De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op verordening (EU) nr. 2020/1043 van het Europees Parlement en de Raad betreffende
de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik die
geheel of gedeeltelijk uit genetisch gemodificeerde organismen bestaan en die bestemd
zijn voor de behandeling of de voorkoming van de coronavirusziekte, alsmede de levering
van die geneesmiddelen (PbEU 2020, L 231), en op artikel 9.2.2.6, tweede lid, tweede
volzin, van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
ARTIKEL I
Artikel 3 van de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 27 oktober
2020, nr. IENW/BSK-2020/143803 houdende het tijdelijk deels buiten toepassing verklaren
van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 en het intrekken
van de Tijdelijke regeling afwijkende behandeling vergunningaanvragen gentherapie
in verband met bestrijding COVID-19 ter uitvoering van verordening (EU) 2020/1043
van het Europees parlement en de Raad betreffende de uitvoering van klinische proeven
met geneesmiddelen voor menselijk gebruik die geheel of gedeeltelijk uit genetisch
gemodificeerde organismen bestaan en die bestemd zijn voor de behandeling of de voorkoming
van de coronavirusziekte, alsmede de levering van die geneesmiddelen (PbEU 2020, L 231)
wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
2. De geldigheidsduur van deze regeling wordt, in afwijking van het eerste lid, met
een jaar verlengd zodat deze regeling niet met ingang van 29 oktober 2021 maar met
ingang van 29 oktober 2022 vervalt.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2021.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
TOELICHTING
Aanleiding
De Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 27 oktober 2020,
nr. IENW/BSK-2020/143803 houdende het tijdelijk deels buiten toepassing verklaren
van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 en het intrekken
van de Tijdelijke regeling afwijkende behandeling vergunningaanvragen gentherapie
in verband met bestrijding COVID-19 ter uitvoering van verordening (EU) 2020/1043
van het Europees parlement en de Raad betreffende de uitvoering van klinische proeven
met geneesmiddelen voor menselijk gebruik die geheel of gedeeltelijk uit genetisch
gemodificeerde organismen bestaan en die bestemd zijn voor de behandeling of de voorkoming
van de coronavirusziekte, alsmede de levering van die geneesmiddelen (PbEU 2020, L
231)1 (hierna: tijdelijke regeling) is geldig tot 29 oktober 2021.
Verordening 2020/1043 heeft een tijdelijk karakter en blijft van toepassing zolang
COVID-19 door de Wereldgezondheidsorganisatie als een pandemie wordt beschouwd, of
zolang een besluit tot erkenning van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid
als gevolg van COVID-19 dat de Commissie overeenkomstig artikel 12 van Besluit nr. 1082/2013/EU
van het Europees parlement en de Raad heeft genomen, van toepassing is. Gelet op het
verloop van de COVID-19 pandemie is het de verwachting dat de pandemie ook na 29 oktober
2021 nog zal voortduren en dat verordening (EU) 2020/1043 ook na die datum nog van
kracht zal zijn. De geldigheidsduur van de tijdelijke regeling dient dan ook te worden
verlengd.
Strekking van deze wijzigingsregeling
Deze wijzigingsregeling strekt tot verlenging van de geldigheidsduur van de tijdelijke
regeling tot 29 oktober 2022 en is gebaseerd op artikel 9.2.2.6, tweede lid, tweede
volzin, van de Wet milieubeheer op grond waarvan de tijdelijke regeling bij ministeriële
regeling met ten hoogste een jaar kan worden verlengd.
Het voornemen is om de tijdelijke regeling vóór 29 oktober 2022 te vervangen door
een wijziging van het Besluit ggo met dezelfde inhoud als de tijdelijke regeling.
Na inwerkingtreding van die wijziging van het Besluit ggo vervalt de tijdelijke regeling.
Strekking van de tijdelijke regeling
De artikelen 3.2 tot en met 3.28 en 4.2 tot en met 4.27 van het Besluit ggo bevatten
de implementatie van de artikelen 6 tot en met 11 respectievelijk 13 tot en met 24
van Richtlijn 2001/18/EG2 en vereisen een milieurisicobeoordeling en een vergunning voor de introductie van
ggo’s in het milieu. Deze artikelen van het Besluit ggo blijven gedurende de periode
dat verordening 2020/1043 van kracht is, buiten toepassing bij de uitvoering van klinische
proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik die geheel of gedeeltelijk uit genetisch
gemodificeerde organismen bestaan en die bestemd zijn voor de behandeling of de voorkoming
van COVID-19, alsmede de levering van die geneesmiddelen. Zie voor een nadere toelichting
de toelichting bij de tijdelijke regeling3.
Gevolgen
Deze wijzigingsregeling leidt niet tot andere gevolgen dan de tijdelijke regeling.
Het ontwerp van deze regeling is niet voorgelegd aan de Adviescollege toetsing regeldruk
(ATR) omdat de regeling naar zijn aard geen aanmerkelijke gevolgen voor de regeldruk
heeft. Om diezelfde reden is geen MKB-toets uitgevoerd. Er is geen HUF-toets uitgevoerd
omdat deze regeling strekt tot verlenging van de tijdelijke regeling ter uitvoering
van verordening 2020/1043. Die verordening veroorzaakt geen substantiële wijziging
van het Besluit ggo en de handhaving door de ILT wijzigt niet fundamenteel. Voorts
heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden om dezelfde reden en omdat consultatie
niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van deze regeling.
Inwerkingtreding
Deze wijzigingsregeling treedt in werking op een vast verandermoment, met ingang van
1 oktober 2021. Er wordt afgeweken van de minimum invoeringstermijn van twee maanden.
Dit is gerechtvaardigd omdat de regeling voorziet in de uitvoering van een bindende
EU-verordening.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga