Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het bedrag, genoemd in de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Nader Rapport

21 mei 2021

Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het bedrag, genoemd in de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 16 april 2021, nr. 2021000773, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 28 april 2021, nr. W12.21.0113/III, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies is tevens hieronder opgenomen en is cursief afgedrukt.

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Bij Kabinetsmissive van 16 april 2021, no.2021000773, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging van het bedrag, genoemd in de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

S.F.M. Wortmann

Ik bied U hierbij het ontwerpbesluit en de nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees.

Advies Raad van State

No.W12.21.0113/III

’s-Gravenhage, 28 april 2021

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 16 april 2021, no.2021000773, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging van het bedrag, genoemd in de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State, S.F.M. Wortmann.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Ontwerpbesluit van ..... houdende wijziging van het bedrag, genoemd in de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 april 2014, nr. 2021-0000061009;

Gelet op de artikelen 63a, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, vierde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [niet invullen];

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In de artikelen 63a, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt “€ 185,61” vervangen door “€ 183,61”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2021.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

NOTA VAN TOELICHTING

Algemene toelichting

De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten is een structurele jaarlijkse tegemoetkoming waarmee het koopkrachtbeeld voor personen die per 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO/WAZ/WIA/Wajong), wordt verbeterd. De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten bestaat sinds 2009 en is bedoeld als tegemoetkoming in de extra kosten die arbeidsongeschikten hebben vanwege het feit dat zij (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn.

Met ingang van 1 januari 2021 is de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten op basis van de wettelijk voorgeschreven indexering gewijzigd van € 182,69 naar €185,611.

In de begroting van SZW 20212 is opgenomen dat de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten vervolgens wordt verlaagd van € 185,61 netto per jaar naar € 183,61 netto per jaar. De verlaging van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten komt voort uit een toezegging van de staatssecretaris van SZW3 op het verzoek van mevrouw Oomen-Ruijten (CDA) om een regeling te treffen voor de groep Wajongers, die vanwege inwerkingtreding van de Wet van 27 mei 2020 tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong (Stb. 2020, 173), niet de mogelijkheid heeft om in de voortgezette werkregeling Wajong2010 in te stromen. Voor de wijziging van de voortgezette werkregeling is geen ruimte aanwezig binnen de SZW-begroting. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer zijn bij vaststelling van de begroting 2021 van SZW vorig jaar akkoord gegaan met het voorstel om de vrijgekomen middelen van de verlaging van de AO-tegemoetkoming in te zetten voor de voortgezette werkregeling voor deze specifieke groep Wajongers. Het inkomenseffect van deze maatregel is voor de ontvangers van de AO-tegemoetkoming klein. De opbrengsten van de maatregel komen ten goede aan een specifiek deel van de groep op wie de verlaging van de AO-tegemoetkoming van toepassing is om de participatie van Wajongers te bevorderen.

Financiële effecten

Uitkeringslasten

In totaal krijgen bijna 817 duizend4 arbeidsongeschikten met de verlaging van de AO-tegemoetkoming te maken in 2021. Het verlagen van de AO-tegemoetkoming van netto €185,61 per jaar naar netto €183,61 per jaar leidt tot een besparing van circa €2,5 miljoen (bruto) per jaar.

De totale besparing wordt ingezet ter dekking voor de aanpassing van het garantiebedrag voor de specifieke groep Wajongers5, die vanwege inwerkingtreding van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong niet de mogelijkheid heeft om in te stromen in de voortgezette werkregeling. De kosten voor deze wijziging bedragen naar schatting € 2,5 miljoen per jaar en worden gedekt door verlaging van de AO-tegemoetkoming.

Budgettaire gevolgen (x € 1 miljoen, effect op uitgaven)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verlaging tegemoetkoming arbeidsongeschikten

–2,5

–2,5

–2,5

–2,6

–2,6

–2,6

Uitvoeringskosten

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) voert de regeling voor de tegemoetkoming voor arbeidsongeschiktheid uit. De verlaging van de tegemoetkoming heeft geen gevolgen voor de uitvoeringskosten van het UWV.

Inkomenseffecten

Deze maatregel raakt bijna 817 duizend gerechtigden met een tegemoetkoming voor arbeidsongeschiktheid. De verlaging van de tegemoetkoming met € 2,00 netto in 2021 heeft een negatief inkomenseffect van minder dan 0,1% voor de ontvangers van de tegemoetkoming.

Administratieve lasten en regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen structurele gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,


X Noot
3

Kamerstukken 2019/2020, 35 213, Q, toezegging staatsecretaris SZW aan lid Oomen-Ruijten

X Noot
4

CBS Statline, 2020

X Noot
5

Volgens een schatting van UWV betreft het 1.300 Wajongers

Naar boven