ARTIKEL I
Bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij wordt als volgt gewijzigd:
A
Onderdeel A 1, diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, wordt als volgt
gewijzigd:
1. De rijen met Rav-code A 1.5 tot en met A 1.35 komen te luiden:
A 1.5
|
ligboxenstal met sleufvloer en mestschuif
|
BWL 2010.24.V7
|
|
11,8
|
A 1.6
|
ligboxenstal met dichte hellende vloer, met profilering, met snelle gierafvoer met
mestschuif
|
BWL 2009.11.V6
|
|
11
|
A 1.7
|
ligboxenstal met dichte hellende vloer, met rubbertoplaag, met snelle gierafvoer met
mestschuif
|
BWL 2009.22.V6
|
|
11
|
A 1.8
|
ligboxenstal met sleufvloer met noppen en mestschuif
|
BWL 2010.14.V6
|
|
11,8
|
A 1.9
|
ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen
in de roosterspleten, met mestschuif
|
BWL 2010.30.V6
|
28
|
6
|
A 1.10
|
ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag, met mestschuif
|
BWL 2010.31.V6
|
|
7
|
A 1.11
|
ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten
en met een mestschuif
|
BWL 2010.32.V5
|
28
|
11,8
|
A 1.12
|
ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten
en mestschuif
|
BWL 2010.33.V6
|
28
|
12,2
|
A 1.13
|
ligboxenstal met roostervloer voorzien van cassettes in de roosterspleten en mestschuif
|
BWL 2010.34.V10
|
|
6
|
A 1.14
|
ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten
voorzien van afdichtflappen, met mestschuif
|
BWL 2010.35.V8
|
|
7
|
A 1.15
|
ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten
voorzien van afdichtkleppen en met mestschuif
|
BWL 2010.36.V6
|
28
|
10,3
|
A 1.16
|
ligboxenstal met V-vormige vloer van gietasfalt in combinatie met een gierafvoerbuis
en met mestschuif
|
BWL 2012.01.V4
|
28
|
11,7
|
A 1.17
|
mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem
|
BWL 2012.02.V4
|
28
|
5,1
|
A 1.18
|
ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met
een gierafvoerbuis en met mestschuif
|
BWL 2012.04.V5
|
|
8
|
A 1.19
|
ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van
afdichtkleppen in de roosterspleten en met mestschuif
|
BWL 2012.05.V5
|
|
11
|
A 1.20
|
Ligboxenstal met vloer voorzien van perforaties en hellende profilering en mestschuif
|
BWL 2012.08.V3
|
28
|
10,1
|
A 1.21
|
ligboxenstal met vlakke vloerplaten met tegelprofiel, hellende sleuven en regelmatige
mestafstorten voorzien van afdichtflappen of -kleppen en mestschuif
|
BWL 2013.01.V4
|
|
7
|
A 1.22
|
ligboxenstal met sleufvloer en mestschuif en in de doorsteken, wachtruimte en doorlopen
een roostervloer met bolle rubber toplaag voorzien van afdichtflappen in de roosterspleten
|
BWL 2013.03.V3
|
|
11
|
A 1.23
|
ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk hellende langssleuven met urineafvoergat
en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien
van afdichtkleppen, met mestschuif
|
BWL 2013.04.V6
|
|
6
|
A 1.24
|
ligboxenstal met vloer met sterk hellende langssleuven, de vloerplaten aaneengesloten
gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van afdichtkleppen, met mestschuif
|
BWL 2013.05.V5
|
|
7
|
A 1.25
|
ligboxenstal met vlakke vloer, voorzien van geprofileerde rubber matten met een hellend
profiel naar regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen en mestschuif
|
BWL 2013.06.V3
|
28
|
10,3
|
A 1.26
|
ligboxenstal met hellende V-vormige vloer, voorzien van geprofileerde rubber matten,
met centrale giergoot en mestschuif
|
BWL 2013.07.V4
|
|
8
|
A 1.27
|
ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van
afdichtkleppen in de roosterspleten, met mestschuif en vernevelsysteem
|
BWL 2014.02.V4
|
|
8
|
A 1.28
|
ligboxenstal met roostervloer, voorzien van een rubber toplaag en bevestigingsnokken
met een geprofileerd oppervlak, kunststof kleppen in de roosterspleten en met mestschuif
|
BWL 2015.05.V2
|
|
6
|
A 1.29
|
ligboxenstal met geprofileerde hellende vloer met holtes voor gieropvang en -afvoer
aan de zijkant en met mestschuif
|
BWL 2015.06.V2
|
28
|
9,9
|
A 1.30
|
ligboxenstal met roostervloer voorzien van bolle rubber matten, met mestschuif
|
BWL 2017.06.V3
|
|
8
|
A 1.31
|
ligboxenstal met sleufvloer met dichte hellende vloer met geprofileerde rubber tegels,
met mestschuif
|
BWL 2018.02.V2
|
19
|
8,1
|
A 1.32
|
ligboxenstal met vlakke betonnen vloerplaten met sleuven, voorzien van profiel met
1% hellende groeven richting een centrale giergoot met giergaten en mestverwijdering
|
BWL 2018.03.V2
|
19
|
9,1
|
A 1.33
|
ligboxenstal met vlakke vloer voorzien van rubberen sleufvloer, met 3% hellende langssleuven
en geprofileerd rubber (hellende V-vorm) met groeven en nopjes tussen de langssleuven,
met mestschuif
|
BWL 2018.06.V1
|
19
|
7,1
|
A 1.34
|
ligboxenstal met dichte gegroefde vloer met rubber matten met een hellend profiel,
aangebrachte composietnokken, met vingermestschuif
|
BWL 2018.07.V1
|
19
|
9,0
|
A 1.35
|
ligboxenstal met vlakke vloer voorzien van rubberen sleufvloer, met vlakke langssleuven
en geprofileerd rubber (hellende V-vorm) met groeven en nopjes tussen de langssleuven,
met vingermestschuif
|
BWL 2019.01.V1
|
19
|
8,3
|
2. Na de rij met Rav-code A 1.35 wordt een rij ingevoegd, luidende:
A 1.36
|
ligboxenstal met urine-opvangstation
|
BWL 2021.05
|
19
|
8,4
|
B
Onderdeel D 3, diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden,
opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking, wordt als volgt gewijzigd:
De rij met Rav-code D 3.2.7.2.1 komt te luiden:
D 3.2.7.2.1
|
emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 per varken
|
BWL 2004.05.V5
|
5
|
1,5
|
C
Onderdeel E 1, diercategorie opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken,
wordt als volgt gewijzigd:
Na de rij met Rav-code E 1.14 worden twee rijen ingevoegd, luidende:
E 1.15
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,051
|
E 1.16
|
stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag
|
BWL 2011.13.V6
|
11
|
0,088
|
D
Onderdeel E 2, diercategorie legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen, wordt
als volgt gewijzigd:
Na de rij met Rav-code E 2.15 wordt een rij ingevoegd, luidende:
E 2.16
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,095
|
E
Onderdeel E 3, diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger
dan 19 weken, wordt als volgt gewijzigd:
1. De rij met Rav-code E 3.7 komt te luiden:
E 3.7
|
stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag
|
BWL 2011.13.V6
|
11
|
0,129
|
2. Na de rij met Rav-code E 3.9 wordt een rij ingevoegd, luidende:
E 3.10
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,075
|
F
Onderdeel E 4, diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens, wordt als volgt
gewijzigd:
Na de rij met Rav-code E 4.10 wordt een rij ingevoegd, luidende:
E 4.11
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,174
|
G
Onderdeel E 5, diercategorie vleeskuikens, wordt als volgt gewijzigd:
1. De rij met Rav-code E 5.14 komt te luiden:
E 5.14
|
stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag
|
BWL 2011.13.V6
|
11
|
0,035
|
2. Na de rij met Rav-code E 5.15 wordt een rij ingevoegd, luidende:
E 5.16
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.04
|
3
|
0,020
|
H
Onderdeel E 7, additionele technieken voor emissiereductie van fijnstof en ammoniak,
wordt als volgt gewijzigd:
1. De rijen E 7.3 tot en met E 7.5 komen te luiden:
E 7.3
|
waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2009.19.V3
|
16
|
0
|
E 7.4
|
droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2010.29.V3
|
18
|
0
|
E 7.5
|
ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2011.01.V1
|
21
|
0
|
2. Aan de rijen E 7.6, E 7.7, E 7.11 en E 7.12 wordt in de vierde kolom toegevoegd ‘,
33’.
3. Aan rij E 7.14 wordt in de vierde kolom toegevoegd ‘, 34’.
4. Na de rij met Rav-code E 7.17 worden twee rijen toegevoegd, luidende:
E 7.18
|
Warmtewisselaar; 1 – 95% emissiereductie fijnstof
|
BWL 2021.01
|
22
|
0
|
E 7.19
|
Stoffilters met 99% verwijdering fijnstof; 1 – 95% emissiereductie fijnstof
|
BWL 2021.02
|
18
|
0
|
I
Onderdeel F 1, diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken,
wordt als volgt gewijzigd:
1. De rij met Rav-code F 1.6 komt te luiden:
F 1.6
|
stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag
|
BWL 2011.13.V6
|
11
|
0,08
|
2. Na de rij met Rav-code F 1.8 wordt een rij ingevoegd, luidende:
F 1.9
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,05
|
J
Onderdeel F 2, diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken,
wordt als volgt gewijzigd:
1. De rij met Rav-code F 2.6 komt te luiden:
F 2.6
|
stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag
|
BWL 2011.13.V6
|
11
|
0,24
|
2. Na de rij met Rav-code F 2.7 wordt een rij ingevoegd, luidende:
F 2.8
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,174
|
K
Onderdeel F 3, diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder,
wordt als volgt gewijzigd:
Na de rij met Rav-code F 3.4 wordt een rij ingevoegd, luidende:
F 3.5
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,18
|
L
Onderdeel F 4, diercategorie vleeskalkoenen, wordt als volgt gewijzigd:
1. De rij met Rav-code F 4.8 komt te luiden:
F 4.8
|
stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag
|
BWL 2011.13.V6
|
9, 11
|
0,35
|
2. Na de rij met Rav-code F 4.9 wordt een rij ingevoegd, luidende:
F 4.10
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.04
|
3
|
0,20
|
M
Onderdeel F 6, additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof, wordt als
volgt gewijzigd:
1. De rijen F 6.2 tot en met F 6.4 komen te luiden:
F 6.2
|
waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2009.19.V3
|
16
|
0
|
F 6.3
|
droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2010.29.V3
|
18
|
0
|
F 6.4
|
ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2011.01.V1
|
21
|
0
|
2. Aan de rijen F 6.5 tot en met F 6.8 wordt in de vierde kolom toegevoegd ‘, 33’.
3. Aan de rij F 6.10 wordt in de vierde kolom toegevoegd ‘, 34’.
4. Na de rij met Rav-code F 6.11 worden twee rijen toegevoegd, luidende:
F 6.12
|
Warmtewisselaar; 1 – 95% emissiereductie fijnstof
|
BWL 2021.01
|
22
|
0
|
F 6.13
|
Stoffilters met 99% verwijdering fijnstof; 1 – 95% emissiereductie fijnstof
|
BWL 2021.02
|
18
|
0
|
N
Onderdeel G 1, diercategorie ouderdieren van vleeseenden tot 24 maanden, wordt als
volgt gewijzigd:
Na de rij met Rav-code G 1.4 wordt een rij ingevoegd, luidende:
G 1.5
|
chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.03
|
3
|
0,096
|
O
Onderdeel G 2, diercategorie vleeseenden, wordt als volgt gewijzigd:
Na de rij met Rav-code G 2.1.4 wordt een rij ingevoegd, luidende:
G 2.1.5
|
Chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie
|
BWL 2021.04
|
3
|
0,063
|
P
Onderdeel G 4, additionele technieken voor emissiereductie van fijnstof, wordt als
volgt gewijzigd:
1. De rijen G 4.1 tot en met G 4.3 komen te luiden:
G 4.1
|
waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2009.19.V3
|
16
|
0
|
G 4.2
|
droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2010.29.V3
|
18
|
0
|
G 4.3
|
ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof
|
BWL 2011.01.V1
|
21
|
0
|
2. Aan de rijen G 4.4 tot en met G 4.7 wordt in de vierde kolom toegevoegd ‘, 33’.
3. Aan de rij G 4.9 wordt in de vierde kolom toegevoegd ‘, 34’.
4. Na de rij met Rav-code G 4.9 worden twee rijen toegevoegd, luidende:
G 4.10
|
Warmtewisselaar; 1 – 95% reductie fijnstof
|
BWL 2021.01
|
22
|
0
|
G 4.11
|
Stoffilters met 99% verwijdering fijnstof; 1 – 95% reductie fijnstof
|
BWL 2021.02
|
18
|
0
|
Q
Aan de lijst met eindnoten worden twee nieuwe eindnoten toegevoegd, luidende:
-
33 Voor warmtewisselaars die zijn geplaatst na 15 maart 2021 geldt deze systeembeschrijving
niet. Voor warmtewisselaars die zijn geplaatst na 15 maart 2021 geldt systeembeschrijving
BWL 2021.01 (Rav-code E 7.18, F 6.12 en G 4.10).
-
34 Voor stoffilters die zijn geplaatst na 15 maart 2021 geldt deze systeembeschrijving
niet. Voor stoffilters die zijn geplaatst na 15 maart 2021 geldt systeembeschrijving
BWL 2021.02 (Rav-code E 7.19, F 6.13 en G 4.11).
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
I. Algemeen
1. De wijziging
Deze regeling wijzigt bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: de
Rav). De Rav is een ministeriële regeling die regels bevat voor de uitvoering van
de Wet ammoniak en veehouderij (hierna: de Wav). Op grond van artikel 9 van de Wav
is de wijziging van bijlage 1 bij de Rav in overeenstemming met de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit.
In bijlage 1 bij de Rav zijn emissiefactoren opgenomen voor de berekening van de ammoniakemissie
vanuit veehouderijen. De emissiefactoren zijn gekoppeld aan huisvestingssystemen en
additionele technieken per diercategorie. Bevoegde gezagen berekenen de ammoniakemissie
van een veehouderij voor de toetsing aan de Wav en het Activiteitenbesluit milieubeheer
in het kader van de oprichting of verandering van een veehouderij. Ook gebruiken bevoegde
gezagen de emissiefactoren van bijlage 1 voor de beoordeling of wordt voldaan aan
de maximale emissiewaarden van het Besluit emissiearme huisvesting. Daarnaast stellen
bevoegde gezagen aan de hand van de berekening van de ammoniakemissie van een veehouderij
de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden in het kader van de Wet natuurbescherming
vast.
Bijlage 1 bij de Rav wordt op een aantal punten gewijzigd in het kader van de periodieke
actualisatie van deze bijlage. Bij deze wijziging zijn systeembeschrijvingen geüniformeerd,
enkele nieuwe huisvestingssystemen opgenomen, is een systeembeschrijving gecorrigeerd,
voor een reeds opgenomen huisvestingssysteem is een extra emissiefactor vastgesteld
voor één diercategorie en is wat betreft bepaalde additionele technieken voor fijnstof
vastgelegd dat de wijze van toepassing hiervan kan leiden tot verschillende reductiepercentages.
2. Gevolgen
Administratieve lasten
Deze regeling bevat geen meldings-, registratie- of andere informatieverplichtingen
en leidt niet tot een verhoging van administratieve lasten bij bedrijven.
Effecten voor het bedrijfsleven
Deze regeling leidt niet tot extra nalevingskosten voor het bedrijfsleven. De uniformering
van de systeembeschrijvingen voorkomt verwarring in de praktijk over de wijze waarop
de huisvestingssystemen waarop deze beschrijvingen betrekking hebben moeten worden
toegepast. Er is een systeembeschrijving (BWL 2004.05.V5) gecorrigeerd omdat hierin
een onjuiste verwijzing was opgenomen. De overige wijzigingen bieden meer mogelijkheden
voor veehouders wat betreft de toe te passen huisvestingssystemen en technieken. Omdat
de wijzigingen niet tot hogere nalevingskosten leiden is de ontwerpregeling niet voorgelegd
aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR), overeenkomstig artikel 2, tweede lid,
van het Instellingsbesluit ATR (Besluit van 17 mei 2017, nr. 2017000809, houdende
instelling van het Adviescollege toetsing regeldruk).
Lasten voor de overheid
Er is geen sprake van stijging van de bestuurlijke lasten voor gemeenten en provincies
die optreden als bevoegd gezag.
Effecten voor het milieu
Er zijn geen of licht positieve effecten op het milieu. De wijzigingen geven meer
mogelijkheden aan veehouders om emissies te beperken. Dit is ook bevestigd door de
Technische adviespool (TAP) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
3. Voorbereiding
De beschrijvingen van huisvestingssystemen en andere gegevens die de basis vormen
voor de wijzigingen in bijlage 1 bij de Rav zijn in opdracht van het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat door deskundigen van de TAP op volledigheid en juistheid
beoordeeld. Zij hebben aan het ministerie advies uitgebracht over de uitvoeringseisen
voor de verschillende huisvestingssystemen. Dit advies is overgenomen en onder meer
verwerkt in de stalbeschrijvingen.
Daarnaast zijn de fabrikanten van de huisvestingssystemen die bij deze wijziging worden
opgenomen in bijlage 1 geconsulteerd. Eveneens zijn de fabrikanten van de huisvestingssystemen
en additionele technieken waarvan de systeembeschrijvingen worden gewijzigd geconsulteerd.
Zij willen graag dat de wijzigingen worden doorgevoerd.
De wijziging brengt geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten
van burgers en bedrijven en heeft ook geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.
Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie1 kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.
4. Inwerkingtreding
Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de vaste
verandermomenten (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, tweede lid) en de minimuminvoeringstermijn
van twee maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze
afwijking is dat hiermee, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private
en publieke nadelen worden voorkomen (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde
lid, onderdeel a). Zo spoedig mogelijke inwerkingtreding na de bekendmaking van deze
regeling is nadrukkelijk de wens van de doelgroep zodat nieuwe inzichten en technische
ontwikkelingen zo snel mogelijk hun beslag krijgen.
II. Artikelsgewijs
Artikel I
In de onderdelen A tot en met Q is bijlage 1 op verschillende punten geactualiseerd
en aangevuld. Hieronder wordt per punt aangegeven wat deze wijzigingen inhouden.
Onderdeel A 1
Binnen de diercategorie A 1 (melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) zijn stalbeschrijvingen
geüniformeerd. De gebruikte omschrijvingen van de verschillende onderdelen van de
huisvestingssystemen zijn nu in alle beschrijvingen gelijk. Deze aanpassingen zijn
in overleg met de leveranciers van de desbetreffende huisvestingssystemen gedaan.
Voor alle betrokkenen is nu duidelijk op welke wijze de huisvestingssystemen moeten
worden toegepast.
Voor het huisvestingssysteem ’Ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk
hellende langssleuven met urineafvoergat en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten
gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van afdichtkleppen, met mestschuif’
(BWL 2013.04.V6) heeft de fabrikant een speciaal inlegprofiel ontwikkeld voor vloervariant
2. Door toepassing hiervan wordt het eenvoudiger om feces en urine te scheiden. Door
het inlegprofiel kan vloervariant 2 ook als dichte vloer gebruikt worden en gelijk
worden aan vloervariant 1.
Onderdeel A 2
Binnen de diercategorie A 1 is ook een nieuw huisvestingssysteem ‘ligboxenstal met
urine-opvangstation’ (BWL 2021.05) opgenomen. Voor dit huisvestingssysteem geldt een
voorlopige emissiefactor (eindnoot 19) van 8,4 kg NH3 per dierplaats per jaar. Het emissiereducerend principe van dit nieuwe systeem bestaat
uit het opvangen van een deel van de geproduceerde urine in een afzonderlijke opslag
zodat deze niet in contact komt met de feces op de vloer en in de mestkelder. Door
urine en feces gescheiden te houden wordt de ammoniakvorming in de stal verminderd.
Onderdeel B
Binnen de diercategorie D 3 (vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden,
opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking) is de systeembeschrijving van huisvestingssysteem
BWL 2004.05.V5 aangepast. In de systeembeschrijving van dit huisvestingssysteem was
een onjuiste Groen-labelcodering opgenomen van het systeem waar dit huisvestingssysteem
van is afgeleid. Dat is met deze wijziging aangepast.
Onderdeel C (eerste rij), D, E 2, F, I 2, J 2, K en N
Voor verschillende diercategorieën van de hoofdcategorieën kippen en kalkoenen is
een nieuw huisvestingssysteem opgenomen. Het betreft een chemisch luchtwassysteem
met 70% ammoniakemissiereductie (BWL 2021.03). Dit systeem is ontwikkeld om luchtstromen met veel
stof te reinigen en kan ingezet worden bij diverse pluimveecategorieën.
Onderdeel C (tweede rij), E 1, G 1, I 1, J 1 en L 1
Voor het stalsysteem ‘stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag’
(BWL 2011.13.V6) is een emissiefactor afgeleid voor de diercategorie E 1 (opfokhennen
en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken). Het systeem kan nu ook bij deze diercategorie
worden toegepast. Daarnaast is het in de stalbeschrijving mogelijk gemaakt om de heaters
buiten de stal te plaatsen. Plaatsing van de heaters buiten de stal biedt voordelen
op het gebied van technische controle en onderhoud.
Onderdeel G 2, L 2 en O
Voor de diercategorieën E.5 (vleeskuikens) F.4 (vleeskalkoenen) en G.2 (vleeseenden)
is een nieuw huisvestingssysteem opgenomen. Het betreft een chemisch luchtwassysteem
met 70% ammoniakemissiereductie (BWL 2021.04). Dit systeem is ontwikkeld om luchtstromen met veel
stof te reinigen en kan ingezet worden bij diverse categorieën pluimvee.
Onderdeel H 1, M 1 en P 1
De systeembeschrijvingen voor verschillende additionele technieken voor de emissiereductie
van fijnstof zijn aangepast, omdat deze systemen zowel kunnen worden ingezet op een
deelstroom van de totale ventilatiecapaciteit als op de totaal geïnstalleerde ventilatiecapaciteit.
Door deze variaties wordt het beter mogelijk om aan de lokaal geldende milieu-eisen
ten aanzien van fijnstof te voldoen. Op de ammoniakreductie heeft deze aanpassing
geen invloed omdat deze technieken geen ammoniakreductie kennen.
Onderdeel H 2, H 4 (eerste rij), M 2, M 4 (eerste rij), P 2, P 4 (eerste rij) en Q
(eerste eindnoot)
Warmtewisselaars kunnen zowel worden ingezet op een deelstroom van de totale ventilatiecapaciteit
als op de totaal geïnstalleerde ventilatiecapaciteit. Voor warmtewisselaars die na
15 maart 2021 in gebruik worden genomen geldt een nieuwe stalbeschrijving (BWL 2021.01).
Hierdoor wordt het mogelijk om warmtewisselaars toe te passen met fijnstofreducties
variërend tussen 1 en 95%. Dit leidt ertoe dat het beter mogelijk wordt om aan de
lokaal geldende milieu-eisen te voldoen. Op de ammoniakreductie heeft deze aanpassing
geen invloed, omdat deze technieken geen ammoniakreductie kennen. Er moet wel extra
informatie worden aangeleverd bij het bevoegd gezag als gebruik wordt gemaakt van
deze stalbeschrijving.
Onderdeel H 3, H 4 (tweede rij), M 3, M 4 (tweede rij), P 3, P 4 (tweede rij), Q (tweede
eindnoot)
Stoffilters kunnen zowel worden ingezet op een deelstroom van de totale ventilatiecapaciteit
als op de totaal geïnstalleerde ventilatiecapaciteit. Voor stoffilters die na 15 maart
2021 in gebruik worden genomen geldt een nieuwe stalbeschrijving (BWL 2021.02). Hierdoor
wordt het mogelijk om stoffilters toe te passen met een fijnstofreducties variërend
tussen 1 en 95%. Dit leidt ertoe dat het beter mogelijk wordt om aan de lokaal geldende
milieu-eisen te voldoen. Op de ammoniakreductie heeft deze aanpassing geen invloed,
omdat deze technieken geen ammoniakreductie kennen. Er moet wel extra informatie worden
aangeleverd bij het bevoegd gezag als gebruik wordt gemaakt van deze stalbeschrijving.
Artikel II
Voor een toelichting op de inwerkingtreding van deze regeling wordt verwezen naar
het algemene deel van de toelichting.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer