TOELICHTING
I, Algemeen
Deze regeling bevat de elfde tranche van de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet
(hierna: Ru Chw).
Met artikel I wordt de Ru Chw aangevuld.
In onderdeel A worden twee gebieden toegevoegd aan het experiment met het bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
(hierna: Bu Chw). Met dit experiment wordt vooruitgelopen op het omgevingsplan uit
de Omgevingswet (Stb. 2016, 156). Het gaat om gebieden in de gemeenten Assen en Meppel.
In onderdeel B worden twee gebieden toegevoegd aan het experiment met het verleggen van planschade
bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7w van het Bu Chw. Met
dit experiment wordt het mogelijk om bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
het moment van het vaststellen van planschade te verleggen van vaststelling van het
bestemmingsplan naar het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen of voor een
bestemmingsplanactiviteit. Het gaat om gebieden in de gemeenten Assen en Meppel.
In onderdeel C worden twee gebieden toegevoegd aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw. Dit
experiment maakt het mogelijk dat voor de bouw van tijdelijke woningen, waarmee voor
een tijdsperiode van langer dan tien jaar wordt afgeweken van het bestemmingsplan,
niet de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(hierna: Wabo) toegepast hoeft te worden. Het gaat om het Bedrijventerrein De Lus
in de gemeente Schagen en het gehele grondgebied van de gemeente Tilburg.
In onderdeel D worden de gemeenten Bergen (NH), Castricum, Eersel, ’s-Hertogenbosch, Midden-Drenthe
en Noordwijk toegevoegd aan het experiment in artikel 7ad van het Bu Chw. Dit experiment
maakt het mogelijk om in afwijking van het Besluit ruimtelijke ordening voor sociale
koopwoningen een ten hoogste koopprijs aan te houden die voortvloeit uit de geldende
Voorwaarden en Normen voor hypotheken met Nationale Hypotheekgarantie (NHG). De hogere
kostengrens biedt gemeenten een bruikbare mogelijkheid om gebruik te maken van de
mogelijkheden van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) om in
bestemmingsplannen regels op te nemen over percentages toegelaten woningbouwcategorieën.
In onderdeel E wordt het Project Hoogeveenseweg 38 in de gemeente Meppel toegevoegd aan het experiment
in artikel 7ah van het Bu Chw. Dit experiment maakt het mogelijk om bij een bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte te experimenteren met een andere wijze van kostenverhaal.
In artikel II wordt de inwerkingtreding geregeld.
In artikel III wordt de citeertitel geregeld.
In de Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (Stcrt. 2019, 36718) is opgenomen dat projecten en gebieden alleen bij regeling worden aangewezen als
blijkt dat betrokkenheid van de gemeenteraad of provinciale staten is geborgd en de
kennisgeving aan of betrokkenheid van belanghebbenden is geborgd. Dat is hier het
geval. Voor de projecten en gebieden die bij deze regeling zijn toegevoegd geldt namelijk
dat nadere besluitvorming, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan, noodzakelijk
is voordat het experiment daadwerkelijk kan worden toegepast. Daardoor is de betrokkenheid
van de gemeenteraad en de kennisgeving aan of betrokkenheid van belanghebbenden geborgd.
II. Artikelsgewijs
Onderdeel A
Algemeen
Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van
het Bu Chw worden twee gebieden toegevoegd. Met dit experiment kunnen gemeenten vooruitlopen
op de inwerkingtreding van de Omgevingswet door het bestemmingsplan te verbreden tot
een plan gericht op de fysieke leefomgeving dat lijkt op een omgevingsplan. De gemeenten
waar deze gebieden liggen, hebben te kennen gegeven dat de bestaande regelgeving op
het gebied van ruimtelijke ordening beperkingen heeft voor het bereiken van de gewenste
ontwikkelingen in de desbetreffende gebieden. Binnen bestaande regelgeving is bijvoorbeeld
organische gebiedsontwikkeling lastig te realiseren. Ook zijn de ambities vanuit het
integrale gedachtegoed dat de Omgevingswet voor ogen heeft minder goed te verwezenlijken
in een regulier bestemmingsplan.
De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in
artikel 7c van het Bu Chw, liggen in de gemeenten Assen en Meppel. De aangewezen projecten
binnen de gebieden bevinden zich in verschillende stadia van het planvormingsproces.
In sommige gevallen weet de gemeente al precies welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden,
waar regelgeving wringt en zijn er al concrete ideeën over de invulling van het bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte. In andere gevallen weet de gemeente wel de gewenste ontwikkelingsrichting
en is duidelijk dat het bestaande instrumentarium onvoldoende mogelijkheid biedt om
deze ontwikkeling te realiseren. Deze gemeenten weten echter nog niet precies wanneer
de ontwikkelingen zullen plaatsvinden (organische gebiedsontwikkeling), of hebben
nog geen duidelijkheid over welke elementen van de verbrede reikwijdte toegepast zullen
worden in het bestemmingsplan. Met de mogelijkheden van artikel 7c van het Bu Chw,
waarmee onder meer organische ontwikkeling van een gebied en de verbreding van een
goede ruimtelijke ordening naar een evenwichtige toedeling van functies aan locaties
mogelijk wordt gemaakt, wordt voorzien in de behoeften van deze gemeenten om flexibele,
ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen op te stellen die bijdragen aan een veilige
en gezonde fysieke leefomgeving.
De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het Bu Chw, worden toegevoegd,
zijn hieronder beschreven.
Binnenstad Assen-Noordoost, gemeente Assen
De gemeente Assen wil het noordoostelijke deel van de binnenstad een impuls geven
door onder meer braakliggende gebieden en grote parkeerplaatsen te herontwikkelen
en daarvoor in de plaats circa 300 woningen te bouwen. Ook wil de gemeente horeca
en detailhandel in dit deel van de binnenstad terugdringen om daarmee de economische
structuur in het hart van de binnenstad te versterken. In plaats van deze functies
komt in het noordoostelijk deel van de binnenstad meer ruimte voor wonen. Tenslotte
wil de gemeente Assen de ruimtelijke kwaliteit versterken en met name bij de transformatie
van horeca en detailhandel naar woningbouw beter sturen op de beeldkwaliteit en de
overgang van privéterrein naar openbaar gebied verbeteren. De gemeente Assen wil het
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte gebruiken om deze transitie mogelijk te maken.
Met dit bestemmingsplan wil de gemeente ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen zonder
deze aan de voorkant al helemaal te kennen. Ook wil de gemeente gebruikmaken van open
normen, uitgewerkt in beleidsregels, om te borgen dat de bouwhoogte van nieuwe gebouwen
aansluit bij de bouwhoogte van omliggende bebouwing.
Project Hoogeveenseweg 38, gemeente Meppel
Het bestaande ziekenhuisterrein aan de Hoogeveenseweg 38 in de gemeente Meppel is
sterk verouderd en toe aan herontwikkeling en vervangende nieuwbouw. De gemeente streeft
naar een organische gebiedsontwikkeling en naar een mix van zorg, zorggerelateerde
bedrijvigheid en zorgwonen. De gemeente wil ruimte bieden aan onder andere bedrijven
in de innovatieve zorgsector, zoals e-health, zorg-ICT, onderzoeksfuncties, medisch
en zorggerelateerd onderwijs en onderzoek, specialistische klinieken en ontwikkelaars
voor zorgtechnologie op afstand. De ambitie is dat het gebied een kwaliteitsimpuls
krijgt die bijdraagt aan een versterking van het zorgaanbod, de stimulering van innovatie
en creativiteit en een meer toekomstbestendige bedrijvigheid en arbeidsmarkt.
De gemeente stimuleert verder energiebesparing en duurzame energievoorziening, waarbij
duurzaamheid in de brede zin ook aan bod komt. De ambitie van het project is om de
nieuwe gebouwen zo energiezuinig mogelijk op te leveren, binnen de financiële mogelijkheden
van het project. Om een gezonde, aantrekkelijke en toekomstbestendige leefomgeving
voor mens en dier te maken, moet natuur en klimaatadaptatie een volwaardige plaats
krijgen bij het ontwerpen van nieuwbouw en de openbare ruimte.
De concrete programmatische en stedenbouwkundige invulling is momenteel nog niet bekend.
Hierdoor is het lastig om een traditioneel bestemmingsplan voor deze gebiedsontwikkeling
op te stellen. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt hiervoor de oplossing.
Door gebruik te maken van de flexibiliteit die dit experiment biedt, kan de gedetailleerde
planuitwerking in een later stadium volgen. Een innovatieve aanpak op basis van het
gedachtegoed van de Omgevingswet leidt tot de door de gemeente gewenste ontwikkelstrategie,
waarbij ook de financiële impact voor de gemeente beheersbaar blijft. In het bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte wil de gemeente onder meer regels stellen ter bescherming
van het natuurgebied Reestdal en aanwezige cultuurhistorische waarden, en over klimaatadaptatie.
Onderdeel B
Algemeen
Aan het experiment van planschade bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
in artikel 7w van het Bu Chw worden twee nieuwe gebieden toegevoegd. Met dit experiment
wordt het mogelijk om het moment van vaststellen van planschade te verleggen van vaststelling
van het bestemmingsplan naar het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen of
voor een bestemmingsplanactiviteit.
Planschade is schade die wordt geleden ten gevolge van rechtmatige planologische besluitvorming.
Dit is nu geregeld in afdeling 6.1 van de Wro. Op de plangebieden die met deze tranche
van de Ru Chw aan dit experiment worden toegevoegd, zijn of worden bestemmingsplannen
met verbrede reikwijdte van toepassing. In dergelijke bestemmingsplannen zal ruimte
worden geboden aan verschillende initiatieven (organische gebiedsontwikkeling). Omdat
bij organische gebiedsontwikkeling op voorhand niet duidelijk is of, en zo ja, in
hoeverre daadwerkelijk gebruik zal worden gemaakt van de ruimte die het plan biedt,
zal dit bij de vaststelling van het plan planschade tot gevolg kunnen hebben. Immers
op grond van afdeling 6.1 van de Wro is de vaststelling van een bestemmingsplan een
oorzaak waarbij, na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, om vergoeding
van planschade kan worden verzocht. Verder moet bij de beoordeling van de vraag of
sprake is van planschade worden uitgegaan van de maximale mogelijkheden van het plan,
wat kan leiden tot de uitkering van een hoger schadebedrag dan wanneer wordt uitgegaan
van de ontwikkelingen die daadwerkelijk worden gerealiseerd.
Om bovengenoemde ongewenste effecten bij organische gebiedsontwikkeling weg te nemen,
maakt dit experiment het mogelijk dat het moment van vaststellen van planschade wordt
verlegd van de vaststelling van het bestemmingsplan naar de vergunningverlening. Voor
een uitgebreide beschrijving van dit experiment wordt verwezen naar de toelichting
bij de zeventiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2019, 53).
De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in
artikel 7w van het Bu Chw, betreffen Binnenstad Assen-Noordoost in de gemeente Assen
en het Project Hoogeveenseweg 38 in de gemeente Meppel. Beide gebieden worden in deze
tranche van de Ru Chw ook toegevoegd aan het experiment met het bestemmingsplan met
verbrede reikwijdte in artikel 7c van het Bu Chw.
Onderdeel C
Algemeen
Aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw worden twee gemeenten toegevoegd. Op
grond van artikel 6 van het Bu Chw is de uitgebreide voorbereidingsprocedure, bedoeld
in artikel 3.10, eerste lid, onder a, van de Wabo, niet van toepassing op een aanvraag
om een omgevingsvergunning. Het gaat om een aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij
ten behoeve van het bevorderen van duurzame en innovatieve toepassingen voor een activiteit
voor een bepaalde termijn toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder
a, onder 3°, van de Wabo. In dat artikellid is bepaald dat een omgevingsvergunning
voor een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan kan worden verleend mits
de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Op grond van artikel 4, elfde lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht kan
tijdelijk worden afgeweken van het bestemmingsplan voor de duur van tien jaar. Hierop
is de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing, waardoor de procedure om een
omgevingsvergunning te verkrijgen voor het bouwen van tijdelijke woningen relatief
snel kan worden doorlopen, mits vaststaat dat geen MER hoeft te worden opgesteld.
Een termijn van tien jaar voor afwijking van het bestemmingsplan is echter vaak te
kort in verhouding tot de termijn om tot een kostendekkende exploitatie te komen voor
flexwoningen. Met de toevoeging van de desbetreffende gebieden aan het experiment
in artikel 6 van het Bu Chw kan ook voor de vergunning om tijdelijk af te wijken van
het bestemmingsplan over een periode van meer dan tien jaar gebruik worden gemaakt
van de reguliere voorbereidingsprocedure en kan de bouw van de tijdelijke woningen
sneller ter hand worden genomen. Overigens blijft op grond van artikel 3.10, eerste
lid, aanhef en onder e, van de Wabo de uitgebreide voorbereidingsprocedure onverminderd
van toepassing als een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist.
Van dat artikelonderdeel wordt immers met dit experiment niet afgeweken. Het experiment
kan dus uitsluitend worden toegepast voor projecten die vallen onder de door de gemeenteraad
op grond van artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht aangewezen categorieën
van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.
De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in
artikel 6 van het Bu Chw, betreffen het bedrijventerrein De Lus in de gemeente Schagen
en het gehele grondgebied van de gemeente Tilburg.
Bedrijventerrein De Lus, gemeente Schagen
Uit recente onderzoeken volgt dat de komende jaren in de kop van Noord-Holland voor
minimaal 3.000 buitenlandse medewerkers extra huisvesting nodig is. Ook in de gemeente
Schagen is behoefte aan extra geschikte huisvesting. Daarom heeft de gemeente Schagen
in overleg met initiatiefnemers op bedrijventerrein De Lus een plan opgesteld voor
de realisatie van een tijdelijke woonvoorziening voor een periode van maximaal twintig
jaar in de vorm van een logiesaccommodatie voor ongeveer 330 arbeidsmigranten. Hierbij
wordt gebruikgemaakt van modulaire eenheden die na afloop van de periode van twintig
jaar elders gebruikt zullen worden. Door te kiezen voor een centrale locatie in plaats
van kleinschalige eenheden bij agrarische bedrijven, wordt verrommeling van het agrarisch
landschap voorkomen.
De grond op bedrijventerrein De Lus is op dit moment beschikbaar waardoor relatief
snel gebouwd kan worden. Door toevoeging van dit gebied aan artikel 6 van het Bu Chw
kan de gemeente met een reguliere procedure een omgevingsvergunning verlenen voor
deze flexwoningen. Daardoor zouden deze woningen snel geplaatst kunnen worden en voor
komend agrarisch seizoen in gebruik kunnen worden genomen.
Tijdelijke woningen, gemeente Tilburg
In de gemeente Tilburg is de vraag naar betaalbare sociale huurwoningen snel gegroeid
en sluit deze vraag niet meer aan op het woningaanbod. Hierdoor komen met name bijzondere
doelgroepen in de knel, waaronder statushouders, mensen die uitstromen uit een opvanginstelling,
studenten en spoedzoekers. De gemeente, woningcorporaties en zorgpartijen willen gezamenlijk
1.000 woningen realiseren ten behoeve van deze bijzondere doelgroepen. Het gaat hierbij
hoofdzakelijk om flexwoningen. Deze extra woningen worden verspreid over circa tien
locaties in de stad. Daarbij wordt onder andere gedacht aan het realiseren van flexwoningen
en tijdelijke woningen op locaties die snel gerealiseerd kunnen worden voor een periode
van ten minste vijftien jaar. De tijdelijke woningen zullen worden gebouwd conform
de eisen uit het Bouwbesluit 2012 en na de looptijd van het project elders ingezet
worden. Ook zullen flexwoningen worden gerealiseerd door bestaand vastgoed te transformeren
tot tijdelijke woningen.
Daarnaast wil de gemeente op deze locaties gemengde woonconcepten faciliteren waarbij
(kwetsbare) bijzondere doelgroepen en reguliere huurders/doelgroepen gemengd worden.
In deze woonvorm is er sprake van een integraal sociaal beheer: een combinatie van
beheer door bewoners zelf - in de vorm van een bewonersvereniging - woningbouwcorporaties,
zorgaanbieders en de aan de woonvorm gekoppelde community bouwer. Doordat het project
ruimte biedt aan kwetsbare doelgroepen, waaronder ook dak- en thuislozen, ontstaat
er voor deze groepen een vaste thuisbasis en veilige leefomgeving. Dit biedt vervolgens
kansen voor maatschappelijke participatie, waaronder het volgen van onderwijs en het
deelnemen aan het arbeidsproces. Een indirect effect van dit project is dan ook een
hogere arbeidsparticipatie en daarmee een versterking van de economische structuur.
Dergelijke woonvormen zijn nog geen gemeengoed. De ervaringen met deze projecten worden
gebruikt voor de verdere ontwikkeling van deze woonvormen. Er is voor gekozen om het
gehele grondgebied van de gemeente Tilburg toe te voegen, omdat de flexwonigen worden
verspreid over circa tien locaties in de stad.
Onderdeel D
Aan het experiment in artikel 7ad van het Bu Chw worden de gemeenten Bergen (NH),
Castricum, Eersel, ’s-Hertogenbosch, Midden-Drenthe en Noordwijk toegevoegd. Op grond
van dat artikel kunnen gemeenten afwijken van de omschrijving van de categorie “sociale
koopwoning” in artikel 1.1.1, eerste lid, onder e, van het Besluit ruimtelijke ordening.
Met het experiment wordt de vaste koopprijs van ten hoogste € 200.000,- die in het
Bro is vastgelegd, losgelaten en wordt voor de ten hoogste koopprijs aangesloten bij
de kostenprijs die voortvloeit uit de geldende Voorwaarden en Normen voor hypotheken
met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen
(WEW). De bovengrens van € 200.000,- wordt door deze zes gemeenten te laag bevonden
om goed gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid die artikel 3.1 van Wro biedt
om in bestemmingsplannen regels op te nemen over percentages toegelaten woningbouwcategorieën.
De koopprijs sluit namelijk niet aan op de huidige marktrealiteit, waardoor weinig
betaalbare nieuwbouwwoningen worden toegevoegd aan de voorraad geschikt voor starters
en mensen met een middeninkomen.
Het experiment geeft de gemeenten een bruikbare mogelijkheid om in een bestemmingsplan
te regelen dat betaalbare koopwoningen worden gebouwd en dat die voor maximaal tien
jaar in de categorie sociale koopwoning behouden blijven. De beschikbaarheid van betaalbare
koopwoningen helpt mee bij het aantrekken van werknemers met een middeninkomen in
sectoren met personeelstekorten, bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs.
Onderdeel E
Algemeen
Aan het experiment met kostenverhaal, gebaseerd op de Omgevingswet zoals aangevuld
door de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet (Stb. 2020, 112), in artikel 7ah van het Bu Chw wordt een gebied toegevoegd. Met dit experiment kunnen
gemeenten bij het opstellen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vooruitlopend
op de inwerkingtreding van de Omgevingswet gebruikmaken van een regeling voor kostenverhaal
die past bij organische gebiedsontwikkeling. Bij dit systeem wordt niet gewerkt met
een tijdvak. Kenmerkend voor organische gebiedsontwikkeling is immers dat niet bekend
is of, en zo ja, wanneer gebruik wordt gemaakt van de ontwikkelmogelijkheden die een
bestemmingsplan biedt. Bij de regeling voor organische gebiedsontwikkeling is het
niet nodig dat alle kosten en opbrengsten van een te ontwikkelen gebied in beeld zijn
om de kosten te kunnen verhalen die gemoeid zijn met een voorgenomen activiteit van
een initiatiefnemer. De raming van de kosten kan een globale raming van de kosten
van een kostenverhaalsgebied inhouden, terwijl per activiteit voor de kosten een maximum
wordt gesteld. De opbrengsten bestaan uit een waardevermeerdering van de locatie waar
de activiteit wordt verricht. Kostenverhaal is alleen mogelijk voor zover de waardevermeerdering
van de locatie dat toelaat.
Het gebied dat aan het experiment, bedoeld in artikel 7ah van het Bu Chw, wordt toegevoegd,
wordt hieronder beschreven.
Project Hoogeveenseweg 38, gemeente Meppel
De gemeente Meppel wil het ziekenhuisterrein aan de Hoogeveenseweg 38 in Meppel op
organische wijze herontwikkelen. Een van de belemmeringen voor organische gebiedsontwikkeling
is het systeem voor kostenverhaal dat in afdeling 6.4 van de Wro is opgenomen. De
regeling in afdeling 6.4 van de Wro gaat ervan uit dat ten tijde van de vaststelling
van een bestemmingsplan de inkomsten en opbrengsten volledig in beeld zijn. Dit betekent
dat de ontwikkelingen in een bestemmingsplan nauwkeurig moeten zijn vastgelegd. Dit
past niet bij de organische ontwikkelstrategie die de gemeente Meppel voor dit gebied
heeft gekozen. Om voor deze problematiek een oplossing te bieden wordt het Project
Hoogeveenseweg 38 toegevoegd aan het experiment met kostenverhaal in artikel 7ah van
het Bu Chw.
Het Project Hoogeveenseweg 38 in de gemeente Meppel wordt in deze regeling ook toegevoegd
aan het experiment met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van
het Bu Chw en het experiment van planschade bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
in artikel 7w van het Bu Chw.
Artikel II
In artikel II wordt de inwerkingtreding geregeld. Er wordt afgeweken van de systematiek
van vaste verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden, omdat door onmiddellijke
inwerkingtreding voor de doelgroep (verschillende overheden) aanmerkelijke publieke
nadelen worden voorkomen. De overheden die in deze regeling zijn betrokken, hebben
zelf verzocht om bij regeling te worden toegevoegd aan in het Bu Chw mogelijk gemaakte
experimenten. Enkele zijn ook al begonnen met de procedures die moeten leiden tot
besluiten waarin uitvoering wordt gegeven aan de experimenten waaraan de projecten
met deze regeling worden toegevoegd. Zij worden benadeeld als de besluitvormingsprocedure
voor deze projecten wordt vertraagd door toepassing van de regeling inzake vaste verandermomenten
en een invoeringstermijn van drie maanden. De regeling bevat verder geen regels waaraan
administratieve lasten verbonden zijn voor burgers en bedrijven of andere nadelen
als gevolg van de afwijking.
Artikel III
In artikel III wordt de citeertitel gegeven. Aan de hand van de citeertitel kan duidelijk
worden aangegeven in welke tranche een project of gebied aan een experiment is toegevoegd:
de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (elfde tranche).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren