Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 8 juli 2021, nummer WBV 2021/13, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/18 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

18. Het asielbeleid ten aanzien van Libanon: de situatie van Palestijnen

18.1 Bescherming
18.1.1 Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende categorieën in het algemeen aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen:

  • (Geregistreerde en niet-geregistreerde) Libanese Palestijnen;

  • Niet-Libanese Palestijnen.

Het vorenstaande geldt niet als op grond van het individuele asielrelaas aannemelijk is dat de vreemdeling de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties kan verkrijgen.

18.1.2 Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt voor de volgende categorieën in het algemeen aan dat er geen binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is:

  • (Geregistreerde en niet-geregistreerde) Libanese Palestijnen;

  • Niet-Libanese Palestijnen.

Het vorenstaande geldt niet als op grond van het individuele asielrelaas aannemelijk is dat de vreemdeling zich elders in Libanon kan vestigen.

18.2 Terugkeer naar Libanon

De IND neemt voor niet-Libanese Palestijnen, die voorafgaand aan hun komst naar Nederland Libanon als land van gebruikelijke verblijfplaats hadden, aan dat zij bij terugkeer naar Libanon een reëel risico op uitzetting lopen en beoordeelt op basis van de individuele omstandigheden of een dergelijke uitzetting leidt tot (indirect) refoulement.

De IND verleent aan de volgende categorieën een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd:

  • Niet-Libanese Palestijnen uit Libanon waarvan aannemelijk is dat zij zullen worden uitgezet naar een tweede/ eerdere land van gebruikelijke verblijfplaats waarvoor geldt dat zij aldaar een gegronde vrees voor vervolging of ernstige schade hebben.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 juli 2021

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op 31 januari 2021 is een thematisch ambtsbericht uitgebracht aangaande de situatie van Palestijnen in Libanon. Bij brief van 1 juli 2021 ´Landenbeleid Libanon´ (2021Z12427) heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer geïnformeerd dat het thematisch ambtsbericht aanleiding geeft om voor het eerst landgebonden asielbeleid ten aanzien van de Palestijnen in Libanon in te richten. Met dit WBV worden de aangegeven beleidswijzigingen in de Vreemdelingencirculaire opgenomen.

Allereerst wordt opgemerkt dat de titel en opbouw van onderhavig WBV anders zijn dan gebruikelijk. Zo zijn niet alle paragrafen in het landgebonden beleid gevuld. Dit hangt samen met het feit dat het thematisch ambtsbericht uitsluitend zag op de situatie van Palestijnen waardoor enkel beleid kan worden opgenomen ten aanzien van de facetten waar duidelijkheid over is.

Voor een toelichting op het beleid wordt verwezen naar de bovengenoemde brief aan de Tweede Kamer van 1 juli 2021.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven