TOELICHTING
1. Aanleiding
Met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) is de
tijdelijke opname van het geneesmiddel axicabtagene ciloleucel (merknaam
Yescarta), voor zover verstrekt in het kader van de behandeling van volwassen
patiënten met recidief of refractair diffuus grootcellig B-cel lymfoom en de
behandeling van volwassen patiënten met primair mediastinaal grootcellig B-cel
lymfoom, na twee of meer lijnen systemische therapie, verlengd tot 1 januari
2025.
Tevens is met deze wijziging van de Rzv het geneesmiddel cemiplimab
(merknaam Libtayo) tot 1 januari 2024 niet langer uitgesloten van het
basispakket voor de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of
gemetastaseerd basaalcelcarcinoom die progressie vertonen tijdens behandeling
met een hedgehog-inhibitor of intolerant zijn hiervoor.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom
in het basispakket mogelijk maken, is in artikel 2.4a van het Besluit
zorgverzekering de bevoegdheid om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk)
uit te sluiten nadrukkelijk geregeld. De toepassing van deze bevoegdheid wordt
‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel in de sluis is geplaatst, is het
uitgesloten van het basispakket en wordt het niet vergoed uit hoofde van de
zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de
volgende twee gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het
geneesmiddel voor de behandeling van één nieuwe indicatie of van meerdere
nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen of meer per jaar. Alle nieuwe
indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment van plaatsing in de
sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van de toepassing van de sluis.
Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten van het
basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel
voor de behandeling van een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en
het verwachte macrokostenbeslag van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of
meer per jaar. Deze nieuwe indicatie wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het
geneesmiddel is of wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het
geneesmiddel dat is of wordt geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de
beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt binnen vier weken na registratie
respectievelijk vaststelling van het protocol of de standaard voor de nieuwe
indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele
opname in het basispakket worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut
Nederland (hierna: Zorginstituut) advies worden gevraagd. De sluis maakt het
mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking van het geneesmiddel op
betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken en te houden. Dit
kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten van een
financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede
maatregelen om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te
borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft
uitgebracht en er voldoende maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van
het geneesmiddel en voor het afdekken van financiële risico’s, kan besloten
worden over opname van het geneesmiddel in het basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden
geschieden. De tijdelijkheid of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de
maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen voor het realiseren van gepast
gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van financiële risico’s.
Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd van een
financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Axicabtagene ciloleucel
Sluisplaatsing en opname in basispakket tot en met
2021
Axicabtagene ciloleucel is op 21 juli 2018 in de sluis geplaatst
voor zover verstrekt in het kader van de behandeling van kanker. Aanleiding
hiervoor was de positieve opinie van 28 juni 2018 van het Committee for
Medicinal Products for Human Use (CHMP) over het gebruik van axicabtagene
ciloleucel voor twee indicaties. Het betreft de behandeling van volwassen
patiënten met recidief of refractair diffuus grootcellig B-cel lymfoom na twee
of meer lijnen systemische therapie en de behandeling van volwassen patiënten
met primair mediastinaal grootcellig B-cel lymfoom na twee of meer lijnen
systemische therapie. Met de sluisplaatsing is voorkomen dat het geneesmiddel
voor deze twee indicaties en eventuele toekomstige indicaties automatisch in
het basispakket zou instromen, op basis van de verwachting dat het
macrokostenbeslag van bovengenoemde indicaties meer dan € 40 miljoen per jaar
zou bedragen.
Sinds 1 mei 2020 is axicabtagene ciloleucel, na beoordeling door
het Zorginstituut en het afsluiten van een financieel arrangement dat loopt tot
1 januari 2022, voor de bovengenoemde twee indicaties tijdelijk opgenomen in
het basispakket (Stcrt. 2020, 23796). Vanwege het aflopen van het
financieel arrangement is bezien of, en zo ja onder welke voorwaarden, de
vergoeding van axicabtagene ciloleucel verlengd kan worden per 1 januari 2022.
Het Zorginstituut heeft ten behoeve hiervan een herbeoordeling van het
geneesmiddel uitgevoerd.
Advies Zorginstituut en situatie vanaf 2022
Het Zorginstituut concludeert in de herbeoordeling dat axicabtagene
ciloleucel voor de behandeling van bovengenoemde twee indicaties nog steeds
voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk, zoals bedoeld in artikel
2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering en adviseert een prijsdaling
van minimaal vijf procent. Op basis van dit advies is een nieuw financieel
arrangement afgesloten met de fabrikant met een looptijd tot 1 januari 2025.
Uitgaande van een correcte uitvoering van het financieel arrangement is met
deze wijziging van de Rzv geregeld dat het geneesmiddel axicabtagene ciloleucel
voor deze twee indicaties in de periode van 1 januari 2022 tot en met
31 december 2024 onderdeel kan blijven uitmaken van het basispakket.
4. Cemiplimab
Sluisplaatsing
Cemiplimab is per 15 juli 2021 in de sluis geplaatst voor de
behandeling van kanker, met uitzondering van de op dat moment reeds bestaande
behandeling als monotherapie van volwassen patiënten met gemetastaseerd of
lokaal gevorderd cutaan plaveiselcelcarcinoom die niet in aanmerking komen voor
curatieve chirurgie of curatieve radiotherapie (Stcrt. 2021, 35699). Aanleiding
hiervoor was het besluit van de Europese Commissie op 21 juni 2021 om voor
cemiplimab een handelsvergunning te verlenen als monotherapie voor twee
indicaties:
-
• de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of
gemetastaseerd basaalcelcarcinoom die progressie vertonen tijdens behandeling
met een hedgehog-inhibitor of intolerant zijn hiervoor.
-
• de eerstelijnsbehandeling bij volwassen patiënten met
niet-kleincellig longcarcinoom met PD-L1-expressie (in ≥ 50% van de
tumorcellen) zonder EGFR-, ALK- of ROS1- mutaties met lokaal gevorderd NSCLC
die geen kandidaat zijn voor chemoradiatie met curatieve intentie, of
gemetastaseerd NSCLC.
Met de sluisplaatsing van cemiplimab is voorkomen dat het
geneesmiddel voor bovengenoemde twee indicaties en voor eventuele toekomstige
indicaties automatisch het basispakket zou instromen. Dit is gedaan op basis
van de verwachting dat het macrokostenbeslag voor bovengenoemde twee indicaties
meer dan € 40 miljoen per jaar zou bedragen.
Financieel arrangement en opheffing sluis
Op 19 oktober 2021 heb ik een akkoord bereikt met de fabrikant van
cemiplimab over een financieel arrangement voor de toepassing van cemiplimab
voor de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of
gemetastaseerd basaalcelcarcinoom die progressie vertonen tijdens behandeling
met een hedgehog-inhibitor of intolerant zijn hiervoor. Het afgesloten
financieel arrangement biedt voldoende waarborgen dat bij opname in het
basispakket de kosten van cemiplimab voor deze indicatie op een aanvaardbaar
niveau blijven. Een advies van het Zorginstituut acht ik niet noodzakelijk. Het
verwachtte aandeel van deze indicatie is immers slechts een fractie van het
totaal verwachte jaarlijkse macrokostenbeslag, namelijk € 0,8 mln van € 55,8
mln. Door voor deze indicatie een financieel arrangement af te sluiten, kan het
geneesmiddel snel beschikbaar komen voor de desbetreffende patiënten. Er hoeft
niet gewacht te worden op afronding van de sluisprocedure voor de andere
indicatie waarvoor een handelsvergunning is verleend. Uiteraard dient wel
voldaan te worden aan andere vereisten voor vergoeding uit het basispakket,
waaronder de stand van de wetenschap en praktijk, zoals bedoeld in artikel 2.1,
tweede lid, van het Besluit zorgverzekering. Voor de duur van het financieel
arrangement is cemiplimab niet langer uitgesloten van het basispakket voor
zover verstrekt in het kader van de behandeling van volwassen patiënten met
lokaal gevorderd of gemetastaseerd basaalcelcarcinoom die progressie vertonen
tijdens behandeling met een hedgehog-inhibitor of intolerant zijn
hiervoor.
5. Vervolg
Met deze wijziging van de Rzv is geregeld dat axicabtagene
ciloleucel tot 1 januari 2025 voor de genoemde indicaties onderdeel blijft
uitmaken van het basispakket. Tevens is geregeld dat cemiplimab tot 1 januari
2024 niet meer is uitgesloten van het basispakket voor zover verstrekt in het
kader van de behandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of
gemetastaseerd basaalcelcarcinoom die progressie vertonen tijdens behandeling
met een hedgehog-inhibitor of intolerant zijn hiervoor. Axicabtagene ciloleucel
en cemiplimab blijven wel uitgesloten van het basispakket voor zover verstrekt
voor andere toepassingen in het kader van de behandeling van kanker, met
uitzondering van de bestaande behandeling met cemiplimab als monotherapie van
volwassen patiënten met gemetastaseerd of lokaal gevorderd cutaan
plaveiselcelcarcinoom die niet in aanmerking komen voor curatieve chirurgie of
curatieve radiotherapie.
Op 26 oktober 2021 heeft het Zorginstituut advies uitgebracht over
de nog in de sluis geplaatste indicatie van cemiplimab als
eerstelijnsbehandeling bij volwassen patiënten met niet-kleincellig
longcarcinoom met PD-L1-expressie (in ≥ 50% van de tumorcellen) zonder EGFR-,
ALK- of ROS1- mutaties met lokaal gevorderd NSCLC die geen kandidaat zijn voor
chemoradiatie met curatieve intentie, of gemetastaseerd NSCLC. Op basis van dit
advies ben ik voornemens in onderhandeling te treden met de fabrikant van
cemiplimab zodat ook deze indicatie, uitgaande van een positief
onderhandelresultaat, in de toekomst kan instromen in het basispakket.
De Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis