De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 3.1, eerste en tweede lid, in samenhang met artikel 3.3, en artikel
6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In Bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het
Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage
bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande
nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen
in bijlage A, behorend bij deze regeling:
|
Kaart:
|
kaartnummer:
|
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
041
|
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
042
|
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
177
|
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
178
|
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
181
|
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
230
|
B
In Bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar
het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van
de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder
genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorend bij deze regeling:
|
Kaart:
|
kaartnummer:
|
|
Beheer waterkwantiteit
|
177
|
|
Beheer waterkwantiteit
|
178
|
|
Beheer waterkwantiteit
|
181
|
ARTIKEL II
-
1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende
regels of voorschriften en daarvoor als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling
van bijlage II of III bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in artikel
1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten
toepassing totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor
een watervergunning vereist is.
-
2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet wordt, wordt
een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste
lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van
de Waterwet aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021. Indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2021, treedt zij
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Inleiding
Deze regeling vervangt in totaal 9 kaarten in de bijlagen II of III bij de Waterregeling.
Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren
waarover het Rijk het waterkwaliteits-, en waterkwantiteitsbeheer voert.
2. Wijzigingen kaartbijlagen per onderdeel
Artikel I, onderdeel A (kaarten nr. 041, 042 en 230)
De aangepaste kaarten binnen bijlage II bij de Waterregeling met de nummers 041, 042
en 230 bevatten een wijziging van de grenzen van het waterkwaliteitsbeheer. De wijziging
van de kaarten 041, 042 en 230 brengt de feitelijke situatie tot uitdrukking dat de
rijksbaggerdepots IJsseloog en Hollandsch Diep zelf geen onderdeel uitmaken van de
omringende oppervlaktewaterlichamen Ketelmeer en Hollandsch Diep.
Bij invoering van de Waterwet zijn de oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk
geografisch begrensd op de kaarten in de bijlage bij de Waterregeling. Dit was nodig
om de rijkswateren af te bakenen van de regionale wateren die in beheer zijn bij waterschappen.
Deze kaarten geven aan tot waar de (rijks)oppervlaktewaterlichamen reiken. Onbedoeld
zijn hierbij de depots ‘ingetekend’ op deze kaarten, waardoor ze juridisch gezien
onderdeel zijn gaan uitmaken van deze oppervlaktewaterlichamen. Dit is echter onjuist,
omdat de depots feitelijk gescheiden zijn van het oppervlaktewater door middel van
een fysieke barrière. Met wijziging van de kaarten 041, 042 en 230 is dit gecorrigeerd
en wordt de juridische situatie in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie.
Overigens geldt dat het water dat zich binnen de omringde baggerdepots bevindt, geen
zelfstandig oppervlaktewaterlichaam vormt in de zin van de Waterwet, aangezien daarin
als gevolg van rechtmatig gebruik ten behoeve van een specifiek doel geen normaal
ecosysteem aanwezig is.
Artikel I, onderdeel A en B (kaarten nr. 177, 178 en 181)
De aangepaste kaarten binnen bijlagen II en III bij de Waterregeling (onder nummers
177, 178, 181) bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer. De wijzigingen van de
grenzen betreffen correcties van de eerdere versies van de kaarten en de vastlegging
van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken wijzigingen van de beheergrenzen.
Hieronder zijn de wijzigingen per kaart toegelicht.
De wijzigingen op kaart 177 betreffen correcties op verschillende locaties. Zo is
in de Entrepothaven de grens om de steiger die leidt naar een kolom woningen verwijderd.
Dit geldt ook voor de grens om de steiger van de Passenger Terminal Amsterdam. De
grens rondom de steiger van het BIM huis is aangepast. De grens om de fietsenstalling
bij het Centraal Station van Amsterdam is aangepast omdat een gedeelte van de stalling
en de aangrenzende objecten behoort tot het rijkswater.
De wijzigingen op kaart 178 betreffen zowel correcties als wijzigingen. Zo is op de
Silodam in de Houthavens de grens gelegd door het appartementencomplex dat aldaar
op pijlers staat. Tevens is ter hoogte van de Nieuwe Houthaven aan de Danzigerkade
de grens gecorrigeerd naar de scheiding tussen droog en nat. Naar aanleiding van de
ontwikkeling van de NDSM werf is het noordelijk gedeelte van het NDSM kanaal tussen
de Ms. Oslofjordweg en NDSM-straat en ten oosten van de pontaanlanding gedempt.
De wijzigingen op kaart 181 betreffen wijzigingen aan de beheergrenzen. Op de 1e Rijksbinnenhaven is de steiger aan de noordzijde verwijderd. Dit heeft een aanpassing
van de grens tot gevolg. De grens op het eiland ten noorden van het Buiten Spuikanaal
is aangepast. De grens is gelegd op de insteek van de oever. Daarnaast staat de zuidzijde
van de Loswal op pijlers. De grens is daarom langs de oever getrokken.
3. Gevolgen van deze regeling
Als gevolg van het vergunningvrij dan wel vergunningplichtig worden van gebieden kunnen
er regeldrukgevolgen zijn. Deze volgen echter reeds uit eerder gemaakte afspraken
dan wel uit de toepassing van andere regelgeving op de wijzigingen in de desbetreffende
gebieden. De onderhavige wijziging heeft op zichzelf geen gevolgen voor de administratieve
lastendruk voor burgers en bedrijven en evenmin voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten.
De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken bestuursorganen. Voor burgers en bedrijven
zijn er als gevolg van deze regeling geen andere ingrijpende gevolgen.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het naar verwachting geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
Omdat de regeling geen ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en bedrijven en voornamelijk
technische wijzigingen behelst, is daarnaast afgezien van internetconsultatie in lijn
met het beleid ten aanzien daarvan.1
4. Overgangsrecht
Deze regeling bevat de gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat
voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning
vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging
van beheergrenzen een watervergunning vereist is.
Voorwaarde is wel dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden
van de gewijzigde beheergrenzen aan de eisen van de Waterwet en de krachtens die wet
gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals vergunningseisen en -voorschriften,
zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften en meldings- en informatieplichten).
Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus
gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door de
wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door
het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.
5. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 in verband met wijzigingen
van de beheergrenzen die per die datum wenselijk zijn. Er wordt afgeweken van de invoeringstermijn
van drie maanden uit het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving, die is
vereist wegens de gevolgen voor andere overheden. Dat is niet bezwaarlijk, omdat de
wijzigingen al zijn afgestemd met de betrokken overheden en waar relevant met andere
betrokkenen. Bovendien is latere inwerkingtreding niet gewenst, omdat de eerder aangegeven
beheergrenzen op de genoemde kaarten bij de Waterregeling niet actueel zijn. Spoedige
wijziging is dus noodzakelijk en een later vast verandermoment, in dit geval 1 oktober
2021, kan om die reden niet worden afgewacht. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond
van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga