Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2021, 22182 | Convenanten |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2021, 22182 | Convenanten |
De Staat der Nederlanden, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: minister van OCW,
en
De provincie Noord-Brabant, voor zover het de bestuurlijke bevoegdheden betreft Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor cultuur, de heer W. van Pinxteren, gemachtigd door de Commissaris van de Koning bij besluit d.d. 09-03-2021 handelende ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 09-03-2021, hierna te noemen: provincie,
en
De gemeenten, voor zover het de bestuurlijke bevoegdheden betreft Burgemeester en wethouders van de gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouders voor cultuur voor Breda mevrouw M. de Bie, Eindhoven mevrouw M. List-de Roos, Helmond mevrouw A. Maas, ’s-Hertogenbosch de heer M. van der Geld en Tilburg mevrouw M. Hendrickx, gemachtigd door de Burgemeester, handelende ter uitvoering van het collegebesluit van Burgemeester en Wethouders van Breda d.d. 08-03-2021, van Eindhoven, Helmond en ’s-Hertogenbosch d.d. 09-03-2021 en van Tilburg d.d. 16-03-2021, hierna te noemen: gemeenten,
hierna te noemen: ‘Partijen’, dan wie ieder afzonderlijk: ‘Partij’.
Overwegende dat:
− rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de culturele infrastructuur in Nederland;
− daartoe algemene afspraken tussen de minister van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn vastgelegd in het op 21 mei 2012 ondertekende 'Algemeen Kader Interbestuurlijke Verhoudingen Cultuur';
− Partijen met het oog op de gewenste beleidsafstemming gesprekken hebben gevoerd over de uitgangspunten voor het cultuurbeleid uit de nota Uitgangspunten Cultuurbeleid 2021–20241 en over de politiek-bestuurlijke prioriteiten op landelijk, regionaal en lokaal niveau;
− BrabantStad in november 2018 het regioprofiel heeft ingediend bij de Minister van OCW en dat dit als leidraad heeft gediend voor de samenwerking in de periode 2021–2024;
− overheden gezamenlijk afspraken vastleggen over de beleidsprioriteiten en verantwoordelijkheden in het cultuurbeleid voor de periode 2021–2024;
KOMEN OVEREEN:
1. De in de bijlage 1 opgenomen instellingen zijn onderdeel van de landelijke culturele basisinfrastructuur of worden meerjarig gesubsidieerd door het Rijk / Rijksfondsen en Partijen beschouwen de subsidiering van deze instellingen gedurende 2021 tot en met 2024 als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
2. Partijen zetten zich ervoor in de hoogte van de subsidie van de in artikel 2.1 opgenomen instellingen niet naar beneden bij te stellen gedurende de looptijd van het convenant en gedurende de looptijd van de subsidieperiode. Partijen gaan met elkaar in gesprek wanneer een van de betrokken Partijen van plan is de subsidie van de in artikel 2.1 opgenomen instellingen, gedurende de looptijd van het convenant en gedurende de looptijd van de subsidieperiode, wel naar beneden bij te stellen.
3. Partijen subsidiëren de in het eerste lid bedoelde instellingen door middel van beschikkingen die waar wenselijk op elkaar aansluiten.
1. Partijen zetten zich samen in voor het versterken van de kwaliteit van cultuureducatie.
2. Zij doen dit onder meer door het programma ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ in 2021–2024 te continueren en door het bestuurlijk kader 2013–2023 te onderschrijven. In 2021–2024 is er binnen het programma ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ extra aandacht voor kansengelijkheid, aansluiting bij curriculum.nu, aansluiting binnen- en buitenschools aanbod, meer mogelijkheden voor het voortgezet onderwijs en het mbo.
3. Deelnemende Brabantse gemeenten en provincie matchen het door het ministerie van OCW beschikbaar gestelde bedrag met eenzelfde bedrag per inwoner. Afspraken over de financiering zijn vastgelegd in de adhesieverklaringen van alle deelnemende gemeenten in de provincie Noord-Brabant en de provincie ten behoeve van de aanvraag bij het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP).
4. Partijen gaan gedurende de looptijd van het convenant (2021–2024) in overleg over een bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs vanaf 2024.
1. Partijen spannen zich in om, in samenwerking met het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) en het FCP, de doelen uit het programma Cultuurparticipatie 2021–2024, zoals beschreven in bijlage 2, te behalen.
2. De minister van OCW stelt voor het programma Cultuurparticipatie in de jaren 2021–2024 jaarlijks een bedrag van € 5,075 miljoen beschikbaar.
3. Het FCP voert de meerjarenregeling Samen Cultuurmaken 2021–2024, Samen werken aan cultuur voor iedereen (Stcrt. 2020, 30490), uit. Initiatieven worden gefinancierd door matching met middelen van gemeenten, provincies of andere publieke en/of private partijen. Hoe de matching dient plaats te vinden, is opgenomen in de meerjarenregeling.
4. Partijen blijven met elkaar in gesprek over vervolg van het programma na 2024.
1. De minister van OCW zet de decentralisatie-uitkering Beeldende Kunst en Vormgeving uit de periode 2017–2020 onder dezelfde voorwaarden voort in de periode 2021–2024.
2. De gemeenten die Partij zijn bij dit convenant beschouwen het elk als hun verantwoordelijkheid om middelen die zij ontvangen uit een decentralisatie-uitkering Beeldende Kunst en Vormgeving, te matchen.
Partijen erkennen het belang van behoud, beheer en de toegankelijkheid van publieke collecties voor het publiek van vandaag en in de toekomst. Partijen hebben als eigenaar van publieke collecties elk een eigen verantwoordelijkheid hiervoor. Partijen zetten zich hiervoor in door:
1. Het bevorderen van het bruikleenverkeer langs de lijnen van de Code Bruikleenverkeer (2017);
2. Het bevorderen van het behoud en beheer.
3. Zorgvuldige omgang met collecties met een koloniale context en roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog door onder meer:
a. Aandacht voor het behoud en beheer van deze collecties (voor zover aanwezig), inclusief herkomstonderzoek;
b. elkaar te informeren over landelijk en lokaal beleid. Voor het informeren wordt eerst op ambtelijk niveau contact gezocht.
1. Partijen zetten zich in tijdens de periode 2022–2024 om het samenwerkingsverband publieksdata vorm te laten krijgen. Voornoemd samenwerkingsverband wordt vormgegeven door een taskforce. Daarnaast houdt deze taskforce tevens de regie op het samenwerkingsverband. In de periode 2022–2024 is de taskforce samengesteld.
2. Partijen delen hun kennis over publieksdata voor zover nodig met de taskforce2 samenwerkingsverband publieksdata. Deze inspanning is gericht op het versterken van marketing en datagebruik ten behoeve van culturele instellingen.
1. Partijen onderschrijven samen het belang van Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie voor de kwaliteit van de sector, zullen dit belang uitdragen en de sector ondersteunen in de toepassing van deze codes.
2. Partijen spreken vanuit de principes van gezamenlijke en complementaire verantwoordelijkheden af om toepassing van de codes en omgang met de subsidievoorwaarden te monitoren onder de eigen meerjarige subsidierelaties, en bij aanleiding ook met de meerjarig gesubsidieerde instellingen te agenderen.
3. Bij vragen en zorgen over de codes onderschrijven Partijen samen de rol van de hoeders van de codes als inhoudelijke en onafhankelijke experts, te weten Cultuur+Ondernemen, Kunsten ’92 in samenwerking met Platform ACCT en het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
4. Partijen spreken af om, vanuit het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheden, toepassing van de codes door de instellingen te betrekken bij subsidiebesluiten. Een instrument daartoe zijn de meerjarige subsidiebesluiten.
1. Partijen spreken onderling het belang uit van een goede en zorgvuldige omgang met cultureel erfgoed binnen het proces van ruimtelijke ordening en de inzet van ruimtelijk ontwerp hierbij. De Erfgoedwet, de Omgevingswet, de Nationale Omgevingsvisie en de daaraan verbonden programma’s, het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp, de Omgevingsagenda’s en de verstedelijkingsstrategieën bieden hiervoor het kader.
2. Partijen gaan bij de implementatie van de Omgevingswet kennis en ervaringen uitwisselen om te komen tot een goede inbedding van cultureel erfgoed in de dagelijkse praktijk.
Partijen onderschrijven het belang van één digitaal loket voor de aanlevering van de digitale archeologische opgravingsdocumentatie en zetten zich, met inachtneming van de kaders van de Erfgoedwet, in voor de versterking van de één-loket benadering van het landelijk loket ArcheoDepot. Partijen gaan gedurende de looptijd van het convenant in overleg over hoe informatie uit het ArcheoDepot, zoveel als wettelijk mogelijk, toegankelijk gemaakt kan worden ten behoeve van een breed publiek.
Partijen zetten zich in, met inachtneming van ieders rollen en verantwoordelijkheden, om een gezamenlijke visie voor het cultuurbeleid vanaf 2025 uit te werken.
1. Partijen voeren indien nodig overleg ten behoeve van het afstemmen en samenwerken met betrekking tot het herstel van de culturele en erfgoedsector uit een crisis die is ontstaan door externe factoren. Hierbij wordt beleid zo veel mogelijk afgestemd.
2. Partijen voeren indien nodig overleg over het veranderen in de voorgenomen activiteiten van de door Partijen gesubsidieerde instellingen als gevolg van de beperkende overheidsmaatregelen gedurende de coronacrisis.
Partijen voorzien elkaar van resultaten van relevant (evaluatie)onderzoek over de onderwerpen van dit convenant. Waar mogelijk wordt samengewerkt bij nieuw onderzoek.
Dit convenant treedt in werking nadat Partijen dit convenant hebben ondertekend, en werkt terug tot 1 januari 2021 en eindigt op 31 december 2024. Partijen treden uiterlijk een jaar voor het beëindigen van dit convenant in overleg over eventuele voortzetting van het convenant.
Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat dit convenant billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, treden Partijen over een eventuele wijziging van dit convenant in overleg.
Wanneer een partij het convenant schriftelijk opzegt, eindigt het convenant voor beide Partijen.
Den Haag,
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven,
gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant, W. van Pinxteren
wethouder van de gemeente Breda, M. de Bie
wethouder van de gemeente Eindhoven, M. de List-de Roos
wethouder van de gemeente Helmond, A. Maas
wethouder van de gemeente ’s-Hertogenbosch, M. van der Geld
wethouder van de gemeente Tilburg, M. Hendrickx
Ministerie van OCW - Regio BrabantStad
Bijlage 1, behorende bij artikel 2:
Cofinanciering culturele instellingen in 2021–2024 BrabantStad (culturele basisinfrastructuur). Bedragen zijn subsidieverleningen in euro’s per jaar.
2021–2024 |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Instelling |
Plaats |
BrabantStad |
BIS |
Totaal |
|
provincie |
gemeente |
||||
BioArt Laboratories1 |
Eindhoven |
439.697 |
439.697 |
||
Coöperatie Emoves U.A. |
Eindhoven |
150.000 |
185.750 |
540.867 |
876.617 |
De Stilte |
Breda |
356.511 |
160.000 |
700.000 |
1.216.511 |
Dutch Design Foundation |
Eindhoven |
254.651 |
420.000 |
1.000.000 |
1.674.651 |
EKWC |
Oisterwijk |
203.720 |
500.000 |
703.720 |
|
Het Zuidelijk Toneel |
Tilburg |
356.510 |
517.727 |
1.692.500 |
2.566.737 |
Mommerskwartier TextielLab |
Tilburg |
152.790 |
600.000 |
757.478 |
1.510.268 |
MU |
Eindhoven |
152.790 |
365.500 |
523.720 |
1.042.010 |
Noordbrabants Museum2 |
s-Hertogenbosch |
150.000 |
250.000 |
400.000 |
|
November Music |
s-Hertogenbosch |
254.651 |
137.170 |
275.000 |
666.821 |
Opera Zuid |
Maastricht |
356.511 |
1.579.000 |
1.935.511 |
|
Philharmonie zuidnederland |
Eindhoven |
1.500.000 |
94.085 |
7.545.000 |
9.139.085 |
Theater Artemis |
s-Hertogenbosch |
365.511 |
91.229 |
793.444 |
1.250.184 |
4.253.643 |
2.571.461 |
16.596.706 |
23.421.810 |
Inspanning van de gemeente Eindhoven om huisvesting mede mogelijk te maken onder afgesproken voorwaarden.
Cofinanciering van de provincie betreft het project dat in de BIS wordt gehonoreerd als samenwerkingsproject met andere regionale musea.
2021–2024 |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Instelling |
Plaats |
BrabantStad |
Rijksfondsen1 |
Totaal |
|
provincie |
gemeente |
||||
Afslag Eindhoven |
Eindhoven |
97.500 |
125.000 |
222.500 |
|
BRIK |
Breda |
25.000 |
25.000 |
37.500 |
87.500 |
Corpo Maquina |
Tilburg; Breda |
50.000 |
100.000 |
150.000 |
|
Festival Cement |
s-Hertogenbosch |
152.790 |
74.510 |
162.500 |
389.800 |
Festival Circolo |
Tilburg |
152.500 |
100.000 |
162.500 |
415.000 |
House of Nouws |
Tilburg |
55.000 |
35.000 |
116.875 |
206.875 |
Jazz in Duketown |
s-Hertogenbosch |
80.950 |
37.500 |
118.450 |
|
LeineRoebana |
Breda |
150.000 |
150.000 |
280.500 |
580.500 |
Lustwarande |
Tilburg |
80.000 |
55.000 |
135.000 |
|
Matzer |
s-Hertogenbosch |
152.790 |
46.650 |
374.000 |
573.440 |
Next Nature Netwerk2 |
Eindhoven |
250.000 |
500.000 |
500.000 |
1.250.000 |
Panama Pictures |
s-Hertogenbosch |
152.790 |
32.610 |
280.500 |
465.900 |
Paul van Kemenade |
Tilburg |
94.650 |
47.500 |
93.500 |
235.650 |
Playgrounds |
Breda |
152.750 |
100.000 |
350.000 |
602.750 |
Roadburn |
Tilburg |
75.000 |
65.000 |
75.000 |
215.000 |
Rugged Solutions |
Eindhoven |
90.000 |
90.000 |
125.000 |
305.000 |
Schippers&VanGucht |
Breda |
150.000 |
35.000 |
300.000 |
485.000 |
So Whats' Next |
Eindhoven |
35.000 |
75.000 |
37.500 |
147.500 |
The Watershed |
Eindhoven |
70.000 |
75.000 |
145.000 |
|
Theaterfestival Boulevard |
s-Hertogenbosch |
254.650 |
458.500 |
350.000 |
1.063.150 |
This is not a show |
Tilburg |
80.000 |
23.000 |
116.875 |
219.875 |
TILT |
Tilburg |
55.000 |
50.000 |
105.000 |
|
2.022.920 |
2.291.220 |
3.804.750 |
8.118.890 |
Kunst en cultuur dragen bij aan de veerkracht, welzijn en gezondheid van mensen en zij vervullen een rol in de sociale basis van de maatschappij. Tegelijkertijd is cultuurdeelname nog niet vanzelfsprekend voor iedereen. Het programma Cultuurparticipatie 2021–2024 streeft daarom naar inclusieve cultuurparticipatie, voor iedereen toegankelijk, waarbij beperkingen geaccepteerd worden door een passend aanbod.
Het programma cultuurparticipatie is een uitwerking van bestuurlijke afspraken tussen Rijk (OCW), gemeenten (Vereniging Nederlandse gemeenten, VNG) en provincies (Interprovinciaal Overleg, IPO). Het programma krijgt vorm in een samenwerking tussen het Ministerie van OCW, het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) en het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP). Het programma kent drie belangrijke pijlers: een meerjarige subsidieregeling, onderzoek en kennisdeling en communicatie/campagne. Een programmatische en lerende aanpak staat centraal. Zo kan ingespeeld worden op actuele ontwikkelingen en het realiseren van de doelstelling. Het programma start vanuit lokale initiatieven. De beoogde deelnemers beslissen mee over de uitwerking. Dit betekent dat inhoud, aanpak en doelgroep per gemeente verschillen. Er is ruimte voor maatwerk in schaal en bereik.
Het rijk stelt voor het programma Cultuurparticipatie in de jaren 2021–2024, jaarlijks een bedrag van € 5,075 miljoen beschikbaar. Het Fonds voor Cultuurparticipatie voert de vierjarige regeling Samen Cultuur Maken uit. Initiatieven worden gefinancierd door matching met middelen van één of meerdere van de volgende partijen: gemeenten, provincies of andere publieke en/of private partijen.
Meer achtergrondinformatie over dit artikel is te vinden in de brief aan de Tweede Kamer van 13 november 20203.
In de Uitgangspuntenbrief cultuurbeleid benoemt de minister het belang van data voor publieksbereik. Zij kondigt een onderzoek aan naar een samenwerkingsverband publieksdata in de cultuursector. Dit onderzoek is in augustus 2020 afgerond. Uit de eindrapportage blijkt dat er grote kansen zijn voor de cultuursector om met gebruik van data het publieksbereik te versterken. Het gaat hierbij om inzicht in de diverse groepen bezoekers en niet bezoekers en de beste manier om deze groepen te benaderen. Samenwerking is hierbij van groot belang om versnippering van deskundigheid te voorkomen.
Gezien de complexiteit van de opgave wordt in 2021 een taskforce in het leven te roepen om de verdere invulling van dit samenwerkingsverband vorm te geven. Over de invulling hiervan is het gesprek nu gestart. Komend jaar is het van belang om de bestaande kennis te bundelen en uit te werken in een samenwerkingsverband die culturele instellingen verder helpt bij het bereiken van een nieuw en divers publiek.
De Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie zetten zich in voor een gezonde en veerkrachtige sector, met het veld als initiatiefnemer en regiehouder. Elk van deze codes heeft een eigen focus: de Governance Code Cultuur richt zich op goed bestuur en toezicht in de sector, de Fair Practice Code op een stevigere arbeidsmarktpositie van mensen werkzaam in de sector en de Code Diversiteit en Inclusie op representatie van de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving in de culturele en creatieve sector. De codes dienen om een kader te geven voor discussie over en ontwikkeling van de maatschappelijke verantwoordelijkheden, met inzet van gedeelde principes, algemene gedragsregels en aanbevelingen.
In het artikel wordt gesteld: ‘met inachtneming van de kaders van de Erfgoedwet’ omdat altijd voldaan moet worden aan onder meer de verplichtingen van aanmelding en afmelding van onderzoeken. Daarnaast stellen we in het artikel ‘zoveel als wettelijk mogelijk’, omdat in het kader van Unesco 2001 geen locatiegegevens van wrakken gedeeld mogen worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-22182.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.