Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 november 2021, 2021-0000180015, tot wijziging van beleidsregels betreffende de uitvoering van wet- en regelgeving SZW in Caribisch Nederland

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, zevende lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen BES, 6, 18, 20 en 27, derde lid, van het Besluit onderstand BES en 11, derde lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING BELEIDSREGEL RCN-UNIT SZW TOEPASSING ARBEIDSMARKTTOETS WAV BES SABA

In artikel 2 van de Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing arbeidsmarkttoets Wav BES Saba wordt ‘Onderwijzers en leerkrachten’ vervangen door ‘[vervallen]’.

ARTIKEL II WIJZIGING BELEIDSREGELS TOEPASSING BESLUIT ONDERSTAND BES 2019

De Beleidsregels toepassing Besluit onderstand BES 2019 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 vervalt.

B

In artikel 13 wordt

‘De inkomensgrens volgens het WML wordt als volgt omgerekend naar maandbedragen: minimumuurloon * 40 uur * 52 weken / 12 maanden * 120%. Dit leidt tot de volgende bedragen:

  • voor belanghebbenden op Bonaire: $ 1.073;

  • voor belanghebbenden op Sint Eustatius: $ 1.344;

  • voor belanghebbenden op Saba: $ 1.292.’

vervangen door:

‘De inkomensgrens is per 1 januari 2022 als volgt:

  • voor belanghebbenden op Bonaire: $ 1.255;

  • voor belanghebbenden op Sint Eustatius: $ 1.518;

  • voor belanghebbenden op Saba: $ 1.496.

De omrekening van minimumuurloon naar maandbedragen is berekend volgens deze formule: minimumuurloon * 40 uur * 52 weken / 12 maanden * 120%.’

C

Artikel 19 wordt gewijzigd als volgt:

1. De zinsnede ‘(artikel 32, aanhef en onderdeel b Besluit onderstand BES)’ wordt vervangen door ‘(artikel 27, derde lid, van het Besluit onderstand BES)’.

2. De zinsnede ‘artikel 32, aanhef en onderdeel b, van het Besluit onderstand BES’ wordt vervangen door ‘artikel 27, derde lid, van het Besluit onderstand BES’.

ARTIKEL III WIJZIGING BESLUIT VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 7 FEBRUARI 2020, 2020-0000005710, TOT VASTSTELLING VAN BELEIDSREGELS TOEPASSING WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES EN WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES (STCRT 2020, 9013)

Het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 februari 2020, 2020-0000005710, tot vaststelling van beleidsregels toepassing Wet algemene ouderdomsverzekering BES en Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES (Stcrt 2020, 9013) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5 Toepassing ten laste komende kind in de AWW

Voor de toepassing van artikel 11, derde lid, van de AWW wordt een kind in beginsel verondersteld ten laste van de belanghebbende weduwe of weduwnaar te komen. Slechts indien uit bij de RCN-unit SZW bekende informatie blijkt dat dit niet het geval is, kan de RCN-unit SZW anders concluderen. Dit is in elk geval aan de orde indien is gebleken dat het kind ten minste 70% van het leeftijdsgerelateerde wettelijk minimumloon, vastgesteld op grond van artikel 8, tweede lid, van de Wet minimumlonen BES verdient. Eventueel recht op studiefinanciering wordt buiten beschouwing gelaten. Vertrekpunt is dat een bijdrage van derden niet zondermeer een ontzegging van de aanspraak op het hogere uitkeringsbedrag tot gevolg zal hebben.

[Artikel 11, derde lid, Wet algemene weduwen- wezenverzekering BES]

B

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel 6a ingevoegd, luidende:

Artikel 6a Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing AOV en AWW BES.

ARTIKEL IV INWERKINGTREDING

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze beleidsregel wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2021.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 3. Artikel III treedt in werking met ingang van de dag de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze beleidsregel wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 november 2021

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, C.A. Herstel Directeur-Generaal Sociale Zekerheid en Integratie

TOELICHTING

Algemeen

Er is aanleiding om enkele beleidsregels aan te passen die betrekking hebben op de uitvoering van wettelijke taken die bij RCN-unit SZW berust. RCN-unit SZW is als departementsonderdeel namens de Minister belast met de uitvoering van onder meer de sociale zekerheidswetten en de toepassing van tewerkstellingsvergunningen in Caribisch Nederland. De onderhavige wijzigingen zijn in goed overleg met RCN-unit SZW tot stand gekomen. Een deel van de wijzigingen heeft betrekking op het jaarlijks indexeren van bedragen. De afzonderlijke wijzigingen worden hierna nader artikelsgewijs toegelicht.

Artikelsgewijs

Artikel I

Met het besluit van 26 januari 2021 (Stb. 2021, 43) is het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen BES (BuWav BES) gewijzigd met ingang van 1 juli 2021. In een nieuw toegevoegd artikel 8a regelt het BuWav BES nu dat het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen BES niet van toepassing is in het openbaar lichaam Saba met betrekking tot de vreemdeling die onderwijs geeft op een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet op het onderwijstoezicht. Voor onderwijzers en leerkrachten die als vreemdeling op Saba komen werken, rust daarmee op de werkgever niet langer de verplichting om een tewerkstellingsvergunning te hebben voor onderwijzers. De bepaling in de Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing arbeidsmarkttoets Wav BES Saba die ertoe strekt dat voor onderwijzers en leerkrachten een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning onmiddellijk volgend op de vacaturemelding kan plaatsvinden, is daarmee niet langer noodzakelijk omdat er al een uitzondering geldt voor deze groep.

Artikel II onder A

Artikel 6 van de Beleidsregels onderstand BES 2019 kan vervallen in verband met het per 1 januari 2021 in het Besluit onderstand BES, ingevoegde artikel 18a (Stb. 2020, 370).

Artikel II onder B

Voor de bijzondere onderstand is een inkomensgrens van 120% van het wettelijk minimumloon het uitgangspunt. Het maandbedrag wordt berekend volgens de formule die in de tekst is aangegeven. De in artikel 13 vermelde bedragen voor de inkomensgrens bijzondere onderstand zijn voor belanghebbenden in Bonaire, Sint Eustatius en Saba afzonderlijk herzien op basis van het wettelijk minimumloon zoals dat geldt per 1 januari 2022.

Artikel II onder C

Met ingang van 1 juli 2021 is artikel 27 van het Besluit onderstand BES aangevuld met een derde lid, luidende: 3. Bijzondere onderstand wordt in natura verstrekt, tenzij naar het oordeel van Onze Minister in een individuele situatie verstrekking in geld is aangewezen.

Gelet op deze verduidelijking in artikel 27 van het Besluit onderstand BES ligt het voor de hand om voor de notie dat de verstrekking van bijzondere onderstand (die in artikel 19 Beleidsregels bijzondere onderstand BES duurzame gebruiksgoederen betreft) in natura plaatsvindt, in de beleidsregels niet langer te verwijzen naar artikel 32, maar naar het meer specifiek geformuleerde derde lid van artikel 27 van het Besluit onderstand BES.

Artikel III

Met de Verzamelwet SZW 2021 is in artikel 11, derde lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES ‘geheel te harer laste komen’ vervangen door ‘tot haar last komen’. Artikel 5 van de beleidsregels toepassing Wet algemene ouderdomsverzekering BES en Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES (met de onderhavige wijzigingsregeling Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing AOV en AWW BES geheten) wordt met deze wijziging met de tekst van de wetswijziging in overeenstemming gebracht. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een redactionele wijziging aan te brengen alsmede een kleine aanvulling in de tekst ter verduidelijking. Inhoudelijk is geen wijziging beoogd, maar wel een betere aansluiting op het gewijzigde artikel 11, derde lid, van de Algemene weduwen- en wezenverzekering BES. De ouder dient het kind in belangrijke mate te onderhouden, waarbij het niet de bedoeling is dat een bijdrage van derden zondermeer een ontzegging van de aanspraak op het hogere uitkeringsbedrag tot gevolg heeft. De toepassing van het onderhavige artikel 6 van de beleidsregels vergt altijd een individuele beoordeling.

Artikel IV

Voor een deel van de wijzigingen is voorzien in inwerkingtreding met terugwerkende kracht. Voor de wijziging van artikel 2 van de Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing arbeidsmarkttoets Wav BES Saba wordt hierbij aangesloten bij de onder toelichting op artikel I toegelichte wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen BES. De inwerkingtreding van het gewijzigde artikel 5 van de (met de onderhavige wijziging zo geheten) Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing AOV en AWW BES valt samen met de relevante wijziging van artikel 11, derde lid, Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES. Die in de Verzamelwet 2021 opgenomen wijziging is van kracht geworden per 1 januari 2021.

Voor het overige geldt 1 januari 2022 als datum van inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: C.A. Herstel Directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie

Naar boven