Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2020, nr. 2020-0000157912, tot wijziging van de Subsidieregeling ESF 2014-2020 teneinde de duur van projecten voor een tweede maal te verlengen in verband met COVID-19

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING ESF 2014-2020

Na artikel 21a van de Subsidieregeling ESF 2014-2020 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21b. Tweede wijziging einddatum beschikking tot subsidieverlening

  • 1. De projecten als bedoeld in de hoofdstukken I, IV, V en VA van bijlage 1 met een in de beschikking tot subsidieverlening vermelde einddatum die, al dan niet als gevolg van de verlenging voor zes maanden op grond van artikel 21a, gelegen is in de periode 31 augustus 2020 tot en met 31 mei 2021, worden door de Minister door middel van een wijziging van deze beschikking met zes maanden verlengd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien:

    • a. de beschikking tot subsidieverlening is ingetrokken op grond van artikel 21; of

    • b. het project is beëindigd en een verzoek tot vaststelling van de subsidie met een bijbehorende einddeclaratie als bedoeld in artikel 18, eerste lid, is ingediend.

  • 3. Het tweede lid, onderdeel b, wordt buiten toepassing gelaten indien de subsidieontvanger uiterlijk op 15 februari 2021 het verzoek tot vaststelling van de subsidie heeft ingetrokken en de Minister niet voor dat tijdstip heeft beslist op het verzoek tot vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 18, vijfde lid.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 december 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ’t Wout

TOELICHTING

Algemeen

Vanwege de grote impact van de Corona-crisis is een groot deel van de in uitvoering zijnde ESF-projecten stil komen te liggen. Daarom is dit voorjaar besloten om de duur van alle projecten met een einddatum vanaf 1 maart 2020 met zes maanden te verlengen.1 Inmiddels is duidelijk dat veel projecten aan deze verlenging niet voldoende hebben om tot afronding van het gesubsidieerde project te komen. Daarom voorziet deze regeling nogmaals in een verlenging van zes maanden. Gekozen is voor een verlenging van alle projecten met een einddatum die gelegen is in de periode 31 augustus 2020 tot en met 31 mei 2021, met uitzondering van de projecten uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen en het UWV. De Dienst Justitiële Inrichtingen en het UWV hebben aangegeven aan een verlenging geen behoefte te hebben.

Onder de verlenging vallen projecten op het gebied van actieve inclusie (AI), sociale innovatie en transnationale samenwerking (SITS) en duurzame inzetbaarheid (DI). Projecten op het gebied van geïntegreerde territoriale investeringen (GTI) vallen buiten de verlenging, omdat zij een einddatum hebben die gelegen is na 31 mei 2021.

Projecten die al een verzoek tot vaststelling hebben ingediend voor het moment van publicatie van deze regeling worden in beginsel niet verlengd. Om onevenredige benadeling te voorkomen worden zij in de gelegenheid gesteld om hun verzoek tot vaststelling in te trekken om zodoende alsnog van de verlenging gebruik te kunnen maken. De intrekking van het verzoek tot vaststelling dient uiterlijk op 15 februari 2021 ontvangen te zijn bij Uitvoering Van Beleid. Als het verzoek tot vaststelling tijdig is ingetrokken, wordt het project alsnog op grond van artikel 21b, eerste lid (nieuw) voor zes maanden verlengd.

De subsidieontvangers kunnen zelf afwegen of zij gebruik maken van de mogelijkheid om de activiteiten langer voort te zetten. Met het indienen van de einddeclaratie hoeft niet te worden gewacht tot de einddatum na verlenging is verstreken.

Artikelsgewijs

Artikel I (artikel 21b. Tweede wijziging einddatum beschikking tot subsidieverlening)

Dit artikel voorziet in een algemene uitzonderingsbepaling met betrekking tot de duur van projecten op het gebied van actieve inclusie (AI), sociale innovatie en transnationale samenwerking (SITS) en duurzame inzetbaarheid (DI). Hiermee wordt afgeweken van de perioden genoemd in de artikelen A6, A15, eerste lid, onderdeel b, A23, eerste lid, onderdeel b, A30, eerste lid, onderdeel b, B6, onderdeel c en B17, eerste lid, onderdelen c en d van bijlage 1. Van alle voornoemde ESF-projecten met een einddatum die gelegen is in de periode 31 augustus 2020 tot en met 31 mei 2021, verlengt de Minister ambtshalve de duur met 6 maanden. De verlenging gaat in vanaf de, al dan niet op grond van artikel 21a gewijzigde, einddatum die vermeld is in de beschikking tot subsidieverlening.

De Minister verlengt de projecten door middel van een wijziging van de subsidiebeschikkingen van de betreffende projecten. Voor al het overige blijven de voorwaarden in de eerder afgegeven beschikking tot subsidieverlening ongewijzigd. Het is niet nodig voor subsidieontvangers om een formeel verzoek tot wijziging van de einddatum in te dienen.

Tweede lid

Op grond van het tweede lid worden projecten in een tweetal situaties van de ambtshalve verlenging uitgezonderd. De verlenging is niet van toepassing op een project indien, ofwel op initiatief van de Minister ofwel op initiatief van de subsidieontvanger, de beschikking tot subsidieverlening reeds is ingetrokken. De verlenging is ook niet van toepassing op projecten die reeds zijn beëindigd en waarvoor een verzoek tot vaststelling is ingediend. Omdat de regeling voorziet in een verlenging van projecten waarvan de einddatum in het verleden ligt, worden subsidieontvangers die reeds een verzoek tot vaststelling hebben ingediend in de gelegenheid gesteld om alsnog van de verlenging gebruik te kunnen maken. Dit is geregeld in het derde lid.

Derde lid

Het derde lid voorziet in de mogelijkheid om alsnog gebruik te maken van de verlenging indien het verzoek tot vaststelling van de subsidie reeds is ingediend. De subsidieontvanger kan tot en met uiterlijk 15 februari 2021 het verzoek tot vaststelling van de subsidie intrekken. Als het verzoek tot vaststelling tijdig is ingetrokken, wordt het tweede lid, onderdeel b, buiten toepassing gelaten en valt het project onder de verlenging op grond van artikel 21b, eerste lid (nieuw). Voor projecten waarvoor de subsidie reeds is vastgesteld (beschikking tot subsidievaststelling), is het niet mogelijk om het verzoek tot vaststelling in te trekken. Dat betekent dat projecten waarvoor de subsidie reeds is vastgesteld niet in aanmerking kunnen komen voor een verlenging. Gelet op de termijn voor het indienen van het verzoek tot vaststelling na het verstrijken van de einddatum en de termijn voor het definitief vaststellen van de subsidie, wordt aangenomen dat bij deze projecten geen behoefte aan een verlenging bestaat.

Artikel II. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt zo spoedig mogelijk in werking. Vanwege de spoedeisende aard van deze regeling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn zoals die gelden voor ministeriële regelingen. Dit is in het belang van de subsidieontvangers die in aanmerking komen voor een verlenging van hun project.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ’t Wout


X Noot
1

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 april 2020, Stcrt. 2020, 20179.

Naar boven