Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 november 2020, nr. 2020-0000155110, tot wijziging van Bijlage II van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 in verband met de Brexit

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

In Bijlage II van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 wordt, onder vernummering van onderdeel 3 tot en met onderdeel 34 tot onderdeel 4 tot en met onderdeel 35, een onderdeel ingevoegd, dat luidt:

  • 3. Burgers van het Verenigd Koninkrijk en hun familieleden op wie deel twee van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 66 I/01) van toepassing is.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 november 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Met deze wijziging van Bijlage II van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 wordt opgenomen dat onderdanen van het Verenigd Koninkrijk (VK) en hun familieleden op wie deel twee van het terugtrekkingsakkoord (TA) tussen de Europese Unie (EU) en het VK van toepassing is, werkzaamheden mogen verrichten in Nederland zonder dat het verbod uit artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen op hen van toepassing is.

Het TA is op 1 februari 2020 in werking getreden en bevat de voorwaarden voor de ordelijke terugtrekking van het VK uit de EU, overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het TA voorziet in een overgangsperiode waarin het EU-recht van toepassing blijft op en in het VK. Deze overgangsperiode eindigt op 31 december 2020.

Voor Britse burgers en hun familieleden die voor het einde van de overgangsperiode in Nederland wonen, is verblijf en toegang tot de arbeidsmarkt in deel twee van het TA geregeld. Zij mogen ook na afloop van de overgangsperiode zonder tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid, arbeid verrichten in Nederland. Wel hebben zij een verblijfsdocument nodig, wat zij kunnen aanvragen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Verwezen wordt naar Hoofdstuk B13 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Stcrt. 2020, 6351).

Ook Britse burgers die als grensarbeider werken, en die voor het einde van de overgangsperiode grensarbeid als werknemer of zelfstandige verrichten, kunnen, indien zij aan de voorwaarden voldoen, op grond van het TA in Nederland blijven werken zonder tewerkstellingsvergunning. Wel moeten zij het document ‘Grensarbeider’ aanvragen bij de IND (zie paragraaf 4 van Hoofdstuk 13 van de Vreemdelingencirculaire 2000). Met dit document kunnen zij hun recht op voortzetting van grensarbeid aantonen en soepel Nederland in en uit reizen.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven