Wijziging Leidraad Invordering 2008

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate dienst Vaktechniek

Besluit van 30 maart 2021, nr. 2021-50464

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M. De wijziging houdt verband met de inwerkingtreding van het laatste onderdeel van de Wet herziening beslag- en executierecht1.

ARTIKEL I

Het besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 februari 2021, nr. 2021-5288, wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan de derde alinea van artikel 14.2.9 wordt toegevoegd:

‘Bijvoorbeeld als de belastingdeurwaarder administratief beslag als bedoeld in artikel 442, eerste lid, Rv, heeft gelegd op een motorrijtuig of een aanhangwagen, en de geëxecuteerde het motorrijtuig of de aanhangwagen niet heeft ingeleverd, nadat de belastingdeurwaarder hem daartoe twee keer in de gelegenheid heeft gesteld.’

B

Na artikel 14.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

’14.2a. Administratief beslag op motorrijtuigen en aanhangwagens

  • 1. De belastingdeurwaarder neemt zo nodig in het proces-verbaal van inbeslagneming van een motorrijtuig of aanhangwagen op de voet van artikel 442, eerste lid, Rv, een instructie op inzake het afgeven van het motorrijtuig of de aanhangwagen, als bedoeld in artikel 442, eerste lid, onder e, Rv. Daarin vermeldt de belastingdeurwaarder de plaats, datum en het tijdstip waarop het motorrijtuig of de aanhangwagen ingeleverd moet worden.

  • 2. Als de geëxecuteerde het motorrijtuig of de aanhangwagen niet inlevert volgens de in het eerste lid bedoelde instructie, stelt de belastingdeurwaarder eenmalig opnieuw een inlevermoment vast en stelt hij de geëxecuteerde hiervan schriftelijk op de hoogte. De belastingdeurwaarder vermeldt in de schriftelijke kennisgeving in ieder geval de plaats, datum en het tijdstip waarop het motorrijtuig of de aanhangwagen ingeleverd moet worden.’

ARTIKEL II

Dit besluit treedt op 1 april 2021 in werking. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 maart 2021

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. Wieten plv. Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

TOELICHTING

Artikel I, onderdelen A en B, houden verband met de inwerkingtreding van artikel 442 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) op 1 april 20212. Dit betreft de invoering van het zogeheten administratief beslag op motorrijtuigen, als sluitstuk van de Wet herziening beslag- en executierecht3.

Artikel I, onderdeel A, betreft een wijziging van artikel 14.2.9. Met deze wijziging maak ik duidelijk dat de belastingdeurwaarder een motorrijtuig of aanhangwagen welke op de voet van artikel 442 Rv, eerste lid, Rv, in beslag is genomen, in beginsel weg mag voeren (artikel 446 Rv) als de geëxecuteerde dat motorrijtuig of die aanhangwagen niet heeft ingeleverd, nadat hij daar twee keer toe in de gelegenheid is gesteld. Er is immers al sprake van onttrekking van een goed aan het beslag als het goed bij de eerste gelegenheid daartoe niet is ingeleverd.4

Artikel I, onderdeel B, introduceert een nieuw artikel, 14.2a, in de Leidraad. Omdat het nieuwe artikel ziet op de toepassing van een nieuwe vorm van beslag, het zogeheten administratief beslag op motorrijtuigen, heb ik ervoor gekozen dit artikel afzonderlijk te positioneren in de Leidraad, zodat het artikel duidelijk is te onderscheiden.

Het nieuwe artikel 14.2a, houdt in het bijzonder verband met het bepaalde in artikel 442, eerste lid, onder e, Rv. Daarin is opgenomen dat in het proces-verbaal van inbeslagneming van een motorrijtuig of aanhangwagen op de voet van artikel 442, eerste lid, Rv, zo nodig instructies kunnen worden opgenomen voor het afgeven van het motorrijtuig of de aanhangwagen aan de deurwaarder ten behoeve van de executie. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het motorrijtuig of de aanhangwagen daadwerkelijk aanwezig zal zijn bij de verkoop.5

Het eerste lid van het nieuwe artikel 14.2a bepaalt in lijn met de wettekst van artikel 442, eerste lid, onderdeel e, Rv, dat de belastingdeurwaarder dergelijke instructies zo nodig opneemt in het proces-verbaal van inbeslagneming van een motorrijtuig of aanhangwagen. Een instructie is bijvoorbeeld nodig als een motorrijtuig of aanhangwagen op een door de belastingdeurwaarder te bepalen locatie executoriaal zal worden verkocht.

Verder regelt het tweede lid dat de belastingdeurwaarder de geëxecuteerde, voorafgaande aan de executoriale verkoop eenmalig opnieuw de gelegenheid biedt om het motorrijtuig of de aanhangwagen in te leveren, in het geval de geëxecuteerde het motorrijtuig of de aanhangwagen niet op het eerste inlevermoment heeft ingeleverd. Daarnaast regelt het tweede lid dat de belastingdeurwaarder het tweede inlevermoment schriftelijk kenbaar maakt aan de geëxecuteerde. De belastingdeurwaarder vermeldt in die kennisgeving wederom de inleverinstructies. Hiermee beoog ik contact tussen de Belastingdienst en geëxecuteerden te bevorderen en geëxecuteerden voldoende in de gelegenheid te stellen om te voldoen aan hun verplichting om een, op de voet van artikel 442, eerste lid, Rv, in beslag genomen motorrijtuig of aanhangwagen in te leveren ten behoeve van een executoriale verkoop.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen. Deze datum is gesteld op 1 april 2021. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling (zie Aanwijzing 6.25 Aanwijzingen voor de regelgeving (Stcrt. 1992, 230)).

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. Wieten plv. Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken


X Noot
1

Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet in verband met de herziening van het beslag- en executierecht, Stb. 2020, 177.

X Noot
2

Besluit van 15 juli 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet in verband met de herziening van het beslag- en executierecht, Stb. 2020, 277.

X Noot
3

Zie noot 1.

X Noot
4

Kamerstukken II 2018/2019, 35 225, nr. 3, p. 37 (MvT).

X Noot
5

Zie noot 4.

Naar boven