Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 2 juli 2021, nr. DAD/21158850 tot wijziging van het besluit van 10 december 2019, nr. WJZ/ 19260258, tot aanwijzing van dierenartsen als bedoeld in artikel 30 en 31 van Verordening officiële controles

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 31, tweede lid, van verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012. (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (Pb EU L 95) en artikel 6.3, tweede lid, van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 december 2019, nr. WJZ/19260258, tot aanwijzing van dierenartsen als bedoeld in artikel 30 en 31 van Verordening officiële controles (Stcrt. 2019, 68557) komt te luiden:

  • 1. Iedere dierenarts die is geregistreerd overeenkomstig artikel 4.3, eerste lid, van de Wet dieren, wordt aangewezen als natuurlijk persoon als bedoeld in de artikel 30 en 31, tweede lid, van verordening (EU) nr. 2017/625 voor het verrichten van de volgende taken:

    • a. de keuring, bedoeld in artikel 4 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 2019/624; en

    • b. werkzaamheden die onder verantwoordelijkheid en in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit worden uitgevoerd in het kader van opsporing, preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Regeling diergezondheid en artikel 3a.1 van de Regeling houders van dieren.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 21 april 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juli 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage

TOELICHTING

Met het besluit van 10 december 2019 tot aanwijzing van dierenartsen als bedoeld in artikel 30 en 31 van de Verordening officiële controles1 zijn private dierenartsen aangewezen voor de uitvoering van een aantal taken die vallen onder het begrip ‘officiële controles’ of ‘andere officiële activiteiten’, bedoeld in artikel 2 van verordening (EU) nr. 2017/625. Sinds 21 april 2021 is de diergezondheidsverordening2 van toepassing. Ten gevolge van deze laatstgenoemde verordening is op twee punten aanpassing nodig van de taken waarvoor private dierenartsen door het bovengenoemde zijn aangewezen.

In het besluit van 10 december 2019 waren dierenartsen aangewezen om onder verantwoordelijkheid van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gezondheidsinspecties te verrichten naar de gezondheidstoestand van al het pluimvee in een inrichting. Dit was een taak die voortvloeide uit richtlijn (EU) nr. 2009/158 (artikel 2, onder 12) en uitgevoerd moest worden door een officiële dierenarts of een bevoegde dierenarts. Om die reden moesten private dierenartsen specifiek voor deze taak aangewezen zijn. De richtlijn is door de diergezondheidsverordening ingetrokken. In de diergezondheidsverordening is ook geregeld dat er diergezondheidsinspecties uitgevoerd moeten worden (artikel 25) maar is het niet langer voorgeschreven dat dit door een officiële of bevoegde dierenarts moet. Door deze wijziging is de aanwijzing van private dierenartsen voor deze taak dus overbodig geworden. Deze taak wordt daarom uit artikel 2 van het besluit geschrapt. Het volgt nu rechtstreeks uit de diergezondheidsverordening dat private dierenartsen dergelijke inspecties kunnen uitvoeren.

Private dierenartsen zijn ook aangewezen om het mogelijk te maken dat ze taken verrichten in het kader van de inzet van de opsporing, preventie en de bestrijding van aangewezen besmettelijke dierziekten. De ziekten die het betrof waren aangewezen op basis van de toenmalige Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Deze wet is per 21 april jl. ingetrokken en de Wet dieren vormt nu hiervoor het relevante rechtskader. Aanwijzing van dierziekten en zoönosen geschiedt nu op grond van artikel 5.3 van de Wet dieren. De ziekten en zoönosen zijn nu aangewezen in de Regeling houders van dieren en de Regeling diergezondheid. De verwijzing naar de betreffende aangewezen ziekten is daarom geactualiseerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012. (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (Pb EU L 95).

X Noot
2

verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (Pb EU 2016, L 84).

Naar boven