Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 oktober 2021, nr. MBO/29714576, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 in verband met de vaststelling van het bedrag voor huisvestingskosten bij een school voor voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs behorend bij een scholengemeenschap of aoc en de vaste voet en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs behorend bij een aoc voor de jaren 2021 en 2022

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

Gelet op artikel 2.3.2, derde lid, en artikel 2.4.1, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 590,–’ vervangen door ‘€ 600,–’.

B

Artikel 3.1.2 komt te luiden:

Artikel 3.1.2. Vaststelling vaste voet en prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs

  • 1. De vaste voet per instelling, bedoeld in artikel 2.3.2, derde lid, van het besluit, wordt berekend door elke vaste formatieplaats te vermenigvuldigen met een voor het betreffende jaar in het tweede lid vastgestelde bedrag. De vaste formatie wordt als volgt vastgesteld:

    • a. één formatieplaats per agrarisch opleidingscentrum; en

    • b. een halve formatieplaats per vestiging waar per 1 augustus voorafgaand aan het desbetreffende jaar voorbereidend beroepsonderwijs in de afdeling landbouw, natuurlijke omgeving en voedsel wordt verzorgd;

    • c. indien twee of meer agrarische opleidingscentra een fusie met elkaar aangaan, behoudt het agrarisch opleidingscentrum dat ten gevolge van de fusie tot stand komt het aantal formatieplaatsen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, dat ieder van de agrarische opleidingscentra afzonderlijk voor de fusie had, voor een periode van drie jaren na het jaar waarin de fusie plaatsvond.

  • 2. Het vastgestelde bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling en de prijs per leerling, bedoeld in artikel 2.3.2, derde lid, van het besluit, bedraagt:

     

    voor het jaar 2021

    voor het jaar 2022

    vastgesteld bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling

    € 69.581,56

    € 69.129,28

    prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs, bestaande uit:

    € 8.052,46

    € 8.000,12

     

    een component voor de personele kosten ad

    € 6.860,52

    € 6.815,92

     

    een component voor materiële kosten ad

    € 1.191,94

    € 1.184,20

    ondersteuningsbedrag per leerling, bestaande uit:

    € 5.005,27

    € 5.005,27

     

    een component voor personele kosten ad

    € 4.814,87

    € 4.814,87

     

    een component voor materiële kosten ad

    € 190,40

    € 190,40

C

Artikel 3.1.2a vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Algemeen

I. Aanleiding

In de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de bedragen bekend gemaakt die zien op de rijksbijdrage voor exploitatie- en huisvestingskosten van een agrarisch opleidingscentrum (aoc) voor wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Voor het kalenderjaar 2021 wordt het vastgestelde bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling en de prijs per leerling vbo geactualiseerd naar aanleiding van de kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling in 2021. Daarnaast worden de bedragen voor het kalenderjaar 2022 bekendgemaakt en wordt het bedrag voor de huisvestingskosten voor scholen voor voortgezet onderwijs in een scholengemeenschap met een instelling en voor voorbereidend beroepsonderwijs van aoc’s aangepast.

Het vastgestelde bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling en de prijs per leerling vbo valt voor 2022 iets lager uit dan in 2021. Dit is het gevolg van de nieuwe aanvullende bekostigingsregelingen die voortkomen uit de vereenvoudiging bekostiging vo. Deze regelingen worden gedekt uit de totale lumpsum, dit betekent een kleine verlaging van alle tarieven voor het vo. Aoc’s maken per 1 januari 2022 ook aanspraak op deze regelingen.

Op grond van artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB geschiedt de bekendmaking van deze nieuwe prijzen altijd voor 1 november van het kalenderjaar waarvoor de rijksbijdrage wordt vastgesteld.

De Regeling bekostiging exploitatiekosten vo en de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo zijn op eenzelfde wijze aangepast (Stcrt. 2021, 35369).

II. Uitvoering en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs. DUO acht de regeling uitvoerbaar.

III. Regeldruk

Er zijn geen noemenswaardige regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is sprake van inhoudelijke nalevingskosten, behalve het kennisnemen van de nieuwe bedragen.

IV. Vaste verandermomenten

Er wordt in de wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Reden hiervoor is dat in artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB is bepaald dat voor 1 november van het lopende kalenderjaar de definitieve bekostigingsbedragen worden vastgesteld. Daarmee zijn onderwijsinstellingen gebaat bij spoedige inwerkingtreding.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met deze wijziging van artikel 3.1.1 van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de bedragen voor de huisvestingskosten voor een school voor voortgezet onderwijs in een scholengemeenschap met een instelling en voor het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) behorend bij aoc’s vastgesteld op € 600,–. Voornoemde bedragen worden conform artikel 2.4.1, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB in deze regeling bepaald.

Onderdelen B en C

Met deze wijziging van de artikelen 3.1.2 worden de vaste voet per instelling en de prijzen per leerling van een agrarisch opleidingscentrum voor wat betreft het vbo voor de vaststelling van de rijksbijdrage voor kalenderjaar 2021 geactualiseerd en voor het kalenderjaar 2022 bekend gemaakt. Dit gebeurt op grond van artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB.

De artikelen 3.1.2 en 3.1.2a zijn samengevoegd waardoor artikel 3.1.2a vervalt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven