TOELICHTING
Inleiding
Op 18 december 2020 heeft Schiphol verzocht om in verband met groot onderhoud aan
de Polderbaan en werkzaamheden voor de Voltooiing van het Dubbele Rijbaanstelsel (VDR)
af te mogen wijken van de regels met betrekking tot het baan- en luchtruimgebruik
in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB).
Voor het verlenen van de gevraagde vrijstellingen van het LVB is een ministeriele
regeling vastgesteld. Deze regeling schrijft voor welk baangebruik van toepassing
is gedurende de onderhoudsperiode en maakt het mogelijk dat in de nacht kan worden
gestart vanaf de Zwanenburgbaan in noordelijke richting. Hierdoor wordt veel overlast
in Amsterdam en Amstelveen voorkomen.
Op 25 januari 2021 is de Tijdelijke regeling van de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat, van 15 januari 2021, nr. IENW/BSK-2021/4190, houdende vrijstelling van
regels in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met groot onderhoud aan
de Polderbaan (Tijdelijke regeling groot onderhoud Polderbaan, Stcrt. 2021, 1827; hierna: de regeling) in werking getreden. Deze regeling bevat voor de periode 25 januari
2021 tot en met 2 mei 2021 vrijstellingen van de regels in het LVB met betrekking
tot het baan- en luchtruimgebruik vanwege groot onderhoud aan de Polderbaan, waardoor
het normale gebruik van de luchthaven ernstig wordt belemmerd.
Verzoek Schiphol
Schiphol heeft per brief, d.d. 1 april 2021 (kenmerk BO.2021.007), laten weten dat
het niet gaat lukken om het geplande onderhoud conform haar onderhoudsplanning en
binnen de termijn van de regeling af te ronden op 2 mei 2021. Reden hiervoor is de
langdurige vorstperiode in februari 2021 waardoor de werkzaamheden twee weken volledig
stilgelegd moesten worden. Schiphol heeft daarom verzocht om de Tijdelijke regeling
groot onderhoud Polderbaan te verlengen tot en met 17 mei 2021 (dit is inclusief een
week uitloop), zodat de werkzaamheden kunnen worden afgerond met zo min mogelijk hinder
voor de omgeving.
Uitloop werkzaamheden door vorstperiode in februari 2021
Grote (onderhouds-)werkzaamheden aan banen en rijbanen worden, mede op verzoek van
omwonenden, zoveel mogelijk vroeg in het voorjaar of laat in het najaar gepland, om
overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken. Het is dan doorgaans minder
druk op Schiphol en mensen zijn in die periodes minder buitenshuis. Een risico bij
het inplannen van werkzaamheden vroeg in het jaar echter, is verstoring door weersomstandigheden.
In de regeling zoals die op 25 januari 2021 in werking is getreden is rekening gehouden
met een mogelijke uitloop van een week voor de uitvoering van de werkzaamheden als
gevolg van slechte weersomstandigheden of andere onvoorziene omstandigheden. Deze
termijn is voorgaande jaren altijd voldoende gebleken om veranderende weersomstandigheden
op te kunnen vangen. Niet weersafhankelijke werkzaamheden zijn door Schiphol 24 uur
per dag en 7 dagen per week ingepland.
Voor weersafhankelijke werkzaamheden geldt dat deze 5 dagen per week zijn ingepland.
Dit biedt bij slecht weer de mogelijkheid om uit te wijken naar de nachten en het
weekend. Het niet inplannen van nacht- en weekendwerk voor weersafhankelijke werkzaamheden
op het kritieke pad van de planning is om uitloop en vertraging door weersinvloeden
zo spoedig mogelijk op te kunnen vangen.
Begin februari 2021 was het twee weken niet mogelijk om te werken aan de fundering,
het asfalt en de verlichting van de baan en het rijbaanstelsel. In de vorstperiode
van 6 februari 2021 tot en met 16 februari 2021 zijn de ondergrond en de materialen
waarmee gewerkt moet worden bevroren geweest. Graafwerkzaamheden of het leggen van
asfalt en fundering zijn niet mogelijk bij een bevroren ondergrond. Alle werkzaamheden
hebben hierdoor stilgelegen. Het werk is op 22 februari 2021 voortgezet zodra de ondergrond
en materialen ontdooid waren.
Schiphol heeft aangegeven dat is onderzocht of de ontstane vertraging is op te vangen
binnen de oorspronkelijke planning. Versnelling van het werk is echter praktisch niet
uitvoerbaar gebleken vanwege de volgordelijkheid in de planning en de afhankelijkheid
van materieel en aannemers. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om eerst te asfalteren
en daarna de stroomkabels voor de baanverlichting aan te leggen. Deze afhankelijkheden
maken het onmogelijk met de afzonderlijke werkzaamheden te schuiven. Ten tweede is
Schiphol afhankelijk van de beschikbaarheid van materiaal en aannemers. Voor bijvoorbeeld
het aanleggen van asfalt geldt dat geen versnelling mogelijk is vanwege de beschikbaarheid
van asfalt vanuit de asfaltproducenten. Een verstoring van een aantal uren is binnen
het onderhoudsschema op te vangen, maar in dit geval heeft de vorstperiode te lang
aangehouden. De periode van twee weken aansluitende vrieskou heeft er voor gezorgd
dat de reeds door Schiphol ingebouwde speling in de planning onvoldoende is om deze
twee weken stilstand op te kunnen vangen.
Effect niet verlengen regeling
Het niet verlengen van de regeling heeft een tweetal gevolgen. Ten eerste zou het
niet verlengen van de regeling voor de omgeving betekenen dat bij matige noorden wind
de Zwanenburgbaan in de nacht niet kan worden ingezet voor starts naar het noorden,
waardoor het vliegverkeer dan vanaf de Kaagbaan (baan 06) moet starten. Dit is vanuit
het oogpunt van hinderbeperking onwenselijk omdat dit veel extra hinder in Amsterdam
en Amstelveen veroorzaakt.
Uit controles van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) over de periode 25 januari
tot en met maart 2021 is gebleken dat LVNL de vrijstellingsregeling voor de nacht
goed heeft nageleefd. De vrijstelling geldt alleen voor het gebruik van Zwanenburgbaan
in de nacht voor starts in noordelijke richting.
In genoemde periode hebben in de nacht in totaal 238 starts plaatsgevonden, waarvan
67 van de Zwanenburgbaan in noordelijke richting (dit is ongeveer 28%).
De vrijstelling voor het gebruik van de Zwanenburgbaan in de nacht voor starts in
noordelijke richting had mede tot doel te voorkomen dat in de nacht bij matige wind
uit noordelijke richting, de Kaagbaan voor starts in noordoostelijke richting zou
moeten worden gebruikt, en zodoende extra hinder in Amsterdam en Amstelveen te voorkomen.
Dit heeft erin geresulteerd dat de Kaagbaan alleen in februari 2021 voor starts in
noordoostelijke richting in de nacht is gebruikt, in verband met matige tot harde
noordoostenwind. Het betreft hier slechts 10 starts in de nacht op een totaal van
238 starts in de nacht (dit is ongeveer 4%).
Ten tweede zijn in de eerder vastgestelde regeling vervangende baanpreferentietabellen
opgenomen voor regel 1 van het nieuwe normen- en handhavingstelsel Schiphol (NNHS).
De uitloop van de werkzaamheden heeft met name effect op de verklaarbaarheidsscore
van baangebruiksregel 1 binnen het NNHS. De score op regel 1 binnen het NNHS was 98,5%
voor de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 januari 2021.
Bij het niet verlengen van de regeling zal er voor de verklaarbaarheid van regel 1
binnen het NNHS niet gebruik gemaakt kunnen worden van de vervangende preferentietabellen
zoals vastgesteld in de regeling. Hiermee stijgt de kans op overschrijding van de
95% norm van regel 1 binnen het NNHS. Op dit moment is de verwachting dat de kans
op overschrijding van de 95% norm klein is. Als gevolg van het feit dat het NNHS nog
niet in de wet geborgd is, leidt een overschrijding van deze norm overigens alleen
tot een probleem bij overschrijding van de handhavingspunten in het vigerende stelsel,
in het kader van het anticiperend handhaven.
De regeling voorziet erin dat door de vrijstelling het vliegverkeer met zo min mogelijk
hinder wordt afgewikkeld.
Omgevingsraad Schiphol en ILT
De Omgevingsraad Schiphol is tijdens de vergadering van het Regioforum op 9 april
2021 geïnformeerd over de wijziging.
De ILT heeft vastgesteld dat de wijziging handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig
is. De wijziging heeft geen administratieve lasten tot gevolg.
Inwerkingtreding
Op verzoek van Schiphol wordt met de onderhavige wijzigingsregeling de regeling verlengd
tot en met 17 mei 2021. Dit is inclusief een eventuele uitloop van de werkzaamheden.
De regeling vervalt op 18 mei 2021.
De wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de publicatie in
de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van de zogenaamde vaste verandermomenten
omdat de werkzaamheden voor het groot onderhoud reeds zijn aangevangen. Ook wordt
afgeweken van de minimuminvoeringstermijn. Met deze afwijkingen worden aanmerkelijke
ongewenste publieke en private nadelen voorkomen (Ar. 4.17, vijfde lid, onder a).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga