Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 november 2021 tot wijziging van de Regeling elektronische publicaties ter indexering van de daarin opgenomen kostenvergoedingen

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 16, vijfde lid, van de Bekendmakingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling elektronische publicaties wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.6, tweede lid, laatste zin, wordt ‘€ 290.134,–’ vervangen door ‘€ 299.121,–’.

B

In artikel 2.7, tweede lid, wordt ‘€ 5,40’ vervangen door ‘€ 5,54’.

C

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Tabel 1 komt te luiden:

Tabel 1. Publicatiekosten provincies

Provincie

Bedrag (in €)

Drenthe

21.836

Flevoland

19.443

Fryslân

24.229

Gelderland

30.211

Groningen

23.331

Limburg

23.930

Noord-Brabant

29.314

Noord-Holland

25.425

Overijssel

24.528

Utrecht

26.921

Zeeland

20.041

Zuid-Holland

29.912

2. Tabel 2 komt te luiden:

Tabel 2. Publicatiekosten gemeenten

Aantal inwoners gemeente1

Bedrag (in €)

<10.000

2.291

10.000 tot 20.000

4.582

20.000 tot 30.000

6.873

30.000 tot 40.000

9.164

40.000 tot 50.000

11.455

50.000 tot 60.000

13.746

60.000 tot 70.000

16.037

70.000 tot 80.000

18.328

80.000 tot 90.000

20.618

90.000 tot 100.000

22.909

100.000 tot 110.000

25.200

110.000 tot 120.000

27.491

120.000 tot 140.000

29.782

140.000 tot 160.000

32.073

160.000 tot 180.000

34.364

180.000 tot 200.000

36.655

200.000 tot 220.000

38.946

220.000 tot 240.000

41.237

240.000 tot 260.000

43.528

260.000 tot 280000

45.819

280.000 tot 300.000

48.110

300.000 tot 320.000

50.401

320.000 tot 340.000

52.692

340.000 tot 360.000

54.983

≥360.000

57.274

X Noot
1

Op 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar, volgens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Deze wijzigingsregeling strekt tot indexering van de in de Regeling elektronische publicaties opgenomen kostenvergoedingen in verband met het publiceren in de decentrale publicatiebladen (provincies, gemeenten en waterschappen) en de Staatscourant (gerechtsdeurwaarders). Deze indexering is nodig om de centrale voorziening in stand te houden waarmee de Bekendmakingswet kan worden uitgevoerd.

De tarieven zijn met deze wijzigingsregeling aangepast aan de inflatie met behulp van de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS). Om de tarieven vóór 1 januari van een jaar (in casu: 2022) te kunnen aanpassen, wordt uitgegaan van het prijspeil per 1 september van het daaraan voorafgaande kalenderjaar (in casu: 2021).1 De in de artikelen 2.6, tweede lid, en 2.7, tweede lid (artikel I, onderdeel A onderscheidenlijk onderdeel B), alsmede in bijlage 2 (artikel I, onderdeel C) opgenomen tarieven zijn dan ook naar het prijspeil per 1 september 2021. De mutatie van het door het CBS vastgestelde consumentenprijsindexcijfer over september 2021 (110,79; 2015 = 100) in vergelijking met september 2020 bedraagt 2,7%.2

De verschillende wijzigingen worden nader toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze toelichting.

2. Consultatie

Van internetconsulatie is afgezien, gelet op de technische aard van de wijzigingen en de doelgroep (met name decentrale overheden) waarvoor deze in overwegende mate relevantie hebben. Het voornemen tot indexering is voorgelegd aan het Interprovinciaal Overleg (hierna: IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen en de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (hierna: KBVG).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdelen A en C

Het in rekening brengen van de kosten in verband met het publiceren in decentrale publicatiebladen (de plaatsing die verloopt met behulp van de applicatie DROP), werd voor de inwerkingtreding per 1 juli 2021 van artikel 2.6 van de Regeling elektronische publicaties,3 bestreken door het privaatrecht en is met die regeling in het publiekrechtelijke domein getrokken.

De kosten, die voor zover het provincies en gemeenten betreft in rekening worden gebracht volgens de maatstaven die zijn opgenomen in bijlage 2 bij de Regeling elektronische publicaties (onderdeel C), worden – zoals reeds vermeld in de toelichting bij artikel 2.6 van de Regeling elektronische publicaties –4 in elk geval gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Het gaat bij deze kosten om alle kosten die met betrekking tot deze bladen worden gemaakt, inclusief de kosten van doorzoeken, raadplegen en attendering. De gemeenschappelijke regelingen delen niet in de kosten, omdat zij hun uitgaven in rekening brengen bij de deelnemers. Hierdoor zouden de kosten uiteindelijk toch bij provincies, gemeenten en waterschappen terechtkomen.

De bijdragen van provincies, gemeenten en waterschappen zijn gerelateerd aan het aantal inwoners. Daarbij wordt uitgegaan van het inwoneraantal op 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar, volgens opgave van het CBS.

Uitgaande van de mutatie van het consumentenprijsindexcijfer over september 2021 in vergelijking met september 2020 van 2,7%,5 ontstaat voor wat betreft de indexering van de kostenvergoedingen voor provincies en gemeenten het beeld, weergegeven in tabel 1 onderscheidenlijk tabel 2.

Tabel 1. Publicatiekosten provincies

Provincie

Bedrag (oud; in €)

Bedrag (nieuw; in €)

Drenthe

21.214

21.836

Flevoland

18.718

19.443

Fryslân

23.651

24.229

Gelderland

29.715

30.211

Groningen

22.606

23.331

Limburg

23.419

23.930

Noord-Brabant

28.380

29.314

Noord-Holland

24.231

25.425

Overijssel

23.767

24.528

Utrecht

26.088

26.921

Zeeland

19.560

20.041

Zuid-Holland

28.786

29.912

Totaal

290.134

299.121

Tabel 2. Publicatiekosten gemeenten

Aantal inwoners gemeente

Bedrag (oud; in €)

Bedrag (nieuw; in €)

<10.000

2.231

2.291

10.000 tot 20.000

4.462

4.582

20.000 tot 30.000

6.692

6.873

30.000 tot 40.000

8.923

9.164

40.000 tot 50.000

11.154

11.455

50.000 tot 60.000

13.385

13.746

60.000 tot 70.000

15.615

16.037

70.000 tot 80.000

17.846

18.328

80.000 tot 90.000

20.077

20.618

90.000 tot 100.000

22.308

22.909

100.000 tot 110.000

24.538

25.200

110.000 tot 120.000

26.769

27.491

120.000 tot 140.000

29.000

29.782

140.000 tot 160.000

31.231

32.073

160.000 tot 180.000

33.462

34.364

180.000 tot 200.000

35.692

36.655

200.000 tot 220.000

37.923

38.946

220.000 tot 240.000

40.154

41.237

240.000 tot 260.000

42.385

43.528

260.000 tot 280000

44.615

45.819

280.000 tot 300.000

46.846

48.110

300.000 tot 320.000

49.077

50.401

320.000 tot 340.000

51.308

52.692

340.000 tot 360.000

53.538

54.983

≥360.000

55.769

57.274

De bijdrage – na indexering van € 290.134,– groot € 299.121,– – van de waterschappen wordt geïnd bij Het Waterschapshuis (artikel 2.6, tweede lid, laatste zin; onderdeel A). De kosten die in verband met het publiceren aan gedeputeerde staten jaarlijks in rekening worden gebracht, bedragen na indexering van € 290.134,– eveneens € 299.121,– (zie tabel 1). Omdat het IPO anders dan Het Waterschapshuis geen publiekrechtelijk orgaan is, wordt de bijdrage bij iedere provincie afzonderlijk in rekening gebracht. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een verdeelsleutel die in samenwerking met het IPO-bestuur wordt vastgesteld. Die sleutel is opgenomen in tabel 1 van bijlage 2 bij de Regeling elektronische publicaties (onderdeel C, onder 1). Naar de situatie per 1 januari 2022 geldt de kostenverdeling, weergegeven in tabel 3.

Tabel 3. Kostenverdeling provincies

Provincie

Percentage (%)

Drenthe

7,30

Flevoland

6,50

Fryslân

8,10

Gelderland

10,10

Groningen

7,80

Limburg

8,00

Noord-Brabant

9,80

Noord-Holland

8,50

Overijssel

8,20

Utrecht

9,00

Zeeland

6,70

Zuid-Holland

10,00

Onderdeel B

Door wijziging van de Bekendmakingsregeling per 1 juli 2015,6 bevatte die regeling een bepaling dat aan de KBVG kosten in rekening worden gebracht voor het publiceren in de Staatscourant van uittreksels van exploten als bedoeld in artikel 54, tweede en vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.7 Een dergelijke regeling is met ingang van 1 juli 2021 opgenomen in artikel 2.7 van de Regeling elektronische publicaties.8

Kosten als bedoeld in het onderhavige artikel worden – zoals reeds vermeld in de toelichting bij artikel 2.7 van de Regeling elektronische publicaties –9 in elk geval gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Die prijsindex heeft thans aanleiding gegeven het bedrag groot € 5,40 per uittreksel te indexeren tot € 5,54 per uittreksel (bedrag naar het prijspeil per 1 september 2021; mutatie 2,7%).

Artikel II

In overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten, treedt deze regeling in werking met ingang van 1 januari 2022.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

De gewijzigde bedragen zijn gelijk aan de geldende bedragen op de wijzigingsdatum, vermenigvuldigd met het indexcijfer van de kalendermaand die ligt vier kalendermaanden vóór de kalendermaand waarin de bedragen worden gewijzigd, gedeeld door het indexcijfer van de kalendermaand die ligt zestien maanden voor de kalendermaand waarin de bedragen worden gewijzigd.

X Noot
3

Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 april 2021 houdende regels over elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Regeling elektronische publicaties; Stcrt. 2021, 21610).

X Noot
4

Stcrt. 2021, 21610, p. 21.

X Noot
5

Zie het algemene deel van deze toelichting, paragraaf 1.

X Noot
6

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 mei 2015 tot wijziging van de Bekendmakingsregeling in verband met het in rekening brengen van kosten wegens plaatsing van openbare exploten in de Staatscourant (Stcrt. 2015, 12566).

X Noot
7

Artikel 3a van de Bekendmakingsregeling (oud).

X Noot
8

Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 april 2021 houdende regels over elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Regeling elektronische publicaties; Stcrt. 2021, 21610).

X Noot
9

Stcrt. 2021, 21610, p. 21.

Naar boven