TOELICHTING
Algemeen
Vanwege de grote impact van de Corona-crisis is een groot deel van de in uitvoering
zijnde ESF-projecten stil komen te liggen. Daarom is dit voorjaar besloten om de duur
van alle projecten met een einddatum vanaf 1 maart 2020 met zes maanden te verlengen.1 Inmiddels is duidelijk dat veel projecten aan deze verlenging niet voldoende hebben
om tot afronding van het gesubsidieerde project te komen. Daarom voorziet deze regeling
nogmaals in een verlenging van zes maanden. Gekozen is voor een verlenging van alle
projecten met een einddatum die gelegen is in de periode 31 augustus 2020 tot en met
31 mei 2021, met uitzondering van de projecten uitgevoerd door de Dienst Justitiële
Inrichtingen en het UWV. De Dienst Justitiële Inrichtingen en het UWV hebben aangegeven
aan een verlenging geen behoefte te hebben.
Onder de verlenging vallen projecten op het gebied van actieve inclusie (AI), sociale
innovatie en transnationale samenwerking (SITS) en duurzame inzetbaarheid (DI). Projecten
op het gebied van geïntegreerde territoriale investeringen (GTI) vallen buiten de
verlenging, omdat zij een einddatum hebben die gelegen is na 31 mei 2021.
Projecten die al een verzoek tot vaststelling hebben ingediend voor het moment van
publicatie van deze regeling worden in beginsel niet verlengd. Om onevenredige benadeling
te voorkomen worden zij in de gelegenheid gesteld om hun verzoek tot vaststelling
in te trekken om zodoende alsnog van de verlenging gebruik te kunnen maken. De intrekking
van het verzoek tot vaststelling dient uiterlijk op 15 februari 2021 ontvangen te
zijn bij Uitvoering Van Beleid. Als het verzoek tot vaststelling tijdig is ingetrokken,
wordt het project alsnog op grond van artikel 21b, eerste lid (nieuw) voor zes maanden
verlengd.
De subsidieontvangers kunnen zelf afwegen of zij gebruik maken van de mogelijkheid
om de activiteiten langer voort te zetten. Met het indienen van de einddeclaratie
hoeft niet te worden gewacht tot de einddatum na verlenging is verstreken.
Artikelsgewijs
Artikel I (artikel 21b. Tweede wijziging einddatum beschikking tot subsidieverlening)
Dit artikel voorziet in een algemene uitzonderingsbepaling met betrekking tot de duur
van projecten op het gebied van actieve inclusie (AI), sociale innovatie en transnationale
samenwerking (SITS) en duurzame inzetbaarheid (DI). Hiermee wordt afgeweken van de
perioden genoemd in de artikelen A6, A15, eerste lid, onderdeel b, A23, eerste lid,
onderdeel b, A30, eerste lid, onderdeel b, B6, onderdeel c en B17, eerste lid, onderdelen
c en d van bijlage 1. Van alle voornoemde ESF-projecten met een einddatum die gelegen
is in de periode 31 augustus 2020 tot en met 31 mei 2021, verlengt de Minister ambtshalve
de duur met 6 maanden. De verlenging gaat in vanaf de, al dan niet op grond van artikel
21a gewijzigde, einddatum die vermeld is in de beschikking tot subsidieverlening.
De Minister verlengt de projecten door middel van een wijziging van de subsidiebeschikkingen
van de betreffende projecten. Voor al het overige blijven de voorwaarden in de eerder
afgegeven beschikking tot subsidieverlening ongewijzigd. Het is niet nodig voor subsidieontvangers
om een formeel verzoek tot wijziging van de einddatum in te dienen.
Tweede lid
Op grond van het tweede lid worden projecten in een tweetal situaties van de ambtshalve
verlenging uitgezonderd. De verlenging is niet van toepassing op een project indien,
ofwel op initiatief van de Minister ofwel op initiatief van de subsidieontvanger,
de beschikking tot subsidieverlening reeds is ingetrokken. De verlenging is ook niet
van toepassing op projecten die reeds zijn beëindigd en waarvoor een verzoek tot vaststelling
is ingediend. Omdat de regeling voorziet in een verlenging van projecten waarvan de
einddatum in het verleden ligt, worden subsidieontvangers die reeds een verzoek tot
vaststelling hebben ingediend in de gelegenheid gesteld om alsnog van de verlenging
gebruik te kunnen maken. Dit is geregeld in het derde lid.
Derde lid
Het derde lid voorziet in de mogelijkheid om alsnog gebruik te maken van de verlenging
indien het verzoek tot vaststelling van de subsidie reeds is ingediend. De subsidieontvanger
kan tot en met uiterlijk 15 februari 2021 het verzoek tot vaststelling van de subsidie
intrekken. Als het verzoek tot vaststelling tijdig is ingetrokken, wordt het tweede
lid, onderdeel b, buiten toepassing gelaten en valt het project onder de verlenging
op grond van artikel 21b, eerste lid (nieuw). Voor projecten waarvoor de subsidie
reeds is vastgesteld (beschikking tot subsidievaststelling), is het niet mogelijk
om het verzoek tot vaststelling in te trekken. Dat betekent dat projecten waarvoor
de subsidie reeds is vastgesteld niet in aanmerking kunnen komen voor een verlenging.
Gelet op de termijn voor het indienen van het verzoek tot vaststelling na het verstrijken
van de einddatum en de termijn voor het definitief vaststellen van de subsidie, wordt
aangenomen dat bij deze projecten geen behoefte aan een verlenging bestaat.
Artikel II. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt zo spoedig mogelijk in werking. Vanwege de spoedeisende aard
van deze regeling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn
zoals die gelden voor ministeriële regelingen. Dit is in het belang van de subsidieontvangers
die in aanmerking komen voor een verlenging van hun project.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ’t Wout