Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2020, 2020-0000019662, tot wijziging van de Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000 en de Beleidsregels Toetsingskader Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het vastleggen van het uitgangspunt van communicatie langs elektronische weg

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000 worden als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alinea die begint met ‘Wanneer in een omschrijving’ komt de tweede zin te luiden: Dit betekent dat een jaartal en publicatienummer van de Staatscourant of het Staatsblad zijn opgenomen.

2. ‘Wet op de Loonbelasting 1964’ wordt telkens vervangen door ‘Wet op de loonbelasting 1964’ en ‘CAO’’ wordt telkens vervangen door ‘cao’.

B

Paragraaf 3.1, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea komt de tweede zin te luiden: In de artikelen 2, eerste lid, 10, eerste lid, en 11, tweede en derde lid, van de Wet Bpf 2000 wordt dit geformuleerd als het georganiseerde bedrijfsleven in een bedrijfstak dat naar het oordeel van de Minister van SZW een belangrijke meerderheid van de in die bedrijfstak werkzame personen vertegenwoordigt.

2. ‘zo’n’ wordt telkens vervangen door ‘een dergelijk’, ‘AVV’ wordt vervangen door ‘avv’ en ‘(Stb. 633)’ wordt vervangen door ‘(Stb. 2000, 633)’.

3. De alinea die begint met ‘De opgave van de representativiteitstoets’ komt te luiden: De Minister van SZW kan naar aanleiding van de opgave van de representativiteit verlangen dat een assurancerapport van een registeraccountant of accountant-administratieconsulent, die daartoe is gecertificeerd, over de juistheid van de opgave wordt overgelegd.

C

Paragraaf 3.1, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. De eerste zin komt te luiden: Ten minste éénmaal per vijf jaar zal worden beoordeeld of voor de verplichtstelling nog voldoende draagvlak bestaat.

2. In de alinea die begint met ‘De periodieke toets betreft’ wordt ‘In de brief waarin de Minister van SZW verzoekt aan te tonen’ vervangen door ‘Bij het verzoek van de Minister van SZW om aan te tonen’.

3. Onder het kopje ‘Termijn’ vervalt ‘na 1 januari 2001’.

4. De alinea die begint met ‘De opgave van de representativiteit’ komt te luiden: De Minister van SZW kan naar aanleiding van de opgave van de representativiteit verlangen dat een assurancerapport van een registeraccountant of accountant-administratieconsulent, die daartoe is gecertificeerd, over de juistheid van de opgave wordt overgelegd.

5. De eerste alinea die begint met ‘In het geval van meerdere bedrijfstakken’ komt te luiden: In het geval van meerdere bedrijfstakken binnen één bpf moet periodiek per bedrijfstak de representativiteit worden aangetoond. Daarbij kan een verschillend moment voor de verschillende bedrijfstakken van het bpf aan de orde zijn. Dit is afhankelijk van tussentijdse wijzigingen in de werkingssfeer. Indien die slechts betrekking heeft op één bedrijfstak, is alleen voor die bedrijfstak de representativiteit aangetoond en een nieuwe periode van vijf jaar gestart.

6. In de tweede alinea die begint met ‘In het geval van meerdere bedrijfstakken’ wordt ‘een deel van het bpf’ vervangen door ‘één (of meerdere) van de bedrijfstakken van het bpf’.

7. In de eerste drie alinea’s die beginnen met ‘Indien partijen binnen 8 weken’ vervalt ‘per brief’.

8. In de laatste alinea die begint met ‘Indien partijen binnen 8 weken’ wordt ‘en stelt per brief betrokkenen hiervan op de hoogte’ vervangen door ‘en worden betrokkenen hiervan op de hoogte gesteld’.

D

In paragraaf 3.2 wordt ‘Artikel 6a van de Regeling aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000’ vervangen door ‘Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000’.

E

Paragraaf 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘schriftelijk’ wordt telkens ingevoegd ‘(elektronisch)’.

3. De zin ‘In het geval van een representativiteit onder de 60% dient voor de representativiteitsopgave gebruik gemaakt te worden van het formulier representativiteitsgegevens (zie hierover paragraaf 3.1.a).’ vervalt.

4. In de alinea die begint met ‘Overschrijding van de vierwerkentermijn’ vervalt ‘schriftelijk’.

5. ‘CAO’ wordt telkens vervangen door ‘cao’.

6. In de alinea die begint met ‘Zie voor de procedure’ wordt ‘Aanvraag van verplichtstelling’ vervangen door ‘Eerste aanvraag van verplichtstelling’.

ARTIKEL II

De Beleidsregels Toetsingskader Wet verplichte beroepspensioenregeling worden als volgt gewijzigd:

A

In paragraaf 1 wordt ‘Met de verplichtstelling wordt tegemoet gekomen aan’ vervangen door ‘Met de verplichtstelling wordt tegemoetgekomen aan’.

B

Paragraaf 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Wet op de Loonbelasting 1964’ wordt telkens vervangen door ‘Wet op de loonbelasting 1964’.

2. In de alinea die begint met ‘Wanneer in een omschrijving’ komt de tweede zin te luiden: Dit betekent dat een jaartal en publicatienummer van de Staatscourant of het Staatsblad zijn opgenomen.

3. ‘werkingsferen wordt telkens vervangen door ‘werkingssferen’.

4. ‘de een in het kader van de Wvb’ wordt vervangen door ‘de één in het kader van de Wvb’.

C

In paragraaf 3, onderdeel a, komt alinea die begint met ‘De opgave van de representativiteit’ te luiden:

De Minister van SZW kan naar aanleiding van de opgave van de representativiteit verlangen dat een assurancerapport van een registeraccountant of accountant-administratieconsulent, die daartoe is gecertificeerd, over de juistheid van de opgave wordt overgelegd.

D

Paragraaf 3, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea vervalt ‘(eerste keer per 1 januari 2011)’.

2. De zin ‘De opgave van de representativiteitsgegevens en de hiervoor gehanteerde onderzoeksmethodiek kan worden ingediend aan de hand van het formulier representativiteitsgegevens, bedoeld in de artikelen 1, 3 en 5 van de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling.’ vervalt.

3. De tekst onder het kopje ‘Belangrijke meerderheid in de periodieke toets’ komt te luiden:

Belangrijke meerderheid in de periodieke representativiteitstoets

  • 1. In de periodieke toets wordt een meerderheid van tenminste 60% als belangrijk gekwalificeerd.

  • 2. Wanneer sprake is van een meerderheid tussen de 55% en 60% is dit in de periodieke toets in beginsel ook een belangrijke meerderheid.

  • 3. Een percentage beneden de 55% leidt tot een herhalingstoets na twee jaar.

De Minister van SZW kan naar aanleiding van de opgave van de representativiteit verlangen dat een assurancerapport van een registeraccountant of accountant-administratieconsulent, die daartoe gecertificeerd is, over de juistheid van de opgave wordt overgelegd.

4. Onder het kopje ‘Termijn’ vervalt ‘na 1 januari 2006’ en wordt ‘de representativiteit opnieuw getoetst worden’ vervangen door ‘de representativiteit opnieuw worden getoetst’.

5. Onder het kopje ‘Resultaat vijfjaarstoets’ vervalt telkens ‘per brief’.

6. ‘zal aan betrokken beroepspensioenvereniging’ wordt vervangen door ‘zal aan de betrokken beroepspensioenvereniging’.

E

Paragraaf 4, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘schriftelijk’ wordt telkens ingevoegd ‘(elektronisch)’.

2. In de alinea die begint met ‘Een aanvraag tot verplichtstelling’ wordt ‘de directie UAW’’ vervangen door ‘de Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving (UAW)’.

4. De zin ‘In het geval van een representativiteit(percentage) van onder de 60% dient voor de representativiteitsopgave gebruik gemaakt te worden van het formulier representativiteitsgegevens (zie paragraaf 3a).’ vervalt.

5. ‘de directie UAW’’ wordt telkens vervangen door ‘de Directie UAW’.

6. In de tweede zin van de alinea die begint met ‘Overschrijding van de vier weken termijn’ vervalt ‘schriftelijk’.

7. ‘op grond van artikel 6 van de Wvb’ wordt vervangen door ‘op grond van artikel 6 Wvb’.

F

Paragraaf 4, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘schriftelijk’ wordt telkens ingevoegd ‘(elektronisch)’.

2. ‘de directie UAW’’ wordt vervangen door ‘de Directie UAW’.

3. De alinea die begint met ‘Bij een aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling’ komt te luiden: Bij een aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling moeten de bescheiden bedoeld in artikel 9 Wvb worden meegezonden. Verder zijn op basis van artikel 9, vierde lid, Wvb nadere regels gesteld waaraan de aanvraag moet voldoen (Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling).

4. ‘(art. 109 Wvb)’ wordt vervangen door ‘(art. 108 Wvb)’.

5. De alinea die begint met ‘Wanneer de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling’ komt te luiden: Wanneer de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling volledig is en inhoudelijk voldoet aan de vereisten, wordt van de aanvraag mededeling gedaan in de Staatscourant en kunnen er zienswijzen tegen de wijzigingsaanvraag worden ingebracht, zoals bij een eerste aanvraag tot verplichtstelling (zie hiervoor paragraaf 4a).

G

Paragraaf 4, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het kopje ‘Indienen aanvraag tot intrekking intrekkingsaanvraag’ vervalt ‘intrekkingsaanvraag’.

2. Na ‘schriftelijk’ wordt telkens ingevoegd ‘(elektronisch)’, wordt ‘de directie UAW’’ telkens vervangen door ‘de Directie UAW’ en wordt ‘aanvraag tot een intrekking’ telkens vervangen door ‘aanvraag tot intrekking’.

3. In de zin die begint met ‘Het besluit tot intrekking’ vervalt ‘uitgebracht’.

H

Paragraaf 4, onderdeel d, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘schriftelijk’ wordt telkens ingevoegd ‘(elektronisch)’ en ‘de directie UAW’’ wordt vervangen door ‘de Directie UAW’.

2. ‘Op basis van artikel 13 Wvb’ wordt vervangen door ‘Op basis van artikel 13, zesde lid, Wvb’ en ‘In het geval van een aanvraag tot een gedeeltelijke intrekking’ wordt vervangen door ‘In het geval van een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking’.

3. In de zin die begint met ‘Het besluit tot intrekking’ vervalt ‘uitgebracht’.

I

Paragraaf 4, onderdeel e, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alinea die begint met ‘De beroepsvereniging die niet meer’ vervalt ‘namelijk’.

2. ‘(paragraaf 4a.)’ wordt vervangen door ‘(zie hiervoor paragraaf 4a)’.

3. Na ‘schriftelijk’ wordt telkens ingevoegd ‘(elektronisch)’.

J

Paragraaf 4, onderdeel f, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea wordt ‘(de zogenaamde periodieke representativiteitstoets zie hiervoor paragraaf 3b)’ vervangen door ‘, de zogenaamde periodieke representativiteitstoets (zie hiervoor paragraaf 3b)’.

2. In de laatste alinea wordt ‘met betrekking tot de rechten en verplichtingen van de deelnemers, gewezen deelnemers of hun werkgevers’ vervangen door ‘met betrekking tot de rechten en verplichtingen van onder meer de deelnemers en gewezen deelnemers’.

K

Paragraaf 4, onderdeel g, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘schriftelijk’ wordt ingevoegd ‘(elektronisch)’ en ‘de directie UAW’’ wordt vervangen door ‘de Directie UAW’.

2. De eerste zin van de laatste alinea komt te luiden:

Artikel 18 Wvb heeft nog betekenis voor die gevallen waarop artikel 17 Wvb niet van toepassing is.

ARTIKEL III

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingen van de Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000 en de Beleidsregels Toetsingskader Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt een modernisering doorgevoerd in de procedures voor het aanvragen, wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken van een verplichtstelling en het aanvragen van een individuele ontheffing van verplichtstelling in de zin van artikel 15 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en artikel 18 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Met de wijzigingen wordt aangesloten bij de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling voor wat betreft het communiceren langs elektronische weg. Voor de inhoud van deze moderniseringsslag wordt verwezen naar de toelichting bij het wijzigingsbesluit van die ministeriële regelingen.

De overige wijzigingen zijn van redactionele aard en zijn bedoeld om de tekst te verduidelijken, in te korten, te corrigeren of te moderniseren.

Artikelsgewijs

De tekstwijzigingen in beide regelingen die zien op de toevoeging van het woord ‘elektronisch’ na het woord ‘schriftelijk’ hebben betrekking op de mogelijkheid dat verplichtstellingsaanvragen, zienswijzen en individuele ontheffingen van een verplichtstelling voortaan elektronisch worden ingediend.

Met het vervangen van het begrip ‘nadere rapportage’ door het begrip ‘assurancerapport’ in paragraaf 3.1, onderdeel a en b, Toetsingskader Wet Bpf 2000 (Artikel I, onderdeel B, onder 3, en onderdeel C, onder 4) en paragraaf 3, onderdeel a en b, Toetsingskader Wet verplichte beroepspensioenregeling (Artikel II, onderdeel C en onderdeel D, onder 3) wordt specifieker aangegeven welke controle van de accountant vereist is in het geval de Minister van SZW een verificatie van de representativiteitsgegevens verlangt.

Tevens is met betrekking tot de representativiteitstoets, bedoeld in artikel 12 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de periodieke representativiteitstoets, bedoeld in artikel 11 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling verwijderd dat communicatie hieromtrent per brief plaatsvindt. Zie hierover respectievelijk artikel I, onderdeel C, onder 2, 7 en 8 en artikel II, onderdeel D, onder 5. In overeenstemming met afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht is elektronische communicatie met betrekking tot de (periodieke) representativiteitstoetsen ook mogelijk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven