De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 5.10 van de Wet dieren;
Besluit:
ARTIKEL I
Bijlage 16 van de Uitvoeringsregeling visserij wordt als volgt gewijzigd:
1. Het water ‘het gebied in het IJsselmeer dat wordt begrensd door de Zuidermeerdijk,
de IJsselmeerdijk, de Ketelbrug en de lijn lopend over de punten met de coördinaten:
-
• 52°37.448’ NB en 005°38.650’ OL
-
• 52°36.800’ NB en 005°37.466’ OL
-
• 52°36.339’ NB en 005°37.783’ OL’
wordt vervangen door ‘het gebied in het IJsselmeer, ten oosten van de lijn lopend
over de punten met de coördinaten:
-
− 52°39.649' NB en 005°35.501' OL
-
− 52°39.455' NB en 005°35.478' OL
-
− 52°36.339' NB en 005°37.783' OL;’.
2. Het water ‘het Ketelmeer met uitzondering van het Ramsdiep, met als scheiding met
het Vossemeer een lijn haaks op het einde van de zuidelijke dam van het Keteldiep
ter hoogte van de provinciale grens, met als oostelijke grens de Ramspolbrug en met
als westelijke grens de Ketelbrug (rijksweg A6)’ wordt vervangen door ‘het Ketelmeer
met uitzondering van het Ramsdiep, gelegen ten oosten van de lijn lopend over de punten
met de coördinaten:
met als scheiding met het Vossenmeer een lijn haaks op het einde van de zuidelijke
dam van het Keteldiep ter hoogte van de provinciale grens, met als oostelijke grens
de Ramspolbrug en met als westelijke grens de Ketelbrug (rijksweg A6)’.
3. Op alfabetische volgorde wordt het volgende water ingevoegd:
‘de Schokkerhaven inclusief het gedeelte van het Ramsdiep, gelegen ten westen van
de lijn lopend over de punten met de coördinaten:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
’s-Gravenhage, 1 december 2020
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
TOELICHTING
1. Doel en strekking
Met deze regeling wordt een water toegevoegd aan de lijst van wateren waar het verboden
is te vissen op aal en wolhandkrab in verband met hoge concentraties van voor de mens
schadelijke dioxines en polychloorbifenylen (PCB’s). Voor twee wateren die al op de
lijst staan vermeld, wordt een herbegrenzing doorgevoerd. Het doel van deze maatregel
is te voorkomen dat aal en wolhandkrab in deze wateren wordt gevangen, zodat deze
vis niet in de handel kan worden gebracht en niet door mensen wordt geconsumeerd.
2. Achtergrond
De rechtsbasis voor het treffen van deze maatregelen is gelegen in artikel 5.10 van
de Wet dieren. De aanleiding voor de onderhavige regeling is de periodieke herijking
van de gebieden waarin het verboden is te vissen op aal en wolhandkrab. De Tweede
Kamer heeft om deze periodieke herijking verzocht middels de motie van de leden Van
Veldhoven en Jacobi (Kamerstukken II 2010/11, 32 658, nr. 16). Voor de herijking is gebruik gemaakt van de Beleidsregel gesloten gebieden voor
visserij op aal en wolhandkrab. De beleidsregel gaat uit van de onderzoeksgegevens
die jaarlijks worden verzameld in het kader van het Wettelijke Onderzoekstakenprogramma
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Daarbij is geconcludeerd
dat aal uit de Schokkerhaven en de haven van Urk twee jaar achtereen een te hoog gehalte
aan dioxines en/of PCB’s bevatte. Wateren waarin de aanwezige aal dioxine of PCB-gehalten
bevatten die uitstijgen boven de ingevolge de beleidsregel gestelde norm, worden voor
de visserij op aal en wolhandkrab gesloten.
Naast de visserij op aal zal door toevoeging van bovenstaande gebieden tevens de visserij
op wolhandkrab verboden worden in deze gebieden. Uit onderzoek naar de vervuiling
van Chinese wolhandkrab (Dioxines en PGB's in Chinese wolhandkrab, RIKILT-rapport
2013.005) is gebleken dat wolhandkrab afkomstig uit met dioxine vervuilde wateren
hoge concentraties dioxines en PGB's bevat en daarmee een gevaar kan opleveren voor
de volksgezondheid (Kamerstukken II, 2013/14, 26 991, nr. 417). Het is dan ook noodzakelijk dat wordt voorkomen dat ook wolhandkrab uit bovengenoemde
wateren in de handel wordt gebracht.
3. Regeldruk
De wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Deze wijziging heeft
alleen betrekking op de aanpassing van de wateren waar het verboden is te vissen op
aal en wolhandkrab en treft de beroepsvissers die in deze wateren op aal en wolhandkrab
vissen. Controle op en handhaving van de toegevoegde wateren zal plaatsvinden binnen
de bestaande reguliere controle op het visverbod.
4. Inwerkingtreding
De inwerkingtreding van deze regeling wijkt af van het vaste kabinetsbeleid inzake
vaste verandermomenten. Deze afwijking is noodzakelijk om de consument van aal en
wolhandkrab te beschermen en te voorkomen dat met dioxine en PCB’s vervuilde aal en
wolhandkrab uit de genoemde wateren in de handel wordt gebracht.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten