TOELICHTING
1. Aanleiding
Met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) wordt het geneesmiddel onasemnogene
abeparvovec (merknaam Zolgensma) per 1 november 2021 tijdelijk opgenomen in het basispakket
voor de in de regeling genoemde indicaties. Deze indicaties maken tot en met 30 november
2024 onderdeel uit van het basispakket.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering de bevoegdheid
om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten nadrukkelijk geregeld.
De toepassing van deze bevoegdheid wordt ‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen vier weken na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of
de standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Tijdelijke uitstroom onasemnogene abeparvovec
Per 9 mei 2020 is onasemnogene abeparvovec in de sluis geplaatst voor de behandeling
van 5q spinale spieratrofie (SMA) met een bi-allelische mutatie in het SMN1-gen en
een klinische diagnose van SMA-type 1 en de behandeling van 5q spinale spieratrofie
met een bi-allelische mutatie in het SMN1-gen en maximaal drie kopieën van het SMN2-gen
(Stcrt. 2020, 25822). Aanleiding voor dat besluit was de positieve opinie van het Committee for Medical
Products for Human Use op 26 maart 2020. Met de sluisplaatsing van onasemnogene abeparvovec
is voorkomen dat het geneesmiddel voor deze indicaties automatisch in het basispakket
zou instromen. Dit is gedaan op basis van de verwachting dat de kosten van voor elk
van de indicaties meer dan € 50.000 per patiënt per jaar zouden bedragen en het verwachte
macrokostenbeslag van die verstrekkingen meer dan € 10 miljoen per jaar.
Advies Zorginstituut en financiële afspraken
Op 6 mei 2021 heeft het Zorginstituut advies uitgebracht over onasemnogene abeparvovec
na een gezamenlijke beoordeling met België en Ierland. De indicaties waarover advies
is uitgebracht omvat alle symptomatische patiënten met SMA type 1 en presymptomatische
SMA-patiënten met maximaal 3 kopieën van het SMN2-gen. Voor een kleine groep patiënten,
namelijk symptomatische SMA-patiënten met maximaal 3 kopieën van het SMN2-gen heeft
de fabrikant geen vergoedingsaanvraag gedaan, waardoor deze groep bij het advies en
de daarop volgende onderhandelingen buiten beschouwing is gelaten. Het Zorginstituut
concludeert dat onasemnogene abeparvovec voor de behandeling van symptomatische patiënten
met SMA type 1 voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk, zoals bedoeld in
artikel 2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering (Bzv). Ook concludeert het
Zorginstituut dat onasemnogene abeparvovec voldoet aan de stand van de wetenschap
en praktijk voor de behandeling van presymptomatische SMA-patiënten met 2 of 3 kopieën
van het SMN2-gen.
Voor bepaalde patiënten met SMA is sinds 2018 reeds het geneesmiddel nusinersen beschikbaar.
In 2020 werd dit middel ook voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket voor de
behandeling van kinderen vanaf 9,5 jaar.
Het Zorginstituut concludeert dat onasemnogene abeparvovec niet kosteneffectief is
ten opzichte van nusinersen of best ondersteunende zorg. Uitgaande van de destijds
door het Zorginstituut geadviseerde prijs voor nusinersen, adviseert het Zorginstituut
dat een prijsreductie voor onasemnogene abeparvovec van 91%. Wanneer dat risico gedeeld
wordt, is volgens het Zorginstituut een prijsreductie van circa 50% noodzakelijk.
Om de inzet van onasemnogene abeparvovec te monitoren wordt het bestaande weesgeneesmiddelenarrangement
voor nusinersen uitgebreid met afspraken over start- en stopcriteria, een indicatiecommissie,
dataverzameling en evaluatie voor onasemnogene abeparvovec.
Tijdelijke opheffing sluis
Ik heb samen met België en Ierland een akkoord bereikt met de fabrikant over de voorwaarden
voor opname in het verzekerde pakket van onasemnogene abeparvovec voor de behandeling
van symptomatische patiënten met SMA type 1 en presymptomatische SMA-patiënten met
maximaal drie kopieën van het SMN2-gen. Hiervoor is een financieel arrangement afgesloten
met ingang van 1 november 2021 tot en met 30 november 2024. Als gevolg hiervan is
onasemnogene abeparvovec voor genoemde indicaties in de periode van 1 november 2021
tot en met 30 november 2024 toegelaten tot het basispakket.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis