Regeling van de Minister van Financiën van 10 december 2020 2020-0000241017, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft en de Vrijstellingsregeling Wft en tot intrekking van de Regeling systeemrelevantie banken en beleggingsondernemingen Wft, in verband met de implementatie van Richtlijn 2019/878/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PbEU 2019, L 150) (Implementatieregeling kapitaalvereisten 2020)

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 1:24, vierde lid, 1:51e, 1:65, zesde lid, 1:69, derde lid en 3:111, eerste lid, aanhef, van de Wet op het financieel toezicht en artikel 105c, vierde lid, van het Besluit prudentiële regels;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

In de opsomming in artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde een definitie ingevoegd, luidende:

verordening 1095/2010:

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PbEU 2010, L 331);

B

In tabel 1a, onder ‘Banken en beleggingsondernemingen’, wordt de opsomming van bepalingen uit de richtlijn kapitaalvereisten als volgt gewijzigd:

1. In de numerieke volgorde worden ingevoegd:

art. 27, tweede paragraaf

Criteria voor gekwalificeerde deelneming

art. 91, eerste lid, tweede alinea, tweede zin

Controle witwassen en terrorismefinanciering

art. 97, vierde lid, tweede alinea

Toetsing en evaluatie door toezichthouder

2. De volgende richtlijnbepalingen met bijbehorende omschrijvingen vervallen:

art. 103, eerste lid

art. 104, derde lid

art. 133, zestiende en achttiende lid

art. 137, tweede lid

C

In tabel 2, onder ‘Banken en beleggingsondernemingen’, wordt de opsomming van bepalingen uit de richtlijn kapitaalvereisten als volgt gewijzigd:

1. In de numerieke volgorde worden ingevoegd:

art. 21 ter, zesde lid

Informatie derdelandgroepen

art. 47, tweede lid bis, eerste alinea

Samenwerking bijkantoren derdelandbanken

art. 97, zesde lid

Informatie vermoeden terrorisme of witwassen

art. 104 quater

Samenwerking met afwikkelingsautoriteit

art. 116, zevende en negende lid

Informatieverstrekking college toezichthouders

art. 117, eerste en vierde lid

Informatieverstrekking geconsolideerd toezicht

art. 127, eerste lid

Raadpleging autoriteiten voor geconsolideerd toezicht

2. De volgende richtlijnbepalingen met bijbehorende omschrijvingen vervallen:

art. 131, zevende lid

art. 133, elfde tot en met veertiende lid

3. ‘art. 111, zesde lid’ wordt vervangen door ‘art. 111, zevende lid’ en ‘art. 114, tweede lid’ wordt vervangen door ‘art. 114, eerste en tweede lid’.

D

In tabel 3, onder ‘Banken en beleggingsondernemingen’, wordt in de opsomming van bepalingen uit de richtlijn kapitaalvereisten in de numerieke volgorde ingevoegd:

art. 116, negende lid, tweede alinea

Aangelegenheden met betrekking tot het college van toezichthouders

ARTIKEL II

De Regeling systeemrelevantie banken en beleggingsondernemingen Wft wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

In artikel 32 van de Vrijstellingsregeling Wft wordt na ‘de delen 2 tot en met 8 van de verordening kapitaalvereisten’ de zinsnede ‘en hoofdstuk 2 van de securitisatieverordening’ ingevoegd.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 29 december 2020. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 28 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL V

Deze regeling wordt aangehaald als: Implementatieregeling kapitaalvereisten 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling dient, tezamen met de Implementatiewet kapitaalvereisten 2020, het Implementatiebesluit ter wijziging van de kapitaalbuffers en uitvoering van de wijzigingsverordening kapitaalvereisten1 en het Implementatiebesluit kapitaalvereisten 2020 ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PbEU 2019, L 150). Richtlijn (EU) 2019/878 wordt verder aangeduid als de wijzigingsrichtlijn kapitaalvereisten of wijzigingsrichtlijn, en Richtlijn 2013/36/EU als de richtlijn kapitaalvereisten. De implementatiedeadline van de wijzigingsrichtlijn is 28 december 2020; de datum van toepassing is 29 december 2020.

Met deze regeling worden de relevante artikelen uit de wijzigingsrichtlijn inzake taakuitoefening, informatie-uitwisseling en samenwerking tussen toezichthouders geïmplementeerd.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Een ontbrekende definitie van verordening 1095/2010 is toegevoegd aan artikel 1.

B tot en met D

In de wijzigingsonderdelen B tot en met G zijn artikel(leden) en de toelichting daarbij toegevoegd, gewijzigd en verwijderd in de opsomming van artikelen in het onderdeel dat betrekking heeft op de ‘richtlijn kapitaalvereisten’. De toevoegingen en wijziging zijn het gevolg van de veranderingen die volgen uit de wijzigingsrichtlijn kapitaalvereisten. De verwijderingen zijn enerzijds het gevolg van het vervallen in de richtlijn van artikel(leden) (artikelen 103 en 104) en anderzijds het gevolg van aanwezige dynamische verwijzingen in artikelen van het Bpr waardoor opname op de regeling niet meer nodig is (artikelen 131, 133 en 137).

Artikel II

De Regeling systeemrelevantie banken en beleggingsondernemingen Wft bevat slechts één inhoudelijke bepaling, die een aanvulling is op artikel 105c, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit prudentiële regels (Bpr). Inhoudelijk gezien geeft deze bepaling een extra onderdeel weer in de afweging of een bank of beleggingsonderneming gekwalificeerd moet worden als een anderszins systeemrelevante instelling op grond van artikel 105c. Indertijd is er bij de CRD-IV-implementatie voor gekozen om dat extra onderdeel in een aparte ministeriële regeling op te nemen, omdat daarover eerst nog een richtsnoer van EBA moest verschijnen. Inmiddels heeft dat extra onderdeel gewoon een plaats gekregen in artikel 105c Bpr. De aparte ministeriële regeling op dit punt kan daarom vervallen.

Artikel III

In artikel 3:111 Wft is een aanpassing gemaakt op grond van een wijziging in de verordening kapitaalvereisten waarbij centrale kredietinstellingen ook van hoofdstuk 2 van de securitisatieverordening uitgezonderd kunnen worden. Artikel 32 van de Vrijstellingsregeling Wft is een uitwerking van artikel 3:111 Wft en wordt dientengevolge ook aangepast door het toevoegen van hoofdstuk 2 van de securitisatieverordening.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Besluit van 24 november 2020 tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten en enig ander besluit ter implementatie van Richtlijn 2019/878/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PbEU 2019, L 150) en ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2019, L 150) (wijziging van de kapitaalbuffers en uitvoering van de wijzigingsverordening kapitaalvereisten) (Stb 2020, 498).

Naar boven