TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
In 2014 is het sectorakkoord vo afgesloten dat als doel heeft dat binnen scholen gewerkt
wordt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.1 Om besturen te ondersteunen de doelen uit het sectorakkoord te behalen zijn de prestatieboxmiddelen
beschikbaar gesteld. Hierbij is de afspraak gemaakt dat wanneer er voldoende voortgang
is gemaakt op de doelen, de prestatieboxmiddelen toegevoegd worden aan de lumpsumbekostiging.
Eind 2020 is het sectorakkoord afgelopen. In september 2020 is de eindevaluatie uitgevoerd
van het sectorakkoord vo en is de Tweede Kamer daarover geïnformeerd.2 Uit de eindevaluatie is gebleken dat de sector op een deel van de doelen voldoende
voortgang heeft geboekt, maar dat er ook doelen zijn waarbij het nodig is om extra
stappen te zetten. Het deel van de prestatieboxmiddelen dat is gekoppeld aan de behaalde
doelen zal worden toegevoegd aan de lumpsumbekostiging. Het deel van de prestatieboxmiddelen
waar nog onvoldoende voortgang op is gemaakt, wordt voor de jaren 2021 en 2022 op
alternatieve wijze ingezet. Met deze regeling wordt dat voor 2021 geregeld. De regeling
wordt te zijner tijd gewijzigd voor de aanvullende bekostiging voor 2022.
Doel
Met deze regeling wordt aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld aan schoolbesturen
voor het behalen van twee van de sectorakkoorddoelen waarbij nog extra stappen gezet
moeten worden:
Deze aanvullende bekostiging moet ervoor zorgen dat scholen en schoolbesturen er effectief
werk van maken om deze doelstellingen te behalen. Het uitgangspunt daarbij is dat:
-
• schoolbesturen hun organisatie op een toekomstbestendige manier vormgeven waarbij
een koppeling wordt gemaakt tussen onderwijs- en personeelsontwikkeling;
-
• scholen een plek zijn waar zowel leerlingen, leraren als schoolleiders zich continu
ontwikkelen;
-
• scholen eraan werken om uitdagend onderwijs voor elke leerling te bieden.
Beschikbare budget
In 2021 ontvangt het bevoegde gezag een bedrag van € 93,90 per leerling voor het verbeteren
van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders.
Het bevoegd gezag ontvangt in 2021 een bedrag van € 21,00 per leerling voor het aanpakken
van verzuim.
Activiteiten
Het bevoegd gezag is vrij om te bepalen welke activiteiten in hun situatie bijdragen
aan het behalen van de doelstellingen, en passen bij hun eigen onderwijsvisie en ambities.
Daarmee kunnen de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het aanpakken van verzuim
worden ingezet voor zowel de preventieve kant (het voorkomen van uitval van leerlingen)
als de curatieve kant (het bijdragen aan het creëren van oplossingen bij het terug
naar school begeleiden van reeds uitgevallen leerlingen).
De aanvullende bekostiging kan worden besteed aan zowel personele als materiële kosten.
Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het tijdelijk vrijspelen van één of meerdere
medewerkers, het inkopen van expertise of externe ondersteuning op deze thema’s, het
inkopen van instrumenten of de deelname aan activiteiten op deze thema’s.
Het niet aangewende deel van de aanvullende bekostiging kan, mits de activiteiten
volledig zijn uitgevoerd, ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging
wordt verstrekt.
Instemming medezeggenschap over besteding middelen en verantwoording.
Op basis van artikel 12, eerste lid, van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) is
bij vaststelling of wijziging van allerhande zaken die zien op de inzet van personeel
en hun taken instemming benodigd van het personeelsdeel van de medezeggenschap. Het
plan voor de inzet van de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het doel het
verbeteren van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren
en schoolleiders behoeft daarom ook instemming van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad.
Hierdoor wordt de professionele dialoog tussen besturen en scholen over strategisch
personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders gestimuleerd.
Op basis van artikel 10, onderdeel b, van de WMS zijn schoolbesturen ook verplicht
het plan voor de inzet van de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het doel
het aanpakken van verzuim ter instemming voor te leggen aan de medezeggenschapsraad
omdat het verzuimbeleid in de schoolgids moet staan. Hierdoor krijgen ouders en leerlingen
een sterkere positie binnen het verzuimbeleid en wordt het draagvlak voor dit beleid
verstevigd. Dit zorgt betrokkenheid van ouders en leerlingen bij deze middelen.
Beschikking en betaling
DUO stelt de aanvullende bekostiging voor het versterken van het strategische personeelsbeleid
en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders en het aanpakken van verzuim
beschikbaar voor het kalenderjaar 2021; voor de aanvullende bekostiging in het kalenderjaar
2022 zal deze regeling te zijner tijd gewijzigd worden. Op basis van twee vaste bedragen
per leerling wordt bepaald hoeveel schoolbesturen ontvangen. De aanvullende bekostiging
wordt ambtshalve verstrekt.
Monitoring, evaluatie en vervolg
Gedurende de periode dat schoolbesturen de aanvullende bekostiging ontvangen zal de
voortgang op de doelstellingen worden gemonitord.
Over de aanvullende bekostiging is met de VO-raad de volgende afspraak gemaakt. Wanneer
aan het einde van 2022 blijkt dat er door de sector voldoende voortgang is gemaakt
op de aan deze regeling verbonden doelstellingen, worden de middelen toegevoegd aan
de lumpsumbekostiging. In 2022 zal een evaluatie plaatsvinden waarbij de voortgang
op deze doelstellingen in beeld wordt gebracht. Daarnaast zal ook breder worden gekeken
naar de beweging die zichtbaar is. Op basis daarvan zal worden besloten of er sprake
is van voldoende voortgang.
Indien er eind 2022 blijkt dat er onvoldoende voortgang is gemaakt op de doelstellingen
zal opnieuw worden bezien hoe deze middelen doelgericht ingezet kunnen worden met
de mogelijkheid tot meer sturing aan de voorkant.
Verantwoording
De aanvullende bekostiging op grond van deze regeling wordt verantwoord in de jaarverslaggeving
overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Schoolbesturen dienen daarnaast
aanvullende informatie te verstrekken over de verrichte activiteiten via XBRL. Voor
dit laatste wordt een format beschikbaar gesteld. De scholen worden daarover in de
eerste helft van 2021 nader geïnformeerd.
Regeldruk
Scholen dienen plannen te maken voor de besteding van de aanvullende middelen. Daarnaast
moeten ze de besteding van de middelen verantwoorden. Opgemerkt dient te worden dat
deze extra inspanning op termijn kan leiden tot structureel lagere lasten. Door het
voeren van strategischer personeelsbeleid zullen scholen immers minder snel overvallen
worden door zaken die impact hebben op het personeel en om plotselinge bijsturing
vragen. Het beleid van de school zal effectiever en efficiënter zijn.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Dit artikel geeft de definities van begrippen die in de regeling worden gebruikt.
Voor de meeste begrippen geldt dat wordt verwezen naar de Wet op het voortgezet onderwijs.
Artikel 3
Dit artikel bakent de twee doelen van deze regeling af. Voor een toelichting op deze
twee doelen wordt verwezen naar de algemene toelichting.
Artikel 4
Deze artikelen bepalen hoe de aanvullende bekostiging vanuit deze regeling wordt verstrekt.
Voor het verbeteren van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende
leraren en schoolleiders is in 2021 een bedrag van € 93,90 per leerling beschikbaar.
Voor het aanpakken van verzuim is in 2021 een bedrag van € 21,00 per leerling beschikbaar.
De aanvullende bekostiging per school wordt bepaald door het aantal leerlingen op
de school op 1 oktober 2020 te vermenigvuldigen met deze twee bedragen.
Artikel 5
De aanvullende bekostiging vanuit deze regeling wordt uiterlijk in mei 2021 aan de
schoolbesturen verstrekt. Dit is een vaststelling op basis van het aantal leerlingen
op 1 oktober 2020 en de dan bekende bedragen voor lonen en prijzen. In december 2021
vindt de gewijzigde vaststelling plaats. De vaststelling wordt dan gecorrigeerd voor
eventuele loon- en prijsbijstelling en de door de accountant geaccordeerde telling
van het aantal leerlingen op 1 oktober 2020.
Artikel 6
Het bevoegd gezag verantwoordt zich in het jaarverslag over de besteding van de aanvullende
bekostiging. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening bevat tevens een
oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.
Artikel 7
Dit artikel bevat bepalingen over monitoring, evaluatie en vervolg. Voor een nadere
toelichting hierop wordt verwezen naar de algemene toelichting.
Artikel 8
De aanvullende bekostiging vanuit deze regeling ziet op het hele kalenderjaar 2021.
Daarom werkt deze regeling bij inwerkingtreding terug tot en met 1 januari 2021. Dit
is dan ook de reden dat is afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale
invoeringstermijn van twee maanden.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob