Besluit van 6 maart 2020, houdende wijziging van het Besluit periodieke registratie Wet BIG in verband met de periodieke registratie van physician assistants

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van voor Medische Zorg van 4 februari 2020, kenmerk 1644156-201564-WJZ;

Gelet op de artikelen 8, eerste lid, 94 en 111, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 februari 2020, no. W13.20.0024/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Medische Zorg van 2 maart 2020, kenmerk 1644150-201564-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 2, eerste lid, van het Besluit periodieke registratie Wet BIG wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. het register van physician assistants.

ARTIKEL II

  • 1. Indien een ingeschrevene in het register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder i, Besluit periodieke registratie Wet BIG in het bezit is van een getuigschrift, verklaring of erkenning als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a, van de wet, welke is verkregen vóór de inwerkingtreding van dit besluit, geldt in afwijking van artikel 8, tweede lid, onder a, van de wet de datum van inwerkingtreding van dit besluit als aanvangsdatum van de eerste vijfjaarlijkse registratieperiode.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op beroepsbeoefenaren die na de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn ingeschreven in het in dat lid bedoelde register, indien zij de aanvraag voor de inschrijving reeds voor die datum hebben ingediend.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 maart 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Uitgegeven de eenendertigste maart 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Sedert 1 september 2018 is het beroep van de physician assistant geregeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De opname in artikel 3 volgde na een succesvol experiment dat zijn grondslag had in artikel 36a van de Wet BIG. Het experiment was geregeld in het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid physician assistant. Dit besluit is op grond van artikel 36a, achtste lid, onderdeel a, op 1 september 2018 van rechtswege vervallen.

Het thans voorliggende besluit geeft uitvoering aan artikel 8, eerste lid, Wet BIG waarin is bepaald dat een registratie in de BIG-registers wordt doorgehaald nadat een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde periode is verstreken. Door de physician assistant op te nemen in artikel 2, tweede lid van het Besluit periodieke registratie Wet BIG, geldt, net als voor de andere in artikel 3 van de Wet BIG genoemde beroepen, dat de doorhaling plaatsvindt vijf jaar na de op grond van artikel 8, tweede lid, Wet BIG bepaalde datum. De vereiste werkervaring is 2.080 uur. Daarmee gelden dezelfde normen als voor vergelijkbare beroepen (artsen, apothekers, tandartsen, verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten). Er was geen aanleiding om voor de physician assistants een afwijkende normen vast te stellen.

Artikel 8, tweede lid, van de Wet BIG, kent verschillende tijdstippen waarop de periode van vijf jaar aan kan vangen. Indien een beroepsbeoefenaar zich voor het eerst laat registreren in het BIG-register, is dat de datum waarop hij een getuigschrift, een verklaring van vakbekwaamheid of een erkenning beroepskwalificaties heeft verkregen. Een onverkorte toepassing van dat uitgangspunt zou ertoe leiden dat physician assistants met een diploma dat voor de inwerkingtreding van dit besluit is behaald, een kortere periode dan vijf jaar krijgen om aan de werkervaringseis te voldoen. Om die reden is een overgangsregeling vastgesteld waardoor in afwijking van artikel 8, tweede lid, Wet BIG, voor de eerste registratie de datum van inwerkingtreding van dit besluit als startdatum voor de registratieperiode geldt, zijnde de datum waarop de verplichting tot herregistratie voor physician assistants is gaan gelden. Concreet betekent dit dat de physician assistants die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit staan ingeschreven in het BIG-register of daartoe een aanvraag hebben gedaan, vanaf het moment van de inwerkingtreding van dit besluit uiterlijk binnen vijf jaar herregistratie moeten aanvragen. Voor personen die na de inwerkingtredingsdatum van dit besluit worden ingeschreven in het BIG register, geldt dat de datum van het diploma de uiterste herregistratiedatum bepaalt. Als dat diploma is behaald op bijvoorbeeld 1 september 2019, moet iemand uiterlijk 31 augustus 2024 herregistratie aanvragen.

Sedert 1 september 2018 kunnen physician assistants zich laten registreren in het BIG-register. Met de inwerkingtreding van dit besluit zal de verplichting tot herregistratie ook gelden voor de physician assistant. Tevens zal de Regeling periodieke registratie Wet BIG worden aangepast. Het tijdvak waarbinnen de werkervaring die is vereist om voor herregistratie in aanmerking te komen moet zijn opgedaan, zal nooit meer dan vijf jaar bedragen.

Internetconsultatie

Op een ontwerp van dit besluit heeft iedereen van 25 april 2019 tot en met 26 mei 2019 een reactie kunnen geven via internetconsultatie. Er is één, niet openbare reactie van een burger binnengekomen. Deze reactie had echter geen betrekking op de verplichting tot herregistratie, maar stelde de urennorm ter discussie. Die norm is echter een norm die voor meerdere beroepen geldt en daardoor de werking van dit besluit overstijgt. De reactie heeft daarom niet geleid tot aanpassing van het besluit.

Voorhang

Na de bovengenoemde internetconsultatie is een ontwerp van dit besluit dertien weken aan beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd ter uitvoering van de voorhangprocedure. De leden van de VVD fractie hebben een tweetal vragen gesteld die zien op de termijn tussen de inwerkingtreding van de registratieplicht (1 september 2018) en de invoering van de verplichting tot herregistratie (toen naar verwachting 1 april 2020). Er is uitgelegd dat de plicht tot herregistratie niet direct bij de opname van de PA in de wet is ingegaan, omdat artikel 8, zesde lid van de wet bepaalt dat registerberoepen van artikel 3 met een diploma dat ouder is dan vijf jaar die een aanvraag doen tot registratie na de inwerkingtreding van de verplichting tot periodieke registratie, dan niet geregistreerd zouden kunnen worden. Ook houders van oude diploma’s moeten de kans krijgen zich zonder beperkingen in te schrijven voor een nieuw beroep. En, dat door een recente wetswijziging (Stb. 2017, 374) straks bij een experimenteerberoep (zoals de Physisican Assistant was) de verplichting tot periodieke registratie direct bij de invoering van de registratieplicht in kan gaan.

Regeldruk en financiële lasten

Met de inwerkingtreding van dit Besluit, moeten physician assistants zich eens in de vijf jaar laten herregistreren. Naar verwachting staan op 1 januari 2020 +/- 1.300 physician assistants ingeschreven in het BIG-register. Deze moeten zich binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit laten herregistreren. Om te kunnen herregistreren moeten de physician assistants eens in de vijf jaar een formulier invullen, ondertekenen en terug sturen, al dan niet digitaal. Wanneer de physician assistant gevraagd wordt om de aanvraag met bewijsstukken over de werkervaring te onderbouwen moeten daarvan bewijsstukken worden overgelegd.

Voor de berekening van de administratieve lasten is gebruik gemaakt van vergelijkbare berekeningen voor andere beroepsbeoefenaren, voor wie de herregistratieplicht reeds geldt. Voor de andere beroepsbeoefenaren was de tijdsbesteding geraamd op 1,5 uur voor het invullen van het formulier en het eventueel aanleveren van eventuele bewijsstukken. Er is daarbij een uurtarief van € 45 gehanteerd voor alle beroepsgroepen Daarmee komen de totale lasten, uitgaande van de huidige omvang van de beroepsgroep, vanaf vijf jaar na inwerkingtreding van dit besluit voor de PA per jaar op (1.300 x 1,5 uur x 45)/5 is € 17.550. Daarnaast betalen PA’s € 85 voor herregistratie. Dat betekent dat de beroepsgroep jaarlijks € 22.100 betaalt voor de herregistratie.

Op het moment van schrijven zijn alle PA’s in loondienst.

Het Adviescollege toetsing regeldruk is akkoord met deze vaststelling van de gevolgen voor de regeldruk.

Artikelsgewijs

Artikel I

Door toevoeging van de physician assistants aan de lijst van registers van artikel 2, eerste lid, Besluit periodieke registratie Wet BIG, geldt de werkervaringseis van 2080 uur per vijf jaar nu ook voor de physician assistants.

Artikel II

Dit artikel is gebaseerd op artikel 111 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Dat artikel maakt het mogelijk dat in het Besluit periodieke registratie Wet BIG een van artikel 8, tweede lid, Wet BIG afwijkende aanvangsdatum voor de registratieperiode wordt vastgesteld voor personen die hun getuigschrift hebben behaald vóór het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I. Het voorkomt dat in de eerste periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van dat artikel inschrijvingen van physician assistants op grond van artikel 8, eerste lid jo tweede lid, onder a, Wet BIG worden doorgehaald uit het BIG-register. Dit zal worden bereikt door de aanvang van de eerste registratieperiode te fixeren op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van dit besluit. Dus ook voor BIG-geregistreerde physician assistants met een getuigschrift, verklaring of een erkenning van een EG-beroepskwalificatie van voor de inwerkingtreding van dit besluit loopt de eerste registratieperiode niet eerder af dan vijf jaar na de datum van inwerkingtreding.

Deze overgangsmaatregel is nodig omdat de verplichtingen die ten aanzien van de werkervaring voor de physician assistants zijn gaan gelden, pas door middel van dit besluit en de bijbehorende ministeriële regeling worden vastgesteld. Als gevolg hiervan zouden de houders van een getuigschrift, erkenning of verklaring van voor de inwerkingtreding van dit besluit, de vereiste werkervaring van 2.080 uur moeten opdoen in een kortere periode dan vijf jaar. Dat zou een onredelijke eis zijn en tot een niet te rechtvaardigen ongelijkheid kunnen leiden.

Ook kan zich nog de situatie voordoen dat een beroepsbeoefenaar die in het register van physician assistants wil worden opgenomen voor de inwerkingtreding van dit besluit daartoe een aanvraag doet en dat daar pas na de inwerkingtreding op wordt beslist. Daardoor wordt de snelheid van besluitvorming bepalend voor de vraag hoeveel tijd een beroepsbeoefenaar heeft om de 2.080 uur werkervaring op te doen. Wordt hij kort voor de datum van inwerkingtreding ingeschreven, dan vangt de periode van vijf jaar aan op de datum van inwerkingtreding. Vindt de inschrijving daarentegen kort na die datum plaats, dan is de datum waarop het getuigschrift, verklaring of erkenning is afgegeven bepalend voor de aanvang van de periode. Om te voorkomen dat zich een dergelijke, ongewenste situatie voordoet, is in het tweede lid geregeld dat voor de vaststelling van aanvang van de eerste periode waarbinnen de werkervaring moet zijn opgedaan, bepalend is of de aanvraag voor of na de datum van inwerkingtreding is ingediend.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven