Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 april 2021, 2020-0000163473, tot wijziging van de Regeling Participatiewet IOAW, IOAZ in verband met het vrijlaten van de eenmalige tegemoetkoming op grond van artikel 49g van de Wet inkomensafhankelijke regelingen, de aanvullende tegemoetkoming op grond van het Besluit aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade bij O/GS en het forfaitaire bedrag aan compensatie en tegemoetkoming op grond van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 31, tweede lid, onderdeel l, van de Participatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 7, onderdeel p, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ komt te luiden:

  • p. betalingen door de Belastingdienst/Toeslagen inzake:

    • 1°. de compensatie op grond van het Besluit Compensatieregeling CAF 11 of het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken;

    • 2°. de hardheidstegemoetkoming, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

    • 3°. de bijzondere tegemoetkoming, bedoeld in artikel 49a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

    • 4°. de compensatie, bedoeld in artikel 49b, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen of de O/GS-tegemoetkoming, bedoeld in 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

    • 5°. de noodvoorziening, bedoeld in het Besluit noodvoorziening kinderopvangtoeslag of in het Besluit noodvoorziening toeslagen;

    • 6°. de eenmalige tegemoetkoming, bedoeld in artikel 49g van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

    • 7°. de aanvullende tegemoetkoming op grond van het Besluit aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade bij O/GS;

    • 8°. het forfaitaire bedrag aan compensatie en tegemoetkoming, op grond van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling;.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2020.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 april 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Verschillende regelingen (compensatieregeling, herzieningsregeling, hardheidsregeling, O/GS-tegemoetkoming en vangnetbepaling) zijn in werking getreden om de getroffen ouders in de toeslagenaffaire tegemoet te komen. Het kabinet vindt het onwenselijk dat deze betalingen van invloed zijn op het recht op algemene bijstand. Daartoe is reeds een vrijlating opgenomen in de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ (hierna: Regeling) op 18 november 2020 (Stcrt. 2020, 59645).

De vrijlating wordt uitgebreid met drie regelingen die op bij de eerdere wijziging van de Regeling nog niet meegenomen konden worden:

  • de eenmalige tegemoetkoming van € 750 voor gedupeerde ouders die voor 1 november 2020 een verzoek voor herstel hadden ingediend, maar door vertraging bij herstel daar langer op moeten wachten;

  • de aanvullende tegemoetkoming als de werkelijke schade als gevolg van het niet-toekennen van een persoonlijke betalingsregeling vanwege een onterechte kwalificatie opzet of grove schuld groter is dan de forfaitaire O/GS-tegemoetkoming;

  • het forfaitaire bedrag van € 30.000 – of aanvullende bedrag tot € 30.000 – voor ouders die in één of meerdere jaren in aanmerking komen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de herstelregelingen voor de toeslagenaffaire. De grondslag voor deze betaling ligt in het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag).

Naast bovenstaande inhoudelijke wijzigingen wordt artikel 7, onderdeel p, van de Regeling in het kader van de leesbaarheid redactioneel gewijzigd. De grondslagen voor betaling in het kader van de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag zijn in aparte subonderdelen opgenomen. Subonderdelen 1 tot en met 5 waren reeds eerder opgenomen. In subonderdelen 6 tot en met 8 zijn bovengenoemde grondslagen opgenomen.

Onderhavige regeling heeft geen effecten op de regeldruk aangezien slechts voorkomen wordt dat het college deze aanvullende betalingen in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag moet betrekken bij het beoordelen van (de voortzetting van) het recht op algemene bijstand.

De vrijlating treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 november 2020, het moment dat de wettelijke grondslag voor de eenmalige tegemoetkoming in de Algemene wet inkomensafhankelijke regeling in werking is getreden. Gemeenten zijn reeds in het Gemeentenieuws SZW van december 2020 verzocht om in de uitvoeringspraktijk op bovengenoemde uitbreiding van artikel 7, onderdeel p, van de Regeling te anticiperen, met uitzondering van de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag, die op dat moment nog niet bekend was.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven