Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 6 september 2021, nr. 3485020 houdende wijziging van het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 3 juni 2009, nr. 5602950/09/6 tot aanwijzing van de organisatie waaraan derden elektronische adressen kunnen opgeven voor het elektronisch laten van derdenbeslag en tot aanwijzing van het bestuursorgaan waaraan deurwaarders informatie kunnen opvragen in het kader van derdenbeslag

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 1, onderdeel K, van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 3 juni 2009 tot aanwijzing van de organisatie waaraan derden elektronische adressen kunnen opgeven voor het elektronisch laten van derdenbeslag en tot aanwijzing van het bestuursorgaan waaraan deurwaarders informatie kunnen opvragen in het kader van derdenbeslag (Stcrt. 2009, 110) komt te vervallen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 september 2021

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Artikel 2 van het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 3 juni 2009 tot aanwijzing van de organisatie waaraan derden elektronische adressen kunnen opgeven voor het elektronisch laten van derdenbeslag en tot aanwijzing van het bestuursorgaan waaraan deurwaarders informatie kunnen opvragen in het kader van derdenbeslag (Stcrt. 2009, 110) komt te vervallen. Dit is vanwege de wijziging van de delegerende regeling, waardoor de rechtsgrondslag aan deze uitvoeringsregeling is ontvallen. Artikel 475g, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorzag in de bevoegdheid van de Minister van Justitie om een bestuursorgaan aan te wijzen dat belast is met de verwerking van gegevens met betrekking tot periodieke betalingen. Met de inwerkingtreding van artikel 1, onderdeel K, van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is deze bepaling, en daarmee de rechtsgrond van voorliggende uitvoeringsregeling, komen te vervallen.

’s-Gravenhage, 6 september 2021

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven