Wijziging van het Voorschrift informatie fiscus/banken

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 16 december 2020, nr. 2020-22953

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit inzake de Algemene wet inzake rijksbelastingen, Voorschrift informatie fiscus/banken van 13 december 2012, nr. BLKB 2012/1937M (Stcrt. 2012, 26782). De wijzigingen betreffen het voorkomen van interpretatieverschillen en de invoering van de nieuwe topstructuur van het Directoraat-generaal Belastingdienst. Verder zijn wijzigingen van redactionele aard aangebracht.

ARTIKEL I

Het besluit van 13 december 2012, nr. BLKB 2012/1937M (Stcrt. 2012, 26782), wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan paragraaf 1 wordt een alinea toegevoegd, luidende:

Wijziging

Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 16 december 2020, nr. 2020-22953, (Stcrt. 2020, 62942). De wijzigingen zien op het wegnemen van mogelijke interpretatieverschillen en de verwerking van de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst. Verder zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht.

B

In paragraaf 2 wordt de definitie van Directeur vervangen door ‘de algemeen directeur van een van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a1, c1 en c2, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003.’

C

In paragraaf 3.1.1. komt de tweede volzin te luiden: ‘De bank licht de betrokken derde niet in over het informatieverzoek.’

D

In paragraaf 3.1.5. vervalt de laatste volzin.

E.

Paragraaf 3.1.6. vervalt, onder vernummering van paragraaf 3.1.7. tot en met 3.1.11. tot paragraaf 3.1.6. tot en met 3.1.10.

F

In paragraaf 3.1.6. (nieuw) komt de eerste volzin te luiden: ‘De kosten die door de bank zijn gemaakt in het kader van het voldoen aan een verzoek om informatie worden, net als de kosten voor het maken van afschriften voor de Belastingdienst, niet door de Belastingdienst vergoed’.

G

In paragraaf 3.1.8. (nieuw) komt de laatste volzin te luiden: ‘Bij een blijvend verschil van inzicht wordt het geschil voorgelegd aan de hoofddirecteur van de concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken’.

H

Paragraaf 3.1.10 (nieuw) komt te luiden:

3.1.10

De algemeen directeur van de Belastingdienst/Grote ondernemingen kan, na toestemming van de hoofddirecteur van de concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken, serievragen stellen. Deze vragen worden feitelijk gesteld door de regiodirecteur Grote ondernemingen Noordwest.

I

In paragraaf 5 wordt ‘het Directoraat-generaal Belastingdienst, cluster Fiscaliteit’ vervangen door ‘de hoofddirecteur van de concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2020

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

TOELICHTING

Met artikel I, onderdeel A, wordt aan paragraaf 1 een passage toegevoegd ter toelichting van de wijzigingen via dit besluit.

De in artikel I, onderdeel B, opgenomen wijziging betreft een actualisering ter verwerking van de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst (Organisatiebesluit Directoraat-Generaal Belastingdienst 2020).

Door de in artikel I, onderdeel C, opgenomen wijziging vervalt de tweede volzin van paragraaf 3.1.1 (‘Indien de directeur daarom verzoekt zal de bank de betrokken derde niet omtrent het informatieverzoek inlichten.’). Hiermee wordt verduidelijkt dat de geheimhoudingsplicht, die op grond van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ook voor derden geldt, voortvloeit uit de wet en daarmee niet afhankelijk is van een verzoek.

Met de in artikel I, onderdeel D, opgenomen wijziging vervalt de laatste volzin van paragraaf 3.1.5 (‘Onverminderd de wettelijke bewaarverplichtingen, verstrekt de bank desgevraagd een zogeheten historisch overzicht van het actuele onderzoeksjaar en maximaal van de laatste vijf kalenderjaren van de desbetreffende rekening(en).’). Deze wijziging neemt de verwarring weg die in de praktijk soms ontstond over de termijn waarover de inspecteur of de ontvanger gegevens kan opvragen.

Door de in artikel I, onderdeel E, opgenomen wijziging vervalt paragraaf 3.1.6. Deze wijziging is het gevolg van de verwijzing in paragraaf 3.1.6. naar de vervallen laatste volzin van paragraaf 3.1.5.

De in artikel I, onderdeel F, opgenomen wijziging vloeit voort uit de wijziging die is opgenomen in onderdeel C en is daarmee van redactionele aard. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Met de wijzigingen van artikel I, onderdelen G, H en I, wordt aangesloten bij de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen. Omdat de wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken sector en voor een groot deel van technische dan wel redactionele aard zijn, is de inwerkingtredingsdatum gesteld op 1 januari 2021. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling (zie Aanwijzing 6.25 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

Naar boven