Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 30 maart 2021, nr. VO/27288781, houdende regels voor de verstrekking van aanvullende bekostiging voor strategisch personeelsbeleid, de begeleiding van startende leraren en schoolleiders en het aanpakken van verzuim (Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 85a, eerste lid, en artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs of artikel 1.1.1, onderdeel w, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

leerling:

leerling als bedoeld in artikel 7 van het Bekostigingsbesluit WVO of artikel 2.1.2, onderdeel g, van het Uitvoeringsbesluit WEB die op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de aanvullende bekostiging wordt verstrekt aan een school is ingeschreven;

minister:

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

school:

Uit ’s Rijks kas bekostigde school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of uit ’s Rijks kas bekostigd agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover daaraan voorbereidend beroepsonderwijs verzorgd wordt.

Artikel 2. Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is van toepassing op de aanvullende bekostiging die op grond van deze regeling wordt verstrekt.

Artikel 3. Doel van de aanvullende bekostiging

De minister verstrekt aan het bevoegd gezag van een school in het kalenderjaar 2021 aanvullende bekostiging met als doel:

  • a. het verbeteren van strategisch personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders; en

  • b. het aanpakken van verzuim.

Artikel 4. Beschikbare middelen per leerling

In 2021 ontvangt het bevoegd gezag van een school in het kader van deze regeling een bedrag van:

  • a. € 93,90 per leerling voor het doel, als bedoeld in artikel 3, onderdeel a; en

  • b. € 21,00 per leerling voor het doel, als bedoeld in artikel 3, onderdeel b.

Artikel 5. Beschikking en betaling

  • 1. De aanvullende bekostiging wordt jaarlijks ambtshalve uiterlijk in de maand mei verstrekt en wordt berekend op basis van het aantal leerlingen.

  • 2. De aanvullende bekostiging wordt uiterlijk in de maand december van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft gewijzigd vastgesteld en wordt berekend op basis van:

    • a. het door de accountant gevalideerde aantal leerlingen, en

    • b. de bijdrage voor loonontwikkeling.

  • 3. De aanvullende bekostiging wordt in één termijn betaald.

Artikel 6. Verantwoording aanvullende bekostiging

  • 1. De aanvullende bekostiging kan ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 2. De aanvullende bekostiging op grond van deze regeling wordt verantwoord in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening bevat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.

  • 3. Het bevoegd gezag verstrekt via XBRL aanvullende informatie over de verrichte activiteiten.

Artikel 7. Monitor en evaluatie

  • 1. De minister monitort de voortgang op de doelen, bedoeld in artikel 3, op landelijk niveau en voert een evaluatie uit.

  • 2. Ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde monitor en evaluatie verstrekt de school desgevraagd een samenhangend overzicht van de door de school gepleegde inspanningen ten behoeve van de in artikel 3 bedoelde doelen.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

In 2014 is het sectorakkoord vo afgesloten dat als doel heeft dat binnen scholen gewerkt wordt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.1 Om besturen te ondersteunen de doelen uit het sectorakkoord te behalen zijn de prestatieboxmiddelen beschikbaar gesteld. Hierbij is de afspraak gemaakt dat wanneer er voldoende voortgang is gemaakt op de doelen, de prestatieboxmiddelen toegevoegd worden aan de lumpsumbekostiging. Eind 2020 is het sectorakkoord afgelopen. In september 2020 is de eindevaluatie uitgevoerd van het sectorakkoord vo en is de Tweede Kamer daarover geïnformeerd.2 Uit de eindevaluatie is gebleken dat de sector op een deel van de doelen voldoende voortgang heeft geboekt, maar dat er ook doelen zijn waarbij het nodig is om extra stappen te zetten. Het deel van de prestatieboxmiddelen dat is gekoppeld aan de behaalde doelen zal worden toegevoegd aan de lumpsumbekostiging. Het deel van de prestatieboxmiddelen waar nog onvoldoende voortgang op is gemaakt, wordt voor de jaren 2021 en 2022 op alternatieve wijze ingezet. Met deze regeling wordt dat voor 2021 geregeld. De regeling wordt te zijner tijd gewijzigd voor de aanvullende bekostiging voor 2022.

Doel

Met deze regeling wordt aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld aan schoolbesturen voor het behalen van twee van de sectorakkoorddoelen waarbij nog extra stappen gezet moeten worden:

  • 1. het verbeteren van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders;

  • 2. het aanpakken van verzuim.

Deze aanvullende bekostiging moet ervoor zorgen dat scholen en schoolbesturen er effectief werk van maken om deze doelstellingen te behalen. Het uitgangspunt daarbij is dat:

  • schoolbesturen hun organisatie op een toekomstbestendige manier vormgeven waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen onderwijs- en personeelsontwikkeling;

  • scholen een plek zijn waar zowel leerlingen, leraren als schoolleiders zich continu ontwikkelen;

  • scholen eraan werken om uitdagend onderwijs voor elke leerling te bieden.

Beschikbare budget

In 2021 ontvangt het bevoegde gezag een bedrag van € 93,90 per leerling voor het verbeteren van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders. Het bevoegd gezag ontvangt in 2021 een bedrag van € 21,00 per leerling voor het aanpakken van verzuim.

Activiteiten

Het bevoegd gezag is vrij om te bepalen welke activiteiten in hun situatie bijdragen aan het behalen van de doelstellingen, en passen bij hun eigen onderwijsvisie en ambities. Daarmee kunnen de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het aanpakken van verzuim worden ingezet voor zowel de preventieve kant (het voorkomen van uitval van leerlingen) als de curatieve kant (het bijdragen aan het creëren van oplossingen bij het terug naar school begeleiden van reeds uitgevallen leerlingen).

De aanvullende bekostiging kan worden besteed aan zowel personele als materiële kosten. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het tijdelijk vrijspelen van één of meerdere medewerkers, het inkopen van expertise of externe ondersteuning op deze thema’s, het inkopen van instrumenten of de deelname aan activiteiten op deze thema’s.

Het niet aangewende deel van de aanvullende bekostiging kan, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Instemming medezeggenschap over besteding middelen en verantwoording.

Op basis van artikel 12, eerste lid, van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) is bij vaststelling of wijziging van allerhande zaken die zien op de inzet van personeel en hun taken instemming benodigd van het personeelsdeel van de medezeggenschap. Het plan voor de inzet van de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het doel het verbeteren van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders behoeft daarom ook instemming van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad. Hierdoor wordt de professionele dialoog tussen besturen en scholen over strategisch personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders gestimuleerd.

Op basis van artikel 10, onderdeel b, van de WMS zijn schoolbesturen ook verplicht het plan voor de inzet van de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het doel het aanpakken van verzuim ter instemming voor te leggen aan de medezeggenschapsraad omdat het verzuimbeleid in de schoolgids moet staan. Hierdoor krijgen ouders en leerlingen een sterkere positie binnen het verzuimbeleid en wordt het draagvlak voor dit beleid verstevigd. Dit zorgt betrokkenheid van ouders en leerlingen bij deze middelen.

Beschikking en betaling

DUO stelt de aanvullende bekostiging voor het versterken van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders en het aanpakken van verzuim beschikbaar voor het kalenderjaar 2021; voor de aanvullende bekostiging in het kalenderjaar 2022 zal deze regeling te zijner tijd gewijzigd worden. Op basis van twee vaste bedragen per leerling wordt bepaald hoeveel schoolbesturen ontvangen. De aanvullende bekostiging wordt ambtshalve verstrekt.

Monitoring, evaluatie en vervolg

Gedurende de periode dat schoolbesturen de aanvullende bekostiging ontvangen zal de voortgang op de doelstellingen worden gemonitord.

Over de aanvullende bekostiging is met de VO-raad de volgende afspraak gemaakt. Wanneer aan het einde van 2022 blijkt dat er door de sector voldoende voortgang is gemaakt op de aan deze regeling verbonden doelstellingen, worden de middelen toegevoegd aan de lumpsumbekostiging. In 2022 zal een evaluatie plaatsvinden waarbij de voortgang op deze doelstellingen in beeld wordt gebracht. Daarnaast zal ook breder worden gekeken naar de beweging die zichtbaar is. Op basis daarvan zal worden besloten of er sprake is van voldoende voortgang.

Indien er eind 2022 blijkt dat er onvoldoende voortgang is gemaakt op de doelstellingen zal opnieuw worden bezien hoe deze middelen doelgericht ingezet kunnen worden met de mogelijkheid tot meer sturing aan de voorkant.

Verantwoording

De aanvullende bekostiging op grond van deze regeling wordt verantwoord in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Schoolbesturen dienen daarnaast aanvullende informatie te verstrekken over de verrichte activiteiten via XBRL. Voor dit laatste wordt een format beschikbaar gesteld. De scholen worden daarover in de eerste helft van 2021 nader geïnformeerd.

Regeldruk

Scholen dienen plannen te maken voor de besteding van de aanvullende middelen. Daarnaast moeten ze de besteding van de middelen verantwoorden. Opgemerkt dient te worden dat deze extra inspanning op termijn kan leiden tot structureel lagere lasten. Door het voeren van strategischer personeelsbeleid zullen scholen immers minder snel overvallen worden door zaken die impact hebben op het personeel en om plotselinge bijsturing vragen. Het beleid van de school zal effectiever en efficiënter zijn.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel geeft de definities van begrippen die in de regeling worden gebruikt. Voor de meeste begrippen geldt dat wordt verwezen naar de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 3

Dit artikel bakent de twee doelen van deze regeling af. Voor een toelichting op deze twee doelen wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Artikel 4

Deze artikelen bepalen hoe de aanvullende bekostiging vanuit deze regeling wordt verstrekt. Voor het verbeteren van het strategische personeelsbeleid en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders is in 2021 een bedrag van € 93,90 per leerling beschikbaar. Voor het aanpakken van verzuim is in 2021 een bedrag van € 21,00 per leerling beschikbaar. De aanvullende bekostiging per school wordt bepaald door het aantal leerlingen op de school op 1 oktober 2020 te vermenigvuldigen met deze twee bedragen.

Artikel 5

De aanvullende bekostiging vanuit deze regeling wordt uiterlijk in mei 2021 aan de schoolbesturen verstrekt. Dit is een vaststelling op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 2020 en de dan bekende bedragen voor lonen en prijzen. In december 2021 vindt de gewijzigde vaststelling plaats. De vaststelling wordt dan gecorrigeerd voor eventuele loon- en prijsbijstelling en de door de accountant geaccordeerde telling van het aantal leerlingen op 1 oktober 2020.

Artikel 6

Het bevoegd gezag verantwoordt zich in het jaarverslag over de besteding van de aanvullende bekostiging. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening bevat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.

Artikel 7

Dit artikel bevat bepalingen over monitoring, evaluatie en vervolg. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Artikel 8

De aanvullende bekostiging vanuit deze regeling ziet op het hele kalenderjaar 2021. Daarom werkt deze regeling bij inwerkingtreding terug tot en met 1 januari 2021. Dit is dan ook de reden dat is afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 31 289, nr. 187

X Noot
2

Kamerstuk 31 293, nr. 549.

Naar boven