Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 23 september 2021, nr. 3538366, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, tot aanpassing van het vergoedingenbesluit van diverse commissies op het terrein van het privaatrecht

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, de Wet adviesstelsel Justitie en artikel 29 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

ARTIKEL 1

Aan artikel 1 van het besluit Vergoedingen Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht, Stcrt. 2003, 92, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van dat artikel door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • voor de secretaris en adjunct-secretaris: € 100.

ARTIKEL 2

Aan artikel 1 van het besluit Vergoedingen Commissie vennootschapsrecht, Stcrt. 2003, 92, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van dat artikel door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • voor de adjunct-secretaris: € 100.

ARTIKEL 3

Artikel 1 van het besluit tot vaststelling van de hoogte van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de commissie insolventierecht, Stcrt. 2019, 21423, komt te luiden:

Artikel 1

De vergoedingen per vergadering als bedoeld in artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies worden voor de Commissie insolventierecht, genoemd in artikel 3a van de Wet adviesstelsel Justitie, als volgt vastgesteld:

  • voor de voorzitter: € 130,

  • voor de overige leden: € 100,

  • voor de secretaris en adjunct-secretaris: € 100.

ARTIKEL 4

Aan artikel 1 van het besluit tot vaststelling van de hoogte van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de commissie auteursrecht (juni 2007), Stcrt. 2007, 120, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van dat artikel door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • voor de adjunct-secretaris: € 100.

ARTIKEL 5

Aan artikel 1 van het besluit tot vaststelling van de hoogte van de vergoeding van de voorzitter en de leden van de commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit, Stcrt. 2020, 8316, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van dat artikel door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • voor de secretaris en adjunct-secretaris: € 100.

ARTIKEL 6

De artikelen 1 tot en met 3 en 5 van dit besluit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst en werken terug tot 1 januari 2021.

Artikel 4 van dit besluit treedt in werking met ingang van 26 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Momenteel ontbreekt in bepaalde vergoedingenbesluiten voor adviescommissies op het terrein van het privaatrecht een grondslag voor de betaling aan secretarissen en/of eventuele adjunct-secretarissen, terwijl hier wel behoefte aan bestaat of kan komen te bestaan. Naar aanleiding hiervan wordt voor met dit besluit in voorkomende gevallen voorzien in een grondslag voor zulke vergoedingen. De vergoedingen voor secretarissen en adjunct-secretarissen van deze commissies wordt hierbij geüniformeerd. De aanpassing werkt terug tot 1 januari van dit jaar, zodat de vergoeding gedurende het boekjaar hetzelfde is. Alleen de vergoeding voor de secretaris en adjunct-secretaris van de commissie auteursrecht treedt in werking met in gang van 26 juli 2022, zonder terugwerkende kracht.

Het vergoedingenbesluit van de Commissie Auteursrecht wordt met een ander tijdpad aangepast. Voor deze commissie geldt thans een afwijkende vergoedingsregeling. Bij afloop van de benoemingstermijn voor voorzitter en leden op 26 juli 2022 zullen de vergoedingen voor deze commissie worden geüniformeerd met die van de andere commissies (Stcrt. 2020, 8314).

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven