Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 juni 2021, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van eenmalige specifieke uitkeringen in het kader van het Bestuursakkoord Compensatiepakket Marinierskazerne dat op 26 juni 2020 is gesloten door de Staat der Nederlanden, de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen (Regeling specifieke uitkeringen Wind in de Zeilen)

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bestuursakkoord:

Bestuursakkoord Compensatiepakket Marinierskazerne dat op 26 juni 2020 is gesloten door de Staat der Nederlanden, de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen (Kamerstukken II 2019/20, 33 358, nr. 28, bijlage);

BTW-compensatiefonds:

het BTW-compensatiefonds, bedoeld in artikel 2 van de Wet op het BTW-compensatiefonds;

minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

fiche:

fiche van het Advies van de Speciaal Adviseur, dat als Bijlage A onderdeel uitmaakt van het bestuursakkoord;

pakket Wind in de Zeilen:

het pakket maatregelen opgenomen in fiches 1A tot en met 1K;

stuurgroep ‘Wind in de Zeilen’:

stuurgroep, bedoeld in artikel 2.9 van het bestuursakkoord.

Artikel 2. Doel

De minister verstrekt aan de provincie Zeeland en de gemeente Vlissingen in het kader van het pakket Wind in de Zeilen middelen voor activiteiten als bedoeld in de fiches 1F, 1G en 1I. De middelen worden verstrekt als eenmalige specifieke uitkering.

Artikel 3. Uitkeringsplafond

Het uitkeringsplafond voor deze regeling bedraagt € 11.400.000, inclusief de bijdrage van de minister aan het BTW-compensatiefonds.

Artikel 4. Activiteiten fiche 1F (Bereikbaarheid)

  • 1. De activiteiten, bedoeld in artikel 2, in het kader van fiche 1F (Bereikbaarheid) omvatten of dragen bij aan:

    • a. het genereren van een nieuw hoog-innovatief mobiliteitsaanbod, de digitale randvoorwaarden hiertoe en de private dienstverlening die hiermee kan ontstaan zoals in dat fiche omschreven; of

    • b. de aanleg van infrastructuur in de stationsomgeving Vlissingen zoals in dat fiche omschreven.

  • 2. Voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onder a, bedraagt de uitkering ten hoogste € 5.000.000, inclusief de bijdrage aan het BTW compensatiefonds.

  • 3. Voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onder b, bedraagt de uitkering ten hoogste € 5.000.000, inclusief de bijdrage aan het BTW compensatiefonds.

Artikel 5. Activiteiten fiche 1G (Industrie en haven)

  • 1. De activiteiten, bedoeld in artikel 2, in het kader van fiche 1G (Industrie en haven) omvatten of dragen bij aan:

    • a. onderzoek naar de ontwikkeling van een waterstof hub zoals in dat fiche omschreven; of

    • b. onderzoek versterken (financiële) positie van North Sea Port zoals in dat fiche omschreven.

  • 2. Voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onder a, bedraagt de uitkering ten hoogste € 200.000, inclusief de bijdrage aan het BTW compensatiefonds.

  • 3. Voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onder b, bedraagt de uitkering ten hoogste € 200.000, inclusief de bijdrage aan het BTW compensatiefonds.

Artikel 6. Activiteiten fiche 1I (Arbeidsmarkt: impuls werkzoekenden)

  • 1. De activiteiten, bedoeld in artikel 2, in het kader van fiche 1I (Arbeidsmarkt: impuls werkzoekenden) omvatten of dragen bij aan het (om)scholen van werkzoekenden in de regio zoals in dat fiche omschreven.

  • 2. Voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, bedraagt de specifieke uitkering ten hoogste € 1.000.000, inclusief de bijdrage aan het BTW compensatiefonds.

Artikel 7. Besteding van de middelen

De provincie Zeeland of de gemeente Vlissingen besteedt de middelen uitsluitend aan de activiteiten waarvoor zij zijn verstrekt conform de gemaakte afspraken in het bestuursakkoord.

Artikel 8. Verantwoording en vaststelling

  • 1. Het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen leggen per fiche waarvoor op grond van deze regeling middelen zijn ontvangen verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze, bepaald in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

  • 2. De uitkering wordt per fiche vastgesteld zodra de minister, de provincie Zeeland en de gemeente Vlissingen gezamenlijk hebben geconcludeerd dat de activiteiten waarvoor de middelen zijn verleend, zijn gerealiseerd en financieel kunnen worden afgerond.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkeringen Wind in de Zeilen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R. Knops

TOELICHTING

Algemeen

Op 14 februari 2020 heeft het kabinet twee voorgenomen besluiten genomen. Enerzijds het voorgenomen besluit om de marinierskazerne niet in Vlissingen te bouwen en anderzijds het voorgenomen besluit om gezamenlijk te werken aan een voor zowel Zeeland als het kabinet aanvaardbaar compensatiepakket (Kamerstukken II, 33 358, nr. 15). Op 26 juni 2020 is op basis van het advies van de Speciaal Adviseur over het compensatiepakket (hierna: pakket Wind in de Zeilen) een bestuursakkoord gesloten tussen het Rijk, de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen.

Met het sluiten van het bestuursakkoord is een eerste stap gezet in het herstel van vertrouwen. Voor een duurzaam herstel van het vertrouwen is blijvende samenwerking en een langdurig partnerschap nodig. Partijen geven vanuit dit langdurige partnerschap gezamenlijk uitvoering aan het pakket Wind in de Zeilen.

Doel van het pakket is om de sociaaleconomische structuur in Zeeland en Vlissingen en het beeld van het vestigingsklimaat te versterken door uitvoering van de afgesproken maatregelen. Om een voortvarende uitvoering te borgen is een bestuurlijke stuurgroep ingesteld waarvan de commissaris van de Koning van Zeeland, de burgemeester van Vlissingen, en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) deel uitmaken. De staatssecretaris vertegenwoordigt hierin het kabinet, dat vanuit een groot aantal ministeries betrokken is bij de realisering van de maatregelen uit het pakket. Om de afspraken uit het pakket te monitoren wordt halfjaarlijks door de uitvoeringsregisseur een voortgangsrapportage opgesteld.

De afgesproken maatregelen zijn beschreven in de fiches 1A tot en met 1K van het Advies Speciaal Adviseur, dat als bijlage A deel uitmaakt van het bestuursakkoord.

Voor een deel van de compensatiemaatregelen vindt financiering door het Rijk plaats door middel van verstrekking van een eenmalige specifieke uitkering van de Staatssecretaris BZK aan de provincie Zeeland en de gemeente Vlissingen. Het budget is afkomstig van een aantal bij het pakket Wind in de Zeilen betrokken ministeries (het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De keuze om de bevoegdheid bij de Staatssecretaris van BZK te leggen, houdt verband met de coördinerende rol die hij heeft bij de uitvoering van het pakket Wind in de Zeilen.

De activiteiten waarvoor op grond van de onderhavige regeling een specifieke uitkering wordt verstrekt betreffen de compensatiemaatregelen die zijn genoemd in de fiches 1F (Bereikbaarheid), 1G (Industrie en haven) en 1I (Arbeidsmarkt: impuls werkzoekenden). Dit is nader toegelicht in de toelichting op de artikelen 4, 5, en 6.

Administratieve lasten

Er is geen sprake van administratieve lasten voor burgers of bedrijven. Voor zover bedrijven of zelfstandigen extern worden ingehuurd voor de uitvoering van activiteiten waarvoor een specifieke uitkering wordt verstrekt zijn die weliswaar indirect begunstigden van de uitkering, maar zij ondervinden geen administratieve verplichtingen hiervan.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ART) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Artikelsgewijs

Artikel 2. Doel

In artikel 2 is het doel geregeld, waarvoor de specifieke uitkering wordt verstrekt. De uitkeringen wordt verstrekt aan de provincie Zeeland en aan de gemeente Vlissingen in het kader van de maatregelen die zijn opgenomen in de fiches 1F (bereikbaarheid), 1G (industrie en haven) en 1I (arbeidsmarkt). In de artikelen 4, 5 en 6 is nader bepaald voor welke activiteiten de uitkeringen verstrekt worden. Overeenkomstig aanwijzing 3.26 van de Aanwijzingen voor de regelgeving is de bevoegdheid om de uitkeringen te verstrekken in de regeling aan de Minister van BZK opgedragen, maar de Staatssecretaris van BZK is op dit terrein de verantwoordelijke bewindspersoon. Hij verstrekt de specifieke uitkeringen vanzelfsprekend na overleg met de betrokken vakministeries. Voor wat betreft de uitkering op grond van artikel 4 is dit de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), voor de uitkering op grond van artikel 5 de Minister van Economische Zaken en Klimaat en voor de uitkering op grond van artikel 6 de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Artikel 3. Uitkeringsplafond

Het totale beschikbare budget voor deze regeling is € 11.400.000. Dit bedrag is de optelsom van de budgetten voor de activiteiten, genoemd in de artikelen 4, 5 en 6. Dit budget is inclusief de bijdrage aan het BTW-compensatiefonds.

Artikel 4. Activiteiten fiche 1F (Bereikbaarheid)

De maatregel, beschreven in fiche 1F, is gericht op het verbeteren van de verbindingen van Zeeland en Vlissingen met de Randstad, Brabant en Vlaanderen. Het verbeteren van de bereikbaarheid is randvoorwaardelijk voor de sociaaleconomische structuurversterking van Zeeland en Vlissingen. Concreet gaat het daarbij om de verbetering van de IC-verbinding tussen de Randstad en Vlissingen. Een ander onderdeel van het pakket aan bereikbaarheidsmaatregelen richt zich onder meer op toekomstbestendige duurzame slimme mobiliteit en de ontwikkeling van het stationsgebied in Vlissingen. Voor deze activiteiten stelt het Rijk in totaal € 10 miljoen beschikbaar.

Tegen de achtergrond van de ambities van Zeeland om een living lab te worden voor uiteenlopende Slimme Mobiliteit activiteiten en toepassingen, is vanuit het Rijk een budget ter beschikking van € 5 miljoen. Dit investeringsbedrag is primair bedoeld voor het genereren van een nieuw, hoog-innovatief mobiliteitsaanbod, de digitale randvoorwaarden hiertoe (data uitwisseling) en de private dienstverlening die hiermee kan ontstaan. Aanpassingen aan de infrastructuur vallen hier buiten. De activiteiten uit het living lab zullen een bijdrage leveren aan de ambitie om het stationsgebied van Vlissingen te ontwikkelen tot dé mobiliteitshub in de regio.

Voor de ontwikkeling van de stationsomgeving in Vlissingen, zoals in het plan van aanpak beschreven, is vanuit het Rijk € 5 miljoen beschikbaar. Dit plan van aanpak is op 15 april door de stuurgroep Wind in de Zeilen vastgesteld.

Artikel 5. Activiteiten fiche 1G (Industrie en haven)

De industriële bedrijven in Zeeland zijn hoogwaardig, energie-intensief en divers. Zeeland is het grootste waterstofcluster van Nederland en de eerste regio met grootschalige aanlanding van groene windstroom. Er zijn volop ruimtelijke mogelijkheden en de bedrijven staan vooraan in hun sector en zijn innovatief. Industrie en havens staan voor de opgave om concurrerend te lijven, in een wereld waarin de energie- en grondstofvoorziening snel klimaatneutraal moet worden, en waarin toegang tot klimaatneutrale energievormen in combinatie met slimme ICT een steeds belangrijker concurrentiefactor en daarmee vestigingsfactor wordt.

Voor de Zeeuwse industrie en havens is het essentieel om tijdig en tegen gelijke kosten net als andere Nederlandse industrieën gebruik te kunnen maken van verzwaring van het elektriciteitsnet, en van waterstof en/of CO2-opslagfaciliteiten.

Gezien de huidige koppositie van Zeeland op het terrein van waterstof wordt in gezamenlijkheid tussen Rijk en regio een verdere impuls aan de ontwikkelingen van de waterstofeconomie gegeven. North Sea Port staat voor buitengewoon hoge maar noodzakelijke investeringen. Het betreft infrastructurele investeringen, maar ook investeringen in het kader van de energie-transitie en klimaatverandering (Fiche 1G). Om die reden is het voor North Sea Port belangrijk om in kaart te brengen wat dit betekent voor de financiële positie van North Sea Port en hoe die versterkt kan worden.

Voor twee onderdelen wordt een bijdrage van in totaal € 400.000 beschikbaar gesteld. Het betreft (a) het gezamenlijk uitvoeren van een onderzoek naar het ontwikkelen van een waterstof hub en (b) een onderzoek naar de toekomstige (financiële) positie van North Sea Port.

Artikel 6. Activiteiten fiche 1I (Arbeidsmarkt: impuls werkzoekenden)

In vergelijking met de arbeidsmarktsituatie van Zeeland in het algemeen is de werkloosheid in Vlissingen en Zeeuws-Vlaanderen hoog en langdurig. Ook is het beroep op de bijstand groot. Met de nieuwe banen uit het Programma Perspectief op Werk in Zeeland kunnen werkzoekenden in de regio worden (om)geschoold, zodat de creatie van nieuwe banen uit het pakket Wind in de Zeilen ook voor deze groep nieuw en meer perspectief biedt. Voor de gemeente Vlissingen is voor een extra impuls voor deze (om)scholing een bedrag beschikbaar van € 1 miljoen.

Artikel 8. Verantwoording en vaststelling

Ten minste één keer per jaar rapporteren de provincie Zeeland en de gemeente Vlissingen conform artikel 17a, eerste lid, de Financiële-verhoudingswet over de rechtmatigheid van bestedingen waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt (via de SiSa-verantwoording) in de jaarrekening, conform de vereisten in de Financiële-verhoudingswet. De verantwoording vindt plaats per fiche, waarvoor op grond van de onderhavige regeling middelen zijn ontvangen.

Bij niet tijdig indienen van de verantwoordingsinformatie, kan het maatregelenbeleid van het Ministerie van BZK in werking treden (artikel 17b van de Financiële-verhoudingswet).

De Staatssecretaris van BZK stelt de uitkering per fiche vast, zodra de verantwoordingsinformatie over de uitvoering van een fiche volledig is verstrekt. De verantwoordingsinformatie is pas volledig, dus de uitkering kan pas worden vastgesteld, als de betrokken partijen bij een fiche gezamenlijk concluderen dat het project is gerealiseerd en financieel kan worden afgerond.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R. Knops

Naar boven