel is gebleken dat een aantal onderdelen aanpassing behoeft. De overtreding van nationale aanbestedingsregels behoeft verduidelijking (paragraaf 2). Daarnaast worden enkele technische wijzigingen meegenomen (paragraaf 3).

2. Overtreding van nationale aanbestedingsregels

Het richtsnoer is niet alleen van toepassing bij overtreding van EU aanbestedingsregels. Uit paragraaf 1.2.2. van het richtsnoer blijkt dat het richtsnoer ook van toepassing is wanneer nationale regels bepalen dat de begunstigden van EU fondsen, zoals ELFPO, zich aan nationale aanbestedingsregels moeten houden. In dat geval wordt de financiële correctie (ook wel kortingspercentage genoemd) bepaald naar analogie t.a.v. de overtredingen die genoemd worden in sectie 2 van het richtsnoer. Overeenkomstig artikel 3.3 van de beleidsregel wordt voor overtreding van de Aanbestedingswet 2012, die zowel ziet op Europese als op nationale aanbesteding, het kortingspercentage toegepast overeenkomstig bijlage 4, deel II. Kortom, uit de aanbestedingsregels moet blijken dat er in een bepaalde situatie sprake is van een overtreding en de beleidsregel bepaalt vervolgens het bijbehorende kortingspercentage. Enkele onregelmatigheden zijn echter per abuis alleen toegeschreven voor EU-aanbestedingsplichtige opdrachten. Dit wordt hersteld door onregelmatigheden A1.2, A2.1 en A2.2 (samengevoegd in nieuwe A2) te herschrijven zodat ze zowel op onregelmatigheden bij EU- als nationale aanbestedingen van toepassing zijn (artikel I, onderdeel D, tweede lid, onderdelen a, b en c). Voor EU-aanbestedingsplichtige opdrachten wordt toegelicht dat onder gegadigden zowel gegadigden in Nederland als gegadigden in andere lidstaten wordt verstaan (in lijn met voetnoten 19 en 20 van het richtsnoer).

Ten overvloede wordt vermeld dat het opstellen van eigen aanbestedingsbeleid niet verplicht is op grond van de aanbestedingsregels. Daarom is het afwijken van het eigen aanbestedingsbeleid geen onregelmatigheid die een kortingspercentage oplevert mits daardoor niet in strijd wordt gehandeld met de aanbestedingsregels.

3. Overige wijzigingen

Artikel I, onderdeel A, wijzigt artikel 1 van de beleidsregel en verheldert dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de bevoegde minister is. In artikel 2 van het Besluit instelling Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 oktober 2017 (Stcrt. 2017, 62723) is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onder meer belast met de behartiging van de aangelegenheden op de terreinen van landbouw.

Artikel I, onderdeel B, wordt toegelicht in paragraaf 4 van deze toelichting.

Artikel I, onderdeel C, wijzigt bijlage 3 waarin de baselinevoorwaarden staan die voor de provinciale regelingen voor agrarisch natuurbeheer (ANLb en SNL-a) gelden. Met betrekking tot de tweede baselinevoorwaarde die ziet op artikel 4 van het Besluit gebruik meststoffen wordt verhelderd dat deze ziet op vaste dierlijke mest. Agrarisch natuurbeheer moet verder gaan dan hetgeen wettelijk verplicht is (‘bovenwettelijk’ zijn). In het kader van agrarisch natuurbeheer wordt subsidie verstrekt voor het uitrijden van ruige stalmest. Dit is geregeld in artikel 4, eerste en tweede lid. Deze leden en de overige leden van artikel 4 zien verder over drijfmest of zuiveringsslib, en ten aanzien van dergelijke meststoffen wordt geen vergoeding gegeven onder het agrarisch natuurbeheer. Dit zijn dus geen baselinevoorwaarden voor het agrarisch natuurbeheer. Maar het zijn wél randvoorwaarden die ook op het agrarisch natuurbeheer van toepassing zijn.

In artikel I, onderdeel D, worden met betrekking tot overtreding van aanbestedingsregels nog enkele technische wijzigingen doorgevoerd. In de inleidende opmerkingen wordt verhelderd dat de verlaging in verband met een geconstateerde niet naleving van aanbestedingsregels wordt gezien als een sanctie (artikel I, onderdeel D, eerste lid). Dit sluit aan bij de beleidsregel waar de kortingspercentages al in bijlage 4, vierde kolom, genaamd ‘sanctie’ waren opgenomen. Daarnaast is met betrekking tot onregelmatigheid A7 de omschrijving van het kortingspercentage van 10% herschreven zodat het beter aansluit op de tekst uit het richtsnoer (artikel I, onderdeel D, tweede lid, onderdeel d). Ook is onregelmatigheid A14 gesplitst in A14.1 en A14.2 overeenkomstig de formulering in A13a (oud) en A14a (oud) (artikel I, onderdeel D, tweede lid, onderdelen e en f). Verder is ter volledigheid rij A24, overeenkomstig de formulering in A26a (oud), toegevoegd zodat duidelijk is dat indien de onregelmatigheid slechts van formele aard is, zonder (mogelijke) financiële gevolgen, het kortingspercentage 0% bedraagt (artikel I, onderdeel D, tweede lid, onderdeel g). Dit benoemt de Europese Commissie ook in paragraaf 1.1, derde alinea, van het richtsnoer.

4. Inwerkingtreding en overgangsrecht

In artikel 2 van het besluit waarin de Europese Commissie het richtsnoer heeft vastgesteld staat dat het richtsnoer van toepassing is op financiële correctie procedures die zijn gestart na aanname van het richtsnoer, dus na 14 mei 2019.2 Lidstaten hebben na 14 mei 2019 een redelijke overgangsperiode om voor financiële correcties over te gaan van het oude richtsnoer op het nieuwe richtsnoer, op voorwaarde dat de financiële correcties als evenredig moeten worden beschouwd. Aangezien regels volgens het Nederlandse bestuursrecht pas gelden nadat ze bekend zijn, worden de nieuwe kortingspercentages toegepast op declaraties die zijn ingediend na 14 mei 2019 omdat op dat moment de nieuwe kortingspercentages bekend waren.

Uit het principe van onmiddellijke werking3 volgt dat de wijziging van de beleidsregel direct van toepassing is en dus ook geldt voor declaraties die nog in behandeling zijn. Omdat dat onwenselijk is ten aanzien van declaraties die dateren van voor het publiceren van het nieuwe richtsnoer is voorzien in overgangsrecht. Er wordt een nieuw artikel 5.2a opgenomen in de beleidsregel (artikel I, onderdeel B) waarmee wordt geregeld dat voor gedeclareerde kosten die voor de datum van 15 mei 2019 zijn ingediend de kortingspercentages blijven gelden die destijds overeenkomstig het oude richtsnoer waren opgenomen in de beleidsregel. De toepassing van de nieuwe kortingspercentages kan zowel gunstig als ongunstig uitpakken voor begunstigden. Indien de toepassing van de nieuwe kortingspercentages voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen kan overeenkomstig artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht daarvan worden afgeweken.

Per 1 januari 2020 is de beleidsregel overigens al aangepast aan het nieuwe richtsnoer (Stcrt. 2019, 65649). Enkel is toen verzuimd om in de beleidsregel te verduidelijken dat de regels voor het toepassen van correcties ook gelden voor overtreding van nationale aanbestedingsregels. Het toepassen van die correcties was echter al mogelijk door het richtsnoer naar analogie toe te passen. Met deze wijziging van de beleidsregel wordt inzichtelijk gemaakt hoe dit moet worden gedaan en wordt de eerdere omissie zodoende hersteld.

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst. Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dit wordt gerechtvaardigd omdat het reparatieregelgeving en de implementatie van een EU richtsnoer betreft.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Bijlage bij het Besluit van de Commissie van 14 mei 2019 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het bepalen van de financiële correcties die moeten worden verricht op de door de Unie gefinancierde uitgaven in geval van niet-naleving van de toepasselijke regels inzake overheidsopdrachten, C (2019) 3452 (https://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docgener/informat/2014/GL_corrections_pp_irregularities_annex_EN.pdf).

X Noot
3

Zie aanwijzing 5.61 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven