Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 mei 2021, nummer WBN 2021/4, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba, de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten en de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap;

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba, de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten en de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1/ 9-1-b Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b komt te luiden:

BIJLAGE 1. OVERZICHT AFSTANDSBEPALINGEN IN DE NATIONALITEITSWETGEVINGEN VAN DE STATEN DER VERENIGDE NATIES

Hierna volgt een lijst van landen met vermelding van behoud of verlies van de nationaliteit bij de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap. Bij deze lijst wordt het volgende aangetekend: het betreft hier een momentopname voor zover bij het Ministerie Justitie en Veiligheid bekend ten tijde van het verschijnen van deze gewijzigde landenlijst. Gebruikers van deze lijst die stuiten op wijzigingen of onjuistheden, wordt verzocht dit schriftelijk aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid te melden onder vermelding van het onderwerp: Afstandsverplichting bij de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap.

De schrijfwijze van de namen van staten is conform de ‘lijst van landnamen’, de officiële schrijfwijze voor het Nederlandse taalgebied, van de Werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige namen, 1994.

  • A = automatisch verlies

  • B = geen automatisch verlies maar het doen van afstand is mogelijk.

    Als volgens de vreemde nationaliteitswetgeving het doen van afstand mogelijk is, betekent dit niet dat dit altijd daadwerkelijk door de Nederlandse autoriteiten wordt verlangd. Van de verplichting om de oorspronkelijke nationaliteit te verliezen, bestaan vrijstellingen. Zie daarvoor artikel 9 lid 3 RWN en artikel 6 Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (Stcrt. 2003, 54).

  • C = geen automatisch verlies; het doen van afstand is niet mogelijk

  • D = partij bij het Verdrag van Straatsburg

  • E = partij geweest bij het Tweede Protocol van het Verdrag van Straatsburg

Onbekend = geen automatisch verlies, tot het tegendeel bewezen is

Als betrokkene verplicht is afstand te doen, dan moet hij een bereidheidsverklaring tekenen. Als betrokkene is vrijgesteld van de plicht om afstand te doen, dan hoeft hij geen bereidheidsverklaring te tekenen.

Landenlijst

Let op! Deze lijst geldt zowel bij optie als naturalisatie. De afstandsverplichting bij optie op grond van artikel 6, eerste lid en onder e, RWN is op 1 oktober 2010 ingevoerd. De afstandsverplichting geldt niet voor de overige optiecategorieën.

Met bevoegde autoriteit wordt bedoeld de bevoegde instantie die de optieverklaring of het naturalisatieverzoek in ontvangst neemt:

  • in Europees Nederland: de burgemeester;

  • in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur van Aruba, van Curaçao onderscheidenlijk van Sint Maarten;

  • in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba: de Minister (lees: IND-unit Caribisch Nederland);

  • in het buitenland: de hoofden van de Nederlandse diplomatieke en consulaire posten.

Daar waar staat basisregistratie personen geldt:

voor Europees Nederland: de BRP;

voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de PIVA;

voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba: de bevolkingsregistratie.

Afghanistan

B

Albanië

B

Algerije

C

Andorra

A

Angola

C (m.i.v. 1 januari 2015)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Angolese nationaliteit.

Bij een naturalisatieverzoek en bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) ingediend/afgelegd op of na 1 januari 2015, hoeft geen bereidheidsverklaring tot het doen van afstand meer te worden ondertekend.

Antigua en Barbuda

B

Argentinië

C, echter B ingeval van tot Argentijn genaturaliseerden.

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.04.2017 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.04.2017.

Tot 01.04.2017 was het A voor genaturaliseerde Argentijnen.

Armenië

B

Australië

B

De Australische nationaliteit ging tot 03.04.2002 automatisch verloren bij naturalisatie tot Nederlander. Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.11.2002 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Azerbeidzjan

B

Bahama’s

B

Bij 18-, 19- of 20-jarigen wordt het doen van afstand alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 30.08.2021 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 30.08.2021.

Tot 30.08.2021: afstand doen is alleen mogelijk vanaf 21 jaar.

Bahrein

B

Bangladesh

C

Barbados

B

Belarus (Wit-Rusland)

Zie Wit-Rusland

België

B (sinds 28.04.2008)

Met ingang van 28.04.2008 is België geen partij meer bij Hoofdstuk I van het Verdrag van Straatsburg. Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 28 april 2008. Tot 28.04.2008 gold A, D.

Het doen van afstand wordt bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) gevraagd als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Belize

B

Benin

B

Bhutan

A

Bolivia

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Bosnië-Herzegovina

B

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 1-7-2014 en bij optie (o.g.v. artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 1-7-2014.

Botswana

A

Brazilië

B

Brunei

A

Bulgarije

B

Burkina Faso

C (m.i.v. 1 januari 2015)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Burkinese nationaliteit.

Bij een naturalisatieverzoek en bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) ingediend/afgelegd op of na 1 januari 2015, hoeft geen bereidheidsverklaring tot het doen van afstand meer te worden ondertekend.

Van 5 maart 2009 tot 1 januari 2015: B

Burundi

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.03.2002 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Cambodja

B

Canada

B

Centraal-Afrikaanse Republiek

A

Chili

B

Tot Chileen genaturaliseerden verliezen hun Chileense nationaliteit vanaf 26 augustus 2005 niet meer automatisch maar moeten, net als Chilenen door geboorte, ook afstand doen.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.02.2008 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

China

A

Colombia

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Comoren, de

B

Congo (Volksrepubliek)

B

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 1-7-2014 en bij optie (o.g.v. artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 1-7-2014.

Congo (Democratische Rep., vh Zaïre)

A

Costa Rica

C

Cuba

C (m.i.v. 1 oktober 2010)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Cubaanse nationaliteit.

Cyprus

B

Denemarken

B

Met ingang van 26.08.2015 is Denemarken geen partij meer bij Hoofdstuk I van het Verdrag van Straatsburg.

Tot 01.04.2016: A + D.

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.04.2016 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder 3, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.04.2016.

Djibouti

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Dominica

B

Dominicaanse Republiek

B (m.i.v. 1 oktober 2020)

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN), ingediend vanaf 1 oktober 2020. Vanaf 1 oktober 2020 moet een bereidheidsverklaring tot het doen van afstand worden ondertekend.

Duitsland

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 28.08.2007 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Geen partij meer bij het verdrag van Straatsburg m.i.v. 22.12.2002.

Tot 28.08.2007 ging de Duitse nationaliteit automatisch verloren, tenzij de Duitse autoriteiten, met instemming van de Nederlandse autoriteiten, behoud van de Duitse nationaliteit hadden goedgekeurd.

Ecuador

C, echter B ingeval van tot Ecuadoriaan genaturaliseerden.

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 30.08.2021 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 30.08.2021.

Tot 30.08.2021: C.

Egypte

Met het oog op de actualiteit van de basisregistratie personen voegt de IND aan de bekendmaking aan de bevoegde autoriteit dat betrokkene het Nederlanderschap is verleend, een kopie van de toestemmingsverklaring van de Egyptische autoriteiten toe. Let op! De Egyptische nationaliteit is verloren gegaan met het verlenen van het Nederlanderschap, mits genaturaliseerd is ná verkregen toestemmingen nadat het verlies van de Egyptische nationaliteit is gepubliceerd in de Egyptische Staatscourant. Zodra betrokkene een kopie van de publicatie in de Egyptische Staatscourant heeft overgelegd, zal de IND de bevoegde autoriteit hiervan op de hoogte stellen en verzoeken de (gemeentelijke) basisadministratie aan te passen.

B

Betrokkene moet zich tot het Egyptische Ministerie van Binnenlandse Zaken wenden om toestemming te krijgen voor het verkrijgen van een andere nationaliteit. Betrokkene moet vóór het moment van verkrijging of verlening van het Nederlanderschap de beoogde toestemming van het Egyptische Ministerie van Binnenlandse Zaken hebben verkregen. Bedoelde toestemming blijkt uit een (gelegaliseerde) verklaring van de Egyptische ambassade.

De verklaring van de Egyptische ambassade legt betrokkene over bij het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van het naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd dan wel ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene na ontvangst van bedoelde verklaring deze inleveren/opsturen bij/naar de bevoegde autoriteit waar de optieverklaring is afgelegd of het IND-kantoor waar zijn naturalisatieverzoek in behandeling is.

Op de optieverklaring of het verzoek om naturalisatie wordt pas beslist als de verklaring van de ambassade is ontvangen. In dit kader kan bij naturalisatie gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot aanhouding uit artikel 9, vierde lid, RWN. Bij optie kan gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om de beslistermijn met dertien weken te verlengen (artikel 6, vijfde lid, RWN).

De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie wordt na de verlengingstermijn/ laatste aanhoudingstermijn bevestigd of ingewilligd als nog geen toestemmingsverklaring is ontvangen,mits de betrokkene aan de hand van correspondentie aantoont meermaals bij de Egyptische autoriteiten navraag te hebben gedaan inzake zijn verzoek om een vreemde nationaliteit aan te nemen.

Nadat het Nederlanderschap is verleend of verkregen moet betrokkene, totdat daadwerkelijk afstand is gedaan van de Egyptische nationaliteit, nog de volgende handelingen verrichten:

– Inleveren van het Egyptische paspoort en/of ID-kaart bij de bevoegde autoriteit;

– Verzoek indienen bij het Egyptische Ministerie van Binnenlandse Zaken om de Egyptische nationaliteit officieel te laten schrappen. Het opgeven van de Egyptische nationaliteit wordt gepubliceerd in de Egyptische Staatscourant;

– Betrokkene moet een bewijs publicatie verlies Egyptische nationaliteit overleggen aan de IND.

Genoemde stukken moeten zijn voorzien van een vertaling, gemaakt door een beëdigd vertaler.

Een afstandsplichtige betrokkene (die niet onder één van de vrijstellingscategorieën voor de verplichting tot het doen van afstand van de oorspronkelijke nationaliteit valt) wordt ook gevraagd een verklaring (model 1.14-1b bij optie en model 2.5/2.5a bij naturalisatie) dat de Egyptische autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Egyptische nationaliteit. Uit artikel 10 van de Egyptische nationaliteitswetgeving blijkt namelijk dat de mogelijkheid bestaat om na de verkregen toestemming om een andere nationaliteit aan te nemen en het hieropvolgende verlies van de Egyptische nationaliteit binnen één jaar na verkrijging van de andere nationaliteit om behoud kan worden gevraagd van de Egyptische nationaliteit. Om de betrokkene duidelijk te maken dat dit niet de bedoeling is, moet model 1.14-1b (bij optie) en model 2.5/2.5a (bij naturalisatie) getekend te worden.

El Salvador

B, echter in sommige gevallen A.

B: voor Salvadoranen door geboorte.

A: tot Salvadoraan genaturaliseerden verliezen de Salvadoraanse nationaliteit automatisch als zij vijf jaren zonder onderbreking buiten El Salvador verblijven.

Equatoriaal-Guinee

A

Eritrea

C (met ingang van 1 april 2016)

Bij het indienen van een naturalisatieverzoek of het afleggen van een optieverklaring (ex artikel 6, lid 1 onder e) ingediend of afgelegd op of na 1 april 2016, hoeft geen bereidheidsverklaring tot het doen van afstand meer te worden ondertekend.

Van 01.07.2010 tot 01.04.2016: B

Estland

A

Ethiopië

A

Fiji

B

Het doen van afstand van de Fijische nationaliteit is sinds 10.04.2009 mogelijk (Staatsburgerschapverordening 2009).

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een optieverklaring of naturalisatieverzoek, afgelegd/ingediend op of na 01.04.2012.

A: tot 10.04.2009.

Filipijnen

A, B

Met ingang van 17.9.2003 is de Filipijnse nationaliteitswet gewijzigd. Een Filippijn die door geboorte de Filipijnse nationaliteit bezit, verliest niet automatisch de Filipijnse nationaliteit bij het aannemen van een andere nationaliteit

De Filippijn kan afstand doen van zijn Filipijnse nationaliteit door het overleggen van een expliciete verklaring aan de Filipijnse autoriteiten.

In ander gevallen dan hierboven omschreven geldt A.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 16.11.2005 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Finland

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 19.07.2004 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Frankrijk

B

Met ingang van 5 maart 2009 is Frankrijk geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg en het Tweede Protocol.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 (tot 5 maart 2009 gold A, D, E) en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Gabon

B

Gambia

B

Georgië

A

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt met ingang van 30.08.2021 gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Georgische autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Georgische nationaliteit (model 2.5/2.5a bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Ghana

B

Het doen van afstand bij naturalisatie wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.10.2001 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

A: tot 05.01.2001

Grenada

B

Griekenland

B, soms C (m.i.v. 08.03.2021)

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 08.03.2021 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 08.03.2021.

Mannen tot 45 jaar oud kunnen geen afstand doen van hun Griekse nationaliteit als ze hun dienstplicht nog niet hebben vervuld. Indien een Griekse man jonger dan 45 aan kan tonen dat hij zijn dienstplicht nog niet heeft vervuld, wordt het doen van afstand niet verlangd.

C: tot 08.03.2021

Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

Zie Verenigd Koninkrijk

Guatemala

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Guinee

A

Guinee-Bissau

A

Guyana

B

Haïti

A

Honduras

A

Hongarije

B

Ierland

B

India

A

Indonesië

A

Irak

B (m.i.v. 01.04.2012)

Dit houdt in dat de betrokkene bij de indiening van het verzoek of bij het afleggen van de optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) de bereidheidsverklaring moet ondertekenen. Nadat betrokkene Nederlander is geworden moet hij actie ondernemen om afstand te doen van de Iraakse nationaliteit.

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) of naturalisatieverzoek, afgelegd/ingediend op 01.04.2012. Tot 01.04.2012 werd geen afstand gevraagd.

Iran

C (m.i.v. 1 oktober 2010)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Iraanse nationaliteit.

Bij een naturalisatieverzoek en bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) ingediend/afgelegd op of na 01.10.2010, hoeft geen bereidheidsverklaring tot het doen van afstand meer te worden ondertekend.

Israël

B

Italië

B

Met ingang van 4 juni 2010 is Italië geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg en daarmee ook niet meer bij het Tweede Protocol.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.07.2010 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

A, D, E: tot 01.07.2010

Ivoorkust

A

Jamaica

B

Japan

A (m.i.v. 08.03.2021)

Na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit dient de voormalige Japanner die is genaturaliseerd tot Nederlander zich te melden bij de Japanse vertegenwoordiging om zijn paspoort in te leveren en om de Japanse nationaliteit in het familieregister te laten doorhalen. Het al dan niet gehoor geven aan deze verplichting doet echter niets af aan het zijn ingetreden van het verlies van de Japanse nationaliteit op het moment van het verkrijgen van het Nederlanderschap.

B: tot 08.03.2021

Jemen

C

Jordanië

B

Kaapverdië

B

Kameroen

A

Kazachstan

B

Kenia

B (m.i.v. 01.01.2013)

Het doen van afstand van het Keniaanse staatsburgerschap is mogelijk op grond van artikel 19 van de Kenya Citizenship and Immigration Bill, 2011, die op 30 augustus 2011 in werking is getreden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen genaturaliseerde of van rechtswege Kenianen.

Het doen van afstand wordt bij een naturalisatie en optie (ex artikel 6, lid 1 onder e, RWN) alleen gevraagd als dat is ingediend of afgelegd op of na 01.01.2013. Vanaf deze datum moet een bereidheidsverklaring worden ondertekend.

A: tot 27.08.2010 (datum inwerkingtreding Grondwet 2010)

Kirgizië

B

Kiribati

B, echter in sommige gevallen A

Personen van Kiribatische afstamming moeten afstand doen. Personen die de Kiribatische nationaliteit door naturalisatie hebben verkregen, verliezen deze nationaliteit automatisch bij het verkrijgen van een andere nationaliteit.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Koeweit

A

Kosovo

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Kroatië

B

Laos

B

Lesotho

A

Letland

B

Libanon

B

Betrokkene moet vóór het moment van verkrijgen of verlening van het Nederlanderschap toestemming van de Libanese autoriteiten hebben om een andere nationaliteit te verkrijgen én om afstand te doen van de Libanese nationaliteit. De toestemming wordt verleend bij Presidentieel decreet. Dit decreet wordt gepubliceerd in de Libanese Staatscourant (in Franse vertaling: journal officiel).

De stukken waaruit de verkregen toestemming blijkt, legt betrokkene over bij het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van zijn naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd dan wel ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene zo spoedig mogelijk de stukken inleveren/opsturen bij/naar de bevoegde autoriteit waar de optieverklaring is afgelegd of het IND-kantoor waar zijn naturalisatieverzoek in behandeling is. Op de optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt pas beslist nadat de toestemmingsverklaring is ontvangen. In dit kader kan bij naturalisatie gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot aanhouding uit artikel 9, vierde lid, RWN.

Bij optie kan gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om de beslistermijn met dertien weken te verlengen (artikel 6, vijfde lid, RWN).

De optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt na het verstrijken van de verlengingstermijn/laatste aanhoudingstermijn bevestigd dan wel ingewilligd als nog geen toestemmingsverklaring is ontvangen, mits de betrokkene aan de hand van correspondentie aantoont meermaals bij de Libanese autoriteiten navraag te hebben gedaan inzake zijn verzoek om een vreemde nationaliteit aan te mogen nemen en om afstand te mogen doen van de Libanese nationaliteit.

Nadat het Nederlanderschap is verleend of verkregen moet betrokkene dit, ten einde afstand van de Libanese nationaliteit te bewerkstelligen, melden bij de verantwoordelijke autoriteiten in Libanon (burgerlijke stand). Hiervan vindt vervolgens een aantekening plaats in de Libanese burgerlijke stand (civil registration).

Betrokkene moet na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit een origineel en gelegaliseerd uittreksel uit het register van de Libanese burgerlijke stand inleveren bij de bevoegde autoriteiten of overleggen aan de IND, waaruit blijkt dat betrokkene afstand heeft gedaan van de Libanese nationaliteit. Genoemde stukken moeten zijn voorzien van een vertaling, gemaakt door een beëdigd vertaler.

Liberia

A

Libië

A

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt met ingang van 30.08.2021 gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Libische autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Libische nationaliteit (model 2.5/2.5a bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Liechtenstein

B

Litouwen

A

Luxemburg

B

Sinds 10.07.2009 is Luxemburg geen partij meer bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg.

Het doen van afstand bij naturalisatie wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend na 10.07.2009 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

A, D, E: tot 10.07.2009.

Madagaskar

A

Malawi

A

Maldiven

B

Maleisië

B

In de hieronderstaande gevallen C:

Mannen en vrouwen jonger dan 21 jaar kunnen geen afstand doen (zij het voor vrouwen jonger dan 21 alleen als zij ongehuwd zijn. Gehuwde vrouwen jonger dan 21 jaar kunnen wel afstand doen).

In de gevallen dat iemand vanwege de leeftijd geen afstand heeft kunnen doen, en iemand bereikt vervolgens de leeftijd van 21 jaar, dan hoeft niet alsnog afstand gedaan te worden.

Mali

C (m.i.v. 1 januari 2015)

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Malinese nationaliteit.

Bij een naturalisatieverzoek en bij een optieverklaring (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) ingediend/afgelegd op of na 1 januari 2015, hoeft geen bereidheidsverklaring tot het doen van afstand meer te worden ondertekend.

Malta

B

Marokko

C

De rechtspraktijk maakt het onmogelijk afstand te doen van de Marokkaanse nationaliteit.

Marshalleilanden

B

Mauritanië

A

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt met ingang van 1 januari 2015 gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Mauritaanse autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Mauritaanse nationaliteit (model 2.5/2.5a bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Mauritius

B

Mexico

B, echter A in geval van tot Mexicaan genaturaliseerden.

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 30.08.2021 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 30.08.2021.

Tot 30.08.2021: C voor als Mexicaan geborenen.

Micronesia

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Moldavië

B

Monaco

A

Mongolië

B

Montenegro

A

Op grond van artikel 24 aanhef en lid 1 van de Montenegrijnse nationaliteitswet verliest een meerderjarige Montenegrijnse staatsburger, die tevens het staatsburgerschap van een vreemde mogendheid bezit, van rechtswege het Montenegrijnse staatsburgerschap indien hij vrijwillig het staatsburgerschap van een vreemde mogendheid verkrijgt.

Vanaf 01.04.17 hoeft van een Montenegrijn die Nederlander wordt, geen afstand te worden gevraagd van de Montenegrijnse nationaliteit aangezien hij deze van rechtswege verliest.

Tot 01.04.2017 was het B.

Mozambique

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Myanmar (Birma)

A

Namibië

A, voor Namibiërs door registratie of naturalisatie.

B, voor Namibiërs door geboorte, afstamming of huwelijk.

Het doen van afstand bij naturalisatie wordt alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.10.2001 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Nauru

B

Het doen van afstand van de Nauruaanse nationaliteit is met ingang van 30.12.2005 mogelijk (Wet van het staatsburgerschap van Nauru van 2005).

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd aan betrokkene als de optieverklaring/ het naturalisatieverzoek is afgelegd/ingediend op of na 01.04.2012.

C: tot 30.12.2005

Nepal

A

Nicaragua

C

Vanaf 19 januari 2000 (wijziging Grondwet) treedt ook geen automatisch verlies meer op voor Nicaraguanen die de Nicaraguaanse nationaliteit niet door geboorte hebben gekregen maar door naturalisatie.

Nieuw-Zeeland

B

Niger

A

Nigeria

B, in sommige gevallen A.

Tot Nigeriaan genaturaliseerden verliezen de Nigeriaanse nationaliteit wel automatisch.

Noord-Korea

A

Noord-Macedonië

B

Noorwegen

B (m.i.v. 1 oktober 2020)

Noorwegen is vanaf 19 december 2019 niet langer partij bij Hoofdstuk 1 van het Verdrag van Straatsburg.

Vanaf 1 januari 2020 is er geen automatisch verlies meer bij het verkrijgen van een vreemde nationaliteit en kan afstand worden gedaan.

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 1 oktober 2020 en bij optie (o.g.v. artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 1 oktober 2020. In deze gevallen moet dus ook vanaf 1 oktober 2020 een bereidheidsverklaring tot het doen van afstand, worden ondertekend.

Oeganda (Uganda)

A

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt met ingang van 30.08.2021 gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Oegandese autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Oegandese nationaliteit (model 2.5/2.5a bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Oekraïne

B

Ondanks de tekst van artikel 19, eerste lid van de Oekraïense nationaliteitswet, is van de bevoegde Oekraïense autoriteiten vernomen dat in geval van vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit de Oekraïense nationaliteit eerst verloren wordt als door de President van de Oekraïne aan betrokkene een verklaring van verlies is afgegeven. Daarom moet verzoeker na de verkrijging of verlening van het Nederlanderschap een verklaring van verlies overleggen, en moet bij het naturalisatieverzoek en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) m.i.v. 01.10.2010 de bereidheidsverklaring tot het doen van afstand worden getekend.

Oezbekistan

B

Oman

B

Oostenrijk

A, D

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN m.i.v. 01.10.2010) wordt gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Oostenrijkse autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Oostenrijkse nationaliteit (model 2.5/2.5a bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Oost-Timor

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Pakistan

B of C

Afstand is alleen mogelijk voor personen van 21 jaar en ouder. Minderjarigheid in de geldende nationaliteitswetgeving van Pakistan is gedefinieerd als jonger dan 21 jaar. Van personen van 18 tot 21 jaar wordt daarom niet gevraagd om afstand te doen.

Het doen van afstand bij naturalisatie wordt alleen gevraagd aan een verzoeker die 21 jaar of ouder is op het moment van indiening van het naturalisatieverzoek en als het verzoek is ingediend op of na 01.07.10. Deze verzoekers moeten model 2.4/2.4a ondertekenen.

Het doen van afstand bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt alleen gevraagd aan een optant die 21 jaar of ouder is op het moment van het afleggen van de optieverklaring en als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010. Deze optanten moeten model 1.14-1a ondertekenen.

Palau (Belau)

A

Panama

A

Papoea-Nieuw-Guinea

A

Paraguay

B, in sommige gevallen A.

Tot Paraguayaan genaturaliseerden verliezen de Paraguayaanse nationaliteit wel automatisch.

Peru

B

Polen

B

Portugal

B

Qatar

B

Roemenië

B

Rwanda

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 22.11.2006 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Rusland = Russische Federatie

B

Saint Kitts en Nevis

B

Saint Lucia

B

Saint Vincent en de Grenadines

B

Samoa

B

San Marino

B

São Tomé en Principe

A

Saudi-Arabië

Met het oog op de actualiteit van de basisregistratie personen voegt de IND aan de bekendmaking aan de bevoegde autoriteit dat betrokkene het Nederlanderschap is verleend, een kopie van de toestemmingsverklaring van de Saudische autoriteiten toe. De Saudische nationaliteit is verloren gegaan met het verlenen van het Nederlanderschap, mits genaturaliseerd is ná verkregen toestemming.

B

Betrokkene moet zich tot de Saudische autoriteiten wenden om toestemming tot verkrijging van een andere nationaliteit te krijgen. Betrokkene moet vóór het moment van verkrijging of verlening van het Nederlanderschap de beoogde toestemming van de Saudische autoriteiten hebben verkregen. Bedoelde toestemming blijkt uit een (gelegaliseerde) verklaring van de Saudische autoriteiten. De verklaring van de Saudische autoriteiten legt betrokkene over bij het afleggen van de optieverklaring of bij het indienen van zijn naturalisatieverzoek. De optieverklaring of het verzoek om naturalisatie kan eventueel ook worden afgelegd dan wel ingediend zonder de toestemmingsverklaring, maar dan moet betrokkene na ontvangst van bedoelde verklaring deze inleveren/opsturen bij/naar de bevoegde autoriteit waar de optieverklaring is afgelegd of het IND-kantoor waar zijn naturalisatieverzoek in behandeling is.

Op de optieverklaring of het verzoek om naturalisatie wordt pas beslist als de verklaring van de ambassade is ontvangen. In dit kader kan bij naturalisatie gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot aanhouding uit artikel 9, vierde lid, RWN.

Bij optie kan gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid om de beslistermijn met dertien weken te verlengen (artikel 6, vijfde lid, RWN).

De optieverklaring of het naturalisatieverzoek wordt na het verstrijken van de verlengingstermijn/laatste aanhoudingstermijn bevestigd dan wel ingewilligd als nog geen toestemmingsverklaring is ontvangen, mits de betrokkene aan de hand van correspondentie aantoont meermaals bij de Saudische autoriteiten navraag te hebben gedaan inzake zijn verzoek om een vreemde nationaliteit aan te nemen.

Senegal

B

Op grond van artikel 19 van de nationaliteitswet kan een Senegalees met een buitenlandse nationaliteit toestemming krijgen om op zijn verzoek de Senegalese nationaliteit te verliezen. Deze toestemming wordt per decreet toegekend.

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek op of na 01.04.2017 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.04.2017

Servië

B

Seychellen

B

Sierra Leone

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie alleen gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 05.03.2009 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Singapore

B

Slovenië

B

Slowakije

A

Tot 17.07.2010: B

Soedan (Sudan)

B

Sudanezen die de Zuid-Sudanese nationaliteit verkrijgen, verliezen automatisch hun Sudanese nationaliteit.

Solomoneilanden

A

Somalië

C

Spanje

B

Het doen van afstand wordt alleen gevraagd in geval van een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.10.2003 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

Voor de categorieën die zijn vrijgesteld van de afstandsverplichting geldt: A (drie jaar na de naturalisatie indien betrokkene niet de verklaring aflegt tot behoud van de Spaanse nationaliteit). Een Spanjaard die vóór 09.01.2003 is genaturaliseerd tot Nederlander, en die woonachtig is buiten Spanje, verliest na drie jaar automatisch de Spaanse nationaliteit. Artikel 24 van de Spaanse nationaliteitswet is per 9 januari 2003 gewijzigd. Aan Spanjaarden die op of na 9 januari 2003 tevens Nederlander zijn geworden, staat Spanje het behoud van de Spaanse nationaliteit toe. De regel van automatisch verlies na drie jaar is nog wel in de wet opgenomen, maar het verlies kan worden voorkomen door tijdig bij de Spaanse autoriteiten een verklaring tot behoud van de Spaanse nationaliteit af te leggen.

Met het oog op vermijding van dubbele nationaliteit wordt Spanjaarden die niet in aanmerking komen voor vrijstelling van de afstandsverplichting gevraagd om direct na hun naturalisatie tot Nederlander op grond van artikel 24, tweede lid van de Spaanse nationaliteitswet afstand te doen van de Spaanse nationaliteit.

Sri Lanka

A

Een verzoeker om naturalisatie of optant (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) wordt met ingang van 30.08.2021 gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Sri Lankaanse autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Sri Lankaanse nationaliteit (model 2.5/2.5a bij naturalisatie en model 1.14-1b bij optie).

Suriname

A

Swaziland

B

Syrië

C

Tadzjikistan

A

Ingevolge een nieuwe staatsburgerschapswet sinds 15-08-15 verliest een Tadzjiek automatisch zijn staatsburgerschap als hij vrijwillig een andere nationaliteit verkrijgt. Na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit dient de voormalige Tadzjiek die is genaturaliseerd tot Nederlander zich te melden bij de Tadzjiekse vertegenwoordiging om te vragen om een certificaat van verlies van de Tadzjiekse nationaliteit. Het al dan niet gehoor geven aan deze verplichting doet echter niets af aan het zijn ingetreden van het verlies van de Tadzjiekse nationaliteit op het moment van het verkrijgen van het Nederlanderschap.

Taiwan

B

Het doen van afstand wordt echter niet gevraagd. Taiwan wordt niet erkend door Nederland.

Tanzania

A

Thailand

A en soms B

Het (automatisch) verlies van de Thaise nationaliteit wordt effectief na publicatie hiervan in de Thaise staatscourant.

Op grond van artikel 13 van de Thaise Nationality Act verliest een persoon met de Thaise nationaliteit die is getrouwd met een persoon van niet Thaise nationaliteit niet automatisch de Thaise nationaliteit na naturalisatie tot de nationaliteit van de huwelijkspartner. Hij of zij kan wel afstand doen van de Thaise nationaliteit. Dit wordt in Nederland niet gevraagd aangezien deze persoon valt onder één van de uitzonderingscategorieën (artikel 9 lid 3 RWN).

Voor Thaise personen die getrouwd zijn met een niet Nederlandse partner geldt dat zij hun Thaise nationaliteit automatisch verliezen wanneer zij de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Dit geldt dus ook voor een Thaise persoon die getrouwd is met een Thaise partner.

Togo

B

Tonga

C

Trinidad en Tobago

B

Tsjaad

B

Tsjechië

B

Het doen van afstand wordt gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 1-10-2014 en bij optie (o.g.v. artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 1-10-2014.

Tunesië

C

Turkije

B

Dit geldt ook voor mannelijke Turkse onderdanen die hun dienstplicht nog niet hebben vervuld.

Turkmenistan

B

Tuvalu

B

Uruguay

C, echter in sommige gevallen A.

Tot Uruguayaan genaturaliseerden verliezen de Uruguayaanse nationaliteit wel automatisch.

Vanuatu

A

Vaticaanstad

A

Venezuela

B

Het doen van afstand wordt bij naturalisatie gevraagd bij een naturalisatieverzoek dat is ingediend op of na 01.11.2002 en bij optie (ex artikel 6, eerste lid onder e, RWN) als de verklaring is afgelegd op of na 01.10.2010.

A: tot 29.12.1999

Verenigde Arabische Emiraten

A

Verenigde Staten van Amerika

B

Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië (en Noord-Ierland))

B

Vietnam

B

Wit-Rusland (Belarus)

B

IJsland

B

Zaïre (Congo, Democratische Republiek)

Zie Congo, Democratische Republiek

Zambia

A

Zimbabwe

A

Zuid-Afrika

A

Betrokkene wordt gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de Zuidafrikaanse autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Zuidafrikaanse nationaliteit (model 1.14-1b bij optie en model 2.5/2.5a bij naturalisatie).

Zuid-Korea

A

Zuid-Sudan

B

Zweden

B (m.i.v. 01.07.2002)

A, D: tot 01.07.2002

Zwitserland

B

B

In lijn met de wijziging van bijlage 1/ 9-1-b Toelichting ad artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b worden tevens de volgende modellen gewijzigd:

De gewijzigde modellen zijn te vinden als bijlage bij dit document.

In de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003:

Bijlage 1: Model 2.5 behorend bij naturalisatieprocedure

Bijlage 2: Model 2.5a behorend bij naturalisatieprocedure

Bijlage 3: Model 2.22 behorend bij naturalisatieprocedure

Bijlage 4: Model 1.14-1b behorend bij de optieprocedure

In de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Aruba:

Bijlage 5: Model 2.5 behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 6: Model 2.5a behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 7: Model 2.22 behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 8: Model 1.14-1a behorende bij optieprocedure

Bijlage 9: Model 1.14-1b behorende bij optieprocedure

In de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in Curaçao en Sint Maarten:

Bijlage 10: Model 2.4 behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 11: Model 2.5 behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 12: Model 2.22 behorende bij de naturalisatieprocedure

Bijlage 13: Model 1.14-1a behorende bij optieprocedure

Bijlage 14: Model 1.14-1b behorende bij optieprocedure

In de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 toegespitst op het gebruik in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

Bijlage 15: Model 2.4 behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 16: Model 2.5 behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 17: Model 2.5a behorende bij naturalisatieprocedure

Bijlage 18: Model 2.22 behorende bij de naturalisatieprocedure

Bijlage 19: Model 1.50 behorende bij optieprocedure

Bijlage 20: Model 1.51 behorende bij optieprocedure

In de Circulaire voor Optie/Naturalisatieverzoeken in het buitenland:

Bijlage 21: Model 2.4a behorende bij naturalisatieprocedure in Circulaire Buitenland

Bijlage 22: Model 2.5a behorende bij naturalisatieprocedure in Circulaire Buitenland

Bijlage 23: Model 2.22a behorende bij naturalisatieprocedure in Circulaire Buitenland

De gewijzigde modellen zijn te vinden als bijlage bij dit document.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 30 augustus 2021.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant, de Landscourant van Aruba (zakelijke inhoud), de Landscourant van Curaçao en de Landscourant van Sint Maarten worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 mei 2021.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

BIJLAGE 1

Model 2.5: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische / Georgische / Libische / Mauritaanse / Oegandese / Oostenrijkse / Sri Lankaanse / Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 2

Model 2.5a: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische/Georgische/Libische/Mauritaanse/Oegandese/Oostenrijkse/Sri Lankaanse/Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 3

Model 2.22: Adviesblad naturalisatie

BIJLAGE 4

Model 1.14-1b: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische / Georgische / Libische / Mauritaanse / Oegandese / Oostenrijkse / Sri Lankaanse / Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 5

Model 2.5 HRWN-A: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische, Georgische, Libische, Mauritaanse, Oegandese, Oostenrijkse, Sri Lankaanse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 6

Model 2.5a HRWN-A: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische/Georgische/Libische/Mauritaanse/Oegandese/Oostenrijkse/Sri Lankaanse/Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 7

Model 2.22 HRWN-A: Adviesblad naturalisatie Aruba

BIJLAGE 8

Model 1.14-1a HRWN-A: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit bij het verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap door optie ex artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN

BIJLAGE 9

Model 1.14-1b HRWN-A: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische, Georgische, Libische, Mauritaanse, Oegandese, Oostenrijkse, Sri Lankaanse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 10

Model 2.4 HRWN-CM: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit(en) bij het verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie

BIJLAGE 11

Model 2.5 HRWN-CM: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische, Georgische, Libische, Mauritaanse, Oegandese, Oostenrijkse, Sri Lankaanse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 12

Model 2.22 HRWN-CM: Adviesblad naturalisatie Curaçao/Sint Maarten

BIJLAGE 13

Model 1.14-1a HRWN-CM: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit bij het verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap door optie ex artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN

BIJLAGE 14

Model 1.14-1b HRWN-CM: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische, Georgische, Libische, Mauritaanse, Oegandese, Oostenrijkse, Sri Lankaanse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 15

Model 2.4 HRWN-BES: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit(en) bij het verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie

BIJLAGE 16

Model 2.5 HRWN-BES: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische, Georgische, Libische, Mauritaanse, Oegandese, Oostenrijkse, Sri Lankaanse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 17

Model 2.5a HRWN-BES: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische/Georgische/Libische/Mauritaanse/Oegandese/Oostenrijkse/Sri Lankaanse/Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 18

Model 2.22 HRWN-BES: Checklist naturalisatie Caribisch Nederland

BIJLAGE 19

Model 1.50 HRWN-BES: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit bij het verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap door optie ex artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN

BIJLAGE 20

Model 1.51 HRWN-BES: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische, Georgische, Libische, Mauritaanse, Oegandese, Oostenrijkse, Sri Lankaanse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 21

Model 2.4a HRWN: Bereidheidsverklaring tot afstand huidige nationaliteit bij het verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie

BIJLAGE 22

Model 2.5a HRWN: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische / Georgische / Libische / Mauritaanse / Oegandese / Oostenrijkse / Sri Lankaanse / Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 23

Model 2.22a HRWN: Adviesblad naturalisatie

TOELICHTING

A

Met dit WBN worden de afstandsbepalingen ten aanzien van de Bahama´s, Ecuador, Georgië, Libië, Mexico, Oeganda, Sri Lanka, Tadzjikistan en IJsland aangepast.

Uit informatie ontvangen van de Bahamaanse ambassade in Brussel is gebleken dat burgers van de Bahama´s vanaf het bereiken van de leeftijd van 18 jaar afstand kunnen doen van de Bahamaanse nationaliteit. De toelichting bij de Bahama´s is daarom geschrapt en de kwalificatie beperkt tot alleen B. Daarnaast is er een overgangsbepaling opgenomen.

Uit de Ecuadoraanse grondwet blijkt dat tot Ecuadoriaan genaturaliseerden na verkrijging van een andere nationaliteit, afstand kunnen doen van de Ecuadoraanse nationaliteit. Op een informatiepagina van de Ecuadoraanse overheid over burgerzaken is aangegeven hoe deze procedure verloopt. Tot Ecuadoriaan genaturaliseerden die een naturalisatieverzoek indienen of een optieverklaring op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN afleggen moeten dus met ingang van 30.08.2021 afstand doen van de Ecuadoraanse nationaliteit na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Ook moeten zij met ingang van 30.08.2021 een bereidheidsverklaring tot het doen van afstand ondertekenen.

In de Wet op het Georgische Staatsburgerschap is opgenomen dat de Georgische nationaliteit van rechtswege verloren gaat als voorafgaand aan de vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit geen toestemming is gevraagd aan de Georgische autoriteiten om ondanks deze naturalisatie de Georgische nationaliteit te mogen behouden. Georgiërs die een naturalisatieverzoek indienen of een optieverklaring op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN afleggen moeten dus met ingang van 30.08.2021 een verklaring te ondertekenen dat de Georgische autoriteiten niet is gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Georgische nationaliteit (model 1.14-1b bij optie en model 2.5/2.5a bij naturalisatie).

De Libische nationaliteitswetsgeving kent geen afstandsbepaling. Wel blijkt uit de nationaliteitswet van 2010 en uit het Algemeen Ambtsbericht Libië van 2020 dat de Libische nationaliteit van rechtswege verloren gaat als voorafgaand aan de vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit geen toestemming is gevraagd aan de Libische autoriteiten om ondanks deze naturalisatie de Libische nationaliteit te mogen behouden. De afstandsbepaling voor Libië wordt dus gewijzigd van C naar A. Daarnaast moeten Libiërs die een naturalisatieverzoek indienen of een optieverklaring op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN afleggen met ingang van 30.08.2021 een verklaring te ondertekenen dat de Libische autoriteiten niet zijn gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Libische nationaliteit (model 1.14-1b bij optie en model 2.5/2.5a bij naturalisatie).

Uit informatie op de website van de Mexicaanse ambassade in Nederland blijkt dat, anders dan eerder was aangenomen, Mexicanen afstand kunnen doen van hun Mexicaanse nationaliteit. Als Mexicaan geborenen die een naturalisatieverzoek indienen of een optieverklaring op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN afleggen moeten dus met ingang van 30.08.2021 afstand doen van de Mexicaanse nationaliteit na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Ook moeten zij met ingang van 30.08.2021 een bereidheidsverklaring tot het doen van afstand ondertekenen. Uit de Mexicaanse grondwet volgt dat tot Mexicaan genaturaliseerden die een andere nationaliteit aannemen, hun Mexicaanse nationaliteit van rechtswege verliezen.

Uit de Oegandese nationaliteitswetgeving blijkt dat Oegandezen aan de Oegandese autoriteiten toestemming kunnen vragen om een andere nationaliteit aan te nemen met behoud van de Oegandese nationaliteit. Oegandezen die een naturalisatieverzoek indienen of een optieverklaring op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN afleggen moeten dus met ingang van 30.08.2021 een verklaring te ondertekenen dat de Oegandese autoriteiten niet zijn gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Oegandese nationaliteit (model 1.14-1b bij optie en model 2.5/2.5a bij naturalisatie).

De Sri Lankaanse nationaliteitswetgeving maakt het mogelijk om toestemming te vragen aan de Sri Lankaanse autoriteiten om de Sri Lankaanse nationaliteit te behouden na het aannemen van een andere nationaliteit. Ook Sri Lankanen die een naturalisatieverzoek indienen of een optieverklaring op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN afleggen moeten dus met ingang van 30.08.2021 een verklaring te ondertekenen dat de Sri Lankaanse autoriteiten niet zijn gevraagd noch zal worden gevraagd om behoud van de Sri Lankaanse nationaliteit (model 1.14-1b bij optie en model 2.5/2.5a bij naturalisatie).

De aanvullende tekst met betrekking tot Tadzjikistan is geactualiseerd en de zinssnede is toegevoegd dat de voormalige Tadzjiek zich na het verkrijgen van het Nederlanderschap moet melden bij de Tadzjiekse autoriteiten om te verzoeken om een certificaat van verlies van de Tadzjiekse nationaliteit. De Tadzjiekse autoriteiten in België hebben per brief om het toevoegen van een dergelijke instructie verzocht.

Uit informatie ontvangen van de IJslandse autoriteiten in Nederland is gebleken dat IJslanders geen toestemming nodig hebben van de IJslandse autoriteiten om het Nederlanderschap aan te nemen of om afstand te doen van de IJslandse nationaliteit. Ze kunnen na het verkrijgen van het Nederlanderschap afstand doen van de IJslandse nationaliteit. De kwalificatie van IJsland op de landenlijst blijft dus B, de aanvullende instructie wordt geschrapt, inclusief een verouderde passage.

B

De 23 genoemde modellen zijn aangepast in lijn met de wijziging van de landenlijst. Dat betekent dat op deze modellen de landen Georgië, Libië, Oeganda en Sri Lanka zijn toegevoegd aan de landen waarvoor de verplichting deze modellen in te vullen al gold.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven