Besluit van de Minister voor Medische Zorg van 5 februari 2020, kenmerk 1641766-201314-CZ, houdende instelling van de Begeleidingscommissie evaluatie Juiste Zorg op de Juiste Plek (Instellingsbesluit Begeleidingscommissie evaluatie JZOJP)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister:

Minister voor Medische Zorg;

b. commissie:

commissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

c. RIVM:

het rijksinstituut, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het RIVM.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een Begeleidingscommissie evaluatie Juiste Zorg op de Juiste Plek.

  • 2. De commissie heeft tot taak het bewaken van de voortgang en kwaliteit van de door het RIVM uit te voeren evaluatie van de beweging naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste tien andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3. De voorzitter en andere leden worden door de Minister benoemd.

  • 4. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 5. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister op voordracht van de voorzitter onderscheidenlijk de resterende leden een ander lid dan wel een andere voorzitter benoemen.

  • 6. De voorzitter en andere leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de Minister.

Artikel 4 Leden

Met ingang van 1 februari 2020 worden tot en met 30 september 2023 tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de heer W. van der Meeren, te Breda, tevens voorzitter;

  • b. de heer dr. O. Gerrits, te Den Haag;

  • c. de heer R.F.A. Buijs, te IJsselstein;

  • d. de heer prof. dr. P.J.E. Bindels, te Ouderkerk aan de Amstel;

  • e. mevrouw mr. H. Post, te Amersfoort;

  • f. mevrouw prof. dr. B.M. Buurman, te Haarlem;

  • g. de heer prof. dr. A.P. Verhoeff, te Amstelveen;

  • h. de heer drs. C.L. Bruinsma, te Haren;

  • i. de heer S. de Langen, te Rotterdam;

  • j. de heer prof. dr. J. Dekker, te Utrecht;

  • k. mevrouw drs. S. P. Kruizinga, te Zeist;

  • l. mevrouw prof. dr. M.M.E. Schneiders, te De Bilt;

  • m. de heer prof dr. H.F.L. Garretsen, te Helmond;

  • n. de heer prof. dr. J.A.M. van Oers, te Rotterdam;

  • o. de heer H.R. van Zuilen, te Den Haag.

Artikel 5 Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld met ingang 1 februari 2020 en wordt opgeheven met ingang van 1 oktober 2023.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De commissie wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2. In het secretariaat wordt voorzien door de Minister.

  • 3. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

Artikel 7 Werkwijze

De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 8 Informatieplicht

De commissie verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste Inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9 Vergoeding

  • 1. De voorzitter ontvangt een vaste vergoeding per maand overeenkomstig het maximum van schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren. De arbeidsduurfactor is 2/36.

  • 2. De andere leden ontvangen een vergoeding per vergadering. De vergoeding bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt geen vergoeding verstrekt aan personen die vallen onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en daarmee het in artikel 6, eerste lid, van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bedoelde maximumbedrag overschrijden.

Artikel 10 Kosten van de commissie

De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan: de kosten voor de faciliteiten van de vergaderingen.

Artikel 11 Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Curatieve Zorg van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 oktober 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Begeleidingscommissie evaluatie JZOJP.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Algemeen

In 2018 is de pilot Lerend evalueren gestart bij VWS. Lerend evalueren is een vernieuwd evaluatieprogramma van VWS waarbij de inhoud centraal staat, de praktijk nadrukkelijk wordt betrokken en vernieuwende onderzoeksmethodieken worden toegepast. De evaluatie van de Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZOJP) is onderdeel van deze pilot. In 2019 tot en met 2022 zal hiervoor een ex durante evaluatie plaatsvinden en in 2022 start de ex post evaluatie. Daarnaast is in sommige hoofdlijnenakkoorden 2019-2022 afgesproken dat de voortgang van de transformatie van JZOJP inzichtelijk wordt gemaakt in de zin dat mensen echt merken dat zorg en ondersteuning beter aansluit op hun behoefte om te functioneren. Met deze evaluatie wordt uitvoering gegeven aan deze afspraak.

Context

Op 6 april 2018 is het rapport van de Taskforce ‘de Juiste Zorg op de Juiste Plek’ aan de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2018/19, 29 689, nr. 896). Het rapport biedt een perspectief met concrete bouwstenen voor de sector om de beweging naar de JZOJP op gang te brengen. Daarnaast worden er vele initiatieven beschreven waaruit blijkt dat de beweging naar de JZOJP echt mogelijk is en ook al plaatsvindt. Het is primair een beweging van het veld, vanwege de verschillen in trends en ontwikkelingen in regio’s. VWS en andere partijen bieden het veld handvatten om de beweging te verbreden en versterken. Er is bestuurlijk commitment met de zorgsector over de beweging naar de JZOJP door middel van de vijf hoofdlijnenakkoorden (GGZ, MSZ, wijkverpleging, huisartsenzorg en paramedische zorg).

Om de beweging van de JZOJP tot stand te brengen wordt gewerkt aan onderstaande doelen:

  • Het voorkomen van (duurdere) zorg.

  • Verplaatsen van zorg (zoveel mogelijk dichterbij huis en indien nodig geconcentreerd wat verder weg).

  • Het vervangen van zorg (door andere zorg zoals eHealth).

Dit leidt ertoe dat mensen zelf en met hulp van hun directe omgeving meer geholpen zijn bij het dagelijks functioneren. Daarbij staan gezondheid en het functioneren van het individu meer op de voorgrond en wordt er minder gedacht vanuit de beperkingen en/of ziekte.

Het doel van de evaluatie is om partijen, of dit nu lokaal, regionaal of landelijk is, te stimuleren, te ondersteunen en te inspireren om de beweging naar de JZOJP verder te brengen door inzicht te geven in de ontwikkelingen en ervaringen. Het gaat daarbij expliciet om inzicht in de ontwikkelingen en ervaringen in het voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg en te kijken wat dit betekent voor het functioneren van mensen. Met dit inzicht kan zo nodig door partijen tussentijds bijgestuurd worden.

Procesaanpak en eindresultaat

Het RIVM is gevraagd een aanpak en methodiek te ontwikkelen die recht doet aan de onderzoeksvragen voor deze evaluatie. Het RIVM zal vervolgens ook de evaluatie uitvoeren. Belangrijk is dat gedurende het traject van de evaluatie veldpartijen actief betrokken zijn. Zo zal het opstellen van een plan van aanpak en de uitvoering van de evaluatie in samenhang met partijen in het veld gebeuren. Daarnaast zal een onafhankelijke voorzitter aangesteld worden om deze evaluatie te begeleiden waarbij relevante partijen zijn vertegenwoordigd in een begeleidingscommissie. Dit resulteert in een onafhankelijk uitgevoerde en breed gedragen evaluatie naar de voortgang en de transformatie naar de JZOJP. Het geeft regio’s inzicht in hoe hun eigen regio ervoor staat, wat nog nodig is en wat ze van elkaar kunnen leren. Landelijk geeft het richting om de ondersteuning en facilitering eventueel aan te passen of te verbeteren. Via de voortgangsbrieven van de pilot Lerend evalueren wordt de Tweede Kamer op de hoogte gehouden over de voortgang van de evaluaties.

Taken begeleidingscommissie

De begeleidingscommissie staat ten dienste aan de evaluatie en bewaakt de voortgang en kwaliteit van de evaluatie. De commissie geeft advies en biedt ondersteuning in de keuzes die gezien het lerend evalueren nog gemaakt moeten worden gedurende de evaluatie. De commissie geeft ook advies in het kort cyclisch terugkoppelen van de resultaten richting de partijen van de hoofdlijnenakkoorden. Tot slot heeft de commissie oog voor de onafhankelijke rol die zij hebben en ook voor de rol van het RIVM als onafhankelijk uitvoerder van de evaluatie Juiste Zorg op de Juiste Plek.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven