Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 20 november 2021, nr. IENW/BSK-2021/293888, tot wijziging van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder b en f, 4, eerste en tweede lid en 5 van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder a, wordt ‘€ 3.700’ vervangen door ‘€ 3.350’.

2. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 3.350’ vervangen door ‘€ 2.950’.

3. In het vierde lid, onder a, wordt ‘2.950’ vervangen door ‘€ 2.550’.

4. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.

B

Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. Onder vernummering van het vierde lid tot het zesde lid worden drie nieuwe leden ingevoegd, luidende:

  • 3. De subsidieplafonds voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 zijn:

    • a. € 71.000.000 voor de aanschaf of lease van nieuwe elektrische personenauto’s;

    • b. € 20.400.000 voor de aanschaf of lease van een gebruikte elektrische personenauto.

  • 4. De subsidieplafonds voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 zijn:

    • a. € 67.000.000 voor de aanschaf of lease van nieuwe elektrische personenauto’s;

    • b. € 32.400.000 voor de aanschaf of lease van een gebruikte elektrische personenauto.

  • 5. De subsidieplafonds voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 zijn:

    • a. € 58.000.000 voor de aanschaf of lease van nieuwe elektrische personenauto’s;

    • b. € 29.400.000 voor de aanschaf of lease van een gebruikte elektrische personenauto.

C

Artikel 1.9, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘binnen 60 dagen’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en het derde lid.

3. Onderdeel f van het tweede lid (nieuw) vervalt, onder toevoeging aan het slot van onderdeel d van ‘en’ en vervanging van ‘uur en’ door ‘uur.’ aan het slot van onderdeel e.

D

Artikel 2.1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na ‘staan’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

b. In onderdeel b wordt na ‘gesteld’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

c. In onderdeel c wordt na ‘tenaamstelling’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

2. In het tweede lid wordt na ‘naam’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

E

Artikel 2.2.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na ‘stellen’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

b. In onderdeel b wordt na ‘gesteld’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

c. In onderdeel c wordt na ‘tenaamstelling’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

2. In het tweede lid wordt na ‘naam’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

F

Artikel 2.3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na ‘staan’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

b. In onderdeel b wordt na ‘gesteld’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

c. In onderdeel c wordt na ‘tenaamstelling’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

2. In het tweede lid wordt na ‘naam’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

G

Artikel 2.4.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na ‘stellen’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

b. In onderdeel b wordt na ‘gesteld’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

c. In onderdeel c wordt na ‘tenaamstelling’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

2. In het tweede lid wordt na ‘naam’ ingevoegd ‘in het kentekenregister’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg

TOELICHTING

Inleiding

Op 1 juli 2020 is de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren (hierna: SEPP) in werking getreden. Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt voor de aanschaf en lease van nieuwe en gebruikte elektrische personenauto’s. Het subsidieplafond van 2021 voor nieuwe elektrische personenauto’s is op 6 juni 2021 bereikt en het subsidieplafond van 2021 voor gebruikte elektrische auto’s is op 28 augustus 2021 bereikt.

Inhoud van de wijziging

Deze wijzigingsregeling strekt ertoe de SEPP op de hierna te noemen onderdelen te wijzigen.

Subsidiebedragen

In artikel 1.4 zijn de subsidiebedragen gewijzigd. Omdat zowel het aanbod van meerdere typen elektrische auto’s in verschillende prijssegmenten sneller stijgt dan verwacht (consumenten hebben sneller meer keuze) en omdat de prijzen van elektrische auto’s sneller dalen dan bij de start van de regeling werd gedacht, wordt de noodzakelijke prijsprikkel door het verstrekken van een subsidie om de overgang naar elektrisch rijden te stimuleren sneller kleiner.

Daarom gaat het subsidiebedrag voor nieuwe auto’s eerder omlaag. Dit is in lijn met advies van het formule E-team (FET) in de tussenevaluatie1. Door onder meer de verlaging van het subsidiebedrag voor nieuwe elektrische personenauto’s kan een fors groter aantal particulieren gebruik maken van de subsidieregeling.

Subsidieplafonds

In artikel 1.5 zijn de subsidieplafonds voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024 aan de regeling toegevoegd. Om meer particulieren de kans te geven over te stappen naar een elektrische personenauto, heeft het kabinet besloten meer middelen uit te trekken voor de SEPP en reeds gepland subsidiebudget vanuit het Klimaatakkoord eerder beschikbaar te stellen2. De komende drie jaar komt er € 90 miljoen voor particulieren bij in de regeling. Hiervan is € 80 miljoen voor de subsidiëring van nieuwe en € 10 miljoen voor de subsidiëring van gebruikte elektrische personenauto’s. Met deze extra subsidie draagt het kabinet bij aan het aantrekkelijker maken van elektrisch rijden voor de particulieren die op zoek zijn naar een compacte of kleinere middenklasse elektrische auto. Een snellere groei van het aantal elektrische personenauto’s draagt bij aan het opvolgen van het Urgendavonnis en het oplossen van de stikstofproblematiek.

Aanvraag binnen 60 dagen

In artikel 1.9 is de voorwaarde dat de aanvraag tot subsidieverlening binnen 60 dagen na de datum van ondertekening van de overeenkomst tot lease of de koopovereenkomst wordt ingediend, komen te vervallen. In de wijziging van de SEPP van 14 oktober 20203 is bepaald dat een subsidieaanvraag uitsluitend kan worden ingediend voor overeenkomsten tot lease of koop die zijn gesloten in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend. De uitvoeringspraktijk leert dat het subsidiebudget ontoereikend is om aan de vraag te kunnen voldoen. De regeling kent een verdelingssystematiek op volgorde van binnenkomst. Dit is voldoende prikkel om de subsidieaanvraag snel in te dienen. De voorwaarde dat binnen 60 dagen na de datum van ondertekening van de overeenkomst tot lease of de koopovereenkomst de aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend is daarom overbodig geworden.

Tenaamstelling in kentekenregister

In de artikelen 2.1.5, 2.2.5, 2.3.5 en 2.4.5 is de verplichting opgenomen dat de personenauto onderscheidenlijk drie of vier jaar op naam van de subsidieontvanger moet staan. Deze verplichting is, zoals ook uiteen is gezet in de toelichting, opgenomen om voor langere termijn milieuwinst in Nederland te realiseren. Hieruit volgt logischerwijs dat de tenaamstelling plaats moet vinden in het Nederlandse kentekenregister. Ter verduidelijking dat het moet gaan om het Nederlandse kentekenregister zijn aan deze artikelen de woorden ‘in het kentekenregister’ toegevoegd. Uit de begripsomschrijving in artikel 1 van de SEPP van kentekenregister volgt dat dit het Nederlandse kentekenregister betreft.

Gevolgen

Deze wijziging heeft tot gevolg dat de administratieve lasten voor burgers toenemen. De gewijzigde regeling laat een maximale toename van gesubsidieerde elektrische auto’s zien van: 16.249 extra nieuwe elektrische auto’s en 1.050 extra gebruikte elektrische auto’s. De verwachting is dat, ondanks dat er meer aanvragen kunnen worden behandeld, de uitvoeringskosten gelijk blijven door een doelmatige uitvoering van de regeling. Onder deze omstandigheden is besloten de wijzigingsregeling niet voor te leggen aan het Adviescollege toetsing regeldruk.

Zoals hiervoor genoemd maakt de sneller dalende prijsontwikkeling van elektrisch rijden de noodzaak van een financiële prikkel in de vorm van een subsidie eerder dan verwacht kleiner. In de afgelopen 2 jaren was de vraag naar de subsidie hoger dan de beschikbare middelen. Om zoveel mogelijk particulieren van de regeling gebruik te laten maken wordt het subsidiebedrag 1 jaar sneller verlaagd dan eerder is vastgesteld.

Het belang van particulieren bij een hogere subsidie wordt erkend. Echter aan het belang van een effectievere subsidieregeling wordt in het licht van de hiervoor genoemde ontwikkelingen een zwaarder gewicht toegekend. Een internetconsultatie zal niet in betekenende mate kunnen leiden tot aanpassing van het voorstel. Om die reden is er voor gekozen af te zien van internetconsultatie.

Inwerkingtreding

Deze wijziging van de SEPP treedt in werking op 1 januari 2022. Burgers en het bedrijfsleven zijn reeds op 22 september 2021 met eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijzigingen wat betreft de subsidiebedragen. De pers heeft hier aandacht aan besteed. De website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is vooruitlopend op deze wijziging aangepast.

Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze afwijking is dat hiermee aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen worden voorkomen (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel a). Door de verlaging van het subsidiebedrag voor nieuwe elektrische personenauto’s kan een fors groter aantal particulieren gebruik maken van de subsidieregeling, waardoor de effectiviteit van de regeling wordt verhoogd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
2

Zie de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 22 september 2021 aan de voorzitter van de Tweede Kamer, Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 843.

Naar boven