Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 november 2021, nr. WJZ/30368900, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie in verband met een verduidelijking in het beoordelingskader met betrekking tot de gevallen waarin de Restitutiecommissie een verzoek niet inhoudelijk in behandeling neemt

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING INSTELLINGSBESLUIT RESTITUTIECOMMISSIE

In paragraaf 1 van de bijlage bij het Instellingsbesluit Restitutiecommissie komt de subparagraaf ‘Beslissing’ te luiden:

Beslissing

  • 1. Indien sprake is van een geval als bedoeld in onderdeel b of e, neemt de Restitutiecommissie het verzoek niet inhoudelijk in behandeling.

  • 2. Indien sprake is van een geval als bedoeld in onderdeel a, c of d, neemt de Restitutiecommissie het verzoek evenmin inhoudelijk in behandeling, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die dat niettemin rechtvaardigen.

  • 3. Indien het verzoek een zaak betreft waarover de Restitutiecommissie voor de inwerkingtreding van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie advies of een bindend advies heeft gegeven, neemt de Restitutiecommissie, ook als er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn, het verzoek niettemin inhoudelijk in behandeling, indien:

    • a. het advies of bindend advies berustte of mede berustte op artikel 3, aanhef en onderdelen c, e, f, of g, van het reglement van de Restitutiecommissie zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie; en

    • b. het advies of bindend advies niet concludeerde dat restitutie of enige andere vorm van rechtsherstel diende plaats te vinden.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Op 22 april 2021 is het Instellingsbesluit Restitutiecommissie in werking getreden.1 Dit besluit, dat in de plaats is gekomen voor het eerdere Besluit adviescommissie restitutieverzoeken cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog, is vastgesteld naar aanleiding van het advies ‘Streven naar rechtvaardigheid’ van de commissie-Kohnstamm,2 en voorziet ten opzichte van het eerdere besluit onder andere in een uitgewerkt beoordelingskader voor de behandeling van verzoeken door de Restitutiecommissie.

Sinds de inwerkingtreding van het Instellingsbesluit Restitutiecommissie is naar voren gekomen dat het wenselijk is om de gevallen waarin de Restitutiecommissie een verzoek om restitutie niet inhoudelijk in behandeling neemt (uitgewerkt in paragraaf 1 van het beleidskader), te verduidelijken en nader te specificeren. Met dit besluit is daarin voorzien.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
2

Kamerstukken II 2020/21, 25 839, nr. 47.

Naar boven