Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 augustus 2021, kenmerk 3247912-1014570-PDC19, houdende aanpassing van het Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2020, kenmerk 1793063-215168-WJZ, houdende aanwijzing van ambtenaren voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19 (Stcrt. 2020, 66366) alsmede aanwijzing van ambtenaren van de douane als buitengewone opsporingsambtenaren

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane;

Gelet op de artikelen 64a en 65a van de Wet publieke gezondheid;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 1a van het Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2020, kenmerk 1793063-215168-WJZ, houdende aanwijzing van ambtenaren voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19 (Stcrt. 2020, 66366) wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 4. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58ne en 58pa van de Wet publieke gezondheid zijn belast de ambtenaren van de douane, voor zover het toezicht betreft op de naleving van de verplichtingen voor personen die anders dan met gebruikmaking van bedrijfsmatig personenvervoer via de weg Nederland inreizen.

ARTIKEL II

Met de opsporing van krachtens artikel 68bis van de Wet publieke gezondheid strafbaar gestelde feiten zijn belast de ambtenaren van de douane, voor zover het overtreding betreft van de artikelen 58ne of 58pa van de Wet publieke gezondheid door personen die anders dan met gebruikmaking van bedrijfsmatig personenvervoer via de weg Nederland inreizen.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Ingevolge artikel 64a van de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) kan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ambtenaren aanwijzen die belast zijn het met toezicht op de naleving van hoofdstuk Va van de Wpg of onderdelen daarvan. Dit besluit strekt tot aanwijzing van een categorie van ambtenaren die op grond van artikel 64a van de Wpg specifiek worden belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58ne en 58pa van de Wpg. Het gaat hier om het toezicht op de naleving van de verplichting van de reiziger om bij inreis te beschikken over een quarantaineverklaring (artikel 58ne) en een negatieve testuitslag (artikel 58pa, eerste lid). Voor de Douane geldt de aanwijzing alleen ten behoeve van de naleving van reizigers die met eigen vervoer Nederland inreizen.

De aanwijzing geschiedt overeenkomstig artikel 64a van de Wpg – vanwege de aanwijzing van de ambtenaren van de Douane – in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane.

Voorts worden met dit besluit de categorie ambtenaren van de Douane aangewezen als bijzondere opsporingsambtenaren. Daarmee worden de ambtenaren van de Douane belast met de opsporing van de krachtens artikel 68bis van de Wet publieke gezondheid strafbaar gestelde feiten, voor zover het overtreding betreft van de artikelen 58ne of 58pa van de Wet publieke gezondheid door personen die met eigen vervoer Nederland inreizen.

Deze aanwijzing geschiedt overeenkomstig artikel 65a van de Wpg ook in overeenstemming met de Minister van Justitie en Veiligheid en – vanwege de aanwijzing van de ambtenaren van de Douane – in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane.

De in hoofdstuk Va van de Wpg opgenomen bepalingen ter bestrijding van de epidemie van covid‑19 zijn tijdelijk van aard. Dat geldt ook voor de artikelen 58p en 64a van de Wpg (artikel VIII, eerste lid, van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19). Dit besluit zal dan ook geen betekenis meer hebben als die artikelen vervallen en voor zover nodig worden ingetrokken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven