Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2021, 36091 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2021, 36091 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
commissie als bedoeld in artikel 2;
instelling die op grond van artikel 2.8 van de Erfgoedwet belast is met het beheer van museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen;
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1. Er is een visitatiecommissie Erfgoedwetmusea 2021–2024.
2. De visitatiecommissie heeft tot taak eenmaal per vier jaar een visitatie uit te voeren bij een instelling met een wettelijke taak, resulterend in een visitatierapport per instelling met wettelijke taak, uiterlijk aan de Minister uit te brengen op 31 december 2024.
3. De visitatiecommissie hanteert bij de uitvoering van de visitatie van een instelling met een wettelijke taak het ‘Visitatiekader Rijksgesubsidieerde musea’ vastgesteld op 29 oktober 2020.
1. De visitatiecommissie bestaat uit zeven leden die ieder als voorzitter de opdracht krijgen om vier visitaties uit te voeren.
2. Tot leden en tevens voorzitters van de visitatiecommissie worden benoemd:
– Ferd Crone
– Lilian Gonçalves-Ho Kang You
– Ila Kasem
– Ton Rombouts
– Mijntje Luckeraats
– Andree van Es
– Inge Brakman
3. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.
4. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister een ander lid benoemen.
5. De leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de Minister.
6. Na het uitbrengen van alle benodigde rapporten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is de commissie opgeheven.
1. De visitatiecommissie stelt haar eigen werkwijze vast, met in achtneming van door de Minister vastgestelde ‘Visitatiekader Rijksgesubsidieerde musea’ op 29 oktober 2020.
2. De visitatiecommissie wordt in haar inhoudelijke werkzaamheden bijgestaan door een onafhankelijke en deskundige secretaris. Waar nodig wordt secretariële ondersteuning geboden.
3. In overleg met de visitatiecommissie draagt de instelling met een wettelijke taak zorg voor de deskundige en de onafhankelijke ondersteuning. Indien nodig wordt de secretariële ondersteuning eveneens verzorgd door de instelling met een wettelijke taak.
4. De visitatiecommissie kan zich, na toestemming van de Minister, door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.
De visitatiecommissie verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.
1. De voorzitters van de visitatiecommissie, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen per vergadering een vergoeding.
2. De vergoeding per vergadering van de voorzitters van visitatiecommissie bedraagt 130% van 3% van het maximum van salarisschaal 18 conform de laatst overeengekomen CAO Rijk.
3. De voorzitters van de visitatiecommissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.
4. Aan het bestuur van de instelling met een wettelijke taak wordt machtiging verleend om de vergoedingen, bedoeld in dit artikel, namens de Minister betaalbaar te stellen.
De benodigde rapporten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de visitatiecommissie worden vervaardigd, worden niet door haar openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht.
De visitatiecommissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan de directie Organisatie & Bedrijfsvoering, afdeling CEI, van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Een afschrift zal worden gezonden aan de personen, genoemd in artikel 3 van dit besluit.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
In de uitgangspunten van het cultuurbeleid 2021–2024 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloten om de publieksactiviteiten van instellingen in de Erfgoedwet niet langer via de basisinfrastructuur te financieren, maar dit ook via de Erfgoedwet te laten lopen. Tevens werd besloten om de instellingen in de Erfgoedwet te visiteren om zo verdere verbetering blijvend te stimuleren. Hiermee werd opvolging gegeven aan het advies ‘Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur’ van de Raad voor Cultuur over het cultuurbestel 2021–2024.
In dezelfde uitgangspuntenbrief heeft de Minister aan de rijksgesubsideerde gevraagd om de visitatie vorm te geven. De rijksgesubsideerde musea hadden zich verenigd in de werkgroep Kwaliteitsborging onder de Museumvereniging. Op 7 februari 2020 leverde de Museumvereniging het ‘Visitatiekader Rijksgesubsideerde musea’ (hierna: visitatiekader) op aan de Minister. Over dit visitatiekader heeft de Minister advies gevraagd aan de Raad voor Cultuur. Op 6 juli 2020 heeft de Raad voor Cultuur het advies ‘Visitatiekader Rijksgesubsideerde Musea’ uitgebracht. Na zorgvuldige bestudering van het advies heeft de Minister besloten om direct onder haar verantwoordelijkheid een visitatiecommissie in te stellen. Voorts is aan de werkgroep van de Museumvereniging verzocht een aantal punten in het visitatiekader aan te passen, waarna de Minister het visitatiekader op 29 oktober 2020 vaststelde.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-36091.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.