Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 december 2019, nr. WJZ/ 19260258 , tot aanwijzing van dierenartsen als bedoeld in artikel 30 en 31 van Verordening officiële controles

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012. (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad, artikel 6.3, tweede lid, Wet dieren en artikel 3 Besluit uitvoering verordening officiële controles diergezondheid;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

verordening (EU) nr. 2017/625:

verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012. (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (Pb EU L 95);

gedelegeerde verordening (EU) nr. 2019/624:

gedelegeerde verordening (EU) nr. 2019/624 van de commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 2

  • 1. Iedere dierenarts die is geregistreerd overeenkomstig artikel 4.3, eerste lid, van de Wet dieren, wordt aangewezen als natuurlijk persoon als bedoeld in de artikel 30 en 31, tweede lid, van verordening (EU) nr. 2017/625 voor het verrichten van de volgende taken:

    • a. de keuring, bedoeld in artikel 4 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 2019/624;

    • b. het volgen van de gezondheidssituatie van een inrichting, bedoeld in artikel 6.8, eerste lid, onderdeel b, onder 3 en 4 van de Regeling handel levende dieren; levende producten; en

    • c. werkzaamheden die onder verantwoordelijkheid en in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit worden uitgevoerd in het kader van opsporing, preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 8 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekte en zoönosen en TSE’s.

  • 2. Indien een dierenarts als bedoeld in het eerste lid niet voldoet aan artikel 30, 31, tweede lid, of 32 van verordening (EU) nr. 2017/625, besluit de minister om een dierenarts van het verrichten van een of meer taken als bedoeld in het eerste lid uit te sluiten.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 14 december 2019.

Dit besluit wordt bekend gemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 10 december 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: J.C. Goet Secretaris-generaal

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar berust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit t.a.v. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ( NVWA), Postbus 43006, 3540 AA Utrecht.

TOELICHTING

1. Inleiding

Met ingang van 14 december 2019 is verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (PbEU L 95) (hierna: OCR) van kracht. Een van de uitgangspunten van de OCR is dat officiële controles en andere officiële activiteiten door de bevoegde autoriteit worden uitgevoerd. Evenwel bevat de OCR ook de mogelijkheid dat de bevoegde autoriteit gemachtigde instanties of natuurlijke personen, waaronder dierenartsen, kan aanwijzen voor het verrichten van bepaalde taken in verband met het uitvoeren van officiële controles of andere officiële activiteiten.

Private dierenartsen voeren in Nederland een aantal taken uit die vallen onder het begrip officiële controle of andere officiële activiteiten, bedoeld in artikel 2 van de OCR. Het is wenselijk dat private dierenartsen deze taken kunnen blijven uitvoeren. Daarvoor is het noodzakelijk dat deze dierenartsen voor de uitvoering van deze taken worden aangewezen. Daartoe voorziet dit besluit.

2. Aanwijzing

In artikel 2, eerste lid, van dit besluit worden de taken opgesomd die onderdeel uitmaken van verplichtingen die aan de bevoegde autoriteit zijn opgedragen. Het betreft het verrichten van de ante-mortemkeuring in geval van noodslacht buiten het slachthuis (artikel 4 verordening 2019/624), het verrichten van een gezondheidsinspectie naar de gezondheidstoestand van al het pluimvee in een inrichting (artikel 2, onder 12, richtlijn 2009/158) of om de inzet van dierenartsen in het geval van de opsporing, preventie en de bestrijding van besmettelijke dierziekten. Het gaat dan om een dierziekte als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 8 van de Regeling monitoring, bestrijding en preventie van besmettelijke dierziekten, zoönosen en TSE’s.

Dit zijn alle aangifteplichtige dierziekten waarvoor de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maatregelen kan treffen. Afhankelijk van de specifieke situatie met betrekking tot een ziekte kan de inzet van private dierenartsen gewenst zijn. Private dierenartsen worden in zoverre aangewezen dat zij alleen werkzaamheden mogen uitvoeren die door de bevoegde autoriteit, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) aan hen zijn opgedragen. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de NVWA. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de inzet van private dierenartsen bij gezondheidscontroles bij bedrijven in een gebied dat is ingesteld in verband met een besmetting, of het nemen van monsters voor nader onderzoek.

Met artikel 2, eerste lid, van dit besluit wordt iedere dierenarts die ingeschreven is in het register, bedoeld in artikel 4.3 van de Wet dieren, aangewezen voor de in dat lid opgesomde taken. De aanwijzing houdt overigens geen verplichting in voor dierenartsen om de taken in artikel 2, eerste lid, onder a en b te verrichten. Het staat een dierenarts vrij om zelf te bepalen of hij die handelingen al dan niet verricht. In het geval dat de dierenarts in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de NVWA bijdraagt aan de opsporing, preventie en de bestrijding van besmettelijke dierziekten dan zal de dierenarts natuurlijk wel de aanwijzingen en opdrachten van de NVWA moeten uitvoeren.

Op de aanwijzing van natuurlijke personen voor de uitvoering van taken die onderdeel uitmaken van officiële controle en andere officiële activiteiten zijn de artikelen 29 respectievelijk 30, tweede lid, van de OCR van toepassing. De OCR heeft als voorwaarden voor het aanwijzen van natuurlijke personen dat de persoon die aangewezen wordt onafhankelijk, onpartijdig, gekwalificeerd en deskundig moet zijn. Private dierenartsen in Nederland voldoen aan deze eisen.

Een dierenarts mag alleen diergeneeskunde uitoefenen als hij in het diergeneeskunderegister is ingeschreven. Zie hiervoor artikel 4.3 van de Wet dieren. Voor inschrijving in dat register moet een dierenarts de opleiding diergeneeskunde met goed gevolg hebben afgerond. Met deze opleiding hebben dierenartsen voldoende deskundigheid om de taken, waarvoor ze door dit besluit worden aangewezen, uit te kunnen voeren. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van dierenartsen wordt geborgd door het feit dat dierenartsen in hun handelen aan specifieke zorgplichten opgenomen in de Wet dieren moeten voldoen. Dierenartsen kunnen tuchtrechtelijk worden aangesproken op het niet voldoen aan die zorgplichten.

Daarnaast wordt bij de ante-mortemkeuring de onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van de taak geborgd door de verplichting dat in het slachthuis de post-mortemkeuring moet plaatsvinden door een officiële dierenarts (zie hiervoor artikel 8, onder a, verordening 2019/624). Ook bevat bijlage III, sectie I, hoofdstuk VI, verordening 853/2004 aanvullende voorwaarden ten opzichte van reguliere slacht om te bepalen of het dier al dan niet geschikt is voor menselijke consumptie. De taken die betrekking hebben op het volgen van de gezondheidssituatie in een inrichting voor pluimvee en op de opsporing, preventie en bestrijding van een besmettelijke dierziekte uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de NVWA. Ook dit draagt bij aan een onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van taken door een private dierenarts.

De OCR vereist ook in artikel 33 dat de aanwijzing wordt ingetrokken als een dierenarts niet meer aan de eisen van de OCR voldoet. Om die reden regelt dit besluit ook dat de minister, bij besluit, een bepaalde dierenarts uitsluit van uitvoering van één of alle van de genoemde taken indien blijkt dat die dierenarts niet meer aan de eisen voldoet. Dit besluit is voor bezwaar en beroep vatbaar.

Een dierenarts die op basis van een rechtelijke of tuchtrechtelijke uitspraak geen diergeneeskundige handelingen meer mag verrichten en uit het register wordt gehaald verliest automatisch de aanwijzing op basis van de OCR voor uitvoering van de genoemde taken. De aanwijzing in dit besluit is namelijk gebaseerd op inschrijving in het register. Andersom geldt dat als een dierenarts de aanwijzing op basis van dit besluit verliest dit niet betekent dat de dierenarts ook automatisch uit het diergeneeskunderegister wordt verwijderd.

Naar boven