Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 augustus 2021, nr. IENW/BSK-2021/207950, over de taken waarmee de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat wordt belast

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 46, tweede lid, van de Grondwet en artikel 3 van de Wet van 25 januari 1951 (Stb.24), houdende nadere voorzieningen in verband met de invoering van de ambten van Minister zonder portefeuille en van Staatssecretaris;

BESLUIT:

Artikel 1

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, drs. S.P.R.A. van Weyenberg, is binnen de grenzen van het door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat vastgestelde beleid belast met aangelegenheden op het terrein van:

  • a. milieu, met uitzondering van genetisch gemodificeerde organismen;

  • b. bodem;

  • c. openbaar vervoer en spoor;

  • d. fietsbeleid;

  • e. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut;

  • f. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming;

  • g. Planbureau voor de Leefomgeving;

  • h. andere aangelegenheden waarvan behartiging door de Minister aan hem wordt toevertrouwd.

Artikel 2

Het besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 7 december 2017, nr. IENM/BSK-2017/279867, houdende besluit over de taken waarmee de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw D. van Veldhoven-Van der Meer, meer in het bijzonder zal zijn belast (Stcrt. 2017, 66434) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 augustus 2021. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 9 augustus 2021, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 10 augustus 2021.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven