Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stimuleringsfonds Creatieve Industrie | Staatscourant 2021, 13374 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stimuleringsfonds Creatieve Industrie | Staatscourant 2021, 13374 | Besluiten van algemene strekking |
Het bestuur van de Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,
gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, gelet op artikel 2, lid 1, onderdeel b, onder 1°; artikel 2a, eerste lid onderdeel b. en 22c van de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 in verband met het tweede aanvullend steunpakket van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 januari 2021, nr. 26718194,
besluit:
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
bestuur van het Stimuleringsfonds
Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
2. Onder eigen inkomsten worden in deze regeling de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening, verstaan:
a. publieksinkomsten; en
b. overige inkomsten, zijnde:
I. directe opbrengsten in de vorm van sponsorinkomsten en overige inkomsten;
II. indirecte opbrengsten; en
III. overige bijdragen.
3. Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:
a. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;
b. overige bijdragen uit publieke middelen;
c. rentebaten;
d. bijdragen in natura;
e. kapitalisatie van vrijwilligers;
f. waardering vrijkaarten; en
g. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.
Een adviescommissie bestaat uit minimaal één, maar in de regel meerdere Het bestuur verleent de subsidie zonder voorafgaande aanvraag.
Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de aanvullende subsidies die door het bestuur worden verstrekt aan instellingen die een 2- of 4-jarige subsidie ontvangen van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie voor tenminste de jaren 2021 en 2022 op grond van:
a. Regeling Vierjarige Instellingssubsidie Creatieve Industrie 2021–2024; of
b. Regeling 1- en 2-jarig Activiteitenprogramma.
2. Met het oog op de instandhouding van vitale onderdelen in de Nederlandse culturele infrastructuur kent het bestuur in het kader van deze regeling subsidie toe aan meerjarig door het Stimuleringsfonds ondersteunde instellingen die als gevolg van COVID-19-maatregelen worden geconfronteerd met inkomstenderving.
3. De aanvullende subsidie is een gedeeltelijke tegemoetkoming in de gederfde inkomsten van de instelling vanwege belemmering van publieksactiviteiten als gevolg van de uitbraak van het virus COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding daarvan.
1. De ontvanger is een instelling die door het bestuur een meerjarige subsidie werd toegekend op grond van:
a. Regeling Vierjarige Instellingssubsidie Creatieve Industrie 2021–2024; of
b. Regeling 1- en 2-jarig Activiteitenprogramma.
2. De ontvanger verkeert niet in surseance van betaling of aangevraagd faillissement.
1. De subsidie bedraagt 22,3 procent van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 verworven eigen inkomsten van de instelling, blijkend uit de jaarrekeningen die betrekking hebben op die jaren.
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie, voor zover het instellingen betreft waarvan de hoofdpublieksactiviteit ten hoogste een keer in de twee jaar plaatsvindt: 22,3 procent van de eigen inkomsten van de instelling, verworven over het jaar in de periode 2017–2019 waarin de recentste editie van die hoofdpublieksactiviteit heeft plaatsgevonden, blijkend uit de jaarrekening die betrekking heeft op dat jaar.
3. De uitkomst van de berekeningen, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt:
a. gemaximeerd op een bedrag dat gelijk is aan 200 procent van het totaal aan structurele subsidies van bestuursorganen die aan de instelling zijn verstrekt ten behoeve van haar exploitatie in 2018; en
b. naar boven afgerond op honderd euro’s.
1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt, voor zover de door de instelling verworven eigen inkomsten over het jaar 2018, blijkend uit de jaarrekening die betrekking heeft op dat jaar, gemiddeld ten minste 15 procent bedragen van de totale baten van die instelling;
2. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid niet een geheel getal is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5 of hoger is.
3. Het bestuur kan bij het vaststellen van het percentage eigen inkomsten bepaalde eigen inkomsten buiten beschouwing laten, indien deze door de instelling in de jaarrekening zijn verantwoord op een wijze die tot oneigenlijk gebruik van deze regeling zou leiden.
1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt op de website van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie: www.stimuleringsfonds.nl.
2. Indien het subsidieplafond door toepassing van het bepaalde in artikel 6 zou worden overschreden, worden de binnen deze regeling te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.
1. De subsidie wordt door de subsidieontvanger besteed aan het opvangen van derving van eigen inkomsten uit publieksactiviteiten van de instelling in 2021 als gevolg van COVID-19-maatregelen of aan te maken kosten in 2021 voor een heropstart van publiekactiviteiten binnen de te volgen richtlijnen van de overheid.
2. De subsidieontvanger komt de financiële verplichtingen na die ontvanger ten behoeve van de geplande publieksactiviteiten in 2021 is aangegaan, in het bijzonder ook voor zover die verplichtingen voortvloeien uit afspraken tussen ontvanger en zzp’ers.
3. De subsidieontvanger doet onverwijld een melding aan het bestuur van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking. Bij de melding worden de stukken overlegd die betrekking hebben op de gemelde feiten en omstandigheden en wordt de oorzaak van de gemelde feiten en omstandigheden toegelicht.
4. Het onverwijld melding doen is niet vereist, voor zover het omstandigheden betreft die verband houden met de uitbraak van het virus COVID-19. Alsdan gaat de subsidieontvanger zo snel mogelijk over tot het doen van een melding, zij het uiterlijk in de verantwoording van de subsidie.
5. Voor zover het bedrag van de verleende subsidie na uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten overeenkomstig het bepaalde in deze regeling niet is besteed aan de doeleinden waarvoor de subsidie is verstrekt, kan het worden gereserveerd. De aldus gereserveerde middelen kunnen uitsluitend worden besteed aan de doeleinden waarvoor de subsidie werd verstrekt.
6. De subsidieontvanger verantwoordt de subsidie tegelijk met de verantwoording van de lopende subsidie bedoeld in artikel 4, lid 1, en zoveel mogelijk op de wijze die in de beschikking tot verlening van die lopende subsidie is bepaald. Echter, indien er eind 2021 subsidie niet werd besteed, vormt ontvanger hiervan een apart bestemmingsfonds met de naam COVID-19.
Het bestuur betaalt het verleende subsidiebedrag in twee gelijke delen als voorschot.
1. Het bestuur kan de subsidievaststelling intrekken of wijzigen als de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
3. Het bedrag waarmee de subsidie eventueel wordt verlaagd, wordt verrekend met eventueel nog te betalen gedeelten van de subsidie of teruggevorderd.
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie geschiedt in de aanvraag tot vaststelling van de lopende subsidie onder de voorwaarden die in de betreffende regeling staan vermeld.
1. Dit hoofdstuk is van toepassing op het verstrekken van een overbruggingssubsidie ten behoeve van in 2020 afgewezen instellingen met een positieve beoordeling voor een meerjarige subsidieaanvraag op grond van:
a. Regeling Vierjarige Instellingssubsidie Creatieve Industrie 2021–2024; of
b. Regeling 1- en 2-jarig Activiteitenprogramma.
2. Met het oog op de instandhouding van vitale onderdelen in de Nederlandse culturele infrastructuur kent het bestuur in het kader van deze regeling een overbruggingssubsidie toe aan instellingen die zich midden in de COVID-19 crisis genoodzaakt zien over te moeten schakelen op andere inkomstenbronnen.
3. Voor de besteding van de overbruggingssubsidie gelden de bepalingen zoals vermeld in de regeling op basis waarvan de aanvraag is ingediend.
1. De ontvanger is een instelling van wie de meerjarige subsidieaanvraag is afgewezen door het bestuur na een positief advies op grond van:
a. Regeling Vierjarige Instellingssubsidie Creatieve Industrie 2021–2024; of
b. Regeling 1- en 2-jarig Activiteitenprogramma.
2. De ontvanger verkeert niet in surseance van betaling of aangevraagd faillissement.
1. De subsidie bedraagt 50 procent van het jaarlijkse subsidiebedrag dat de instelling voor de periode 2021–2024 heeft aangevraagd.
2. Voor zover door het bestuur van het Stimuleringsfonds aan een afgewezen aanvrager zoals bedoeld in Artikel 14 1.a een subsidie wordt verstrekt vanuit de regeling bedoeld in artikel 14.1b voor het kalenderjaar 2021, wordt het bedrag daarvan in mindering gebracht op de subsidie die de instelling ontvangt op grond van dit hoofdstuk.
1. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt op de website van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie: www.stimuleringsfonds.nl
2. Indien het subsidieplafond door toepassing van het bepaalde in artikel 15 zou worden overschreden, worden de binnen deze regeling te verlenen
subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.
1. De subsidieontvanger doet onverwijld een melding aan het bestuur van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking. Bij de melding worden de stukken overlegd die betrekking hebben op de gemelde feiten en omstandigheden en wordt de oorzaak van de gemelde feiten en omstandigheden toegelicht.
2. Het onverwijld melding doen is niet vereist, voor zover het omstandigheden betreft die verband houden met de uitbraak van het virus COVID-19. Alsdan gaat de subsidieontvanger zo snel mogelijk over tot het doen van een melding, zij het uiterlijk in de verantwoording van de subsidie.
3. Voor zover het bedrag van de verleende subsidie na uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten overeenkomstig het bepaalde in deze regeling niet is besteed aan de doeleinden waarvoor de subsidie is verstrekt, kan het worden gereserveerd. De aldus gereserveerde middelen kunnen uitsluitend worden besteed aan de doeleinden waarvoor de subsidie werd verstrekt.
Het bestuur betaalt het verleende subsidiebedrag in twee gelijke delen van ieder 50% als voorschot.
1. De subsidieontvanger dient binnen 13 weken na 31 december 2021 een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in via de online aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds.
2. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een:
a. Beknopt verslag van de activiteiten die met de subsidie zijn uitgevoerd;
b. Een jaarrekening of financieel verslag.
3. Het financieel verslag geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de besteding van de subsidie door de subsidieontvanger.
4. Het bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 april 2022.
1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
2. Deze regeling is vastgesteld op 15 februari 2021 door het op die datum vigerende bestuur van de Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
3. Deze regeling wordt aangehaald als Regeling aanvullende ondersteuning meerjarig gesubsidieerde instellingen Stimuleringsfonds Creatieve Industrie COVID-19 II.
Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie: www.stimuleringsfonds.nl.
Met de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 (hierna: RAOCCC) van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 januari 2021, nr. 26718194 zijn regels gesteld over de verstrekking van aanvullende steun aan de culturele en creatieve sector in verband met gederfde inkomsten in die sectoren als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding ervan. Die steun, in de vorm van aanvullende subsidies, vormde een uitwerking van de Kamerbrief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 april 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 32 820, nr. 349). Met de Kamerbrief van 16 november 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 32 820, nr. 400) is vervolgens een tweede steunpakket in het vooruitzicht gesteld. Deze wijzigingsregeling voorziet in de invoeging in de oorspronkelijke regeling van de benodigde subsidiegrondslagen en uitvoeringsvoorschriften. Gekozen is voor een wijzigingsregeling, omdat het tweede steunpakket grotendeels de verdeelsystematiek en -criteria volgt van het eerste steunpakket. Deze Regeling aanvullende ondersteuning meerjarig gesubsidieerde instellingen Stimuleringsfonds Creatieve Industrie COVID-19 II (hierna: RAOCCC-SCI-II) strekt tot uitvoering van de bedoelde meerjarig door het Stimuleringsfonds ondersteunde instellingen in de RAOCCC.
Met het steunpakket wordt beoogd de vitale ketenonderdelen in de Nederlandse culturele infrastructuur in stand te houden, om zo het unieke Nederlandse artistieke product te behouden en de werkgelegenheid in de culturele en creatieve sector te waarborgen. Met de RAOCCC-SCI-II ontvangen instellingen in de creatieve industrie die het Stimuleringsfonds in de periode 2021–2024 meerjarig ondersteunt een extra subsidie. Tevens is er voor enkele instellingen een overbruggingssubsidie die hun aanvraag voor 2021–2024 afgewezen hebben zien worden, maar waarvan het plan niettemin wel positief is beoordeeld.
De met deze wijzigingsregeling geïntroduceerde grondslag voor verstrekking van overbruggingssubsidie houdt verband met de overgang van de subsidieperiode 2017–2020 naar de subsidieperiode 2021–2024, die plaatsvindt midden in de coronapandemie. Elke vier jaar zijn er instellingen die teleurgesteld moeten worden in de ambitie om rijksmiddelen te ontvangen – dat is nu eenmaal inherent aan de systematiek van meerjaarlijkse aanvraagrondes in combinatie met schaarse budgetten. Dat geldt ook voor het fondsenlandschap. Zoals in de Kamerbrief van 16 november 2020 is opgemerkt, geldt voor deze groep instellingen normaliter dat zij na afwijzing van hun aanvraag zijn aangewezen op subsidie van andere overheden of op het vergroten van de eigen inkomsten, maar dat met name die laatste mogelijkheid op dit moment beperkt is als gevolg van de coronacrisis. Tegen deze achtergrond is ervoor gekozen om instellingen die hun aanvraag afgewezen hebben zien worden, maar waarvan het plan niettemin positief is beoordeeld, in aanmerking te brengen voor een overbruggingssubsidie. Een dergelijke subsidie biedt deze instellingen tijd om zich aan te passen aan de veranderde situatie en op termijn weer voldoende eigen inkomsten te genereren. De vereisten voor deze ondersteuning zijn vervat in Artikel 13, 14 en 15 van RAOCCC-SCI-II.
Instellingen in de creatieve industrie die het Stimuleringsfonds in de periode 2021- 2024 meerjarig ondersteunt, ontvangen een aanvullende subsidie in verband met gederfde inkomsten als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen van het Stimuleringsfonds zijn van oordeel dat deze organisaties tegemoet moet worden gekomen voor zover ze substantiële inkomsten zijn misgelopen vanwege de overheidsmaatregelen die moesten worden genomen om het virus COVID-19 in te dammen.
Voor de verantwoording van deze aanvullende subsidie door de instellingen is zo veel als mogelijk aangesloten bij verantwoordingverplichtingen en systematiek ten aanzien van de eerder door het Stimuleringsfonds verleende subsidies.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-13374.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.