Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2021, nr. 2021-0000060830, tot wijziging van de Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen en de Regeling beslagvrije voet in verband met het arbeidsvoorwaardenbedrag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 44, achtste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 58, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 475ga, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, achtste lid, komt te luiden:

  • 8. Bij de vaststelling van het loon worden het in de relevante aangiftetijdvakken opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de in die tijdvakken opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag als bedoeld in artikel 1:1 van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten in aanmerking genomen, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in die tijdvakken niet in aanmerking worden genomen.

B

Artikel 2a, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. Bij de vaststelling van het inkomen wordt het in de relevante aangiftetijdvakken opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de in die tijdvakken opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag als bedoeld in artikel 1:1 van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten in aanmerking, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in die tijdvakken niet in aanmerking worden genomen.

ARTIKEL II

Artikel 4 van de Regeling beslagvrije voet wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. opname arbeidsvoorwaardenbedrag;

2. Onderdeel f komt te luiden:

  • f. opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag;

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Een werkgever kan met de werknemer overeenkomen dat een deel van de beloning wordt opgenomen in een keuzebudget. Diverse elementen van de beloning kunnen worden opgenomen in dit budget, zoals vakantiebijslag, eindejaarsuitkering (extra periode salaris, EPS), bijzondere beloningen en toeslagen en bovenwettelijke verlofdagen. De uitbetaling en de wijze van benutting wordt bepaald door de werknemer. Hij kan het bedrag opnemen op door hem gekozen momenten, regelmatig gespreid over het jaar of op willekeurige momenten. Ook kan geregeld zijn dat hij een deel kan opnemen voor onbelaste doelen zoals opleiding of voor extra vrije dagen.

Bij een dergelijk budget kan niet meer worden gesproken van de afzonderlijke reservering of opbouw van vakantiebijslag of extra periode salaris (EPS) respectievelijk uitbetaling daarvan, zoals gebruikelijk bij arbeidsovereenkomsten waarin die loonelementen periodiek opgebouwd en gereserveerd worden en eenmalig in een vooraf bepaald tijdvak worden uitbetaald. Werkgevers doen dan in hun loonaangifte ook geen aangifte van reservering en uitbetaling van vakantiebijslag en EPS, maar nemen de uitbetaling van bedragen op als onderdeel van het loon dat in een tijdvak is betaald. Voorheen waren opbouw in en uitbetaling uit een budget niet herkenbaar in de polisadministratie.

Overeenkomstig artikel 5.12, eerste lid, onderdeel d, en bijlage 1 van het Besluit SUWI1 worden bedragen die worden opgebouwd in een EPS en in een keuzebudget voortaan vermeld in de rubriek ‘opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag’ en worden bedragen betaald uit opbouw van EPS of uit opbouw van een keuzebudget vermeld in de rubriek ‘opname arbeidsvoorwaardenbedrag’.

De Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen bepaalt met welke inkomsten rekening wordt gehouden bij de bepaling van de hoogte van de uitkering. Voorheen kon door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ingevolge artikel 2, achtste lid, en artikel 2a, zesde lid, al rekening worden gehouden met opgebouwde en gereserveerde vakantiebijslag en extra periodiek salaris, indien van die reserveringen sprake is. In het beleid van het UWV werd altijd al rekening gehouden met de opgebouwde bedragen in plaats van de uitbetaalde bedragen. De mogelijkheid wordt nu gewijzigd in de verplichting voor het UWV om rekening te houden met opgebouwde bedragen, en niet met uitbetaalde bedragen. En dit geldt ook indien bedragen niet worden opgebouwd als afzonderlijke bedragen voor vakantiebijslag of EPS, maar ook indien bedragen worden opgebouwd in een budget. Indien met opbouw en reservering rekening wordt gehouden kan het uitkeringsbedrag in een tijdvak hoger of lager uitvallen dan indien uitbetaling bepalend is, afhankelijk van de momenten van uitbetaling uit het keuzebudget. Omdat in het beleid van het UWV altijd al rekening werd gehouden met de opbouw leidt deze wijziging niet tot een verandering in de praktijk en zijn er geen financiële effecten.

In de Regeling beslagvrije voet worden enkele redactionele wijzigingen aangebracht in verband met het verdwijnen van de rubrieken inzake «extra periode salaris» in de aangifte en de introductie van de rubrieken inzake het «arbeidsvoorwaardenbedrag».

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Besluit van 19 februari 2021 tot wijziging van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten, het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen, en enkele andere besluiten in verband met het arbeidsvoorwaardenbedrag (Stb. 2021, 115).

Naar boven