Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2021, 25317 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2021, 25317 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 20, tweede lid van de Wet primair onderwijs BES, artikel 26, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 6g1, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 12b, vierde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES;
school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder f, h, j, k, m of n, van de Wet op de expertisecentra, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;
school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder f, h, j, k, m of n, van de Wet op de expertisecentra, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;
school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder f, h, j, k, m of n, van de Wet op de expertisecentra, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;
school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES, met uitzondering van het voorbereidend beroepsonderwijs dat deel uitmaakt van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en met uitzondering van een school voor voortgezet onderwijs die deel uitmaakt van een scholengemeenschap met een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
regio Noord, regio Zuid of regio Midden, genoemd in artikel 3;
instelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, van de Wet op de expertisecentra, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;
school dan wel instelling als bedoeld in de onderdelen b, c, d, e, f of h.
Voor de vaststelling van de perioden van de zomervakantie, genoemd in artikel 6, behoort een school tot één van de regio's. De plaats van vestiging is bepalend voor de regio waartoe een school behoort. Indien een school vestigingen heeft in meer dan één regio, behoort elke vestiging tot de regio waarin ze is gelegen.
De regio's zijn:
a. Regio Noord, bestaande uit:
1° de provincie Groningen;
2° de provincie Friesland;
3° de provincie Drenthe;
4° de provincie Overijssel;
5° de provincie Flevoland, met uitzondering van de gemeente Zeewolde;
6° de provincie Noord-Holland;
7° wat betreft de provincie Gelderland, de gemeente Hattem;
8° wat betreft de provincie Utrecht, de gemeente Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude.
b. Regio Midden, bestaande uit:
1° de provincie Utrecht, met uitzondering van de gemeente Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude;
2° de provincie Zuid-Holland;
3° wat betreft de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde;
4° wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Aalten, Apeldoorn, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Buren, Culemborg, Doetinchem, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Harderwijk, Heerde, Lingewaal, Lochem, Montferland, met uitzondering van de voormalige gemeente Didam, Neder-Betuwe, met uitzondering van de voormalige gemeente Dodewaard, Neerijnen, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Scherpenzeel, Tiel, Voorst, Wageningen, Winterswijk en Zutphen;
5° wat betreft de provincie Noord-Brabant, de gemeente Altena, voor zover het betreft de voormalige gemeente Woudrichem en de kernen Nieuwendijk, Sleeuwijk en Werkendam;
Regio Zuid, bestaande uit:
1° de provincie Limburg;
2° de provincie Noord-Brabant, met uitzondering van de gemeente Altena, voor zover het betreft de voormalige gemeente Woudrichem en de kernen Nieuwendijk, Sleeuwijk en Werkendam.
3° de provincie Zeeland;
4° wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Neder-Betuwe, voor zover het betreft de voormalige gemeente Dodewaard, Lingewaard, Maasdriel, Montferland, voor zover het betreft de voormalige gemeente Didam, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel en Zevenaar.
Bij samenvoeging van gemeenten na publicatie van deze regeling behoort de nieuw te vormen gemeente tot dezelfde regio als die waartoe de samengevoegde gemeenten behoorden. Als de samen te voegen gemeenten tot verschillende regio’s behoorden, beslist de minister tot welke regio de nieuwe gemeente gaat behoren. Voordat de minister definitief beslist, wordt het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente gehoord.
De perioden voor de kerst- en meivakanties worden voor de jaren 2022 tot en met 2025 voor alle scholen, met uitzondering van de scholen, bedoeld in artikel 1 Wet primair onderwijs BES, en de scholen, bedoeld in artikel 1 Wet voortgezet onderwijs BES, en voor alle regio’s als volgt vastgesteld:
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
24 december 2022 t/m 8 januari 2023 |
Mei |
29 april t/m 7 mei 2023 |
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
23 december 2023 t/m 7 januari 2024 |
Mei |
27 april t/m 5 mei 2024 |
Vakantie |
Data |
---|---|
Kerst |
21 december 2024 t/m 5 januari 2025 |
Mei |
26 april t/m 4 mei 2025 |
De perioden voor de zomervakanties worden voor de jaren 2023, 2024 en 2025 voor alle scholen als volgt vastgesteld:
Regio Noord |
22 juli t/m 3 september 2023 |
Regio Midden |
8 juli t/m 20 augustus 2023 |
Regio Zuid |
15 juli t/m 27 augustus 2023 |
Regio Noord |
20 juli t/m 1 september 2024 |
Regio Midden |
13 juli t/m 25 augustus 2024 |
Regio Zuid |
6 juli t/m 18 augustus 2024 |
Regio Noord |
12 juli t/m 24 augustus 2025 |
Regio Midden |
19 juli t/m 31 augustus 2025 |
Regio Zuid |
5 juli t/m 17 augustus 2025 |
1. Het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs kan de periode, bedoeld in artikel 6, verlengen met ten hoogste twee dagen voorafgaand aan die periode en met ten hoogste twee dagen na die periode.
2. Indien meer dan de helft van de leerlingen van de school in een andere regio woont dan de regio waar de school gevestigd is, kan het bevoegd gezag, in afwijking van artikel 2, beslissen dat de vestiging van de school voor het vaststellen van de zomervakantie behoort tot de regio waarin het merendeel van de leerlingen woont. Voor de vaststelling van het aantal leerlingen wordt uitgegaan van het aantal leerlingen dat in het voorafgaande schooljaar op 1 oktober bij de vestiging stond ingeschreven.
3. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, indien gedurende drie achtereenvolgende schooljaren telkens meer dan zeventig procent van de leerlingen is doorgestroomd naar scholen voor voortgezet onderwijs in een andere regio dan die van de school, met ingang van het daaropvolgend schooljaar die andere regio aanwijzen om de zomervakantie vast te stellen.
4. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs met een tijdelijke nevenvestiging of nevenvestiging in een andere regio dan die van de hoofdvestiging, voor deze school de periode, bedoeld in artikel 6, zodanig vaststellen dat die periode niet eerder begint dan de vroegste periode en niet later eindigt dan de laatste periode van een van de vestigingen.
5. Het bevoegd gezag van een school voor cluster 3 en 4 onderwijs, als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra, kan de perioden, bedoeld in artikel 6, bekorten.
6. In afwijking van artikel 6 hebben in de gemeenten Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog de zomervakanties op de scholen voor primair onderwijs en de scholen voor voortgezet onderwijs een duur van vijf weken. Deze gemeenten volgen de startdatum van de vakanties van regio Noord.
De minister kan op aanvraag van het bevoegd gezag van een school in bijzondere omstandigheden afwijking toestaan van de perioden, genoemd in de artikelen 5 en 6.
In afwijking van artikel 6g1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, wordt op scholen voor voortgezet onderwijs in de regio waar een schooljaar vanwege de spreiding van de zomervakanties op grond van deze regeling korter duurt dan in de andere regio’s, in dat schooljaar op ten minste 184 dagen onderwijs verzorgd.
Voor de scholen in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba begint en eindigt de grote vakantie op hetzelfde tijdstip als in de regio in het Europese deel van Nederland waar de zomervakantie op grond van artikel 6 het eerst begint en eindigt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
De momenteel geldende regeling over de vakantiespreiding, de Regeling vaststelling schoolvakanties 2019–2022, heeft betrekking op de schoolvakanties tot en met het schooljaar 2021–2022. Voor de schoolvakanties van 2023, 2024 en 2025 is het daarom nodig dat er een nieuwe regeling wordt vastgesteld en gepubliceerd. Het is belangrijk voor scholen, ouders en leerlingen dat deze vakantiedata tijdig bekend zijn.
Deze vakantiedata (zowel de centraal vastgestelde data als de adviesdata) zijn tot stand gekomen in overleg met onder andere betrokkenen in het onderwijs, vertegenwoordigd in de PO-Raad en de VO-raad, het CvTE in verband met de planning van de centrale eindtoets en de eindexamens, Ouders & Onderwijs, de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat, de ANWB en brancheorganisaties voor toerisme.
Sinds de zomer van 2014 duurt de centraal vastgestelde zomervakantie zowel in het primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs zes aaneengesloten weken. In het onderwijs kunnen naast de centraal vastgestelde zomervakantie (zes weken), kerstvakantie (twee weken) en meivakantie (één week) nog twee vakantieweken (tien vakantiedagen) worden ingepland. Voor de hand liggende periodes daarvoor zijn in de herfst en in het voorjaar. Voor de herfst- en voorjaarsvakantie worden adviesdata gegeven (zie hieronder), maar hier kunnen scholen in overleg met de medezeggenschapsraad van afwijken, bijvoorbeeld in verband met carnaval of om de meivakantie met een week uit te breiden. Om scholen voor basis- en voortgezet onderwijs meer houvast te geven over eventuele planning van een tweede week meivakantie, mede om ouders met kinderen in zowel primair als voortgezet onderwijs niet onverwacht te confronteren met een periode van drie weken waarop één of meerdere kinderen vakantie hebben, wordt sinds de meivakantie 2018 ook voor deze facultatieve tweede meivakantieweek een adviesdatum gegeven.1 Besluitvorming op schoolniveau over de indeling van de onderwijstijd en de regeling van de vakanties moet voldoen aan hetgeen hierover is bepaald in de Wet medezeggenschap op scholen.
Het aantal dagen waarop geen onderwijs verzorgd behoeft te worden, is in het voortgezet onderwijs aan een maximum gebonden. Voor het voortgezet onderwijs geldt, naast de weekenden, een maximum van 55 vakantiedagen (zes weken zomervakantie, twee weken kerstvakantie, één week meivakantie en tien overige vakantiedagen), twaalf roostervrije dagen en vier feestdagen die buiten de centraal vastgestelde vakanties vallen. Bij deze feestdagen gaat het altijd om tweede paasdag, Hemelvaartsdag en tweede pinksterdag. Afhankelijk van de precieze data van de meivakantie is de vierde feestdag buiten de centraal vastgestelde vakanties Koningsdag dan wel Bevrijdingsdag.
Verder kunnen scholen in voorkomende gevallen afwijken van het aantal onderwijsdagen, bedoeld in artikel 6g1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs . Wanneer in een regio de zomervakantie in schooljaar Y een week eerder begint dan in het daaraan voorafgegane schooljaar X, dan is als gevolg daarvan schooljaar Y een week korter. In het voortgezet onderwijs hoeven in die regio in schooljaar Y daarom niet 189 onderwijsdagen te worden gerealiseerd, maar ten minste 184.
Verzoeken tot afwijking van de vastgestelde periode van kerstvakantie, meivakantie en zomervakantie worden alleen gehonoreerd als het gaat om bijzondere omstandigheden. Een voorbeeld van een bijzondere omstandigheid is de Nijmeegse Vierdaagse. In Nijmegen en omgeving is het wenselijk dat de zomervakantie samenvalt met de Vierdaagseweek. Dit is niet altijd het geval. Op verzoek van de gemeente Nijmegen en andere gemeenten die op de route van de Vierdaagse liggen, wordt de zomervakantie dan verschoven.
De Inspectie van het Onderwijs toetst of de afwijkingen op grond van artikel 7, het tweede tot en met vijfde lid, voldoen aan de in deze leden genoemde voorschriften.
De regio-indeling is ongewijzigd ten opzichte van de Regeling vaststelling schoolvakanties 2019–2022. Wel zijn er namen geactualiseerd van gemeenten, die de afgelopen jaren zijn gefuseerd.
Voor Caribisch Nederland dient de grote vakantie te worden vastgesteld. Het betreft hier enkel de vaststelling van de grote vakantie, omdat de overige vakanties door de openbare lichamen in overleg met de schoolbesturen zullen worden vastgesteld. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van Caribisch Nederland om voor de overige vakanties aan te sluiten bij de Caribische regio.
Om een volledig overzicht te hebben van alle vakantieperioden in een bepaalde regio worden hieronder ook de adviesdata voor de overige vakanties gepubliceerd. Deze data zullen ook worden gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties/.
Voor de herfst- en voorjaarsvakantie en voor de facultatieve tweede week meivakantie geeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap slechts adviesdata. Scholen mogen hier dus van afwijken. Het ministerie adviseert om bij de school na te gaan op welke dagen deze gesloten is in verband met vakantie.
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Noord Zuid/Midden |
15 oktober t/m 23 oktober 2022 22 oktober t/m 30 oktober 2022 |
Voorjaar |
Zuid Midden/Noord |
18 februari t/m 26 februari 2023 25 februari t/m 5 maart 2023 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
22 april t/m 30 april 2023 |
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Zuid/Midden Noord |
14 oktober t/m 22 oktober 2023 21 oktober t/m 29 oktober 2023 |
Voorjaar |
Zuid Noord/Midden |
10 februari t/m 18 februari 2024 17 februari t/m 25 februari 2024 |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
4 mei t/m 12 mei 2024 |
Vakantie |
Regio |
Data |
---|---|---|
Herfst |
Zuid Midden/Noord |
19 oktober t/m 27 oktober 2024 26 oktober t/m 3 november 2024 |
Voorjaar |
Noord Zuid/Midden |
15 februari t/m 23 februari 2025 22 februari t/m 2 maart |
Adviesweek facultatieve tweede week meivakantie |
alle |
19 april t/m 27 april 2025 |
Deze regeling brengt geen administratieve lasten met zich mee voor het bevoegd gezag van de school.
Deze regeling treedt op 1 augustus 2022 in werking. Deze regeling wordt behalve in de Staatscourant ook bekendgemaakt op de site van de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl).
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Kamerbrief over een impact assessment inzake twee weken meivakantie (Kamerstukken II, 2015–2016, 31 293, nr. 332).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-25317.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.