TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
Met deze jaarlijkse wijziging van de Regeling toegelaten
instellingen volkshuisvesting 2015 (RTIV) wordt de Verantwoordingsinformatie
(dVi) in bijlage 3 bij de RTIV vervangen.
2. Aanleiding
Bijlage 3 bij de RTIV betreft de dVi voor woningcorporaties
(toegelaten instellingen). De toegelaten instellingen dienen
verantwoordingsgegevens te verstrekken over het betreffende verslagjaar, ter
voldoening aan artikel 36a, vierde lid, van de Woningwet. De dVi is voor 2021
gewijzigd met als doel om de uitvraag van verantwoordingsgegevens te
actualiseren, te verduidelijken en doelmatiger te maken. Deze wijziging geeft
(mede) invulling aan de afspraak in het Convenant Verbeteren
Informatievoorziening Woningcorporaties, dat als doel heeft de
informatie-uitvraag te reduceren en de administratieve lasten(druk) te
verminderen, en is in samenspraak met de Autoriteit woningcorporaties (hierna:
Aw), het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (hierna: WSW) en Aedes tot stand
gekomen. Het algemene uitgangspunt voor de totstandkoming van de wijzigingen is
dat de inhoud van de gegevens die gevraagd worden, voorafgaand getoetst wordt
op nut en noodzaak vanuit het principe van spaarzaamheid en soberheid.
Daarnaast is een tweetal toevoegingen gedaan.
In paragraaf 3 is uitgewerkt welke wijzigingen en toevoegingen
zijn aangebracht in bijlage 3 bij de RTIV. Evenals bij dVi 2018, dVi 2019 en
dVi 2020, wordt dVi 2021 op basis van Standard Business Reporting (SBR)
uitgevraagd. Hiermee wordt aangesloten op de standaard van de Nederlandse
Taxonomie.
3. Wijzigingen dVi
De voornaamste wijzigingen die zijn doorgevoerd ten opzichte van
dVi 2020, hangen samen met diverse ontwikkelingen welke voortvloeien uit het
Convenant Verbeteren Informatievoorziening Woningcorporaties. In dit kader is
een aantal vragen in de gegevensuitvraag van dVi 2021 vervallen, in lijn
gebracht van de geldende wet- en regelgeving of in het kader van
vereenvoudiging, uniformering en verduidelijking geherstructureerd. Dit heeft
tot gevolg dat de uitvraag nog beter aansluit op de informatiebehoefte van de
Aw en het WSW.
DVi is in hoofdstukken en paragrafen opgedeeld. Hierna worden
alle individuele wijzigingen dan wel toevoegingen toegelicht:
Wijzigingen betreffende wet- en regelgeving:
-
– Paragraaf 2.1: Als gevolg van de inwerkingtreding van NTA8800
per 1 januari 2021 wordt in de WOZ-bezitstabel het kenmerk energie-index
vervangen door het kenmerk energielabel.
-
– Paragraaf 5.1: Als gevolg van de (voorgenomen) wijzigingen
inzake de ‘Aw-beleidsregels’, vervallen de rechtmatigheidsvragen (en
samenhangende vervolgvragen) 5.1.5, 5.1.12, 5.1.13 en 5.1.15 en worden diverse
rechtmatigheidsvragen tekstueel aangescherpt, met dien verstande dat de
strekking ongewijzigd blijft, om meerdere interpretaties te voorkomen.
-
– Paragraaf 5.3: De jaarlijkse update van de Wet Normering
Topinkomens (model gepubliceerd d.d. 29 april jl.) wordt verankerd in de
gegevensuitvraag. De wijzigingen hebben beperkte gevolgen voor de
dVi-uitvraag.
De wijziging betreft een verwijdering van een tweetal velden
in tabel 5.3i bezoldiging van niet-topfunctionarissen:
Wijzigingen betreffende Verticaal Toezicht/strategisch
beleid:
-
– Paragraaf 2.4A: deze toevoeging betreft een specificatie bij
de huidige rapportage teneinde aanvullende inzichten te verkrijgen in de omvang
en ontwikkelingen van nieuwe trends en toenemende activiteiten rondom
flexwoningen. Flexwoningen betreffen veelal tijdelijke woningen, gebouwd op
grond met een andere bestemming dan wonen. Dit gaat in de praktijk gepaard met
allerlei bijzondere situaties rondom uitwinbaarheid en waarde van onderpand
WSW. In beginsel wordt het onderpand gevolgd via de rapportage in de
WOZ-bezitstabel, echter het bleek (vooralsnog) praktisch onhaalbaar om de
gegevensbehoefte daarin te integreren.
-
– Paragraaf 3.4.2: evenals in de jaarrekening, rapporteren
woningcorporaties in de huidige dVi-opvraag over ‘niet uit de balans blijkende
verplichtingen’, opgesplitst in ‘obligoverplichting’ en ‘overige
kwantificeerbare verplichtingen’. Aangezien de (berekenings)methodiek van de
obligoverplichting per 1 juli 2021 wijzigt als gevolg van implementatie van
het
nieuwe strategisch programma van het WSW, vervallen beide bestaande
gegevenselementen en wordt één nieuw gegevenselement ‘Totaal van
kwantificeerbare verplichtingen (exclusief obligoverplichting)’
toegevoegd.
-
– Paragraaf 4.1: toevoeging van de vraag: “Wat is de omvang van
het niet opgenomen deel van obligoleningen?” vanwege het gewijzigd strategisch
beleid van het WSW en gewijzigde faciliteiten.
Wijzigingen betreffende uniformering dVi/dPi:
-
– Paragraaf 2.8: Aangezien de term ‘Aankoopprijs’ in de tabel
aangaande ‘vastgoedtransacties tussen takken’ in de praktijk tot verwarring
kan
leiden, wordt in dVi2021 de meer passende term ‘Transactieprijs’ gebruikt.
-
– Paragraaf 2.1: Om het verloop van de vastgoedeenheden beter
te kunnen volgen, worden overhevelingen tussen vastgoed in exploitatie (2.1A)
en voorraad (2.1B) in de kolom ‘Mutatie verslagjaar’ van de WOZ-bezitstabel
aangeduid middels de toegevoegde mutatiesoorten ‘van voorraad’ en ‘naar
voorraad’. Als gevolg van deze wijziging worden zowel de bestaande als de
nieuwe mutatiesoorten eveneens toegevoegd aan tabel 2.1B (voorraad).
4. Administratieve lasten
Ecorys heeft de financiële gevolgen van de huidige wijziging van
de dVi-uitvraag berekend (Ecorys, Administratieve lasten wijzigingen dVi 2021.
Rapportage – Onderzoek naar de verandering van administratieve lasten,
Rotterdam 12 oktober 2021).
Ecorys stelt vast dat de totale verandering ten opzichte van de
totale administratieve lasten gemoeid met de informatieverplichting bij
corporaties kan worden aangemerkt als verwaarloosbaar. Ecorys verwacht dat zich
als gevolg van de huidige wijzigingen een eenmalige afname in lastendruk zal
voordoen van circa € 26.400,-, voor alle woningcorporaties samen. Daarnaast
verwacht Ecorys een structurele afname in administratieve lasten voor alle
woningcorporaties samen van € 16.300,- in totaal.
5. Consultatie
De wijziging van bijlage 3 is in samenwerking met Aedes, de Aw en
het WSW opgesteld. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (hierna: ATR) is
geconsulteerd over de regeldrukeffecten van de regeling. De ATR heeft het
dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting
geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
6. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2022. Hierbij is
afgeweken van de minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie
en inwerkingtreding. Partijen zijn echter tijdig geïnformeerd, het model in de
bijlage bij deze regeling is namelijk in juli 2021 met hen en SBR afgestemd.
Aangezien de toegelaten instellingen de jaarrekening, het jaarverslag en de
daarbij behorende accountantsverklaringen over het jaar 2021 vóór 1 juli 2022
moeten aanleveren, is het voor de toegelaten instellingen en de accountants van
belang dat zij zo snel mogelijk geïnformeerd worden over de invulling van de
verantwoordingsinformatie over verslagjaar 2021.
De Minister van
Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren