Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 juli 2021, kenmerk 3221333-1012177-J, houdende wijziging van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan in verband met verlenging van de werkingsduur en de aanpassing van de normbedragen voor 2022

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

2. Onder B, sub 1°, wordt ‘€ 29.381,00’ vervangen door ‘€ 29.853,00’.

3. Onder B, sub 2°, wordt ‘€ 34.495,00’ vervangen door ‘€ 35.050,00’.

4. Onder B, sub 3°, wordt ‘€ 27.530,00’ vervangen door ‘€ 27.973,00’.

5. Onder B, sub 4°, wordt ‘€ 27.676,00’ vervangen door ‘€ 28.121,00’.

6. Onder E wordt ‘€ 6.427,00’ vervangen door ‘€ 6.536,00’.

B

Artikel 9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 1.773,88’ vervangen door ‘€ 1.804,04’ en wordt ‘€ 3.216,82’ vervangen door ‘€ 3.271,50’.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 1.182,39’ vervangen door ‘€ 1.202,49’ en wordt ‘€ 1.903,83’ vervangen door ‘€ 1.936,20’.

C

Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ € 1.773,88’ vervangen door ‘€ 1.804,04’ en wordt ‘€ 2.254,87’ vervangen door ‘€ 2.293,20’.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 1.182,39’ vervangen door ‘€ 1.202,49’ en wordt ‘€ 1.422,85’ vervangen door ‘€ 1.447,04’.

D

In artikel 23 wordt ‘1 januari 2022’ vervangen door ‘1 januari 2027’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling tot wijziging van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan (hierna: de Subsidieregeling). Deze wijzigingsregeling strekt ertoe de werkingsduur te verlengen en de jaarlijkse aanpassing van de normbedragen te regelen. Het gaat om de normbedragen voor het jaar 2022.

In 2021 is de Subsidieregeling geëvalueerd (door Significant Public). Uit deze evaluatie blijkt dat de Subsidieregeling in de basis doelmatig en doeltreffend is, de regeling voorziet met name in een duidelijke behoefte van schippers (gezinsbedrijven) met kinderen in de leerplichtige en kwalificatie plichtige leeftijd. Echter, de regeling is niet doeltreffend voor de gehele doelgroep omdat circusartiesten/kermisexploitanten amper gebruikmaken van de regeling. Hieruit blijkt een geringe behoefte vanuit deze doelgroep. De situatie van deze doelgroep is ook anders, zo is er voor hen een alternatief voor een internaat in de vorm van de Stichting Rijdende School. Kermisexploitanten en circusartiesten hebben veelal ook een vaste verblijfsplaats waar zij een deel van het jaar verblijven en hun kinderen veelal verblijven vanaf het moment dat ze naar het voortgezet onderwijs gaan, ze wonen vaak thuis of bij familie.

Voor schipperskinderen is er geen voor de hand liggend alternatief voor de internaten. Echter, het uitbreiden van hybride onderwijs (fysiek en (online) afstandsonderwijs) kan mogelijk wel een alternatief bieden voor de gehele doelgroep.

Daarnaast is de verwachting dat het dalende aantal kinderen op schippersinternaten na enkele jaren min of meer stabiel zal zijn, waardoor de noodzaak voor de Subsidieregeling blijft bestaan.

Tot slot constateert Significant Public dat het huidige financieringsmodel het best passend is, maar dat de in 2000 vastgestelde en daarna jaarlijkse geïndexeerde, normbedragen aan herijking toe zijn. De herijking van de normbedragen middels een onderzoek, zal voor de regeling die geldt ten behoeve van het subsidiejaar 2023 plaatsvinden.

Conclusie daarvan is dat de huidige vormgeving van de regeling het meest eenvoudig en kosteneffectief is en daarmee in de huidige vorm doorgezet kan worden.

Met de onderhavige wijzigingsregeling is de werkingsduur van de Subsidieregeling verlengd, met vijf jaar. Daarnaast zijn de normbedragen aangepast voor het jaar 2022. In het onderstaande licht ik dit nader toe.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 5, eerste lid, zijn de normbedragen op basis waarvan exploitanten gesubsidieerd worden geactualiseerd voor 2022.

In onderdeel B zijn de normbedragen voor de opvang van kinderen in de internaten van de exploitant verhoogd met OVA 2021 over het loongevoelige deel van de subsidie.

Het normbedrag voor elk kind waarvoor de exploitant bemiddelt in de pleegopvang (component E in artikel 5, eerste lid) is verhoogd op basis van het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee direct aan het betreffende jaar voorafgaande jaren. Deze indexcijfers zijn gepubliceerd in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau van de Statistiek.

B en C

Deze onderdelen bevatten de aanpassing van bedragen van de ouderbijdragen voor 2022 in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, tweede lid.

De bedragen voor de berekening van de ouderbijdrage voor de opvang van een kind in een internaat of een pleeggezin worden verhoogd, op basis van het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee direct aan het betreffende jaar voorafgaande jaren. Dit in lijn met de aanpassing van het normbedrag, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel E. De bedoelde indexcijfers over de desbetreffende julimaanden zijn gepubliceerd in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau van de Statistiek.

D

In artikel 23 is de vervaldatum aangepast naar ‘1 januari 2027’, gelet op de verlenging van de werkingsduur van de Subsidieregeling met vijf jaar.

Artikel II

Het subsidiejaar valt samen met het kalenderjaar. De regeling treedt daarom in werking met ingang van 1 januari 2022, overeenkomstig de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM). De regeling wordt spoedig bekendgemaakt, met het oog op de aanvragen ten behoeve van het subsidiejaar 2022, die voor 1 november 2021 moeten worden ingediend.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven