Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 4 december 2020, kenmerk 1792691-214708-MEVA, houdende wijziging van de Regeling periodieke registratie Wet BIG in verband met de invoering van de verplichting tot periodieke registratie voor de physician assistant

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling periodieke registratie Wet BIG wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt '6e' vervangen door '6f'.

2. In het tweede lid wordt 'of psychotherapeut' vervangen door ', psychotherapeut of physician assistant'.

3. In het derde lid wordt '6e' vervangen door '6f'’

B

Na artikel 6e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6f

  • 1. Voor het beroep van physician assistant gelden de volgende kerncompetenties en kernvaardigheden:

    • a. het onderzoeken en beoordelen van een patiënt en het op basis van de verkregen gegevens stellen van een diagnose en het opstellen van een behandelplan;

    • b. het uitvoeren van het behandelplan en het daartoe verrichten van gangbare medische handelingen;

    • c. het stellen van indicaties en het herkennen van complicaties van medische handelingen en verrichtingen en het daarop anticiperen;

    • d. het verwijzen naar, consulteren van en samenwerken met artsen en met andere gezondheidszorgmedewerkers;

    • e. het geven van advies, voorlichting en het verlenen van preventieve zorg.

  • 2. Het in het eerste lid, onderdeel a, b en c genoemde kerncompetenties en kernvaardigheden zijn zodanig ingericht dat de physician assistant in staat is bij beperkt complexe zorgvragen een probleemanalyse te maken, een differentiaal diagnose op te stellen, een diagnostisch plan op te stellen en uit te voeren en op basis van de verkregen gegevens een diagnose te stellen binnen eigen deskundigheidsgebied. Ook is de physician assistant in staat tot het verrichten van handelingen waartoe de physician assistant op grond van artikel 36 van de Wet BIG bevoegd is. En is de physician assistant in staat tot het verlenen van spoedeisende hulp, het bewaken van vitale lichaamsfuncties en waar nodig het treffen van maatregelen ter herstel daarvan.

  • 3. Het in het eerste lid, onderdeel d, genoemde kerncompetenties en kernvaardigheden worden zo uitgevoerd dat de physician assistant in staat is om op grond van de resultaten van onderzoek en bevindingen, bij problemen en risico’s bij de patiënt te verwijzen naar, consulteren van en met artsen en andere gezondheidszorgmedewerkers en paramedici samen te werken.

  • 4. Het in het eerste lid, onderdeel e, genoemde kerncompetenties en kernvaardigheden worden zo uitgevoerd dat de physician assistant in staat is een plan voor begeleiding op te stellen gericht op advies, voorlichting en verlenen van preventieve zorg.

  • 5. De kerncompetenties en kernvaardigheden, genoemd in het eerste lid, richten zich op vraagstukken rondom gezondheid en ziekte, bedoeld in artikel 5 van het opleidingseisen en deskundigheidsgebied physician assistant.

  • 6. Bij de uitvoering van de in het eerste lid genoemde kerncompetenties en kernvaardigheden:

    • a. integreert de physician assistant zijn medisch kennis en vaardigheden op het gebied van het leveren van communicatie, samenwerken, organiseren en het leveren van curatieve en preventieve zorg.

    • b. betrekt de physician assistant in zijn rol als medisch deskundige waar mogelijk het beschikbare wetenschappelijke bewijs en overlegt met collega (samenwerkende arts) teneinde evidence based behandeling te bieden;

    • c. handelt de physician assistant conform de geldende medische en ethische standaarden, richtlijnen en binnen de grenzen van de eigen deskundigheid; en

    • d. betrekt de physician assistant de persoonlijke omstandigheden en voorkeuren van de cliënt en houdt de physician assistant rekening met de fysieke en emotionele belastbaarheid van de cliënt.

C

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 9. Als werkzaamheden die worden gelijkgesteld met werkzaamheden op het gebied van de beroepsuitoefening van physician assistant wordt aangewezen het verzorgen van onderwijs dat gericht is op het verwerven van kennis van en inzicht en vaardigheid in de competenties genoemd in artikel 5 van het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied physician assistant en voor zover het onderwijs wordt gegeven aan een onderwijsinstelling die opleidingen verzorgt die leiden tot een getuigschrift dat recht geeft op inschrijving in het register van physician assistant, bedoeld in artikel 3 van de wet.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

Op 1 juli 2020 is het Besluit van 6 maart 2020, houdende wijziging van het Besluit periodieke registratie Wet BIG in verband met de periodieke registratie van physician assistants (Stb. 2020, 107) in werking getreden. Dat besluit is gebaseerd op artikel 8, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Sinds de inwerkingtreding van het besluit geldt voor de physician assistant net als bij veel andere beroepen, dat zijn registratie zal worden doorgehaald wanneer hij niet binnen vijf jaar na de in het register aangetekende datum heeft aangetoond dat hij in de voorafgaande periode van vijf jaar voldoende werkervaring heeft opgedaan of met goed gevolg scholing heeft afgerond. Het besluit regelt bovendien dat voor physician assistants die reeds op 1 juli 2020 in het BIG-register waren ingeschreven, de periode van vijf jaar ook op 1 juli 2020 aanvangt.

De Wet BIG regelt dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld over de met goed gevolg afgeronde scholing (artikel 8, tweede lid, onder b) en over de aard van de verrichte werkzaamheden en gelijkgestelde werkzaamheden (artikel 8, zevende lid). Voor de beroepen van fysiotherapeut, verloskundige, verpleegkundige, arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut is daar invulling aan gegeven in de Regeling periodieke registratie Wet BIG. Zo is bijvoorbeeld geregeld dat een beroepsbeoefenaar kan aantonen dat hij de vereiste scholing heeft voltooid door een periodiek registratie certificaat (PRC) over te leggen en aan welke eisen de scholing moet voldoen. Door deze regeling is dat nu ook voor de physician assistant geregeld.

De Regeling periodieke registratie Wet BIG (de Regeling) is gebaseerd op artikel 8, zevende lid, van de Wet BIG en artikel 3, tweede lid, van het Besluit periodieke registratie Wet BIG. Artikel 8 van de Wet BIG zegt dat periodieke registratie aan de orde is wanneer de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde periode is verstreken en de betrokkene heeft kunnen aantonen dat hij in die periode voldoende werkervaring heeft opgedaan of voldoende scholing heeft ondergaan. Die periode is de in het Besluit periodieke registratie Wet BIG vastgestelde periode van vijf jaar en vangt aan op een in het BIG-register aangetekende datum. Wordt niet tijdig een verzoek tot herregistratie gedaan waarbij de werkervaring of de scholing wordt aangetoond, dan vindt doorhaling plaats zoals hierboven is aangegeven. De beroepsbeoefenaar kan aantonen dat hij aan de scholingsvereisten voldoet door een PRC over te leggen. Een PRC wordt verstrekt indien blijkt dat de beroepsbeoefenaar beschikt over alle voor het betrokken beroep benodigde kerncompetenties.

In de Regeling is nu opgenomen aan welke vereisten de scholing van physician assistants moet voldoen om na voltooiing van de registratieperiode in aanmerking te kunnen komen voor herregistratie en welke werkzaamheden als gelijkgestelde werkzaamheden worden aangemerkt.

Regeldruk en financiële lasten

Deze regeling leidt niet tot extra regeldruk of financiële lasten.

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft regeldruk uitgevoerd en geconstateerd dat het niet leidt tot nieuwe regeldrukgevolgen.

Artikelsgewijs

Onderdeel A en B

Door de wijziging van artikel 2, eerste, tweede en derde lid en de toevoeging van artikel 6f in de Regeling periodieke registratie Wet BIG is nu geregeld welke vereisten er gelden voor het door een physician assistant over te leggen PRC en de te volgen scholing.

Onderdeel C

Op grond van artikel 8, zevende lid, van de Wet BIG kan de Minister voor Medische Zorg bepaalde werkzaamheden aanmerken als gelijkgestelde werkzaamheden. Geregistreerde beroepsbeoefenaren die werkzaam zijn in een beroep of functie waarvan de werkzaamheden zijn gelijkgesteld dienen, zonder hiervoor nadere scholing te volgen, in staat te zijn om zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid handelingen te verrichten die verband houden met het desbetreffende deskundigheidsgebied. Er wordt vanuit gegaan dat geregistreerde beroepsbeoefenaren die onderwijs geven, in staat zijn tot het verrichten van dergelijke handelingen. Dit vanwege het feit dat zij anderen op het terrein van hun vakgebied onderwijzen in de kerncompetenties van de physician assistant. Een goede uitoefening van de functie van (praktijk)docent is immers onlosmakelijk verbonden met het op de hoogte moeten blijven van de (recente) ontwikkelingen binnen het gebied van de desbetreffende beroepsuitoefening en het uitoefenen van de daarbij behorende praktische vaardigheden. Om die reden worden in het voorgestelde artikel 7f van de Regeling onderwijswerkzaamheden aangemerkt als gelijkgestelde werkzaamheden indien deze beroepsgerelateerd zijn.

In afwijking van de vaste verandermomenten treden de wijzigingen in werking op de dag na datum van publicatie. De totstandkoming van dit besluit is in nauwe samenwerking met de betrokken beroepsgroep tot stand gekomen. Zij zijn reeds voorbereid op de uitvoering ervan in de praktijk, zodat een invoeringstermijn niet nodig is.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven