De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 3.42 van de Wet inkomstenbelasting 2001;
Besluit:
ARTIKEL I
In de bijlage behorende bij artikel 2 van de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek
2001 wordt in artikel 1, onderdeel A. Investeringen ten behoeve van energiebesparing
in of bij bedrijfsgebouwen, investering 4.2.C. vervangen door:
4.2.C.
-
1. LED-verlichtingssysteem voor verlichting in of bij bedrijfsgebouwen, en bestaande
uit: LED-verlichtingsarmaturen met een geïntegreerde, niet uitwisselbare LED-lichtbron,
die voldoen aan de levensduurcriteria L90B50 of beter.
-
2. Hierbij geldt dat:
-
• de opgegeven criteria gelden bij 50.000 uur en tq=25 °C en gemeten dienen te zijn
conform LM-80 protocol, TM21 en NEN-EN-IEC 62722-2-1: 2016 of gelijkwaardige normen/protocollen;
-
• metingen op grond van LM-80-08, TM21 en NEN-EN-IEC 62722-2-1:2016 of gelijkwaardige
protocollen, verricht dienen te worden door geaccrediteerde instellingen, waarbij
elektrische- en fotometrische metingen specifiek in de accreditatie-scope van betreffende
instelling dienen te zijn opgenomen;
-
• het maximum investeringsbedrag dat voor energie-investeringsaftrek in aanmerking komt
€ 1.000 per armatuur bedraagt; en
-
• uitwisselbare LED-lichtbronnen, zoals LED-buizen, en specifiek voor noodverlichting
bestemde noodverlichtingsarmaturen uitgesloten zijn van energie-investeringsaftrek.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 9 maart 2021
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ‘t Wout
TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
De bijlage behorende bij artikel 2 van de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek
2001 is per 1 januari 2021 gewijzigd door actualisatie van diezelfde bijlage waarin
de subsidiabele investeringen zijn opgenomen. Deze bijlage wordt ook wel aangeduid
als ‘Energielijst’. Deze wijziging herstelt enkele onvolkomenheden in de Energielijst.
2. Inhoud van de wijziging
In artikel 1, onderdeel A. Investeringen ten behoeve van energiebesparing in of bij
bedrijfsgebouwen, van de Energielijst zijn in investering 4.2.C enkele technische
verbeteringen doorgevoerd.
3. Notificatie
De ontwerpregeling is op 18 februari 2021 onder notificatienummer 2021/0104/NL voorgelegd
aan de Europese Commissie ingevolge Richtlijn 98/34/EG van het Europees parlement
en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende de informatieprocedure
op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten
van de informatiemaatschappij (PbEG 1998, L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG
van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 juli 1998 (PbEG
1998, L 217). De Europese Commissie heeft medegedeeld dat de kennisgeving betrekking
heeft op technische specificaties of andere eisen die verbonden zijn met fiscale of
financiële maatregelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, tweede alinea,
punt iii, van Richtlijn (EU) 2015/1535. Voor deze kennisgeving geldt geen status-quoperiode
(artikel 7, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/1535).
4. Regeldruk
De wijzigingsregeling ziet op een herstel van enkele onvolkomenheden in de eerder
geactualiseerde Energielijst. Bij de regeling van 7 december 2020, waarmee de actualisatie
van de Energielijst heeft plaatsgevonden, is in de toelichting opgenomen dat uit die
regeling geen wijziging in de regeldruk voor bedrijven volgt en dat de regeling ook
niet leidt tot extra uitvoeringslasten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland1. De wijziging van onderhavige regeling leidt niet tot additionele regeldruk ten opzichte
van de beschrijving van de regeldruk bij de actualisatie van de Energielijst.
5. Inwerkingtreding
Deze regeling heeft het karakter van een technisch herstel van onvolkomenheden. Het
is wenselijk dat de lijst zo snel mogelijk correct is. Daarom wordt afgeweken van
de vaste verandermomenten en treedt deze wijziging in werking met ingang van de dag
na publicatie van onderhavige regeling in de Staatscourant.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ‘t Wout