Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2020, nr. MBO/26379145, houdende wijziging van de Regeling modeldiploma mbo en de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 vanwege de invoering van de mbo-verklaring

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 7.4.4, 7.4.6, derde lid, en 7.4.6a, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING MODELDIPLOMA MBO

De Regeling modeldiploma mbo wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1a. Reikwijdte

Deze regeling berust op de artikelen 7.4.6, derde lid, en 7.4.6a, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Regels voor het invullen van het diploma zoals in deze regeling genoemd, zijn vastgelegd in bijlage 4 bij deze regeling.

C

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Regels voor het invullen van de resultatenlijsten zijn vastgelegd in bijlage 5 bij deze regeling.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Model mbo-verklaring

  • 1. Het model voor mbo-verklaringen van beroepsopleidingen wordt vastgesteld volgens bijlage 9 bij deze regeling.

  • 2. Regels voor het invullen van de mbo-verklaring zijn vastgelegd in bijlage 10 bij deze regeling.

E

In artikel 7 wordt ‘Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

F

Het opschrift van bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN DE REGELING MODELLEN VOOR MBO-DIPLOMA, MBO-CERTIFICAAT EN MBO-VERKLARING

G

Aan het slot van het opschrift van bijlage 2 wordt toegevoegd ‘, van de Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

H

In het opschrift van bijlage 3 wordt ‘Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

I

Aan het slot van het opschrift van bijlage 1a wordt toegevoegd ‘, van de Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

J

Aan het slot van het opschrift van bijlage 2a wordt toegevoegd ‘, van de Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

K

In het opschrift van bijlage 3a wordt ‘Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

L

In het opschrift van bijlage 4 wordt ‘artikel 4 van de regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘artikel 2, derde lid, van de Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

M

In het opschrift van bijlage 5 wordt ‘artikel 4 de Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘artikel 3, derde lid, van de Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

N

In het opschrift van bijlage 6 wordt ‘Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

O

In het opschrift van bijlage 7 wordt ‘Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

P

In het opschrift van bijlage 8 wordt ‘Regeling modeldiploma mbo’ vervangen door ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

Q

Na bijlage 8 worden de in de bijlage bij deze regeling opgenomen bijlagen 9 en 10 toegevoegd.

ARTIKEL II. WIJZIGING REGELING STANDAARDEN EXAMENKWALITEIT MBO 2017

In de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 wordt in de Bijlage, in onderdeel A, onder 1, ‘instellingsverklaring’ vervangen door ‘mbo-verklaring’.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

BIJLAGE

BIJLAGE 9. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 4, EERST LID, VAN DE REGELING MODELLEN VOOR MBO-DIPLOMA, MBO-CERTIFICAAT EN MBO-VERKLARING

Totaaloverzicht examenresultaten behorende bij de mbo-verklaring

Totaaloverzicht met alle examenresultaten van de student:

BIJLAGE 10. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 4, TWEEDE LID, VAN DE REGELING MODELLEN VOOR MBO-DIPLOMA, MBO-CERTIFICAAT EN MBO-VERKLARING

Algemene instructie bij het invullen van de mbo-verklaring

De instelling is vrij in de vormgeving van de mbo-verklaring binnen de kaders van het model. De instelling dient er bij de vormgeving wel voor te zorgen dat de uitstraling van een mbo-verklaring zodanig is dat er geen verwarring ontstaat met een mbo-diploma of mbo-certificaat.

De instelling beslist zelf of de mbo-verklaring wordt verstrekt op waardepapier of gewoon papier. Artikel 5 van deze Regeling over veiligheidseisen papier waardedocumenten is niet van toepassing op de mbo-verklaring.

Het model voor de mbo-verklaring bestaat, naast het voorblad, uit vier onderdelen: ‘Examenresultaten’, ‘Resultaten beroepspraktijkvorming’, ‘Overige resultaten’ en ‘Totaaloverzicht examenresultaten behorende bij de mbo-verklaring’. Een aan de student verstrekte mbo-verklaring bevat, naast het voorblad, enkel het onderdeel of de onderdelen waarvoor de student een resultaat heeft behaald. Onderdelen waarvoor de student geen resultaten heeft behaald, worden niet opgenomen in de aan de student verstrekte mbo-verklaring.

Voorblad

Op het voorblad worden achtereenvolgens de naam van de student, de geboortedatum en -plaats opgenomen. Daaronder volgen de naam van de beroepsopleiding (naam en de crebocode van de kwalificatie), de leerweg en het niveau van de opleiding. Daaronder volgt, tenslotte, de naam van de instelling die de mbo-verklaring uitgeeft. De gegevens worden ingevuld conform de regels voor het invullen van het modeldiploma mbo, zoals opgenomen in bijlage 4. Bij de ondertekening door de examencommissie dienen de functie en de naam van de ondertekenaar(s) te worden vermeld.

De handtekening van de student op het voorblad is optioneel. Het zal niet in alle omstandigheden lukken de student de mbo-verklaring op school te laten ondertekenen. Ook als de student de mbo-verklaring per post krijgt thuisgestuurd, kan de student de mbo-verklaring ondertekenen. De onderwijsinstelling hoeft in dat geval (dus als niet persoonlijk uitgereikt maar per post verzonden) niet te bewaken dat de student inderdaad zijn handtekening heeft gezet.

Instellingen hebben de mogelijkheid om extra informatie op te nemen op het voorblad van de mbo-verklaring. Hierbij kan worden gedacht aan de vermelding van bijvoorbeeld het logo van de mbo-instelling op het voorblad of een QR-code. Omwille van de herkenbaarheid van mbo-verklaringen is het van belang terughoudend te zijn bij het opnemen van extra informatie.

Examenresultaten

Het onderdeel ‘Examenresultaten’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de student ten minste voor één examenonderdeel dan wel een deel van een examenonderdeel, ten minste het cijfer 5,5 of ten minste ‘voldoende’ heeft behaald.

De behaalde examenresultaten worden ingevuld conform de regels voor het invullen van de modelresultatenlijst voor de mbo-niveaus 1 tot en met 3 en van de modelresultatenlijst voor mbo-niveau 4, zoals opgenomen in bijlage 5. Wel met in achtneming van de aanvullende instructies zoals hierna beschreven. Indien de student geen resultaat heeft behaald voor (delen van) specifieke of generieke examenonderdelen of voor examenonderdelen die een keuzedeel betreffen, wordt de desbetreffende tabel niet vermeld op de verklaring.

Keuzedelen

Indien de student niet het gehele keuzedeel heeft behaald maar een deel daarvan, komt de benaming van het deelexamen overeen met de naam van het deelexamen zoals dit is opgenomen in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. Tevens wordt toegevoegd dat het gaat om een deel van een keuzedeel. De instelling bepaalt zelf hoe dit wordt vermeld. Dit kan bijvoorbeeld door aan de naam van het deelexamen toe te voegen ‘(deelexamen)’.

Aanvullende instructie bij de tabel ‘specifieke examenonderdelen’

Indien de student niet het gehele specifieke examenonderdeel heeft behaald maar een deel daarvan, komt de benaming van het deelexamen overeen met de naam van het deelexamen zoals dit is opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de beroepsopleiding. Tevens wordt in de tabel toegevoegd dat het gaat om een deel van een specifiek examenonderdeel. De instelling bepaalt zelf hoe dit wordt vermeld, mits transparant is dat het niet het volledige examenonderdeel is behaald. Dit kan bijvoorbeeld door aan de naam van het deelexamen toe te voegen ‘(deelexamen)’. Ook kan de instelling bij deze tabel verwijzen naar een openbaar beschikbare OER. De waarderingen voor delen van specifiek examenonderdelen worden uitgedrukt in cijfers uit de reeks 1 tot en met 10 met nul, één of twee decimalen, of met een waardering uit een reeks, conformartikel 15 van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB en afhankelijk van de keuze die de instelling heeft gemaakt over de registratiewijze.

Aanvullende instructie bij de tabel ‘generieke examenonderdelen’ Nederlandse taal en Engels

Bij de tabel Examenresultaten is aangesloten bij de voorschriften voor vermelding van de Examenresultaten bij het model voor de resultatenlijst van het diploma van voorliggende regeling.

Indien de student niet het gehele instellingsexamen heeft behaald maar een deel daarvan, wordt in de benaming van het deel van de instellingsexamen vermeld om welke taalvaardigheden het gaat (spreken, gesprekken voeren en/of schrijven). Tevens wordt toegevoegd dat het gaat om een deel van het instellingsexamen. De instelling bepaalt zelf hoe dit wordt vermeld. Dit kan bijvoorbeeld door aan de naam van het deelexamen toe te voegen ‘(deelexamen)’.

Rekenen

De resultaten voor rekenen worden ingevuld conform de regels voor het invullen van de modelresultatenlijst zoals opgenomen in bijlage 5. Ook het referentieniveau waarin het examen is afgelegd wordt in de tabel opgenomen.

Loopbaan en burgerschap

Indien de student alleen heeft voldaan aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan dan wel alleen voor Burgerschap wordt dit in de mbo-verklaring vermeld.

Resultaten beroepspraktijkvorming

Het onderdeel ‘Resultaten beroepspraktijkvorming’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de student een resultaat heeft behaald voor de beroepspraktijkvorming (bpv).

Er zijn drie opties waaruit een verplichte keuze gemaakt moet worden.

Optie 1 is van toepassing indien de student de beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling heeft voltooid.

Optie 2 is van toepassing indien de student een deel van de beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling heeft voltooid en waarbij dit resultaat niet in de vorm van een praktijkverklaring is beschreven.

Optie 3 is van toepassing indien de student een deel van de beroepspraktijkvorming met een positieve beoordeling heeft voltooid en waarbij dit resultaat in de vorm van een praktijkverklaring is beschreven.

Invulinstructie gegevens optie 1 en optie 2

De naam van de student wordt ingevuld conform de regels voor het invullen van het modeldiploma mbo, zoals opgenomen in bijlage 4.

Gegevens leerbedrijf

De naam en vestigingsplaats van het leerbedrijf worden ingevuld zoals deze zijn geregistreerd door de SBB.

Als het resultaat voor de beroepspraktijkvorming in meerdere leerbedrijven is behaald, worden de gegevens van deze leerbedrijven vermeld.

Aantal uren bpv

Instellingen hebben de mogelijkheid om het aantal uren te vermelden waarin de student de beroepspraktijkvorming heeft uitgevoerd. Dit is niet verplicht. Het gaat om de gerealiseerde bpv-uren. Indien het aantal gerealiseerde bpv-uren niet exact bekend is, mag de instelling hiervoor een schatting maken.

Beschrijving van de beroepspraktijkvorming

Instellingen hebben de mogelijkheid om een beknopte beschrijving te geven van de inhoud van de beroepspraktijkvorming. Dit is niet verplicht.

Invulinstructie gegevens optie 3

De instelling gebruikt het format voor de praktijkverklaring van het Praktijkloket van de SBB.

In de praktijkverklaring worden de naam van de student, de geboortedatum en -plaats, de naam van de kwalificatie, de crebocode en het niveau ingevuld conform de regels voor het invullen van het modeldiploma mbo, zoals opgenomen in bijlage 4.

Aantal uren in het leerbedrijf

Het aantal uren beroepspraktijkvorming dat de student heeft uitgevoerd in het leerbedrijf wordt hier vermeld. Het gaat om de gerealiseerde bpv-uren. Indien het aantal gerealiseerde bpv-uren niet exact bekend is, mag de instelling hiervoor een schatting maken.

Tabel met werkprocessen

In deze tabel worden de werkprocessen vermeld waarvan de praktijkopleider, bij afronding van zijn begeleiding van de beroepspraktijkvorming, heeft geconstateerd dat de student deze in de praktijk van het leerbedrijf kan uitvoeren. In deze tabel worden de nummers en de titels van werkprocessen en kerntaken vermeld zoals dit is beschreven in het betreffende kwalificatiedossier.

Extra

Indien de student in het leerbedrijf een werkproces heeft leren uitvoeren dat behoort tot een andere kwalificatie dan de kwalificatie waarvoor de student staat ingeschreven, kan dat werkproces in deze tabel worden weergegeven.

Afgegeven door

De voor- en achternaam van de praktijkopleider worden opgenomen.

Praktijkopleider bij

De naam en vestigingsplaats van het leerbedrijf, zoals dit is geregistreerd door de SBB, worden hier vermeld.

Erkend leerbedrijf

Het registratienummer van het leerbedrijf wordt vermeld.

Handtekeningen

De praktijkopleider en de student ondertekenen de verklaring. De datum waarop en de plaats waar zij de verklaring ondertekenen worden vermeld.

Logo

Instellingen hebben de mogelijkheid om een logo van het leerbedrijf en/of van de brancheorganisatie in de praktijkverklaring op te nemen. Dit is niet verplicht.

De mogelijkheid om een logo van de brancheorganisatie toe te voegen wordt ondersteund door het Praktijkloket van de SBB. Als de instelling het logo toevoegt, wordt tevens de volgende tekst toegevoegd: ‘De branche steunt praktijkverklaringen voor inzetbaarheid in de branche en leven lang ontwikkelen.’

Overige resultaten

Het onderdeel ‘Overige resultaten’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de instelling van mening is dat student andere resultaten heeft behaald die betekenisvol kunnen zijn voor werkgevers dan wel voor een andere onderwijsinstelling.

Als de instelling er voor kiest om één of meer resultaten van (formatieve) voortgangstoetsen op te nemen, dient de instelling de tabel ‘Voortgangstoetsen’ te hanteren. In de tabel wordt dan de titel van de voortgangstoets vermeld, de inhoud van de toets kort toegelicht en het behaalde resultaat vermeld. Het resultaat wordt uitgedrukt in cijfers uit de reeks 1 tot en met 10 met nul, één of twee decimalen of met een waardering uit een reeks conform artikel 15, tweede lid, van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB, afhankelijk van registratie door de instelling.

In het invulveld kunnen de overige resultaten worden toegelicht. Ook kan in het invulveld een verwijzing worden opgenomen naar een afzonderlijk document dat als bewijsstuk aan de mbo-verklaring wordt bijgevoegd, zoals een behaald branchecertificaat.

Totaaloverzicht examenresultaten behorende bij de mbo-verklaring

Dit overzicht wordt opgenomen als de student een resultaat heeft behaald voor ten minste een examenonderdeel of een deel van een examenonderdeel. Zowel examenresultaten met een voldoende of het cijfer 5,5 of hoger, als examenresultaten lager dan een voldoende of het cijfer 5,5 worden vermeld. Bij terugkeer naar het mbo kunnen namelijk ook onvoldoende resultaten betekenisvol zijn, in verband met eventuele vrijstellingen of andere vormen van maatwerk. Het overzicht wordt ingevuld conform regels zoals vastgelegd in bijlage 5 van deze regeling.

Het totaaloverzicht dient de instelling als een afzonderlijk document aan de mbo-verklaring toe te voegen. De student kan dan zelf beslissen of hij de mbo-verklaring met of zonder totaaloverzicht aan werkgever of vervolgonderwijs toont.

Indien alle examenresultaten van de student een voldoende of het cijfer 5,5 of hoger zijn, is het niet nodig om dit totaaloverzicht in de mbo-verklaring op te nemen. Deze resultaten zijn dan immers al vermeld bij ‘Examenresultaten’.

TOELICHTING

Algemene toelichting

Ondanks inspanningen van instellingen vallen er ieder jaar studenten uit bij diplomagerichte trajecten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In het studiejaar 2017-2018 verlieten 19.980 jongeren tot en met 23 jaar het mbo zonder startkwalificatie.1 Hoewel een groot deel teruggeleid wordt naar het onderwijs om hen alsnog in staat te stellen een startkwalificatie te halen, lukt dat niet bij iedereen. Deze jongeren hebben een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Om studenten, die ondanks alles toch uitvallen, zoveel mogelijk kansen te bieden, is in het regeerakkoord «Vertrouwen in de Toekomst» afgesproken dat een mbo-verklaring wordt ingevoerd voor deze jongeren. Doel van de mbo-verklaring is om studenten, die het onderwijs zonder diploma of certificaat verlaten, iets mee te geven dat hen helpt bij het vinden van een baan en een eventuele terugkeer naar het mbo vergemakkelijkt. De huidige wetgeving biedt al een mogelijkheid om een dergelijk document (een instellingsverklaring) uit te reiken, maar dit is niet verplicht. De mbo-verklaring vervangt de bestaande instellingsverklaring.

Om de eerder genoemde reden is in de op 30 juni 2020 aangenomen wet ‘Versterken positie mbo-studenten’ geregeld dat een student die het mbo zonder diploma of certificaat verlaat, van de examencommissie een mbo-verklaring ontvangt. De examencommissie reikt een mbo-verklaring uit aan alle studenten van de instelling die volgens artikel 7.4.6a van de Wet educatie en beroepsonderwijs hiervoor in aanmerking komen:

  • alle studenten die niet meer aan een instelling zijn ingeschreven, jonger zijn dan 23 jaar en nog geen startkwalificatie hebben behaald, aan wie geen diploma of certificaat kon worden uitgereikt, maar die wel ten minste een waardering hebben behaald voor (een deel van) een onderdeel van de beroepsopleiding;

  • andere studenten die hierom verzoeken en de beroepsopleiding zonder diploma of certificaat verlaten maar wel een waardering hebben behaald voor (een deel van) een onderdeel van de beroepsopleiding.

Studenten van niet-bekostigde beroepsopleidingen ontvangen ook een mbo-verklaring, wanneer zij de beroepsopleiding zonder diploma of certificaat verlaten, maar wel een waardering hebben behaald voor (een deel van) een onderdeel van de opleiding. Zij moeten daar dan wel om verzoeken.

Een mbo-verklaring geeft geen automatisch recht op vrijstellingen, wel kan het zijn dat de student hiervoor in aanmerking komt. Hierover neemt de examencommissie van de nieuwe opleiding een besluit.

De examencommissie verstrekt de mbo-verklaring voor de resultaten van de beroepsopleiding waarvoor de student is of was ingeschreven. Voor eerder gevolgde opleidingen aan de instelling hoeft de examencommissie geen mbo-verklaring te verstrekken. Dit mag echter wel. De examencommissie kan in dat geval twee afzonderlijke mbo-verklaringen aan de student uitreiken. De examencommissie mag er ook voor kiezen om de behaalde resultaten van beide opleidingen in één mbo-verklaring op te nemen. Bij elk onderdeel van de verklaring moet dan duidelijk worden aangegeven in welke opleiding het resultaat is behaald. Ook op het voorblad moeten de opleidingen worden opgenomen. Het is van belang daarbij de leesbaarheid voor de ontvanger voor ogen te houden.

De examencommissie reikt bij voorkeur de mbo-verklaring persoonlijk uit aan de student. Wanneer dit niet mogelijk blijkt, kan de school aan de uitreikingsverplichting voldoen door de mbo-verklaring per post te verzenden. Bij verstrekking informeert de instelling de student ook over de mogelijkheden om terug te keren naar het onderwijs om alsnog een mbo-certificaat of diploma te halen.

In deze regeling wordt het model vastgelegd dat instellingen dienen te gebruiken bij het verstrekken van een mbo-verklaring. Het model is opgesteld na raadpleging van onderwijsraden en sociale partners. Uit deze raadpleging bleek dat niet alleen examenresultaten maar ook informatie over de in de beroepspraktijkvorming uitgevoerde werkzaamheden kunnen helpen bij het vinden van werk en terugkeer naar het mbo. Vanuit sociale partners is in dit verband gewezen op de positieve ervaringen met de praktijkverklaring in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Het model is middels pilots getest in de zomer en het najaar van 2019. In het huidige model zijn de ervaringen en adviezen uit de pilots meegenomen. Vervolgens is de regeling in oktober 2020 via internetconsultatie aan alle betrokkenen voorgelegd.

De inhoud van een mbo-verklaring verschilt per student en kan bestaan uit een of meer van de volgende onderdelen:

  • Het onderdeel ‘Examenresultaten’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de student ten minste voor één examenonderdeel dan wel een deel van een examenonderdeel, ten minste het cijfer 5,5 of ‘voldoende’ heeft behaald;

  • Het onderdeel ‘Resultaten beroepspraktijkvorming’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de student een resultaat heeft behaald voor de beroepspraktijkvorming;

  • Het onderdeel ‘Overige resultaten’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de instelling van mening is dat student andere resultaten heeft behaald die betekenisvol kunnen zijn voor werkgevers dan wel voor een andere instelling;

  • Het onderdeel ‘Totaaloverzicht examenresultaten behorende bij de mbo-verklaring’ wordt opgenomen als de student examenresultaten lager dan een 5,5/voldoende heeft behaald.

Examenresultaten

De mbo-verklaring bevat een afzonderlijk overzicht van examens met een resultaat 5,5/voldoende of hoger, zodat studenten aan werkgevers en vervolgonderwijs kunnen laten zien welke examens zij wél hebben behaald. Omdat in een aantal gevallen het ook resultaten lager dan een 5,5/voldoende betekenisvol kunnen zijn bij terugkeer naar het mbo, in verband met eventuele vrijstellingen of andere vormen van maatwerk, behoort ook een totaaloverzicht van alle examenresultaten bij de mbo-verklaring. Dit totaaloverzicht wordt als afzonderlijk document aan de mbo-verklaring toegevoegd, zodat de student zelf kan beslissen of hij de mbo-verklaring met of zonder totaaloverzicht aan werkgever of vervolgonderwijs toont.

Resultaten beroepspraktijkvorming

n de mbo-verklaring kunnen op drie manieren de resultaten voor de beroepspraktijkvorming worden beschreven. Als de student heeft voldaan aan alle eisen van de beroepspraktijkvorming wordt dit als resultaat in de mbo-verklaring vermeld. Als de student een deel van de beroepspraktijkvorming heeft afgerond, kan de instelling (zo mogelijk) het aantal bpv-uren en een beknopte beschrijving van de inhoud van (het deel van) de beroepspraktijkvorming. Een derde manier is het toevoegen van een zogeheten ‘praktijkverklaring’. In de praktijkverklaring geeft de praktijkopleider aan welke werkprocessen de student in de praktijk van het leerbedrijf heeft leren uitvoeren. Indien de instelling de praktijkverklaring toevoegt, gebruikt de instelling het format zoals wordt afgegeven door het Praktijkloket van de SBB.

Internetconsultatie

De regeling heeft van 28 september tot en met 25 oktober 2020 voorgelegen voor consultatie. Er zijn 24 reacties op de regeling binnengekomen, waarvan 11 van mbo-instellingen. Een aantal indieners gaf aan toe te juichen dat met de mbo-verklaring studenten een bewijs van afgeronde delen ontvangen. Kritische reacties betroffen onder andere de uitreiking door de examencommissie. De reacties zijn verwerkt in deze versie van de regeling en zoals hierna wordt toegelicht. Daarbij is ook een aantal punten, zoals wordt toegelicht, niet overgenomen.

Ten eerste zijn er opmerkingen gemaakt over het feit dat de verklaring wordt uitgereikt door de examencommissie terwijl de mbo-verklaring ook inhoudelijke informatie over de beroepspraktijkvorming bevat die onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag vallen en die de examencommissie niet kan controleren. Bij het ontwerp van de wet versterking positie mbo-studenten is er bewust voor gekozen dat alleen de examencommissie een mbo-verklaring kan verstrekken. Omdat de examencommissie ook een mbo-diploma en het mbo-certificaat verstrekt, is hiermee eenduidig geregeld wie aan de student een waardedocument kan verstrekken bij het verlaten van de beroepsopleiding. Aangesloten is bij de regelgeving die nu al van toepassing is voor de afgifte van de instellingsverklaring. Ook dat document wordt uitgereikt door de examencommissie en kan naast examenresultaten ook andere resultaten bevatten. In die zin is het niet nieuw dat de examencommissie een document uitreikt waarop resultaten staan vermeld waarvoor het bevoegd gezag de verantwoordelijkheid draagt. Het vraagt wel een aanpassing van procedures van de examencommissie. Er is een FAQ gemaakt voor instellingen met uitleg over de verantwoordelijkheid van de examencommissie in dit proces.

Verder werden zorgen geuit over de uiterlijke overeenkomst met het diploma door de optie een handtekening student op het voorblad mee te nemen en de mogelijkheid om het diploma op waardepapier uit te geven. Aan beide opties wordt vastgehouden. Het persoonlijk betrekken van de student, door bijvoorbeeld het laten tekenen van de mbo-verklaring, heeft meerwaarde maar is helaas niet altijd mogelijk en daarom is de handtekening optioneel. In de pilots is de wens om de mbo-verklaring op waardepapier uit te reiken naar voren gekomen als een oplossing om mogelijke fraude tegen te gaan. De keuzemogelijkheid gold ook voor de instellingsverklaring. Een aantal instellingen had de wens om bij informatie over de beroepsopleiding (voorblad) ook de leerweg op te nemen. Dat is overgenomen. Deze informatie kan informatief zijn voor werkgevers wanneer een student zonder diploma de beroepsopleiding heeft verlaten. Vooral omdat het aantal BPV-uren bij Resultaten Beroepspraktijkvorming optioneel is. Er werd daarnaast aangegeven dat ook een 5,5 voor een onderdeel van een examenonderdeel bij Examenresultaten zou moeten worden opgenomen. Ook dit is overgenomen. Bij Examenresultaten is nu aangegeven dat het onderdeel moet worden opgenomen als een student een 5,5 of hoger heeft behaald. Het kunnen vermelden van een waardering in één of twee decimalen als resultaat van een deel van een examenonderdeel is toegevoegd. Tot slot werd aandacht gevraagd voor twee overkoepelende punten: 1. dat de namen van (delen van) specifieke examenonderdelen weinig informatie verschaffen aan de ontvanger zonder kennis van de OER van de beroepsopleiding; 2. de mogelijkheid om in één mbo-verklaring delen van meerdere kwalificaties op te nemen wanneer een student delen van meerdere beroepsopleidingen heeft gevolgd. Dit laatste punt is overgenomen. Instellingen kunnen onderdelen van meerdere kwalificaties opnemen in één mbo-verklaring. Wat betreft de inzichtelijkheid in de examenonderdelen die de student heeft afgerond is in de regeling toegelicht dat aanvullende informatie toegevoegd kan worden. Verwijzen naar de OER als deze openbaar is, wordt aangemoedigd. Dit blijft een punt van aandacht en zal worden meegenomen in de evaluatie van de werkzaamheid van regeling die na de invoering van start gaat.

Uitvoering en handhaafbaarheid

De ADR en Inspectie hebben geen opmerkingen bij de regeling. Er zijn geen uitvoeringsconsequenties voor DUO.

Gevolgen voor de regeldruk

Mbo-instellingen moeten op basis van de wet, en conform het in deze regeling opgenomen model, verplicht mbo-verklaringen uitreiken aan alle voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) die een waardering hebben behaald voor een onderdeel (of deel daarvan) van de beroepsopleiding. Mbo-instellingen zijn op dit moment al verplicht een instellingsverklaring te verstrekken aan studenten die stoppen met hun opleiding als de student daar om vraagt. De handelingen die nodig zijn voor de uitreiking zullen vaker plaatsvinden en het model vraagt ook extra handelingen, vooral waar het gaat om het opnemen van resultaten over de beroepspraktijkvorming.

Structurele regeldrukkosten instellingen

Er zijn 26.894 vsv’ers. Daarvan is 80% afkomstig uit het mbo. Een deel van deze jongeren valt binnen 4 maanden na de start van de beroepsopleiding uit (1.903) en zal naar verwachting geen onderdelen van de opleidingen hebben afgerond op eindniveau (cijfers uit studiejaar 2018-2019, DUO). Aan de overige mbo-studenten zullen de mbo-instellingen een mbo-verklaring moeten uitreiken. Daarnaast moeten ook mbo-verklaringen worden uitgereikt aan uitvallers die niet in de categorie vsv’er vallen, maar die zelf om een mbo-verklaring verzoeken. Dat zijn er nu met de instellingsverklaring zeer weinig, maar de verwachting is dat het er meer zullen worden door een grotere bekendheid. Naar schatting zal ongeveer 20% van de studenten die 23 jaar en ouder zijn (die groep is 15% van totaal aantal studenten in het mbo) zelf om een mbo-verklaring vragen. Om een mbo-verklaring te kunnen uitreiken moet een beroepsopleiding bepaalde handelingen verrichten. De verwachting is dat het merendeel van de resultaatcategorieën in het model, zoals opgenomen in deze regeling, al in de studentadministratiesystemen van de mbo-instelling zit. De meeste instellingen zullen naar verwachting aanpassingen laten doen aan hun systemen en het nieuwe model “inbouwen” zodat een mbo-verklaring makkelijk gegenereerd kan worden. De kosten daarvoor zijn beschreven bij incidentele kosten. Daarna moet de verklaring worden gecontroleerd, ondertekend en uitgereikt. Naar schatting zal dat een halfuur per mbo-verklaring kosten. Dit zijn structurele kosten voor de instellingen.

Incidentele regeldrukkosten instellingen

Alle instellingen hebben al een systeem om instellingsverklaringen te kunnen uitreiken. Er zijn echter aanpassingen nodig vanwege het nieuwe, in deze regeling vastgelegde, model. Mbo-instellingen zullen daarvoor in gesprek moeten met hun softwareleveranciers. Daarnaast zullen de instellingen intern afspraken moeten maken en procedures moeten inrichten voor het opstellen, controleren en uitreiken. De tijd en kosten die daarmee gepaard gaan zijn eenmalige kosten.

In totaal komen de kosten voor mbo-instellingen gezamenlijk uit op ongeveer € 875.000. Daarbij dient rekening gehouden te worden met feit dat instellingen momenteel ook al verplicht zijn een instellingsverklaring uit te reiken aan studenten die daar om vragen.

Regeldrukkosten burgers

Voor studenten zijn er verminderde regeldrukkosten. Zij hoeven namelijk niet hun mbo-instelling te vragen om een instellingsverklaring, maar krijgen deze - als zij voldoen aan de voorwaarden - automatisch uitgereikt dan wel thuisgestuurd. Deze verminderde regeldrukkosten zijn berekend door het jaarlijks aantal uitvallers na 4 maanden (voor 4 maanden zullen studenten doorgaans geen waarderingen hebben behaald), te vermenigvuldigen met de tijd die zij hiervoor ongeveer kwijt zijn. De kennisnamekosten van studenten zijn minimaal en daarom niet berekend.

Advies ATR

De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) voor toetsing, maar is niet geselecteerd voor formele advisering. De ATR heeft eerder geadviseerd over de Wet versterken positie mbo-studenten waarin de mbo-verklaring is aangekondigd. Een deel van deze opmerkingen is verwerkt in de algemene toelichting. Daarnaast werd geadviseerd te onderzoeken of studenten makkelijk (digitaal) kunnen beschikken over informatie over de eigen

opleidingsresultaten, mede in het belang van het principe een ‘leven lang ontwikkelen’. Ook was het advies zoveel mogelijk aan te sluiten bij de gangbare werkprocessen en de bestaande automatisering van de instellingen, ook om de beheerlast te beperken. Het model en de regeling beogen zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande praktijk. Studenten digitaal toegang geven tot de mbo-verklaring is technisch, rekeninghoudend met gegevensbeveiliging en dergelijke, op korte termijn niet mogelijk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Aan de grondslag voor deze regeling wordt artikel 7.4.6a, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs toegevoegd nu het model voor de mbo-verklaring in deze regeling wordt opgenomen.

Onderdelen B en C

Voorheen werd in artikel 4 van de Regeling vermeld in welke bijlagen de regels voor het invullen van het diploma of de resultatenlijsten zijn vastgelegd. Deze verwijzingen zij nu toegevoegd in een nieuw lid van artikel 2 (over het diploma) en artikel 3 (over de resultatenlijst). Hierdoor staat alle informatie over het diploma dan wel de resultatenlijsten in één artikel en kan artikel 4 voortaan worden gebruikt voor de bepalingen ten behoeve van de mbo-verklaring.

Onderdeel D

In het nieuwe artikel 4 is bepaald dat het model voor de mbo-verklaring is opgenomen in bijlage 9. De regels voor het invullen van deze verklaring zijn vastgelegd in bijlage 10 bij deze regeling.

Onderdeel E

Nu deze regeling ook voorziet in modellen en invulregels voor certificaten en mbo-verklaringen, wordt de citeertitel gewijzigd in ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’.

Onderdelen F tot en met P

Nu de citeertitel van deze regeling is aangepast, worden de verwijzingen naar de ‘Regeling modeldiploma mbo’ gewijzigd in een verwijzing naar de ‘Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo-verklaring’. Daar waar tot nu toe per abuis geen verwijzing naar de Regeling modeldiploma mbo was opgenomen, wordt er met deze wijzigingsregeling alsnog een verwijzing naar de regeling, met de nieuwe citeertitel, opgenomen.

Daarnaast worden in de opschriften van bijlagen 4 en 5 de artikelen aangepast. Deze verwijzingen zijn in verband met de wijzing in onderdelen B en C, niet meer juist.

Onderdeel Q

In bijlage 9 wordt het model voor de mbo-verklaring opgenomen en in bijlage 10 de regels voor het invullen van dit document.

Artikel II

In de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 wordt het woord instellingsverklaring vervangen door mbo-verklaring.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021, omdat op dat moment ook de onderdelen van de wet met betrekking tot de mbo-verklaring in werking treden.2

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

OCW, factsheet Ontwikkeling voortijdig schoolverlaters, februari 2019.

X Noot
2

Stb. 2020, 276.

Naar boven