Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 november 2021, nr. 2021-0000618371, tot wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 teneinde bijlage 3 bij artikel 16 van die regeling te vervangen (de Verantwoordingsinformatie 2021)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 36a, vierde lid, van de Woningwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage 3 bij artikel 16 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKRELATIES VAN 22 NOVEMBER 2021, NR. 2021-0000618371 TOT WIJZIGING VAN DE REGELING TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 TENEINDE BIJLAGE 3 BIJ ARTIKEL 16 VAN DIE REGELING TE VERVANGEN (DE VERANTWOORDINGSINFORMATIE 2021)

Bijlage 3. bij artikel 16 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Met deze jaarlijkse wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (RTIV) wordt de Verantwoordingsinformatie (dVi) in bijlage 3 bij de RTIV vervangen.

2. Aanleiding

Bijlage 3 bij de RTIV betreft de dVi voor woningcorporaties (toegelaten instellingen). De toegelaten instellingen dienen verantwoordingsgegevens te verstrekken over het betreffende verslagjaar, ter voldoening aan artikel 36a, vierde lid, van de Woningwet. De dVi is voor 2021 gewijzigd met als doel om de uitvraag van verantwoordingsgegevens te actualiseren, te verduidelijken en doelmatiger te maken. Deze wijziging geeft (mede) invulling aan de afspraak in het Convenant Verbeteren Informatievoorziening Woningcorporaties, dat als doel heeft de informatie-uitvraag te reduceren en de administratieve lasten(druk) te verminderen, en is in samenspraak met de Autoriteit woningcorporaties (hierna: Aw), het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (hierna: WSW) en Aedes tot stand gekomen. Het algemene uitgangspunt voor de totstandkoming van de wijzigingen is dat de inhoud van de gegevens die gevraagd worden, voorafgaand getoetst wordt op nut en noodzaak vanuit het principe van spaarzaamheid en soberheid. Daarnaast is een tweetal toevoegingen gedaan.

In paragraaf 3 is uitgewerkt welke wijzigingen en toevoegingen zijn aangebracht in bijlage 3 bij de RTIV. Evenals bij dVi 2018, dVi 2019 en dVi 2020, wordt dVi 2021 op basis van Standard Business Reporting (SBR) uitgevraagd. Hiermee wordt aangesloten op de standaard van de Nederlandse Taxonomie.

3. Wijzigingen dVi

De voornaamste wijzigingen die zijn doorgevoerd ten opzichte van dVi 2020, hangen samen met diverse ontwikkelingen welke voortvloeien uit het Convenant Verbeteren Informatievoorziening Woningcorporaties. In dit kader is een aantal vragen in de gegevensuitvraag van dVi 2021 vervallen, in lijn gebracht van de geldende wet- en regelgeving of in het kader van vereenvoudiging, uniformering en verduidelijking geherstructureerd. Dit heeft tot gevolg dat de uitvraag nog beter aansluit op de informatiebehoefte van de Aw en het WSW.

DVi is in hoofdstukken en paragrafen opgedeeld. Hierna worden alle individuele wijzigingen dan wel toevoegingen toegelicht:

Wijzigingen betreffende wet- en regelgeving:

  • Paragraaf 2.1: Als gevolg van de inwerkingtreding van NTA8800 per 1 januari 2021 wordt in de WOZ-bezitstabel het kenmerk energie-index vervangen door het kenmerk energielabel.

  • Paragraaf 5.1: Als gevolg van de (voorgenomen) wijzigingen inzake de ‘Aw-beleidsregels’, vervallen de rechtmatigheidsvragen (en samenhangende vervolgvragen) 5.1.5, 5.1.12, 5.1.13 en 5.1.15 en worden diverse rechtmatigheidsvragen tekstueel aangescherpt, met dien verstande dat de strekking ongewijzigd blijft, om meerdere interpretaties te voorkomen.

  • Paragraaf 5.3: De jaarlijkse update van de Wet Normering Topinkomens (model gepubliceerd d.d. 29 april jl.) wordt verankerd in de gegevensuitvraag. De wijzigingen hebben beperkte gevolgen voor de dVi-uitvraag.

    De wijziging betreft een verwijdering van een tweetal velden in tabel 5.3i bezoldiging van niet-topfunctionarissen:

    • * aanvang functievervulling;

    • * einde functievervulling.

Wijzigingen betreffende Verticaal Toezicht/strategisch beleid:

  • Paragraaf 2.4A: deze toevoeging betreft een specificatie bij de huidige rapportage teneinde aanvullende inzichten te verkrijgen in de omvang en ontwikkelingen van nieuwe trends en toenemende activiteiten rondom flexwoningen. Flexwoningen betreffen veelal tijdelijke woningen, gebouwd op grond met een andere bestemming dan wonen. Dit gaat in de praktijk gepaard met allerlei bijzondere situaties rondom uitwinbaarheid en waarde van onderpand WSW. In beginsel wordt het onderpand gevolgd via de rapportage in de WOZ-bezitstabel, echter het bleek (vooralsnog) praktisch onhaalbaar om de gegevensbehoefte daarin te integreren.

  • Paragraaf 3.4.2: evenals in de jaarrekening, rapporteren woningcorporaties in de huidige dVi-opvraag over ‘niet uit de balans blijkende verplichtingen’, opgesplitst in ‘obligoverplichting’ en ‘overige kwantificeerbare verplichtingen’. Aangezien de (berekenings)methodiek van de obligoverplichting per 1 juli 2021 wijzigt als gevolg van implementatie van het nieuwe strategisch programma van het WSW, vervallen beide bestaande gegevenselementen en wordt één nieuw gegevenselement ‘Totaal van kwantificeerbare verplichtingen (exclusief obligoverplichting)’ toegevoegd.

  • Paragraaf 4.1: toevoeging van de vraag: “Wat is de omvang van het niet opgenomen deel van obligoleningen?” vanwege het gewijzigd strategisch beleid van het WSW en gewijzigde faciliteiten.

Wijzigingen betreffende uniformering dVi/dPi:

  • Paragraaf 2.8: Aangezien de term ‘Aankoopprijs’ in de tabel aangaande ‘vastgoedtransacties tussen takken’ in de praktijk tot verwarring kan leiden, wordt in dVi2021 de meer passende term ‘Transactieprijs’ gebruikt.

  • Paragraaf 2.1: Om het verloop van de vastgoedeenheden beter te kunnen volgen, worden overhevelingen tussen vastgoed in exploitatie (2.1A) en voorraad (2.1B) in de kolom ‘Mutatie verslagjaar’ van de WOZ-bezitstabel aangeduid middels de toegevoegde mutatiesoorten ‘van voorraad’ en ‘naar voorraad’. Als gevolg van deze wijziging worden zowel de bestaande als de nieuwe mutatiesoorten eveneens toegevoegd aan tabel 2.1B (voorraad).

4. Administratieve lasten

Ecorys heeft de financiële gevolgen van de huidige wijziging van de dVi-uitvraag berekend (Ecorys, Administratieve lasten wijzigingen dVi 2021. Rapportage – Onderzoek naar de verandering van administratieve lasten, Rotterdam 12 oktober 2021).

Ecorys stelt vast dat de totale verandering ten opzichte van de totale administratieve lasten gemoeid met de informatieverplichting bij corporaties kan worden aangemerkt als verwaarloosbaar. Ecorys verwacht dat zich als gevolg van de huidige wijzigingen een eenmalige afname in lastendruk zal voordoen van circa € 26.400,-, voor alle woningcorporaties samen. Daarnaast verwacht Ecorys een structurele afname in administratieve lasten voor alle woningcorporaties samen van € 16.300,- in totaal.

5. Consultatie

De wijziging van bijlage 3 is in samenwerking met Aedes, de Aw en het WSW opgesteld. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (hierna: ATR) is geconsulteerd over de regeldrukeffecten van de regeling. De ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2022. Hierbij is afgeweken van de minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Partijen zijn echter tijdig geïnformeerd, het model in de bijlage bij deze regeling is namelijk in juli 2021 met hen en SBR afgestemd. Aangezien de toegelaten instellingen de jaarrekening, het jaarverslag en de daarbij behorende accountantsverklaringen over het jaar 2021 vóór 1 juli 2022 moeten aanleveren, is het voor de toegelaten instellingen en de accountants van belang dat zij zo snel mogelijk geïnformeerd worden over de invulling van de verantwoordingsinformatie over verslagjaar 2021.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven