TOELICHTING
1. Algemeen
Strekking
Bij regeling van 9 juli 2021 is een termijn gesteld van veertien dagen na volledige
vaccinatie om een geldig coronatoegangsbewijs op basis van vaccinatie te verkrijgen
voor toegang tot activiteiten en voorzieningen waarvoor in Nederland een coronatoegangsbewijs
is voorgeschreven alsmede om een vrijstelling te krijgen van de verplichting om een
negatieve testuitslag te kunnen tonen voor het inreizen van Nederland (Stcrt. 2021, 35717). Deze wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (Trm), de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19 Bonaire (Trm Bonaire), de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 Sint Eustatius (Trm Sint Eustatius) en de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 Saba (Trm Saba) strekt ertoe de wachttijd van veertien dagen na volledige
vaccinatie te verlengen naar achtentwintig dagen bij vaccinatie met het covid-19-vaccin
Janssen (hierna: Janssenvaccin).
Daarnaast bevat deze regeling bepaalde ventilatienormen voor alcoholhoudende drank
verstrekkende horecagelegenheden. Deze normen waren tot 1 juli 2021 opgenomen in het
Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet, maar zijn met ingang van 1 juli 2021
vervallen naar aanleiding van de evaluatie van de Drank- en Horecawet in 20161 door middel van een wetgevingstraject dat ruim vóór de covid-19-pandemie was gestart.
Gelet op het advies van het Outbreak Management Team (OMT) van 26 juli 2021 over de
situatie rondom de covid-19-pandemie is besloten om deze recent vervallen ventilatienormen
– in afwachting van uitgebreider onderzoek naar ventilatienormen op publieke plaatsen
– op te nemen in de Trm.
Tot slot strekt deze wijziging tot het verlengen van de voorwaarden voor eendaagse
evenementen (evenementen met een duur van maximaal 24 uur) en de vertoning van kunst-
en cultuurbeoefening met coronatoegangsbewijzen binnen tot 1 september 2021. Daarnaast geldt voor evenementen met coronatoegangsbewijzen
buiten, in de openlucht, een bezoekersnorm van maximaal 750 bezoekers of (indien hoger)
2/3 van de reguliere capaciteit, mits bezoekers worden geplaceerd. Ongeplaceerde eendaagse
evenementen (evenementen met een duur korter dan 24 uur) en de vertoning van kunst-
en cultuurbeoefening worden toegestaan onder aanvullende voorwaarden, zoals met coronatoegangsbewijzen,
alleen buiten, met een maximum van 750 bezoekers en met kaartverkoop.
Deze regeling is gebaseerd op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
geldende bepalingen van de Wet publieke gezondheid (Wpg).
Pijlers van de bestrijding van de epidemie
Vanwege het virus SARS-CoV-2 (hierna: het virus) gelden al ruim een jaar ingrijpende
maatregelen, die zijn gebaseerd op drie pijlers:
-
− een acceptabele belasting van de zorg – ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg
kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere
zorg;
-
− het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;
-
− het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus;
-
− het sociaal- maatschappelijk perspectief gericht op beperken van economische en maatschappelijke
schade op korte termijn, aandacht voor structurele maatschappelijke en economische
schade en voorkomen dat de lasten onevenredig neerslaan bij bepaalde groepen.
Deze pijlers zijn ook voor de maatregelen van deze regeling uitgangspunt, gelet op
de in de paragraaf 2 beschreven epidemiologische situatie.
2. Epidemiologische situatie
Het OMT bracht op 1 augustus 2021 zijn 122e advies uit. Het OMT meldt dat in de afgelopen zeven kalenderdagen (22–29 juli 2021)
het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve personen met 48% is afgenomen in vergelijking
met de zeven dagen ervoor. In dezelfde periode werden landelijk 184 personen per 100.000
inwoners positief getest voor SARS-CoV-2, vergeleken met 351 per 100.000 in de week
daarvoor. Er was een variatie van 86 tot 278 per 100.000 tussen de regio’s in deze
periode, vergeleken met 156 tot 636 in de week daarvoor.
Het aantal testen, exclusief testen voorafgaand aan een reis, bij de GGD-testlocaties
was in de laatste week 41% lager ten opzichte van de zeven dagen ervoor. Het bijbehorende
percentage positieve testen in de GGD-teststraten daalde licht naar 13,2% gemiddeld
in de afgelopen zeven kalenderdagen, in vergelijking met 14,9% in de week ervoor.
Bij personen getest bij de GGD voor een reiscertificaat en bij personen getest in
het kader van testen voor toegang is het percentage positieve testen ook gedaald,
naar ongeveer 1% in de afgelopen kalenderweek, in vergelijking met 2–3% een week eerder.
Het patroon van het aantal meldingen naar leeftijd toont nog steeds het hoogste aantal
meldingen, zowel qua absoluut aantal als qua aantal per 100.000 inwoners, in de leeftijdsgroepen
18 tot en met 24 jaar, gevolgd door de leeftijdsgroepen 25 tot en met 29. Echter,
de afname was ook het grootst in deze leeftijdsgroepen, waardoor de verschillen tussen
de leeftijdsgroepen minder groot zijn geworden.
Het aantal positieve testen varieerde in kalenderweek 29 van 2021 van 40–57 per 100.000
in de leeftijdsgroepen vanaf 70 jaar, tot 669 per 100.000 in de leeftijdsgroep 18
tot en met 24 jaar. Vorige kalenderweek steeg het aantal meldingen ten opzichte van
de week ervoor nog in de leeftijdsgroepen vanaf 70 jaar; in de afgelopen dagen lijkt
ook in deze oudere leeftijdsgroepen het aantal meldingen te stabiliseren c.q. te dalen.
Het aantal besmettingen in instellingen voor langdurige zorg, en in mindere mate voor
gehandicaptenzorg, lijkt ook te stabiliseren. In de derde week van juli was er op
populatieniveau geen oversterfte. De instroom en bezetting van verpleegbedden, en
in iets mindere mate intensivecare (IC)-bedden, in het ziekenhuis is verder toegenomen.
Op 29 juli 2021 bedroeg de ziekenhuisbezetting 471 verpleegbedden en 177 IC-bedden,
vergeleken met 329 en 107 een week eerder.
Op basis van het aantal meldingen is opnieuw een inschatting gemaakt van het te verwachten
aantal ziekenhuisopnames een week later, rekening houdend met: 1) leeftijdsspecifieke
kansen op hospitalisatie per melding, veranderend over de tijd (met name door vaccinatie),
en 2) een lagere hospitalisatiekans per melding voor jongeren onder de 30 jaar over
de periode 1–21 juli 2021, vanwege een tijdelijk relatief extra verhoogde testincidentie
in deze groep. Ook is nu rekening gehouden met leeftijdsspecifieke IC-opnamekans na
hospitalisatie en leeftijdsspecifieke IC-ligduur. Met de snelle afname van de gemiddelde
leeftijd op de IC in juli 2021 kwamen de gemiddelde opnamekans en ligduur niet meer
overeen met die in de eerste helft van 2021.
Op basis van de meldingen is de verwachting dat de piek in de ziekenhuisopnames inmiddels
bereikt is of binnen enkele dagen bereikt wordt, met gemiddeld maximaal ongeveer 100
opnames per dag. De hoogte van de piek qua IC-bezetting is lastiger te voorspellen
door de snel veranderende situatie qua leeftijdsverdeling en veranderingen in doorstroom
naar de IC (bij jongeren hoger) en ligduur op de IC (bij jongeren korter), maar naar
verwachting is de piek in IC-opnames ook binnenkort bereikt.
Reproductiegetal, relatieve besmettelijkheid varianten
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt, zoals berekend op basis van
de meldingen van positieve gevallen, is voor 15 juli 2021 op basis van Osiris: gemiddeld
0,70 (95%-interval 0,69–0,72) besmettingen per geval. De schattingen op basis van
het aantal nieuwe ziekenhuis- en IC-opnames per dag kennen een aanzienlijk grotere
onzekerheid, omdat ze berekend worden op veel geringere aantallen, maar deze waarden
zijn op hetzelfde moment ruwweg 1,3, hetgeen lager is dan vorige week. Uit de kiemsurveillance
kunnen we het reproductiegetal per variant volgen; dit beeld geeft aan dat de ‘Indiase’
deltavariant relatief besmettelijker is ten opzichte van de eerdere virusvarianten,
inclusief de ‘Britse’ alfavariant.
3. Hoofdlijnen van deze regeling
Langere termijn Janssenvaccin
Bij regeling van 9 juli 2021 is een termijn gesteld van veertien dagen na volledige
vaccinatie om een geldig coronatoegangsbewijs op basis van vaccinatie te verkrijgen
voor toegang tot activiteiten en voorzieningen waarvoor een coronatoegangsbewijs is
voorgeschreven alsmede om een vrijstelling te krijgen van de verplichting om een negatieve
testuitslag te kunnen tonen voor het inreizen van Nederland (Stcrt. 2021, 35717). Gebleken is dat bij het Janssenvaccin verstandiger is om een langere termijn in
acht te nemen, namelijk van achtentwintig dagen. In het 119e advies van het OMT van
9 juli 2021 is, in het kader van testen voor toegang, de kanttekening geplaatst dat
het voor de eenmalige dosis van het Janssenvaccin de vraag is in hoeverre dit veertien
dagen na de vaccinatie al maximale bescherming biedt tegen de nu circulerende deltavariant.
Het kabinet heeft het OMT hierover nadere duiding gevraagd en het OMT geeft in zijn
advies van 2 augustus 2021 aan het verstandig te vinden om – hoewel er nog onderzoek
gaande is – na een vaccinatie met het Janssenvaccin niet veertien dagen maar achtentwintig
dagen te wachten. Hoewel er na twee weken bescherming is opgebouwd tegen milde infectie,
blijkt uit het advies van het OMT dat het beschermende effect nog niet op het maximale
niveau ligt en verder toeneemt tot zo’n vier weken na de vaccinatie. Het OMT acht
het verstandig om, als ook het voorkomen van transmissie wordt beoogd, vier weken
te hanteren.
Coronatoegangsbewijzen die op basis van een met het Janssenvaccin voltooide vaccinatie
zijn gegenereerd in de periode van veertien dagen voorafgaand aan inwerkingtreding
van deze wijzigingsregeling blijven bruikbaar om toegang te krijgen tot activiteiten
en voorzieningen waarvoor coronatoegangsbewijzen zijn voorgeschreven.
De termijn van achtentwintig dagen voor het Janssenvaccin wordt tegelijkertijd ingevoerd
in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De desbetreffende bepalingen in de tijdelijke
regelingen maatregelen covid-19 voor elk van de openbare lichamen zijn vanuit het
oogpunt van gelijke systematiek in de artikelen II, III en IV op dezelfde manier aangepast
als voor het Europese deel van Nederland. Om eventuele misverstanden te voorkomen,
wordt benadrukt dat hiermee niet de concrete inzet van coronatoegangsbewijzen voor
Caribisch Nederland is geregeld. Daar is separate besluitvorming voor nodig.
Ventilatienormen horecalokaliteiten
Met ingang van 1 juli 2021 zijn de ventilatienormen voor alcoholhoudende drank verstrekkende
horecagelegenheden vervallen. Het schrappen van die normen uit de nationale alcoholregelgeving
vond zijn oorsprong in een evaluatie van de Drank- en Horecawet in 2016 en in een
wetgevingstraject dat ruim vóór de covid-19-pandemie was gestart.2 3 Tijdens die evaluatie hadden ondernemers en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
gevraagd om de ventilatienormen te schrappen. Deze normen bleken als gevolg van het
inmiddels geldende rookverbod in de horeca overbodig geworden bovenop de algemene
eisen uit het Bouwbesluit 2012. Bovendien passen ventilatienormen beter in het Bouwbesluit
2012: de alcoholregelgeving ziet op de verstrekking van het risicovolle product alcohol
en richt zich slechts tot horeca die alcoholhoudende dranken verstrekt. Ventilatienormen
kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de bestrijding van het virus, ongeacht
het type locatie. Ventilatienormen maken deel uit van een pakket aan maatregelen waarmee
verspreiding van corona in een gebouw kan worden tegengegaan: zoals afstand houden,
handen wassen, goede hygiëne, zoveel mogelijk thuiswerken, drukte vermijden, thuisblijven
bij klachten én goede ventilatie.
De covid-19-pandemie vraagt om aandacht voor ventilatie en ventilatievoorzieningen.
Het OMT adviseerde op 26 juli 2021 om de ventilatienormen voor de alcoholhoudende
drank schenkende horeca te behouden.
Gelet op dit OMT-advies is besloten om de recent vervallen ventilatienormen op te
nemen in de Trm. Deze normen gelden vooruitlopend op onderzoeksgegevens waaruit kan
blijken welk niveau van ventilatie afdoende is om het risico op besmetting met het
virus zo klein mogelijk te maken. Ook zal een handreiking over ventilatie worden voorbereid.
Met deze regeling geldt voortaan dat horecalokaliteiten als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, van de Alcoholwet slechts opengesteld worden voor publiek indien zij zijn
voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende
mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte. Indien een horecalokaliteit gevestigd is in een rijksmonument als
bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet mag een horecalokaliteit ook opengesteld
worden voor publiek mits de luchtverversing op een andere wijze wordt gerealiseerd
en dit leidt tot een luchtkwaliteit in de horecalokaliteit die vergelijkbaar is met
de luchtkwaliteit die anders zou worden gerealiseerd.
Zoals beschreven, golden de ventilatienormen tot 1 juli 2021 en gaan deze vanaf 14 augustus
2021 weer gelden. Van 1 juli 2021 tot en met 13 augustus 2021 bestond dus geen plicht
tot het hebben van een ventilatie-inrichting die voldoet aan de voormalige en nu weer
geldende eisen, terwijl toen wel vergunningen zijn verleend. Ook zijn er voor 14 augustus
2021 vergunningen aangevraagd – al dan niet voor inwerkingtreding van de Alcoholwet
– die onder de Alcoholwet worden afgedaan, waarmee een dergelijke ventilatie-inrichting
krachtens die wet niet nodig is. Het belang van de volksgezondheid, afgezet tegen
het belang van die – gelet op de korte periode beperkte groep – ondernemers is ervoor
gekozen de heringevoerde ventilatienormen niet voor die horecalokaliteiten te laten
gelden. Anders zou zo’n vergunninghouder of aanvrager worden overvallen met deze voor
hem nieuwe eis, terwijl men de zaak zonder of met een minder functionele ventilatie-inrichting
inricht. Hierop worden twee uitzonderingen gemaakt. In die gevallen gelden de ventilatienormen
uit het eerste lid dus wel. Dit betreft in de eerste plaats de situatie waarin er
op 14 augustus 2021 een ventilatie-inrichting in de zaak zit, die aan de eisen voldoet.
Bijvoorbeeld als die is overgenomen of ingebouwd. In de tweede plaats de situatie
waarin iemand op of na 14 augustus 2021 een ventilatie-inrichting gaat kopen. Die
moet dan meteen goed genoeg zijn om aan de eisen te voldoen. Zodoende blijven de normen
uitvoerbaar en de lasten zoveel mogelijk beperkt, terwijl tegelijkertijd het gros
van de horecalokaliteiten blijft voldoen aan de ventilatienormen, om zo het virus
zo goed mogelijk te bestrijden.
Deze eisen gaan niet gelden in Caribisch Nederland. De Drank- en Horecawet en het
Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet zijn daar nooit van kracht geweest.
Bovendien zijn binnen- en buitenruimtes in de regel met elkaar verbonden, waardoor
veelal voldoende ventilatie plaatsvindt op plaatsen waar personen elkaar (langdurig)
ontmoeten.
Evenementen en culturele sector
Na de behoedzame verdere openstelling van de samenleving op 26 juni 2021 heeft het
kabinet op 9 juli 2021, gelet op de sterk exponentiële toename van het aantal besmettingen,
waarbij grote clusters te herleiden waren tot feesten in dansgelegenheden, alsmede
horecagelegenheden met de inzet van coronatoegangsbewijzen, gerichte maatregelen genomen.
Gelet op de pijlers, beschreven in paragraaf 1, noopt de huidige epidemiologische
situatie tot wijziging van enkele geldende maatregelen ter bestrijding van de epidemie
van het virus en de directe dreiging daarvan. Dit betreft met name de voorwaarden
voor eendaagse evenementen (evenementen met een duur korter dan 24 uur) en de vertoning
van kunst- en cultuurbeoefening met coronatoegangsbewijzen tot 1 september 2021. In
deze paragraaf worden deze maatregelen op hoofdlijnen toegelicht. In paragraaf 4 worden
de overwegingen geschetst die bij de besluitvorming een rol hebben gespeeld.
Bij evenementen met coronatoegangsbewijzen wordt kaartverkoop verplicht gesteld waarbij
de organisator vraagt om registratie van persoons- en contactgegevens van de deelnemers.
Elke deelnemer dient in het bezit te zijn van een toegangskaart voor het evenement.
Kaartverkoop bij de deur is toegestaan en het is niet verplicht om hier een prijs
voor te rekenen. Aanvullend wordt de organisator van een evenement aangeraden zorg
te dragen voor voldoende afstand tussen artiesten en het publiek, omdat artiesten
ook toegelaten kunnen worden zonder een coronatoegangsbewijs.
De voorwaarden voor eendaagse evenementen en de vertoning van kunst- en cultuurbeoefening
met coronatoegangsbewijzen binnen worden verlengd tot 1 september 2021. Voor evenementen buiten met coronatoegangsbewijzen
geldt een bezoekersnorm van maximaal 750 personen per evenement of twee derde van
de reguliere capaciteit in geplaceerde setting, indien dit aantal hoger is dan 750
personen. In de periode van 14 augustus tot 1 september 2021 geldt bij de inzet van
coronatoegangsbewijzen bij eendaagse evenementen (evenementen met een duur korter
dan 24 uur) en de vertoning van kunst- en cultuurbeoefening dat deze alleen ongeplaceerd
buiten plaats kunnen vinden, met een maximum van 750 bezoekers per evenement. In dit kader
is ook een tent of overkapping toegestaan die aan drie zijden open is en in de buitenlucht
is gesitueerd. Overige ongeplaceerde evenementen, met uitzondering van warenmarkten,
uitvaarten en evenementen in doorstroomlocaties, zoals sportwedstrijden, zijn in die
periode verboden. De bezoekersnorm van 750 bezoekers per evenement is inclusief kinderen
tot en met twaalf jaar. De norm geldt per evenement en voor de gehele duur hiervan,
waardoor het bij vertrek van deelnemers gedurende het evenement niet mogelijk is om
andere deelnemers toe te laten.
4. Noodzakelijkheid en evenredigheid
Janssenvaccin
Het OMT heeft aangegeven dat zij is geïnformeerd over recente onderzoeken met betrekking
tot vaccineffectiviteit. Uit deze gegevens is duidelijk geworden dat de hoeveelheid
neutraliserende antistoffen twee weken na vaccinatie met het Janssen-vaccin nog niet
op het maximale niveau ligt en verder toeneemt tot zo’n vier weken na de vaccinatie.
Dit is van belang in verband met het voorkomen van transmissie in situaties waarin
gewerkt wordt met coronatoegangsbewijzen of bij inreizen. Afgewogen is dat de wachttijd
na vaccinatie één van de factoren is gebleken die de werkzaamheid van het systeem
van toegangstesten en inreizen bepaalt en mede van invloed is op het restrisico dat
wordt gelopen op coronabesmettingen tijdens deze activiteiten. Om die reden weegt
het advies van medische experts (OMT) om pas na vier weken een vaccinatiebewijs af
te geven na een vaccinatie met het Janssenvaccin zwaar. In deze afweging is verder
relevant, dat voor mensen wier vaccinatie voor 14 augustus 2021 is gezet de achtentwintig
dagen wachttijd nog niet geldt en dat het daarnaast mogelijk is een coronatoegangsbewijs
of DCC te verkrijgen op basis van een negatieve testuitslag of herstelbewijs.
Ventilatienormen horecalokaliteiten
Onder bepaalde omstandigheden en over een grotere afstand kan indirecte transmissie
van infectieuze aerosolen via aerogene overdracht plaatsvinden, bijvoorbeeld in ruimtes
waar geen of te weinig ventilatie is of veel mensen (vooral voor een langere tijd)
bij elkaar zijn.4 Het gaat dan om een ruimte van een gebouw met onvoldoende ventilatie (luchtverversing)
waar voor langere tijd meerdere personen verblijven en waarvan één of meerdere personen
bovengemiddeld veel virusdeeltjes uitscheiden en ook meer virusdeeltjes verspreiden
via bijvoorbeeld niezen, hoesten, schreeuwen of zingen. Ventilatie helpt om de overdracht
van luchtweginfecties, zoals het virus, te beperken. In welke mate een bepaalde hoeveelheid
ventilatie helpt om besmetting met het virus te voorkomen, is evenwel niet bekend.
Er is bovendien geen norm voor optimale ventilatiecapaciteit bekend die effectief
en proportioneel is voor publieke plaatsen, zoals lunchrooms en winkels, waarbij rekening
wordt gehouden met andere eisen zoals comfort en energiebesparingen. Daarvoor zijn
nog onderzoeksgegevens nodig, hetgeen enige tijd kost. Ondertussen is door het OMT
geadviseerd om de ventilatienormen (uit artikel 5 van het Besluit eisen inrichtingen
Drank- en Horecawet) voor de alcoholhoudende drank schenkende horeca nog niet te verlagen.
De grondslag voor dit besluit en het besluit zelf zijn echter per 1 juli 2021 al vervallen
met de inwerkingtreding van de Alcoholwet. De recent vervallen ventilatienormen voor
alcoholhoudende drank verstrekkende horecagelegenheden zijn door opname in de Trm
opnieuw van kracht. Dit is noodzakelijk in de huidige situatie rondom de covid-19-pandemie
en is in lijn met het OMT-advies van 26 juli 2021. Vanwege de korte termijn is de
verwachting dat sinds 1 juli 2021 geen of weinig ventilatievoorzieningen zijn weggehaald
in horecagelegenheden. Horecalokaliteiten waarvoor een vergunning op grond van de
Alcoholwet is of wordt verleend, die voor 14 augustus 2021 is aangevraagd, zijn uitgezonderd
van deze ventilatienormen. Uitgezonderd wanneer daar, kort gezegd, al een ventilatievoorziening
is die aan de regels voldoet op de dag dat deze regeling in werking treedt of op of
na die dag een ventilatievoorziening wordt aangeschaft. Horecalokaliteiten waarvoor
vanaf 14 augustus 2021 een Alcoholwetvergunning wordt aangevraagd, moeten wél over
een mechanische ventilatievoorziening met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte beschikken, hoewel die ventilatievoorziening geen voorwaarde meer
is voor de vergunningverlening. Gelet op de overgangsperiode en het feit dat veel
horecalokaliteiten al over een ventilatie-mechanisme beschikken, zijn de extra lasten
voor beheerders van dit type locatie (alcoholhoudende drank schenkende horecagelegenheden)
naar verwachting klein. Gelet op belang van de bestrijding van het virus en de beperkte
extra lastendruk voor horecaondernemingen is het noodzakelijk en evenredig om deze
regels op te leggen. Koninklijke Horeca Nederland heeft aangegeven voorstander te
zijn van het behoud van de ventilatienormen.
Eendaagse evenementen
Het kabinet verlengt het verbod op eendaagse evenementen binnen zonder vaste zitplaats
tot 1 september 2021. Kleinschalige ongeplaceerde evenementen zijn onder strikte voorwaarden,
buiten, wel eerder toegestaan. De vrijheid van ondernemerschap en het recht op eigendom
worden met deze maatregel hiermee tijdelijk beperkt in het belang van de gezondheid.
De grondslag voor deze beperking zijn de artikelen 58h en 58i Wpg.
Op basis van het 122e OMT-advies van 1 augustus 2021 heeft het kabinet besloten dat ongeplaceerde evenementen
en vertoning van kunst- en cultuurbeoefening die buiten plaatsvinden van 14 augustus
tot 1 september 2021 onder strikte voorwaarden gebruik kunnen maken van coronatoegangsbewijzen.
Bij het gebruik van coronatoegangsbewijzen zijn ongeplaceerde eendaagse evenementen
(evenementen met een duur korter dan 24 uur) en de vertoning van kunst- en cultuurbeoefening
met coronatoegangsbewijzen buiten toegestaan, met een maximum van 750 bezoekers. Overige
ongeplaceerde evenementen, met uitzondering van warenmarkten, uitvaarten en evenementen
in doorstroomlocaties, zijn in die periode verboden.
De voorwaarden voor geplaceerde eendaagse evenementen met coronatoegangsbewijzen worden
verlengd tot 1 september 2021, waarbij voor geplaceerde evenementen buiten eveneens
een bezoekersnorm van 750 personen geldt geldt of twee derde van de reguliere capaciteit
in geplaceerde setting, indien dit aantal hoger is dan 750 personen. Evenementen die
onder deze voorwaarden geen doorgang kunnen vinden van 14 augustus tot 1 september
2021, kunnen – als zij aan de criteria voldoen – een beroep doen op de garantieregeling.
Het subsidiepercentage van de garantieregeling evenementen wordt voor evenementen
in deze periode verhoogd naar 100% van de gemaakte kosten.
De belangen tegen elkaar afwegend is het kabinet van oordeel dat het noodzakelijk
en proportioneel is om de voorwaarden voor eendaagse evenementen te verlengen en om
kleine evenementen buiten ongeplaceerd mogelijk te maken. Onder de huidige epidemiologische
omstandigheden zijn deze maatregelen met betrekking tot eendaagse evenementen en de
vertoning van kunst en cultuur noodzakelijk. In dit kader is relevant dat voor het
wijzigen van deze maatregelen de incidentie onder de bevolking verder dient af te
nemen en personen in de leeftijdsgroepen waarin het overgrote merendeel van de deelnemers
voor evenementen, zoals festivals, valt (18–34-jarigen) de kans hebben gehad een volledige
vaccinatieserie af te ronden. Dit noodzaakt het kabinet nu te besluiten het verbod
op eendaagse evenementen binnen zonder vaste zitplaats tot 1 september 2021 te verlengen,
waarmee de evenementensector ook de benodigde en gewenste duidelijkheid krijgt en
verdere economische schade wordt voorkomen. Daarbij kunnen geplaceerde evenementen
zowel binnen als buiten doorgang blijven vinden en worden ook kleinschalige ongeplaceerde
evenementen in de buitenlucht in dit kader mogelijk.
5. Regeldruk
Janssenvaccin
Het effect op de regeldruk op de langere termijn ten aanzien van het Janssenvaccin
is beperkt tot eenmalige kennisneming van de maatregel. De applicaties voor het tonen
en lezen van coronatoegangsbewijzen worden automatisch bijgewerkt. Mensen die na hun
vaccinatie bij inreizen vrijstelling van het tonen van een negatieve testuitslag hadden
willen hebben, zullen zich toch moeten laten testen. Hierdoor treedt tijdelijk een
toename van de regeldruk op.
Ventilatienormen
De regeldrukeffecten van het opnieuw regelen van de recent vervallen ventilatienormen
zijn beperkt. Vanwege de pandemische situatie, de wens van Koninklijke Horeca Nederland
en zijn leden om de ventilatienormen te behouden en de korte periode die is verstreken
sinds 1 juli 2021 is de verwachting dat er geen ventilatievoorzieningen zijn weggehaald
in horecagelegenheden. Omdat tussen 1 juli 2021 en 14 augustus 2021 voor nieuwe horecalokaliteiten
geen plicht bestond tot het installeren van een ventilatie-inrichting, het voldoen
aan de normen tijd kost, de kosten die gemoeid zijn met het installeren ervan relatief
hoog zijn en de kosten voor beheerders van deze horecalokaliteiten onvoorzien zijn,
is een overgangssituatie gecreëerd (artikel 4.5, derde lid, toegelicht in paragraaf
3). Zodoende blijven de normen uitvoerbaar en de lasten zoveel mogelijk beperkt.
Eendaagse evenementen
Deze regeling heeft enige gevolgen voor de regeldruk voor burgers, bedrijven/instellingen
of professionals in de evenementen sector. De voorwaarden in deze regeling voor eendaagse
evenementen buiten met toegangsbewijzen betekent onder meer voor de beheerders van
locaties in die sector dat zij hun klanten moeten informeren over de nieuwe regels
die gaan gelden. Dit levert enige regeldruk op.
Evenementen die zouden plaatsvinden in de periode 14 augustus tot 1 september 2021
binnen of die niet kunnen voldoen aan de voorwaarden voor buitenevenementen kunnen
geen doorgang vinden. Dit heeft financiële gevolgen voor organisatoren. Op 14 juli
2021 is, onder andere vanwege de onzekerheid evenementen die na 13 augustus 2021 gepland
zijn, een uitbreiding van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 en
een Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen aangekondigd, waarvoor goedkeuring van
de Europese Commissie nodig is. Deze financiële gevolgen worden zoveel mogelijk opgevangen
door deze regelingen. Daarbij wordt voor de Tijdelijke regeling subsidie evenementen
COVID-19 rekening gehouden met een beslag van circa 15 miljoen euro en voor de Aanvullende
Tegemoetkoming Evenementen van circa 25 miljoen euro. Deze extra kosten kunnen worden
gedekt binnen de huidige budgetten.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat wel gevolgen voor de regeldruk heeft, maar die toereikend
in beeld zijn gebracht.
6. Toezicht en handhaving
De gewijzigde wachttijd voor het Janssen vaccin heeft geen gevolgen voor toezicht
en handhaving. Toezicht en handhaving ziet op het controleren van een geldig coronatoegangsbewijs
bij toegang tot activiteiten of voorzieningen of van een geldig bewijs van vaccinatie
of DCC bij het inreizen.
Het toezicht op de naleving van de ventilatienormen in de onderhavige regeling zal
berusten bij burgemeesters. Horecaondernemers hebben voor 1 juli 2021 moeten voldoen
aan de normen als gesteld in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet voor
de verkrijging van een DHW-vergunning, dit besluit is per 1 juli 2021 vervallen. In
de praktijk wordt de controle op de naleving van de ventilatienormen georganiseerd
rondom de vestiging van een nieuwe horecagelegenheid of een wijziging van een vergunning
wegens een verbouwing, door middel van controle bij de vergunningaanvraag en door
het uitvoeren van een opleveringscontrole. Gemeentelijke toezichthouders kunnen ook
controleren op het bestaan van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande
goed werkende mechanische ventilatie-inrichting. Een mechanische ventilatie die uitstaat,
is geblokkeerd of defect blijkt te zijn, wijst op niet-naleving van de ventilatienormen.
7. Consultatie
In de zeer korte voorbereidingsperiode van de wijzigingsregeling zijn betrokken (belangen)organisaties
in kennis gesteld van de komst van de gewijzigde wachttijd voor het Janssenvaccin.
In dat kader zijn tevens gesprekken gevoerd over de implementatie.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Dit onderdeel voegt een artikel toe aan hoofdstuk 4 (publieke plaatsen) van de Trm.
Op grond van het nieuwe artikel 4.5 wordt een horecalokaliteit als bedoeld in artikel
1, eerste lid, van de Alcoholwet – mits die een publieke plaats is, daaraan kunnen
immers eisen worden gesteld (artikel 58h Wpg) – slechts voor publiek opengesteld indien
die is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed
werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van
3,8•10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte. In het tweede lid is bepaald dat deze voorwaarde voor de openstelling
van publieke plaatsen niet geldt, indien de horecalokaliteit is gevestigd in een rijksmonument
als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, mits de luchtverversing weliswaar op
een andere wijze dan bedoeld in het eerste lid wordt gerealiseerd, maar dat hiermee
een luchtkwaliteit in de horecalokaliteit wordt bereikt die vergelijkbaar is met de
luchtkwaliteit die bereikt zou worden door middel van de vereiste mechanische luchtverversing.
Dit kan bijvoorbeeld uitkomst bieden in die gevallen waarin een ondernemer een horecagelegenheid
heeft in een oud kerkgebouw waar reeds van nature voldoende luchtverversingscapaciteit
is.
In het derde lid is een uitzondering opgenomen op de ventilatie-eisen voor bepaalde
horecalokaliteiten in een overgangssituatie. Deze uitzondering is toegelicht in paragraaf
3.
Onderdeel B
In het eerste subonderdeel is geregeld dat tot en met 31 augustus 2021, aanvullend
op de voorwaarden in het eerste lid van artikel 4.9, bij de vertoning van kunst- en
cultuurbeoefening, waarbij het publiek geplaceerd is, in binnenlocaties alleen personen
mogen worden toegelaten als publiek tot maximaal twee derde van de reguliere capaciteit
van de locatie en in buitenlocaties niet meer dan zevenhonderdvijftig personen als
publiek of, indien dit aantal hoger uitkomt, tot maximaal twee derde van de reguliere
capaciteit van de locatie.
Voor locaties waar kunst- en cultuurbeoefening wordt getoond en waar het publiek niet
geplaceerd is, gelden, tot en met 31 augustus 2021, andere voorwaarden in aanvulling
op de voorwaarden in het eerste lid van artikel 4.9, namelijk alleen vertoningen in
de buitenlucht, maximaal zevenhonderdvijftig personen als publiek en er moet gewerkt
worden met toegangskaarten die voor toelating worden verstrekt.
Onderdeel C
Het verbod op het organiseren van meerdaagse evenementen met coronatoegangsbewijzen
en de voorwaarden aan eendaagse evenementen met coronatoegangsbewijzen waarbij het
publiek geplaceerd is, worden verlengd tot en met 31 augustus 2021. In het vijfde
en zesde lid van artikel 5.2 wordt ‘13 augustus 2021’ daarom gewijzigd in ‘31 augustus
2021’. Als aanvullende voorwaarde voor geplaceerde eendaagse evenementen met coronatoegangsbewijzen
geldt dat in binnenlocaties alleen personen mogen worden toegelaten tot maximaal twee
derde van de reguliere capaciteit van de locatie en in buitenlocaties niet meer dan
zevenhonderdvijftig deelnemers of, indien dit aantal hoger uitkomt, tot maximaal twee
derde van de reguliere capaciteit van de locatie. Dit is toegevoegd aan de voorwaarden
in artikel 5.2, zesde lid.
Eendaagse evenementen mogen weer ongeplaceerd plaatsvinden. Dit is geregeld in het
nieuwe zevende lid van artikel 5.2. Het zevende lid bepaalt dat eendaagse evenementen
ongeplaceerd plaats mogen vinden indien:
-
1. het evenement plaatsvindt op een afgesloten;
-
2. gewerkt wordt met toegangskaarten die voor toelating worden verstrekt;
-
3. niet meer dan zevenhonderdvijftig deelnemers per evenement worden toegelaten;
-
4. alleen deelnemers worden toegelaten met een geldig coronatoegangsbewijs; en
-
5. het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsdocument duidelijk
zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een toezichthouder is aangegeven bij de
toegang tot het evenement.
Deze voorwaarden gelden aanvullend op de gezondheidscheck en registratieplicht.
Onderdelen D en E
Onderdeel D herstelt in de eerste plaats een tegenstrijdigheid in artikel 6.7c. In
het derde lid, onder b, is aangegeven dat een negatieve testuitslag zowel een uitslag
van een NAAT-test als een antigeentest mag zijn. In het eerste en tweede lid staat
uitsluitend de antigeentest genoemd. Met dit onderdeel wordt in het eerste en tweede
lid ook bepaald dat het zowel kan gaan om een antigeentest als een NAAT-test. In onderdeel
D wordt verder, net als in onderdeel E, een redactioneel punt hersteld.
Onderdeel F
Aan artikel 6.7e, eerste lid, is toegevoegd dat voor verkrijging van een geldig vaccinatiebewijs
bij een vaccinatie met het Janssenvaccin achtentwintig dagen verstreken moeten zijn
(in plaats van veertien dagen) vanaf het moment van voltooiing van de vaccinatie,
tenzij de vaccinatie is voltooid in de periode van veertien dagen voorafgaand aan
de datum van inwerkingtreding van dit artikelonderdeel. Voor vaccinaties met overige
vaccinaties geldt nog steeds een termijn van veertien dagen.
Onderdeel G
Voor een herstelbewijs is niet alleen een uitslag van een test afgenomen in de Europese
Unie geldig, maar ook een test afgenomen in het Caribische deel van het Koninkrijk.
Dit is toegevoegd aan artikel 6.7f, eerste lid. Zowel het Europees als Caribisch deel
van het Koninkrijk is aangesloten bij het EU Digital Corona Certificate. Er kan daarom
tussen de EU en het Caribisch deel van het Koninkrijk gereisd worden met het DCC.
Het DCC biedt de opties om met testbewijzen, vaccinatiebewijzen en herstelbewijzen
te reizen. Tot op heden was het alleen mogelijk om met test- of vaccinatiebewijzen
vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk naar het Europees deel te reizen. Met
de komst van het DCC worden ook herstelbewijzen vanuit het Caribisch deel van het
Koninkrijk geaccepteerd.
Onderdeel H
Aan artikel 6.29, tweede lid, onder c, is toegevoegd dat voor verkrijging van een
geldig coronatoegangsbewijs voor deelname aan een activiteit of toegang tot een voorziening
bij vaccinatie met het Janssenvaccin ten minste achtentwintig dagen moeten zijn verstreken
vanaf het moment van voltooiing van de vaccinatie, tenzij de vaccinatie is voltooid
in de periode van veertien dagen voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van
dit artikelonderdeel.
Artikel II, III en IV
In deze artikelen is voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba eveneens geregeld dat, wanneer
overgegaan wordt tot gebruik van coronatoegangsbewijzen op de eilanden, voor verkrijging
van een geldig coronatoegangsbewijs voor deelname aan een activiteit of toegang tot
een voorziening bij vaccinatie met het Janssenvaccin ten minste achtentwintig dagen
moeten zijn verstreken vanaf het moment van voltooiing van de vaccinatie, tenzij de
vaccinatie is voltooid in de periode van veertien dagen voorafgaand aan de datum van
inwerkingtreding van dit artikelonderdeel.
Daarnaast is in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire geregeld dat voor
verkrijging van een geldig vaccinatiebewijs bij een vaccinatie met het Janssenvaccin
achtentwintig dagen en bij overige vaccins veertien dagen verstreken moeten zijn vanaf
het moment van voltooiing van de vaccinatie, tenzij de vaccinatie is voltooid in de
periode van veertien dagen voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit artikelonderdeel.
Artikel V Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Gelet op het belang van de volksgezondheid is
het de bedoeling dat de regeling op 14 augustus 2021 in werking zal treden. Hierbij
wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn
van drie maanden.5
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge