TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling wordt het bestemmingsland ‘Federatie van Joegoslavische Republieken
(Servië Montenegro)’ in bijlage 1 van de Remigratieregeling aangepast. Het betreft
een actualisatie naar de huidige stand van zaken. Servië en Montenegro worden als
aparte bestemmingslanden benoemd en blijven vallen onder categorie B. Dit betreft
een technische aanpassing zonder materieel gevolg.
Daarnaast wordt Kosovo – als enig ontbrekend voormalig Joegoslavisch land – toegevoegd
aan de Remigratieregeling en wordt ingedeeld in categorie E. De voormalig Joegoslavische
landen Slovenië, Kroatië, Bosnië en Macedonië staan reeds benoemd in bijlage 1.
Hierna wordt ingegaan op de gevolgen van de toevoeging van bestemmingsland Kosovo.
Er wordt eerst toegelicht hoe de situatie was tot 1 januari 2019 en vervolgens de
situatie na 1 januari 2019. Daarna wordt ingegaan op een nieuw gesloten belastingverdrag.
Situatie tot 1 januari 2019
Kosovo was voor de inwerkingtreding van deze regeling niet opgenomen in bijlage 1
bij de Remigratieregeling, waardoor er geen wettelijk voorgeschreven categorie voor
de hoogte van de remigratie-uitkering gold.
Voor reeds geremigreerden naar Kosovo is voor de inwerkingtreding van deze regeling
– naar analogie van andere voormalig Joegoslavische landen – voor het bepalen van
de hoogte van de remigratie-uitkering categorie B gehanteerd. Bij deze categorie wordt
bij de hoogte van de remigratie-uitkering rekening gehouden met een vrijstelling van
heffing in Nederland, omdat op basis van belastingverdragen met het bestemmingsland
de remigrant de belasting over zijn remigratievoorzieningen betaalt in het land waar
hij woont (woonlandheffing).
Inwoners van Kosovo konden met betrekking tot hun door de Nederlandse overheid verstrekte
remigratie-uitkering immers gebruik maken van een belastingverdrag1 dat voor voormalig Joegoslavische landen gold en dat bij een dergelijke uitkering
uitgaat van woonlandheffing2.
Een beroep op dit verdrag was echter mogelijk tot 1 januari 2019. In een besluit van
de Staatssecretaris van Financiën van 7 december 2019 wordt hierover het volgende
vermeld:3
‘In het besluit van 22 september 2009, nr. IFZ 2009/510M is goedgekeurd dat het belastingverdrag
met het voormalige Joegoslavië, wat Nederland betreft, zal worden toegepast in de
relatie met Kosovo. Tot 1 september 2018 heeft ook Kosovo het belastingverdrag met
het voormalige Joegoslavië toegepast in de relatie met Nederland. Voor de periode
vanaf 1 september 2018 heeft Kosovo meegedeeld dat verdrag niet meer toe te passen
in de relatie met Nederland. Dit betekent dat voor Nederland in de relatie met Kosovo
op het gebied van belastingen sinds 1 september 2018 een verdragsloze situatie is
ontstaan. Ik keur goed dat in de relatie met Kosovo het belastingverdrag met het voormalige
Joegoslavië wordt toegepast voor de periode tot 1 januari 2019.’
Categorie B (dat uitgaat van woonlandheffing) was derhalve passend bij de situatie
zoals die gold tot 1 januari 2019.
Situatie vanaf 1 januari 2019
Vanaf 1 januari 2019 is geen sprake van een belastingverdrag tussen Nederland en Kosovo.
Nederland kan over remigratie-uitkeringen aan inwoners van Kosovo volgens haar nationale
regels belasting heffen en er wordt geen vrijstelling meer verleend. Dit betekent
dat het bij het vaststellen van de hoogte van de remigratie-uitkering voor de hand
ligt aan te sluiten bij een categorie die uitgaat van bronlandheffing.
Om die reden wordt Kosovo met deze regeling ingedeeld in categorie E (die uitgaat
van bronlandheffing) en zal dit met terugwerkende kracht, tot 1 januari 2019, worden
gecorrigeerd. Bij een indeling in categorie E gaat deze groep er ten opzichte van
een indeling in categorie B (de categorie die werd toegepast voor de inwerkingtreding
van deze regeling) netto niet op achter- of vooruit.
Nieuw belastingverdrag
Op 29 juli 2020 hebben Nederland en Kosovo een nieuw belastingverdrag gesloten.4 Dit verdrag is nog niet in werking getreden en om die reden wordt de onderhavige
regeling vooralsnog eerst aangepast overeenkomstig het (belasting)recht sinds 1 januari
2019.
Op basis van het nieuwste belastingverdrag wordt voor remigratie-uitkeringen woonlandheffing
toegepast.5 Dit betekent dat de Remigratieregeling in de toekomst, tegelijk met de inwerkingtreding
van dit nieuwe belastingverdrag, opnieuw zal worden aangepast en de categorie voor
remigratie-uitkeringen aan inwoners van Kosovo zal moeten worden gewijzigd in een
categorie die behoort bij woonlandheffing. De termijn waarop dit gebeurt is afhankelijk
van de duur van de nationale ratificatieprocedures van zowel Nederland als Kosovo.6
Financiering
Met de wijziging van categorie B naar categorie E (met terugwerkende kracht per 1 januari
2019), wordt het brutobedrag van de remigratie-uitkering (met terugwerkende kracht)
verhoogd. Na de inhouding en afdracht van de heffing in Nederland behouden deze remigranten
per saldo dezelfde netto remigratie-uitkering als in de periode voorafgaand aan 1 januari
2019. Betrokkenen gaan er financieel niet op achteruit.
De financiële gevolgen van deze terugwerkende kracht voor de begroting zijn klein,
omdat het om een gering aantal personen (in totaal 18) gaat van wie de remigratie-uitkering
gecorrigeerd moet worden. De kosten van de wijziging van categorie B naar categorie
E bedragen naar verwachting 25K op jaarbasis. Zowel voor het verleden als voor de
toekomst zijn deze extra lasten op te vangen binnen de begroting van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Regeldruk
De Sociale Verzekeringsbank (SVB), de uitvoeringsorganisatie van remigratie-uitkeringen,
ziet geen effect van deze regeling op de regeldruk voor betrokkenen in Kosovo die
een remigratie-uitkering ontvangen. Het gaat om 18 personen die door de wijziging
van categorie gecompenseerd moeten worden en waarvan de toekomstige bruto remigratie-uitkering
wijzigt (betrokkenen gaan er netto niet op achteruit). De betrokkenen zullen hierover
door de SVB worden geïnformeerd en ontvangen in dat kader een herzieningsbeschikking.
Terugwerkende kracht
Aan deze regeling wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2019. Vanaf die
datum kan Nederland – bij afwezigheid van een belastingverdrag met Kosovo dat uitgaat
van het woonlandheffing – belasting heffen over de Nederlandse remigratie-uitkeringen
aan inwoners van Kosovo. Voor het bepalen van de hoogte van de remigratie-uitkering
ligt in dit geval categorie E, die uitgaat van bronlandheffing in plaats van woonlandheffing,
voor de hand. Dit is een hogere maandelijkse bruto remigratie-uitkering dan de remigratie-uitkering
die wordt vastgesteld aan de hand van categorie B. Voor remigranten die in de periode
vanaf 1 januari 2019 een remigratie-uitkering ontvingen, betekent dit dat het brutobedrag
van de remigratie-uitkering met terugwerkende kracht wordt verhoogd. Na de inhouding
en afdracht van belasting in Nederland behouden deze remigranten per saldo dezelfde
netto remigratie-uitkering als in de periode voorafgaand aan 1 januari 2019, toen
op basis van een belastingverdrag woonlandheffing van toepassing was.
Inwerkingtreding
Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, zodat de datum van inwerkingtreding
van deze regeling zo dicht mogelijk ligt bij de datum waarop het belastingverdrag
met het voormalige Joegoslavië ingevolge het besluit van de Staatssecretaris van Financiën
van 7 december 2019 niet meer mocht worden toegepast in de relatie met Kosovo (1 januari
2019) en inwoners van Kosovo die een remigratie-uitkering ontvingen van de Nederlandse
overheid dientengevolge konden worden geconfronteerd met de heffing van belasting
over deze uitkering door Nederland.
Den Haag, 5 november 2020
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees