Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 28 september 2021, nummer 3544631, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdvierenzeventigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 1.22, 2.2, eerste lid en 3.105ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.14 wordt ‘Een onderneming die zich bezighoudt met arbeidsbemiddeling of het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder b en c, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs’ vervangen door ‘Een onderneming die zich bezighoudt met het ter beschikking stellen van arbeidskrachten of payrolling, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c en d, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs’.

B

Aan artikel 3.34ha wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Ter zake van de afdoening van een aanvraag om toetsing aan zijn rechten als grensarbeider uit hoofde van titel II van het terugtrekkingsakkoord en afgifte van het daaraan verbonden document, bedoeld in artikel 26 van het terugtrekkingsakkoord, is de vreemdeling een bedrag van € 64 verschuldigd.

C

Aan artikel 3.37f wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Een land kan als veilig land van herkomst worden aangewezen met een uitzondering voor:

    • a. één of meer groepen;

    • b. een deel van het grondgebied.

D

In artikel 7.1a, eerste lid, onder i, wordt ‘als bedoeld in 6.1 van het Besluit’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 6.1a van het Besluit’.

E

Bijlage 1, behorend bij artikel bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden als aangegeven in de bijlage bij deze regeling.

F

Bijlage 13, behorend bij artikel 3.37f, derde lid, komt te luiden als aangegeven in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2021.

  • 2. Artikel I, onderdeel D, werkt terug tot en met 31 december 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 september 2021

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000

Luchthaven

Luchthavencode

Accra International Airport

ACC

Amman Queen Alia International Airport

AMM

Abu Dhabi International Airport

AUH

Bahrein International Airport

BAH

Belgrado Nicola Tesla International Airport

BEG

Boryspil International Airport

KBP

Casablanca International Airport

CMN

Ezeiza International Airport

EZE

Damman- King Fahd International Airport

DMM

Dar Es Salaam International Airport

DAR

Dubai International Airport

DXB

Dubai Al Maktoum International Airport

DWC

Entebbe International Airport

EBB

Guangzhou Baiyun International Airport

CAN

Hong Kong International Airport

HKG

Hamad International Airport

DOH

Istanbul International Airport

IST

Istanbul Sabiha Gökçen International Airport

SAW

Izmir International Airport

ADB

Jeddah King Abdulaziz Airport

JED

Johan Adolf Pengel International Airport

PBM

Johannesburg International Airport

JNB

Kigali International Airport

KGL

Kuala Lumpur International Airport

KUL

Konya Airport

KYA

Kuwait International Airport

KWI

Lagos International Airport

LOS

Lungi International Airport

FNA

Marrakesh Menara Airport

RAK

Moskou Sheremetjevo International Airport

SVO

Muscat International Airport

MCT

Nairobi Jomo Kenyatta International Airport

NBO

New Delhi Indira Gandhi International Airport

DEL

Riyadh King Khalid International Airport

RUH

Rafael Núnez International Airport

CTG

Rafik Hariri International Airport

BEY

Roberts International Airport

RBO

Rio de Janeiro Galeao International Airport

GIG

Sao Paulo International Airport

GRU

Singapore Changi International Airport

SIN

Teheran Imam Khomeini International Airport

IKA

Tirana Nene Tereza International Airport

TIA

BIJLAGE 13, BEHOREND BIJ ARTIKEL 3.37F, DERDE LID, VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000 (VEILIGE LANDEN VAN HERKOMST)

Albanië

Armenië

Bosnië-Herzegovina

Brazilië

Georgië

Ghana

India

Jamaica

Kosovo

Marokko

Mongolië

Montenegro

Noord-Macedonië

Oekraïne

Senegal

Servië

Trinidad en Tobago

Tunesië

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Verenigde Staten

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat onder andere een toevoeging aan artikel 3.37f betreffende de aanwijzing van veilige landen van herkomst. De op grond van de bestendige jurisprudentie bestaande mogelijkheid om een uitzondering te maken voor regio’s of één of meer groepen wordt hiermee in de regelgeving opgenomen. Verder wordt een aantal landen geschrapt van de lijst van veilige landen van herkomst. Voorts bevat deze wijziging een aanpassing van de lijst met afschriftplichtige luchthavens en de opname van een nieuw legestarief.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 1.14)

Indien een onderneming die zich bezighoudt met het ter beschikking stellen van arbeidskrachten of payrolling, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c en d, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, erkend referent wil worden kan dat alleen maar als deze onderneming is opgenomen in het register van de Stichting normering arbeid. De Stichting houdt een register bij gebaseerd op een nationaal keurmerk (NEN-4400). Dit betekent dat de uitzendbureaus die in dat register staan opgenomen, de wet- en regelgeving op het gebied van arbeid nakomen. In dit artikel is payrolling toegevoegd en tegelijkertijd arbeidsbemiddeling als activiteit van de onderneming verwijderd, omdat ondernemingen die enkel aan arbeidsbemiddeling doen niet in aanmerking komen voor het SNA-keurmerk.

Onderdeel B (artikel 3.34ha, derde lid)

In artikel 3.34ha is een legestarief van € 64 opgenomen voor de toetsing van een aanvraag aan de rechten van een grensarbeider uit hoofde van titel II van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 384 I/01) (hierna: terugtrekkingsakkoord) en de afgifte van het daaraan verbonden document, bedoeld in artikel 26 van het terugtrekkingsakkoord. Het legesbedrag is gelijk aan het legesbedrag dat geldt voor een ‘Brexit- verblijfsaanvraag’ (thans € 64). Voorheen werden geen leges in rekening gebracht. Om die reden is het woord ‘kosteloos’ uit de tekst van paragraaf B13/4.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 verwijderd.

Onderdeel C (artikel 3.37f)

In het nieuwe vierde lid van artikel 3.37f wordt jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) met betrekking tot het veilig land beginsel in het Voorschrift Vreemdelingen 2000 opgenomen. Bij uitspraak van 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:210 (onder 6.1. tot en met 6.16), is de Afdeling nader ingegaan op de mogelijkheid om een land als veilig land van herkomst aan te wijzen met een uitzondering voor één of meer groepen. De uitspraak betreft de aanwijzing door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van Marokko als veilig land van herkomst waarbij een uitzondering is gemaakt voor LHBT’s. De Afdeling spreekt uit dat de Staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat hij een land kan aanwijzen als veilig land van herkomst met een uitzondering voor een vooraf duidelijk identificeerbare groep van een zekere omvang. Zij sluit hiermee aan bij de conclusie van de staatsraad-advocaat generaal mr. R.J.G.M. Widdershoven (hierna: de staatsraad advocaat-generaal) van 20 juli 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2040), dat dit mogelijk is.

Bij uitspraak van 7 juli 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1838) is de Afdeling nader ingegaan op de mogelijkheid om een land als veilig land van herkomst aan te wijzen met een uitzondering voor een deel van het grondgebied. Het betreft de uitzondering voor de regio's Abchazië en Zuid-Ossetië bij de aanwijzing van Georgië. In lijn met haar uitspraak van 1 februari 2017 is de Afdeling in haar uitspraak van 7 juli 2017 van oordeel dat de staatssecretaris terecht betoogt dat hij een land als veilig land van herkomst kan aanwijzen, met een uitzondering voor een deel van het grondgebied, indien dat deel van het grondgebied de facto is onttrokken aan het gezag van de centrale overheid en dat deel wordt bestuurd door een ander land of door een zelfstandig bestuur, terwijl het land voor het overige voldoet aan de materiële vereisten voor de aanwijzing als veilig land van herkomst. Ook hiermee sluit de Afdeling aan bij de conclusie van de staatsraad advocaat-generaal van 20 juli 2016 dat het mogelijk is om een land als veilig land van herkomst aan te wijzen met een uitzondering voor een deel van het grondgebied, indien een duidelijke scheidslijn kan worden aangebracht tussen het veilige en het niet veilige deel.

De uitzonderingen op de aanwijzing van een land van herkomst worden, zoals al lang praktijk is, vermeld in de toelichting op de ministeriële regeling waarin een land wordt aangewezen als veilig land van herkomst en de desbetreffende brief aan de Tweede Kamer. Een expliciete vermelding van de uitzonderingen in de regeling zelf is niet noodzakelijk, omdat de gemaakte uitzondering in procedureel opzicht begunstigend werkt voor vreemdelingen (zie punt 6.14 in de uitspraak van 1 februari 2017).

Onderdeel D (artikel 7.1a, eerste lid, onder i)

De onjuiste verwijzing in dit onderdeel naar artikel 6.1 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gecorrigeerd door een verwijzing naar artikel 6.1a Vreemdelingenbesluit 2000. De tekst van het huidige artikel 6.1a Vb was tot 31 december 2011 opgenomen in artikel 6.1 Vreemdelingenbesluit 2000 (zie Stb. 2011, 664). De vernummering van artikel 6.1 tot artikel 6.1a is destijds abusievelijk niet verwerkt in artikel 7.1a, eerste lid, onder i, Voorschrift Vreemdelingen 2000.

Onderdeel E (bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a)

Bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, wijst de vervoerders aan die de documenten van hun passagiers dienen te fotograferen, te fotokopiëren of te scannen. Hiervoor zijn alle vervoerders aangewezen indien zij vanaf bepaalde luchthavens naar Nederland vliegen. Om de luchtvaartmaatschappijen niet onnodig te belasten, is de opsomming beperkt tot een aantal luchthavens waarvandaan niet gedocumenteerde vreemdelingen worden aangevoerd. Teneinde de maatregel zo effectief mogelijk te laten zijn, wordt de lijst met luchthavens steeds geactualiseerd aan de hand van ervaringsgegevens.

De ervaringsgegevens van januari 2021 tot en met juli 2021 hebben geleid tot een aangepaste lijst van tweeënveertig afschriftplichtige luchthavens. Negenendertig luchthavens die het laatste half jaar op de lijst worden genoemd, blijven gehandhaafd. De internationale luchthavens van Jeddah, Belgrado en Riyaad worden aan de lijst toegevoegd.

Onderdeel F (bijlage 13, behorend bij artikel 3.37f, derde lid)

Bij brief van 11 juni 2021 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer bericht dat Algerije niet langer kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst (Kamerstukken II 2021/21, 19 637 nr. 2743). Om deze reden wordt Algerije geschrapt uit de lijst van veilige landen van herkomst.

Verder zijn de volgende landen geschrapt van de lijst van veilige landen van herkomst: drie lidstaten van de EER (Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) en de landen Andorra, Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, San Marino, Vaticaanstad en Zwitserland. Uit deze landen is er nauwelijks tot geen instroom van asielzoekers zodat plaatsing op de lijst van veilige landen van herkomst in de uitvoeringspraktijk inhoudelijk geen belang of relevantie heeft.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven