Besluit tot wijziging van het Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR

De Raad van eigenaren SSR,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 3 wordt aan het slot van lid 3 toegevoegd: ‘, met uitzondering van vorderingen op een medewerker van SSR uit hoofde van diens dienstverband.’

B

In artikel 3 wordt lid 5 vervangen door:

‘De toekenning van een schadeloosstelling, kostenvergoeding of verlening van een geldelijke tegemoetkoming, in het geval de schadeloosstelling, kostenvergoeding of verlening van een geldelijke tegemoetkoming op jaarbasis meer dan € 20.000,– bedraagt en een overeenkomst in het kader van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst met een ambtenaar als bedoeld in artikel 670b, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek behoeft de voorafgaande instemming van de Raad.’

C

Aan artikel 5 wordt toegevoegd: 3. Het college van bestuur is bevoegd de Staat in rechte te vertegenwoordigen bij aangelegenheden betreffende de arbeidsovereenkomst van een medewerker van SSR.

ARTIKEL II

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant en treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Den Haag, 18 december 2019

Raad van eigenaren SSR H. Rappa-Velt (voorzitter)

M. Otte (lid)

BIJLAGE

Na inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR luidt de tekst van het Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR als volgt:

Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR

De Raad van eigenaren SSR,

Gelet op het Besluit instelling en bevoegdheden Raad van eigenaren SSR;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. SSR:

de dienst Studiecentrum Rechtspleging;

b. het college van bestuur:

de leiding van SSR.

Artikel 2

  • 1. Het college van bestuur is bevoegd om besluiten te nemen en stukken af te doen voor zover deze betrekking hebben op instandhouding, beheer en uitoefening van de taken van SSR.

  • 2. Het college van bestuur is bevoegd om namens de Staat der Nederlanden de privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor zover deze nodig zijn voor de uitoefening van de taken van SSR.

  • 3. Het college van bestuur is bevoegd om feitelijke handelingen te verrichten voor zover deze nodig zijn voor instandhouding, beheer en uitoefening van de taken van SSR.

Artikel 3

  • 1. Het college van bestuur heeft de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden niet indien bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald, indien de aard van de uit te oefenen bevoegdheden zich tegen de mandaatverlening verzet of indien het betreft een besluit over aangelegenheden met een zwaarwegend belang.

  • 2. Het college van bestuur gaat bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden geen verplichtingen aan en doet geen uitgaven die het door de Raad van eigenaren SSR vastgestelde financiële kader voor SSR te boven gaan.

  • 3. Het college van bestuur is niet bevoegd privaatrechtelijke vorderingen kwijt te schelden of buiten invordering te stellen, met uitzondering van vorderingen op een medewerker van SSR uit hoofde van diens dienstverband.

  • 4. De vaststelling door het college van bestuur van het organisatie- en formatieplan en het bestuursreglement behoeft de instemming van de Raad van eigenaren SSR.

  • 5. De toekenning van een schadeloosstelling, kostenvergoeding of verlening van een geldelijke tegemoetkoming, in het geval de schadeloosstelling, kostenvergoeding of verlening van een geldelijke tegemoetkoming op jaarbasis meer dan € 20.000,– bedraagt en een overeenkomst in het kader van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst met een ambtenaar als bedoeld in artikel 670b, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek behoeft de voorafgaande instemming van de Raad.

Artikel 4

  • 1. Het college van bestuur is bevoegd om schriftelijk ondermandaat, een nadere volmacht of een nadere machtiging te verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen, behoudens in geval van uitoefening van bevoegdheden waarvoor de instemming van de Raad van eigenaren SSR is vereist, als bedoeld in artikel 3, vierde en vijfde lid.

  • 2. Het college van bestuur kan, bij toepassing van het eerste lid, bepalen dat de daar bedoelde bevoegdheden eveneens toekomen aan de functionarissen aan wie hij ondermandaat, een nadere volmacht of een nadere machtiging verleent.

  • 3. Ondermandaten, nadere volmachten en nadere machtigingen als bedoeld in het eerste en het tweede lid, behoeven de instemming van de Raad van eigenaren SSR.

Artikel 5

  • 1. Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat met toepassing van dit besluit in mandaat is genomen door het college van bestuur, wordt op het bezwaarschrift beslist door de Raad van eigenaren SSR.

  • 2. Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat met toepassing van dit besluit in ondermandaat is genomen door een in artikel 4 bedoelde functionaris, wordt op het bezwaarschrift beslist door het college van bestuur.

  • 3. Het college van bestuur is bevoegd de Staat in rechte te vertegenwoordigen bij aangelegenheden betreffende de arbeidsovereenkomst van een medewerker van SSR.

Artikel 6

  • 1. Indien ingevolge dit besluit door het college van bestuur besluiten worden genomen en stukken worden afgedaan, geschiedt de ondertekening door het college van bestuur SSR.

  • 2. Indien ingevolge dit besluit door functionarissen, bedoeld in artikel 4, besluiten worden genomen en stukken worden afgedaan, geschiedt de ondertekening door die functionarissen onder vermelding van hun functie.

  • 3. Indien ingevolge dit besluit door het college van bestuur schriftelijk een privaatrechtelijke rechtshandeling

    wordt verricht, geschiedt de ondertekening als volgt:

    De Staat der Nederlanden,

    namens deze,

    het college van bestuur SSR,

    (handtekening of handtekeningen)

    (naam of namen)

  • 4. Indien ingevolge dit besluit door functionarissen, bedoeld in artikel 5, een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt verricht, geschiedt de ondertekening als volgt:

    De Staat der Nederlanden,

    namens deze,

    (functie of functies)

    (handtekening of handtekeningen)

    (naam of namen)

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR.

Den Haag, 28 september 2005

De Raad van eigenaren SSR, W.J.J. van Velzen

H.J. Bolhaar

Naar boven