Besluit van de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit tot vaststelling van het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Kansspelautoriteit 2021 (kenmerk: 01.082.074)

De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bestuurslid:

degene die als lid van de raad is benoemd door de Minister;

b. hoofden:

medewerkers belast met de leiding van een afdeling als bedoeld in artikel 2, ook wel aangeduid als afdelingshoofden;

c. Kansspelautoriteit:

Kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33 van de wet;

d. machtiging:

de bevoegdheid om in naam van de raad handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

e. mandaat:

de bevoegdheid om in naam van de raad besluiten te nemen;

f. medewerkers:

personeel in dienst van de Kansspelautoriteit of daar als gedetacheerde werkzaam;

g. Minister:

Minister voor Rechtsbescherming;

h. portefeuillehouder:

lid van de raad aan wie bepaalde taakgebieden zijn toegewezen;

i. raad:

raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33a van de wet;

j. volmacht:

de bevoegdheid om in naam van de raad privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

k. voorzitter:

degene die als voorzitter van de raad is benoemd door de Minister;

l. wet:

Wet op de kansspelen.

HOOFDSTUK 2 ORGANISATIE

Artikel 2 Afdelingen en taken

  • 1. De Kansspelautoriteit bestaat uit de volgende afdelingen:

    • a. de afdeling Toezicht en Consument;

    • b. de afdeling Toezicht en Aanbieder;

    • c. de afdeling Handhaving;

    • d. de afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling;

    • e. de afdeling Bedrijfsvoering;

    • f. de afdeling Communicatie, Internationale Zaken en Bestuursondersteuning;

    • g. de afdeling Vergunningen.

  • 2. De afdeling Toezicht en Consument is belast met:

    • a. het verlenen van en toezicht houden op vergunningen voor kansspelen op grond van titel I tot en met titel V van de wet, met uitzondering van artikel 3 van de wet, voor zover dit incidentele kansspelen betreffen;

    • b. het toezicht houden op vergunningen voor kansspelen op afstand als bedoeld in titel Vb van de wet;

    • c. het behandelen van handhavingsverzoeken;

    • d. een besluit tot opleggen, intrekken en wijzigen van een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang, het nemen van een invorderingsbeschikking, de vaststelling van de hoogte van de verschuldigde kosten van bestuursdwang, een bindende aanwijzing als bedoeld in artikel 34n van de wet en een openbare waarschuwing als bedoeld in artikel 35e van de wet;

    • e. het coördineren van werkzaamheden op het gebied van verslavingspreventie en consumentenbescherming;

    • f. besluiten en overige handelingen ten aanzien van inschrijving in het register als bedoeld in artikel 33da en 33h van de wet;

    • g. het beheer van het register als bedoeld in artikel 33h van de wet en van het Verslavingspreventiefonds.

  • 3. De afdeling Toezicht en Aanbieder is belast met:

    • a. het verlenen van en toezicht houden op vergunningen voor kansspelen en modeltoelatingen voor speelautomaten op grond van titel VA van de wet;

    • b. het verlenen van en toezicht houden op vergunningen zoals bedoeld in artikel 3 van de wet, voorzover dit incidentele kansspelen betreffen;

    • c. het toezicht houden op vergunningen voor kansspelen op afstand als bedoeld in titel Vb van de wet;

    • d. het behandelen van handhavingsverzoeken;

    • e. een besluit tot opleggen, intrekken en wijzigen van een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang, het nemen van een invorderingsbeschikking, de vaststelling van de hoogte van de verschuldigde kosten van bestuursdwang, een bindende aanwijzing als bedoeld in artikel 34n van de wet en een openbare waarschuwing als bedoeld in artikel 35e van de wet;

    • f. het controleren van de betrouwbaarheid van de kansspelaanbieders en van het kansspel;

    • g. het beheer van de Geaggregeerde Databank Toezicht omgeving.

  • 4. De afdeling Handhaving is belast met:

    • a. het uitvoeren van het algemene handhavingsbeleid en de uitoefening van toezicht- en handhavingsbevoegdheden ten aanzien van illegale kansspelaanbieders en legale kansspelaanbieders die relevante wet- en regelgeving overtreden;

    • b. het opstellen van een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c. het behandelen van handhavingsverzoeken;

    • d. toezicht op de naleving en handhaving op grond van hoofdstuk 4 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme door kansspelaanbieders inclusief publicatiebevoegdheden;

    • e. toezicht op de naleving en handhaving van het onderkennen en voorkomen van manipulatie met sportwedstrijden.

  • 5. De afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling is belast met:

    • a. het voorbereiden van beslissingen tot het opleggen van bestuurlijke sancties, voor zover hier een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan ten grondslag ligt;

    • b. besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;

    • c. besluiten op verzoeken van betrokkene op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • d. het optreden als juridisch adviseur en verricht uit dien hoofde juridische werkzaamheden van algemene aard ten behoeve van de Kansspelautoriteit;

    • e. de behandeling van bezwaarschriften alsmede het vertegenwoordigen van de Kansspelautoriteit bij voorlopige voorzieningen en in beroeps- en hoger beroepszaken;

    • f. de behandeling van klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • g. het bevorderen van de ontwikkeling van de Kansspelautoriteit op het gebied van deskundigheid, innovatie, informatiemanagement en risicogestuurd toezicht.

  • 6. De afdeling Bedrijfsvoering ondersteunt de bedrijfsprocessen van de Kansspelautoriteit op het gebied van financiën, inkoop, ICT, HRM, (vergunningen)administratie, documentaire informatievoorziening, huisvesting, facilitaire zaken en secretariële ondersteuning. Daarbij gaat het zowel om het faciliteren van de reguliere bedrijfsprocessen als om het bieden van inhoudelijke ondersteuning aan management en bestuur met betrekking tot (de inrichting van) de bedrijfsvoering.

  • 7. De afdeling Communicatie, Internationale Zaken en Bestuursondersteuning is belast met:

    • a. het verzorgen van de voorlichting en informatievoorziening van publiek en aanbieders;

    • b. het adviseren en ondersteunen van de toezichthouders ten aanzien van communicatie;

    • c. het verantwoorden van de activiteiten van de Kansspelautoriteit, via woordvoering, public affairs, jaarverslag, persvoorlichting etc. (corporate communicatie);

    • d. de interne communicatie;

    • e. het bevorderen van de ontwikkeling van de Kansspelautoriteit op het gebied van internationale samenwerking;

    • f. het leveren van beleids- en procesmatige ondersteuning aan management en bestuur.

  • 8. De afdeling Vergunningen is belast met het verlenen van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand op grond van titel Vb van de wet.

  • 9. Voor werkzaamheden die niet bij een van de afdelingen zijn belegd, bepaalt de voorzitter welke afdeling deze werkzaamheden uitvoert.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

  • 1. De voorzitter is ambtelijk verantwoordelijk voor de leiding van de in artikel 2 genoemde afdelingen.

  • 2. De bestuursleden van de raad kunnen elkaar vervangen. Zij treden daarbij in elkaars bevoegdheden.

  • 3. De hoofden van de in artikel 2 genoemde afdelingen kunnen elkaar vervangen. Zij treden daarbij in elkaars bevoegdheden.

Artikel 4 Uitzonderingen mandaat, volmacht en machtiging

Bij of krachtens dit besluit verleend mandaat, volmacht en machtiging heeft geen betrekking op:

  • a. het nemen van besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete;

  • b. het beslissen op bezwaarschriften;

  • c. het nemen van een beslissing op een verzoek tot rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • d. het aanwijzen van toezichthouders op grond van artikel 34 van de wet en artikel 24, eerste lid van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

  • e. het benoemen van een functionaris voor de gegevensbescherming op grond van artikel 37 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • f. het aanstellen van een vertrouwenspersoon;

  • g. besluiten ten aanzien van een adviescommissie waarvan de voorzitter geen deel uitmaakt van de Kansspelautoriteit;

  • h. het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met andere (toezichthoudende) instanties;

  • i. het nemen van besluiten die zijn gericht tot de Minister, de Tweede Kamer of de Nationale ombudsman, indien de strekking van het besluit is dat aan een aanbeveling van de Nationale ombudsman geen gevolg wordt gegeven;

  • j. het vaststellen van de begroting en de meerjarenraming;

  • k. het vaststellen van het jaarverslag van de Kansspelautoriteit;

  • l. het vaststellen van de jaarrekening van de Kansspelautoriteit;

  • m. het vaststellen van beleidsregels;

  • n. het vaststellen van regelgeving.

Artikel 5 Mandaat, volmacht en machtiging voorzitter raad

  • 1. De raad verleent mandaat, machtiging en volmacht aan de voorzitter voor het ondertekenen van door de raad genomen besluiten.

  • 2. De raad verleent mandaat, machtiging en volmacht aan de voorzitter tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen, indien niet gewacht kan worden op een besluit van de raad.

  • 3. Aan de voorzitter wordt machtiging verleend tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 6 Mandaat, volmacht en machtiging afdelingshoofden

  • 1. Aan de hoofden van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a tot en met g, genoemde afdelingen wordt, ieder voor zich, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige (voorbereidings)handelingen die tot de taken van hun afdeling behoren.

  • 2. Aan de hoofden van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a tot en met g, genoemde afdelingen wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige (voorbereidings)handelingen die verband houden met titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht en het actief openbaar maken van besluiten en andere documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Aan de hoofden van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a tot en met g, genoemde afdelingen wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het verrichten van de hiernavolgende handelingen op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming voor zover deze handelingen tot de taken van de afdeling behoren of samenhangen met deze taken:

    • a. de vereiste informatieverstrekking aan de betrokke als bedoeld in artikel 13 en 14 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • b. een besluit op een verzoek van betrokkene als bedoeld in artikel 15 tot en met 22 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • c. kennisgeving van rectificatie of wissing van persoonsgegevens, of beperking van de verwerking daarvan, aan de ontvanger aan wie persoonsgegevens zijn verstrekt, als bedoeld in artikel 19 Algemene verordening gegevensbescherming;

    • d. het aangaan van een overeenkomst met een verwerker als bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • e. mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene als bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • f. het buiten toepassing laten van de bepalingen opgenomen in artikel 41 Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, voor zover het betreft de artikelen 13, 14 en 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 4. De afdelingshoofden kunnen met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 4, hun volmacht en machtiging doorgeven aan de onder hen ressorterende medewerkers.

Artikel 7 Machtiging medewerkers

Aan de medewerkers van de afdelingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a tot en met g, wordt machtiging verleend tot het verrichten van feitelijke handelingen die verband houden met de voorbereiding van besluiten, waaronder:

  • a. het afdoen van brieven van feitelijke aard en voeren van correspondentie voor zover betrekking hebbend op de taken van de eigen afdeling, zoals het toezenden van stukken en informatieverstrekking;

  • b. het opvragen van informatie of advies bij derden;

  • c. het doen van een kennisgeving van verdaging als bedoeld in de artikelen 4:14 en 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d. het voldoen aan de doorzendplicht als bedoeld in de artikelen 2:3 en 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e. het stellen van een termijn om een aanvraag aan te vullen met gegevens en bescheiden, dan wel met een vertaling;

  • f. het doen van een kennisgeving van verdaging en opschorting als bedoeld in artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • g. het voeren van correspondentie met betrekking tot het horen als bedoeld in artikel 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Grenzen volmacht

  • 1. De voorzitter van de raad is gevolmachtigd tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen overeenkomstig de daartoe met de raad gemaakte afspraken tot een waarde van € 200.000,– inclusief btw.

  • 2. Het afdelingshoofd bedrijfsvoering is gevolmachtigd tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen overeenkomstig de daartoe met de raad gemaakte afspraken tot een waarde van € 100.000,– inclusief btw.

  • 3. De hoofden van de afdelingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid zijn gevolmachtigd tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen overeenkomstig de daartoe door de raad toegekende budgetten per afdeling.

  • 4. De voorzitter en de hoofden van de afdelingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid zijn gevolmachtigd tot het afgeven van een prestatieverklaring ten aanzien van een geleverde dienst.

Artikel 9 Vertegenwoordiging in rechte

De voorzitter, het hoofd en de medewerkers van de afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling zijn gemachtigd de raad te vertegenwoordigen in bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures en bij voorlopige voorzieningen.

Artikel 10 Hoorzittingen

  • 1. Het horen van belanghebbenden in het kader van de behandeling van een bezwaarschrift geschiedt onder leiding van een jurist van de afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling of een daartoe benoemde externe voorzitter, tenzij daarvoor een adviescommissie zoals bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht is ingesteld.

  • 2. Het horen vindt niet in het openbaar plaats.

Artikel 11 P&O

  • 1. De raad verleent met betrekking tot het vaststellen van de beoordeling van het functioneren van de afdelingshoofden en nemen van rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de afdelingshoofden volmacht en machtiging aan de portefeuillehouders met betrekking tot de onder hun verantwoordelijkheid vallende afdelingen.

  • 2. Aan de hoofden van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a tot en met g, genoemde afdelingen wordt volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

    • a. het vaststellen van de beoordeling van het functioneren van de medewerkers van de afdelingen;

    • b. het nemen van rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de medewerkers van de afdelingen;

    • c. het verlenen van verlof;

    • d. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

    • e. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties;

    • f. het aanbieden en het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde en onbepaalde tijd waar het medewerkers tot en met schaal 12 betreft.

Artikel 12 Aanwijzingen uitoefening bevoegdheden

  • 1. De uitoefening door de medewerker van diens mandaat, volmacht of machtiging geschiedt met inachtneming van:

    • a. algemene en bijzondere aanwijzingen van degene die het mandaat, de volmacht of de machtiging heeft gegeven;

    • b. de van toepassing zijnde wetgeving, beleidsregels, rechtspositionele regels en het toegewezen budget.

  • 2. Elke medewerker aan wie mandaat, volmacht of machtiging is verleend heeft een informatieplicht en signaleringsplicht jegens degene die de bevoegdheid heeft verleend.

  • 3. Een medewerker treedt vooraf in overleg met de raad of de portefeuillehouder over een te nemen besluit, indien:

    • a. het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerd beleid;

    • b. te verwachten valt dat de raad van bestuur of een portefeuillehouder op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

    • c. uit het besluit aanzienlijke financiële, juridische, organisatorische, politiek/bestuurlijke en/of publicitaire consequenties kunnen voortvloeien;

    • d. de raad van bestuur of een portefeuillehouder deze wens kenbaar heeft gemaakt.

  • 4. Indien de portefeuillehouder dit nodig acht, wordt de zaak ter nadere besluitvorming aan de raad voorgelegd.

Artikel 13 Ondertekening

Een door of namens de raad ondertekend document vermeldt aan het slot de afsluiting volgens het model dat is opgenomen in de bijlage behorende bij dit besluit.

Artikel 14 Geschillen

Bij een geschil over de uitleg van dit besluit beslist de voorzitter.

Artikel 15 Intrekking Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Kansspelautoriteit

Het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtigng Kansspelautoriteit 2019 (Staatscourant 2019, nr. 18125) wordt ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Kansspelautoriteit 2021.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking per 1 april 2021.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 februari 2021.

De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, R.J.P. Jansen voorzitter

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Kansspelautoriteit, afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling, Postbus 298, 2501 CG Den Haag.

BIJLAGE

Model ondertekening als bedoeld in artikel 10

  • 1. Besluiten van de raad worden ondertekend door de voorzitter en vermelden aan het slot:

    De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

    [handtekening van de voorzitter,

    diens naam,

    voorzitter]

  • 2. Besluiten van de raad die aan een afdelingshoofd zijn gemandateerd worden door het afdelingshoofd namens de raad ondertekend en vermelden aan het slot:

    De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

    namens deze,

    [handtekening van het afdelingshoofd,

    diens naam,

    functieaanduiding]

  • 3. Een document waarmee een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt vastgelegd door een daartoe op grond van dit besluit bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    • a. De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

      [handtekening van de voorzitter,

      diens naam,

      voorzitter]

    • b. bij volmacht aan de voorzitter:

      De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit

      voor deze,

      [handtekening van de voorzitter,

      diens naam,

      voorzitter]

    • c. bij volmacht aan een afdelingshoofd:

      De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

      voor deze,

      [handtekening van het afdelingshoofd,

      diens naam,

      functieaanduiding]

  • 4. Een document waarmee een handeling die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling is wordt vastgelegd door een daartoe op grond van dit besluit bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    • a. bij machtiging aan de voorzitter:

      De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

      voor deze,

      [handtekening van de voorzitter,

      diens naam,

      voorzitter]

    • b. bij machtiging aan een afdelingshoofd:

      De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

      voor deze,

      [handtekening van het afdelingshoofd,

      diens naam,

      functieaanduiding]

    • c. bij machtiging aan een medewerker:

      De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

      voor deze,

      [handtekening van de medewerker,

      diens naam,

      functieaanduiding]

TOELICHTING

Met dit besluit verleent de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit voor een groot aantal bevoegdheden mandaat, volmacht en machtiging. Dit besluit maakt inzichtelijk welke medewerker bevoegd is tot het nemen van bepaalde besluiten en over welke volmachten en machtigingen de verschillende medewerkers beschikken.

Mandaat

De bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 van de Awb). Mandaat heeft altijd betrekking op publiekrechtelijke rechtshandelingen, bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning. Bij mandaat gaat het dus om bevoegdheidsuitoefening, waarvoor het mandaterende bestuursorgaan verantwoordelijk blijft en waarover het ook de zeggenschap blijft houden. Er vindt dus geen verschuiving van bevoegdheden en verantwoordelijkheden plaats.

Volmacht

De bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60, eerste lid van het Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, bijvoorbeeld het sluiten van een huurovereenkomst of het inkopen van goederen.

Machtiging

Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke rechtshandelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie, het versturen van een ontvangstbevestiging, de raad van bestuur vertegenwoordigen bij de rechtbank of het bijhouden van de administratie.

Er is voor gekozen om in het besluit geen onderscheid te maken tussen mandaten, volmachten en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Via een schakelbepaling in de Awb zijn de bepalingen die betrekking hebben op mandaat tevens van toepassing indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht of machtiging verleent.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Organisatie

Dit artikel bevat een omschrijving van de afdelingen van de Kansspelautoriteit en de taken waarmee de afdelingen zijn belast. In samenhang met artikel 6 vormt dit de invulling van het mandaat van de hoofden van de afdelingen. Zij zijn gemandateerd om de bevoegdheden uit te oefenen die vallen onder de beschrijving als genoemd in het tweede tot en met het achtste lid van dit artikel.

Wanneer een afdeling is belast met het verlenen van een vergunning, modeltoelating of ontheffing is zij verantwoordelijk voor de behandeling van een aanvraag voor een vergunning, modeltoelating of ontheffing. Hieruit volgt dat deze afdeling ook belast is met het weigeren van de aanvraag en het intrekken, schorsen en wijzigen van het besluit. Daarnaast is de afdeling bevoegd om de besluiten te nemen en handelingen te verrichten die voortkomen uit de behandeling van de aanvraag, zoals het buiten behandeling stellen van de aanvraag of het verlengen van de beslistermijn.

Ditzelfde geldt bij de behandeling van een handhavingsverzoek. De afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de behandeling van een verzoek tot handhaving zijn bevoegd om alle besluiten te nemen die hiermee samen vallen.

Tweede en derde lid

De toezichtsafdelingen zijn belast met het verlenen van de genoemde vergunningen en het houden van toezicht op deze vergunninghouders. Ten behoeve van deze taak kunnen zij gebruik maken van de toezichtsbevoegdheden uit titel 5.2 (toezicht) van de Algemene wet bestuursrecht en uit titel VIa van de wet. Daarnaast kunnen zij de genoemde handhavingsbevoegdheden uit titel 5.3 (herstelsancties) van de Algemene wet bestuursrecht en uit titel VIb van de wet uitoefenen, zoals het opleggen, intrekken en wijzigen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, een bindende aanwijzing en een openbare waarschuwing. Naast toezichtstaken hebben de afdelingen ook beheerstaken ten aanzien van de in het besluit genoemde systemen.

De afdeling Toezicht en Consument is belast met de besluiten en overige handelingen ten aanzien van het centraal register uitsluiting kansspelen, zoals inschrijving van een speler in het register of het doorhalen van deze inschrijving. De aanleiding tot een besluit tot inschrijving kan een aanvraag van een belanghebbende zijn. De afdeling is belast met het behandelen van deze aanvraag.

Vierde lid

De afdeling Handhaving is belast met de uitoefening van zowel toezicht- als handhavingsbevoegdheden. Dit omvat de bevoegdheden uit titel 5.2 (toezicht) en 5.3 (herstelsancties) van de Algemene wet bestuursrecht, zoals een besluit tot opleggen, intrekken en wijzigen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, het nemen van een invorderingsbeschikking, de vaststelling van de hoogte van de verschuldigde kosten van bestuursdwang. De afdeling is tevens belast met toezicht op de naleving en de bestuurlijke handhaving als genoemd in titel VIa en VIb van de wet. Naast de herstelsancties is de afdeling ook belast met het opstellen van een bestuurlijk rapport als bedoeld in artikel 5:48 van de Algemene wet bestuursrecht. Het voorbereiden van beslissingen tot het opleggen van sancties naar aanleiding van een bestuurlijk rapport is belegd bij de afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling.

Toezicht en handhaving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft) valt onder de afdeling. Dit betreft de uitoefening van de bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 4 van de Wwft. Hieronder valt ook het openbaarmaken van alle besluiten en overige informatie op grond van de Wwft (de publicatiebevoegdheden). Deze openbaarmaking heeft een andere grondslag dan de openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur als genoemd in artikel 6, tweede lid van dit besluit. Tevens houdt de afdeling zich bezig met toezicht op en handhaving van het onderkennen en voorkomen van manipulatie met sportwedstrijden, ook wel matchfixing genoemd. Ook ten aanzien van Wwft en matchfixing geldt dat het voorbereiden van beslissingen tot het opleggen van sancties naar aanleiding van een bestuurlijk rapport is belegd bij de afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

Bij afwezigheid kunnen de leden van de raad en de hoofden van de afdelingen elkaar vervangen.

Artikel 4 Uitzonderingen Mandaat

Ten aanzien van de uitoefening van een aantal bevoegdheden verleent de raad geen mandaat. Dit betreffen de besluiten en andere handelingen zoals genoemd in artikel 4. De uitzonderingen uit dit artikel gelden alleen ten aanzien van het algemene mandaat voor de afdelingshoofden dat blijkt uit de taakomschrijving van de afdelingen uit artikel 2, het tweede tot en met het achtste lid. Wanneer een taak niet is opgenomen in artikel 2 dan is er geen sprake van mandaat.

Sub g

Bij besluiten ten aanzien van een adviescommissie waarvan de voorzitter geen deel uitmaakt van de Kansspelautoriteit gaat het bijvoorbeeld om besluiten ten aanzien van de Adviescommissie bezwaarschriften en de Adviesraad. De raad benoemt en ontslaat de (plaatsvervangend) voorzitter en de leden van de commissie.

Sub h

De raad maakt afspraken met andere (toezichthoudende) instanties, zowel nationaal als internationaal. Deze afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst (ook wel convenant, Memorandum of Understanding (MoU) of samenwerkingsprotocol).

Sub n

Het vaststellen van regelgeving, onder andere het vaststellen van het bestuursreglement als bedoeld in artikel 33d, eerste lid van de wet, het Reglement bescherming persoonsgegevens als bedoeld in artikel 33g, zesde lid van de wet, de Regeling klachtbehandeling door de Kansspelautoriteit op grond van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de Regeling voor de afgifte van merktekens voor toegelaten modellen speelautomaten als bedoeld in artikel 30r, eerste lid van de wet.

Artikel 5 Mandaat, volmacht en machtiging leden raad

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad is gemandateerd voor de in artikel 5 benoemde besluiten en handelingen. Zo worden de besluiten die de raad neemt ondertekend door de (plaatsvervangend) voorzitter en kan hij bij spoed zelf een besluit nemen.

Artikel 6 Mandaat, volmacht en machtiging afdelingshoofden

Door de uitoefening van bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen komen de voordelen van mandaat tot leven. De aard van de te nemen beslissing speelt hierbij natuurlijk een rol. Beleidsmatige en politieke gevoelige zaken vereisen een hoger niveau, terwijl uitvoerende en (door regels) ingekaderde beslissingen op de afdelingen kunnen worden genomen.

De hoofden van de afdelingen zijn gemandateerd ten aanzien van de besluiten en de overige (voorbereidings)handelingen die tot de taken van hun afdeling behoren. In artikel 2, tweede tot en met het achtste lid is beschreven met welke taken de afdelingen zijn belast.

Tweede lid

De hoofden van de afdelingen zijn gemandateerd om besluiten te nemen ten aanzien van bestuursrechtelijke geldschulden (titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht) voor zover deze voorkomen uit de uitoefening van de taken van de afdeling. Tevens heeft de raad mandaat verleend voor het nemen van openbaarmakingsbesluiten, op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover het de openbaarmaking betreft van besluiten waarvoor een afdelingshoofd is gemandateerd conform het eerste lid. Hiermee is bijvoorbeeld het hoofd van de afdeling Handhaving bevoegd zowel het besluit tot opleggen van een last onder dwangsom te nemen als het besluit tot openbaarmaking van die last onder dwangsom.

Derde lid

De raad is verwerkingsverantwoordelijke. Een aantal van de plichten die de raad in deze hoedanigheid heeft zal worden uitgevoerd door de afdelingshoofden. Het afdelingshoofd van de afdeling Juridische Zaken en Ontwikkeling is verantwoordelijk voor afhandeling van een verzoek van betrokkene ten aanzien van de rechten van betrokkene zoals genoemd in hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming. Het afdelingshoofd Bedrijfsvoering heeft een volmacht om overeenkomsten met verwerkers af te sluiten. De overige genoemde verplichtingen worden uitgevoerd door het afdelingshoofd voor zover dit samenhangt met de taakuitoefening van de afdeling.

Artikel 7 Machtiging medewerkers

Medewerkers kunnen zelfstandig de in dit artikel benoemde handelingen afdoen. Het betreft hier geen bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke besluiten, maar feitelijke handelingen die verband houden met de voorbereiding van besluiten.

Sub b

Het opvragen van informatie of advies bij derden betreft onder andere het opvragen van informatie over een vergunningaanvrager of een vergunninghouder. Dit kunnen onder andere strafrechtelijke gegevens zijn. Het aanvragen van (aanvullend) advies bij het Landelijk Bureau Bibob en het opvragen van advies bij een deskundige valt ook onder sub b.

Artikel 8 Grenzen volmacht

De voorzitter van de raad, het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering en de afdelingshoofden krijgen met artikel 8 volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Deze volmacht is voor de voorzitter beperkt tot rechtshandelingen met een waarde van maximaal € 200.000,– inclusief btw, voor het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering tot € 100.000,– inclusief btw. De raad van bestuur kan besluiten om afdelingsbudgetten vast te stellen. Indien deze budgetten zijn toegekend is een afdelingshoofd bevoegd om te beslissen over de besteding hiervan.

Artikel 9 Vertegenwoordiging in rechte

In dit artikel wordt de vertegenwoordiging van de raad in bezwaar- en beroepsprocedures geregeld. Het is aan het afdelingshoofd Juridische Zaken en Ontwikkeling om te bepalen welke jurist de raad zal vertegenwoordigen. Daarbij houdt de voorzitter van de raad zicht op politiek gevoelige procedures. De voorzitter van de raad is eveneens bevoegd de raad zelfstandig te vertegenwoordigen zodat hij kan beslissen om, indien nodig, gebruik te maken van bijvoorbeeld de diensten van de landsadvocaat.

Artikel 10 Hoorzittingen

Volgens artikel 7:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht besluit het bestuursorgaan of het horen in het openbaar plaatsvindt. De raad besluit in het tweede lid van dit artikel dat het horen niet in het openbaar plaatsvindt.

Artikel 11 P&O

Conform artikel 15 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn op het personeel in dienst van een zelfstandig bestuursorgaan dat geen onderdeel uitmaakt van de Staat, de rechtspositieregels die gelden voor de ambtenaren die zijn aangesteld bij ministeries van overeenkomstige toepassing. De in die regels neergelegde bevoegdheden worden uitgeoefend door de raad. Aan de afdelingshoofden wordt volmacht en machtiging verleend voor de uitoefening van deze bevoegdheden ten aanzien van de medewerkers, met dien verstande dat het aanbieden en het beeindigen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde en onbepaalde tijd is beperkt tot medewerkers tot en met schaal 12. Aan de portefeuillehouders wordt volmacht en machtiging verleend voor de uitoefening van deze bevoegdheden ten aanzien van de hoofden van de afdelingen die onder hun verantwoordelijkheid vallen.

Artikel 12 Aanwijzingen uitoefening bevoegdheden

Artikel 10:6 van de Awb bepaalt dat de mandaatgever de gemandateerde instructies kan geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Voorts moet de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen verschaffen over de uitoefening van de bevoegdheid.

In dit besluit is een aantal voorwaarden voor de uitoefening van de bevoegdheden geformuleerd. De mandaatgever kan zowel per geval als in het algemeen instructies geven over de wijze waarop de bevoegdheid moet worden uitgeoefend. Deze inherente instructiebevoegdheid hangt samen met het feit dat de mandaatgever volledig verantwoordelijk blijft voor het namens hem genomen besluit.

In bepaalde gevallen moet de portefeuillehouder of de raad geconsulteerd worden voordat van een bevoegdheid gebruik gemaakt wordt. Het gaat daarbij met name om politiek gevoelige zaken, afwijking van beleid of zaken met mogelijke onvoorziene consequenties. Het bepaalde in artikel 12 doet niet af aan de werking van het mandaat. Het mandaat blijft ook bij politiek gevoelige zaken en dergelijke van kracht. Dit neemt niet weg dat de mandaatgever kan besluiten de besluitvorming naar zich toe te trekken, de mandaatgever blijft immers altijd zelf bevoegd met betrekking tot de gemandateerde bevoegdheden.

Naar boven