Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 58242 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2020, 58242 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 4.11, eerste lid, 4.20 eerste lid, 4.21, eerste en tweede lid en 4.23, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;
Besluit:
De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, vierde, vijfde en zesde lid, komen te luiden:
4. Het deel van het onderzoekdeel wo, bedoeld in artikel 4.20, eerste lid, van het besluit, is 14,20370%.
5. Het deel van het onderzoekdeel wo, bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, van het besluit, is 18,80258%.
6. De bedragen, bedoeld in artikel 4.21, tweede lid, van het besluit, zijn € 82.391 voor een promotie en € 68.659 voor een ontwerperscertificaat.
B
Bijlage 1 komt te luiden:
Universiteit |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
---|---|---|---|---|---|
00DV |
Protestantse Theologische Universiteit |
€ 315.446 |
€ 315.446 |
||
21PB |
Universiteit Leiden |
€ 2.644.047 |
€ 3.209.099 |
€ 5.853.146 |
|
21PC |
Rijksuniversiteit Groningen |
€ 2.176.809 |
€ 1.920.379 |
€ 4.097.188 |
|
21PD |
Universiteit Utrecht |
€ 6.231.792 |
€ 4.779.744 |
€ 11.011.536 |
|
21PE |
Erasmus Universiteit Rotterdam |
€ 498.881 |
€ 9.644.477 |
€ 10.143.358 |
|
21PF |
Technische Universiteit Delft |
€ 69.074 |
€ 17.025.875 |
€ 17.094.949 |
|
21PG |
Technische Universiteit Eindhoven |
€ 32.234 |
€ 1.145.142 |
€ 1.177.376 |
|
21PH |
Universiteit Twente |
€ 18.419 |
€ 15.356.708 |
€ 15.375.127 |
|
21PI |
Wageningen University |
€ 41.444 |
€ 269.589 |
€ 311.033 |
|
21PJ |
Universiteit Maastricht |
€ 622.142 |
€ 3.287.893 |
€ 3.910.035 |
|
21PK |
Universiteit van Amsterdam |
€ 2.928.842 |
€ 5.600.509 |
€ 8.529.351 |
|
21PL |
Vrije Universiteit Amsterdam |
€ 1.026.950 |
€ 3.977.999 |
€ 5.004.949 |
|
21PM |
Radboud Universiteit Nijmegen |
€ 1.556.789 |
€ 1.437.164 |
€ 2.993.953 |
|
21PN |
Tilburg University |
€ 549.843 |
€ 401.297 |
€ 951.140 |
|
21QO |
Theologische Universiteit Apeldoorn |
€ 1.188 |
€ 1.188 |
||
22NC |
Open Universiteit |
€ 308.387 |
€ 340.148 |
€ 648.535 |
|
23BF |
Universiteit voor Humanistiek |
€ 3.817 |
€ 3.817 |
||
25AV |
Theologische Universiteit Kampen |
€ 18.016 |
€ 18.016 |
||
Totaal |
€ 18.705.653 |
€ 68.734.490 |
€ 87.440.143 |
C
Bijlage 3 komt te luiden:
Hogeschool |
Kwaliteit |
Kwetsbare opleidingen |
Bijzondere voorzieningen |
Totaalbedrag |
|
---|---|---|---|---|---|
00IC |
Katholieke PABO Zwolle |
€ 189.413 |
€ 189.413 |
||
00MF |
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht |
€ 403.227 |
€ 506.520 |
€ 909.747 |
|
01VU |
Christelijke Hogeschool Windesheim |
€ 1.424.009 |
€ 1.424.009 |
||
02BY |
Gerrit Rietveld Academie |
€ 873.737 |
€ 119.232 |
€ 992.969 |
|
02NR |
Hotelschool The Hague |
€ 654.559 |
€ 654.559 |
||
02NT |
Design Academy Eindhoven |
€ 399.026 |
€ 45.067 |
€ 444.093 |
|
07GR |
Avans Hogeschool |
€ 364.847 |
€ 788.746 |
€ 1.153.593 |
|
08OK |
Pedagogische Hogeschool De Kempel |
€ 204.338 |
€ 204.338 |
||
09OT |
Iselinge Hogeschool |
€ 92.372 |
€ 92.372 |
||
10IZ |
Marnix Academie |
€ 402.226 |
€ 402.226 |
||
14NI |
Codarts, Hogeschool voor de Kunsten |
€ 693.435 |
€ 246.395 |
€ 939.830 |
|
15BK |
Driestar educatief |
€ 393.162 |
€ 393.162 |
||
21CW |
HAS Hogeschool |
€ 87.070 |
€ 87.070 |
||
21MI |
HZ University of Applied Sciences |
€ 1.664.044 |
€ 1.664.044 |
||
21QA |
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten |
€ 681.317 |
€ 812.104 |
€ 1.493.421 |
|
21RI |
Hogeschool Leiden |
€ 129.822 |
€ 471.317 |
€ 601.139 |
|
21UG |
Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar |
€ 403.352 |
€ 403.352 |
||
21UI |
Breda University of Applied Sciences |
€ 317.518 |
€ 317.518 |
||
22HH |
Viaa-Gereformeerde Hogeschool |
€ 273.848 |
€ 273.848 |
||
22OJ |
Hogeschool Rotterdam |
€ 929.725 |
€ 1.645.182 |
€ 2.574.907 |
|
23AH |
Saxion Hogeschool |
€ 166.914 |
€ 1.322.147 |
€ 1.489.061 |
|
23KJ |
Hogeschool der Kunsten Den Haag |
€ 632.473 |
€ 211.058 |
€ 843.531 |
|
25BA |
Christelijke Hogeschool Ede |
€ 700.560 |
€ 700.560 |
||
25BE |
Hanzehogeschool Groningen |
€ 1.675.152 |
€ 1.414.451 |
€ 3.089.603 |
|
25DW |
Hogeschool Utrecht |
€ 973.668 |
€ 2.168.528 |
€ 3.142.196 |
|
25JX |
Zuyd Hogeschool |
€ 1.121.494 |
€ 938.523 |
€ 2.060.017 |
|
25KB |
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen |
€ 1.131.309 |
€ 2.094.764 |
€ 3.226.073 |
|
27NF |
ArtEZ |
€ 1.094.443 |
€ 485.202 |
€ 1.579.645 |
|
27PZ |
Hogeschool INHolland |
€ 417.286 |
€ 1.187.815 |
€ 1.605.101 |
|
27UM |
De Haagse Hogeschool |
€ 987.932 |
€ 987.932 |
||
28DN |
Hogeschool van Amsterdam |
€ 2.903.109 |
€ 2.903.109 |
||
30GB |
Fontys Hogescholen |
€ 1.123.690 |
€ 3.860.255 |
€ 4.983.945 |
|
30HD |
Hogeschool Van Hall Larenstein |
€ 172.890 |
€ 172.890 |
||
30TX |
Aeres Hogeschool |
€ 179.716 |
€ 179.716 |
||
30VP |
Hogeschool Thomas More |
€ 152.323 |
€ 152.323 |
||
31FR |
NHL Stenden Hogeschool |
€ 1.580.160 |
€ 1.580.160 |
||
Totaal |
€ 12.811.565 |
€ 31.099.907 |
€ 43.911.472 |
D
Bijlage 5 komt te luiden:
Universiteit |
Bedrag |
|
---|---|---|
00DV |
Protestantse Theologische Universiteit |
|
21PB |
Universiteit Leiden |
€ 27.414.777 |
21PC |
Rijksuniversiteit Groningen |
€ 18.534.945 |
21PD |
Universiteit Utrecht |
€ 25.346.861 |
21PE |
Erasmus Universiteit Rotterdam |
€ 14.879.234 |
21PF |
Technische Universiteit Delft |
€ 24.831.613 |
21PG |
Technische Universiteit Eindhoven |
€ 14.689.133 |
21PH |
Universiteit Twente |
€ 17.700.620 |
21PI |
Wageningen University |
€ 5.257.422 |
21PJ |
Universiteit Maastricht |
€ 5.531.301 |
21PK |
Universiteit van Amsterdam |
€ 18.071.223 |
21PL |
Vrije Universiteit Amsterdam |
€ 13.789.553 |
21PM |
Radboud Universiteit Nijmegen |
€ 21.263.579 |
21PN |
Tilburg University |
€ 1.695.062 |
21QO |
Theologische Universiteit Apeldoorn |
€ 8.905 |
22NC |
Open Universiteit |
€ 367.867 |
23BF |
Universiteit voor Humanistiek |
€ 2.167 |
25AV |
Theologische Universiteit Kampen |
|
Totaal |
€ 209.384.262 |
E
Bijlage 13. bij artikel 2, derde lid, van de regeling, onder A. Indeling register en bekostigingsniveaus, bedoeld in artikel 1.1, van het besluit, voor opleidingen van het hoger beroepsonderwijs, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de tabel ‘CROHO onderdeel Onderwijs (standaard niveau bekostiging ‘Hoog’)’ vervalt de rij:
Ad Pedagogisch Professional Kind en Educatie |
Laag |
2. In de tabel ‘CROHO onderdeel Taal en cultuur (standaard niveau bekostiging ‘Laag’)’ wordt na de rij ‘B Vertaalacademie’ de volgende rij ingevoegd:
M Applied Museum and Heritage Studies |
Hoog |
Artikel I, met uitzondering van onderdeel E, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.
Artikel I, onderdeel E, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2020.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs (Rfho) gewijzigd. De aanpassingen van de Rfho hangen onder meer samen met de tweede herberekening van de rijksbijdrage 2020 in overeenstemming met de tweede suppletoire begroting 2020 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eerste herberekening van de rijksbijdrage 2020 betrof de berekening in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2020 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een concept van de regeling is voorgelegd aan de VSNU, Vereniging Hogescholen en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Gelet op het technische karakter van de regeling is de regeling niet voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan VSNU, Vereniging Hogescholen en NFU.
DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.
De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Wijziging mede vanwege de tweede suppletoire (ontwerp-) begroting 2020 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen en percentages.
De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.
– In artikel 4.11, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW (UWHW) is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit het onderwijsdeel van de rijksbijdrage aan een universiteit onderscheidenlijk hogeschool een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag kan toekennen in relatie tot kwaliteit, kwetsbare opleidingen of bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlagen 1 en 3 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.
– In artikel 4.20, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat een bij ministeriële regeling vast te stellen deel van het onderzoekdeel wo over de universiteiten wordt verdeeld naar rato van de som van de aantallen bekostigde graden per opleiding, bedoeld in artikel 4.9 van het UWHW, die in de peilperiode onderzoek door een universiteit zijn verleend. Dit is de grondslag voor het aanpassen van artikel 4, vierde lid, van de Rfho waarin het deel wat naar rato van de som van de aantallen bekostigde graden wordt verdeeld, wordt vastgesteld.
– In artikel 4.21, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat een bij ministeriële regeling vast te stellen deel van het onderzoekdeel wo over de universiteiten wordt verdeeld naar rato van de som van de aantallen proefschriften die hebben geleid tot een promotie ten overstaan van het college voor promoties of de commissie bedoeld in artikel 7.18, vierde lid van de wet en de aantallen ontwerperscertificaten die in het tweede, derde en vierde kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar door een universiteit zijn verleend. Dit is de grondslag voor het aanpassen van artikel 4, vijfde lid, van de Rfho waarin het deel wat naar rato van de som van de aantallen bekostigde proefschriften en ontwerperscertificaten wordt verdeeld, wordt vastgesteld.
– In artikel 4.21, tweede lid, van het UWHW is bepaald dat de per promotie en ontwerperscertificaat toe te kennen bedragen bij ministeriële regeling worden bepaald. Dit is de grondslag voor het aanpassen artikel 4, zesde lid, van de Rfho waarin de bedragen per promotie en ontwerperscertificaat worden vastgesteld.
– In artikel 4.23, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat bij ministeriële regeling bedragen worden vastgesteld, die uit het onderzoekdeel wo aan universiteiten worden toegekend in verband met toponderzoekscholen en bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlage 5 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.
Dit onderdeel betreft een aanpassing van de percentages en bedragen voor graden en promoties en ontwerperscertificaten in artikel 4 van de Rfho. De percentages en bedragen zijn gewijzigd als gevolg van de wijziging van de omvang van het totale onderzoekdeel in de rijksbijdrage. Het onderzoekdeel is gewijzigd als gevolg van het toevoegen van middelen vanwege loon- en prijsbijstelling internationale uitgaven 2020 (HGIS), een overheveling van middelen van de regeling Stimulering Europees onderzoek (SEO-regeling) van Wageningen University naar Wageningen Research en een bijdrage voor de Vrije Universiteit Amsterdam afkomstig van de SEO-middelen bestemd voor EATRIS (zie toelichting onderdeel D).
Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling internationale uitgaven 2020 (HGIS) van alle ‘bedragen onderwijsopslag universiteiten’ in bijlage 1 van de Rfho met 0,02858%. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. onder de noemer kwetsbare opleidingen is een correctie doorgevoerd in het aantal deelnemers aan het experiment educatieve module voor het jaar 2020. Daardoor komt de bijdrage voor het experiment educatieve module in 2020 uit op € 551.063.
b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2020 een bedrag van € 2.222.543 opgenomen vanwege compensatie 2-jarige educatieve masteropleidingen. Al enige jaren zetten universiteiten in op brede introductie van tweejarige educatieve masteropleidingen. Universiteiten willen deze opleidingen als de gangbare route naar het leraarschap aanbieden. De introductie heeft echter gevolgen voor de bekostiging, omdat studenten van deze opleidingen slechts eenmaal in aanmerking kunnen worden gebracht voor diplomabekostiging voor onderwijs en onderzoek. Als deze studenten de tot voor kort gangbare route van ulo-na-master zouden volgen, zouden zij tweemaal voor diplomabekostiging in aanmerking kunnen worden gebracht. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in haar Kamerbrief van 8 januari 2016 aangegeven dat zij het verschil in bekostiging wil toevoegen aan de onderwijsopslag van de universiteiten en dat dit verschil beschikbaar blijft voor het opleiden van leraren. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met VSNU de wijze van compenseren afgestemd en de instellingen hierover geïnformeerd (brief van 4 oktober 2019 met kenmerk 16108454).
c. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn de Leaderschip Fellows van de tranche 2020 van de Comenius beurzen toegekend ( € 400.000 in 2020). Deze beurzen worden dit jaar toegekend aan de Technische Universiteit Eindhoven en de Vrije Universiteit Amsterdam (brieven van 14 juli 2020 met kenmerk 25048740 en 25059253). De Leadership Fellows van tranche 2020 van de Comenius beurzen zijn dit jaar later dan normaal toegekend. De toekenning van de Leadership Fellows heeft vertraging opgelopen vanwege de maatregelen tegen het coronavirus. De middelen voor 2021 en 2022 zijn al toegekend bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Staatscourant 2020, nr. 47299).
d. aan de onderwijsopslag van Universiteit Leiden is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 600.000 vóór indexering ten behoeve van het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR). Het bedrag voor 2021 en verder zal verwerkt worden bij de wijziging van de Rfho die samenhangt met de berekening van de rijksbijdrage 2021 in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (brief van 2 oktober 2020 met kenmerk 25550339).
e. aan de onderwijsopslag van Universiteit Utrecht is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 23.000 vóór indexering ten behoeve van de voorlichtingscampagne voor de talen via het programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen (brief van 30 juni 2020 met kenmerk 24092241). De middelen voor 2021 zijn al toegekend bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Stcrt. 2020, 47299).
f. aan de onderwijsopslag van Universiteit Utrecht is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 127.000 vóór indexering ten behoeve van de Schrijfakademie. Door deze bijdrage kan de Schrijfakademie groeien tot een interactief blended leerplatform dat door scholen van elk schooltype in Nederland te gebruiken is voor schrijfonderwijs dat leesonderwijs bevordert. Dit kan bijdragen aan het enthousiast maken van scholieren voor het schoolvak Nederlands en het volgen van een talenopleiding (brief van 30 juni 2020 met kenmerk 23906788). De middelen voor 2021 en 2022 zijn al toegekend bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Stcrt. 2020, 47299).
g. aan de onderwijsopslag van Universiteit Utrecht is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 100.000 vóór indexering voor het programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen voor landelijke coördinatie. Op deze manier kunnen de faculteiten geesteswetenschappen gezamenlijk, in voorbereiding op een sectorplan talen, activiteiten in gang zetten met de focus op het verder vergroten van de aantrekkelijkheid van het onderwijs in de talenopleidingen (brief van 7 juli 2020 met kenmerk 24956815).
h. aan de onderwijsopslag van de Vrije Universiteit Amsterdam is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 50.000 vóór indexering ten behoeve van de pilot ‘You Share, We Take Care’, Artikel 25fa auteurswet, amendement Taverne (brief van 10 september 2020 met kenmerk 25457871). Het bedrag voor 2021 zal verwerkt worden bij de wijziging van de Rfho die samenhangt met de berekening van de rijksbijdrage 2021 in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
i. aan de onderwijsopslag van vijf universiteiten is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 500.000 vóór indexering ten behoeve van het aanjagen van publiek-private samenwerking voor kennis en innovatie via het programma van de Nederlandse AI-Coalitie. Daarnaast ontvangt de Universiteit van Amsterdam voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 200.000 vóór indexering ten behoeve van ondersteuning van het nationale ICAI-netwerk (Innovation Center for Artificial Intelligence) (brieven van 2 oktober 2020 met kenmerk 25619824, 25602399, 25620207, 25619397 en 25600295).
j. aan de onderwijsopslag van Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 900.000 (€ 100.000 Rijksuniversiteit Groningen en € 800.000 Universiteit Utrecht) vóór indexering ten behoeve van het Bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen. Doel van de besteding van de middelen is om iedereen die leraar wil en kan worden, goed te ondersteunen om een gepersonaliseerd opleidingstraject te kunnen volgen. Intensievere samenwerking en het afstemmen en waar mogelijk harmoniseren van beleid tussen lerarenopleidingen is daarbij van belang, zowel binnen de sectoren hbo en wo, als tussen beide sectoren. De lerarenopleidingen kunnen voor een flexibel opleidingstraject ook niet zonder samenwerking met het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, bijvoorbeeld bij de vormgeving van het praktijkdeel van de opleiding en aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Zij zullen bij de uitwerking van de ambities betrokken worden. De Universiteit Utrecht krijgt de middelen toegevoegd in het kader van het penvoerderschap voor de ambities van universitaire lerarenopleidingen uit het bestuursakkoord. De Rijksuniversiteit Groningen krijgt de middelen ten behoeve van het penvoerderschap voor de realisatie van een Noordelijke alliantie in samenwerking tussen hbo- en wo-lerarenopleidingen (brief van 23 oktober 2020 met kenmerk 25780576). Het bedrag voor 2021 en verder zal verwerkt worden bij de wijziging van de Rfho die samenhangt met de berekening van de rijksbijdrage 2021 in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag hogescholen’ in bijlage 3 van de Rfho. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn de Leaderschip Fellows van de tranche 2020 van de Comenius beurzen toegekend ( € 400.000 in 2020). Deze beurzen worden dit jaar toegekend aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en Saxion Hogeschool (brieven van 14 juli 2020 met kenmerk 25059519 en 25059405). De Leadership Fellows van tranche 2020 van de Comenius beurzen zijn dit jaar later dan normaal toegekend. De toekenning van de Leadership Fellows heeft vertraging opgelopen vanwege de maatregelen tegen het coronavirus. De middelen voor 2021 en 2022 zijn al toegekend bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Stcrt. 2020, 47299).
b. aan de onderwijsopslag van de Marnix Academie is voor het jaar 2020 een bijdrage van € 115.000 vóór indexering toegevoegd vanwege de aanpak toelatingstoetsen pabo (brief van 2 oktober 2020 met kenmerk 25692382).
c. aan de onderwijsopslag van de Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar is voor het jaar 2020 een bijdrage van € 100.000 vóór indexering toegevoegd vanwege het penvoerderschap voor de ontwikkeling van een Expertisecentrum Early Childhood Education (voortbouwend op het Netwerk Jonge Kind) en voor de ontwikkeling van een Kennisnetwerk Oudere Kind (brief van 2 oktober 2020 met kenmerk 256697054).
d. aan de onderwijsopslag van Hogeschool INHolland is voor het jaar 2020 een bedrag van € 100.000 vóór indexering toegevoegd vanwege kennisdeling en monitoring regionale samenwerking mbo-hbo en vo-ho (brief van 13 juli 2020). De middelen voor 2021 zijn al toegekend bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Stcrt. 2020, 47299).
e. aan de onderwijsopslag van zes hogescholen is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 600.000 vóór indexering vanwege de ontwikkeling van een pilot voor een gespecialiseerde pabo-opleiding. Doel van deze pilot is ervaring opdoen met gespecialiseerde pabo-opleidingen, waarin studenten gericht worden opgeleid om les te geven aan het jonge of oudere kind (brieven van 21 juli 2020 met kenmerk 24881214, 24881018, 24886883, 24887872, 24887375 en 24889163). De middelen voor 2021 zijn al toegekend bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Stcrt. 2020, 47299).
f. onder alle hogescholen, met uitzondering van Hogeschool Thomas More, wordt in 2020 via de onderwijsopslag een bedrag van € 3.531.000 verdeeld. Dit betreft het vrijvallen van de in 2014 geplaatste garantstelling voor de lening, die het Waarborgfonds in 2012 als borgstelling voor de hypothecaire lening van de Staat aan Codarts heeft verstrekt. Het bedrag van € 3.531.000 zal aan de betreffende hogescholen worden overgemaakt. De sleutel voor de verdeling is gelijk aan die welke eerder door het Waarborgfonds is toegepast bij het uitkeren van het vermogen van het fonds en is gebaseerd op de aandelen van de hogescholen bij de inleg voor dat vermogen. Het betreft een eenmalige toevoeging aan de rijksbijdrage voor het jaar 2020 (brief met kenmerk 24563221).
g. aan de onderwijsopslag van alle hogescholen met lerarenopleidingen is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 1.900.000 vóór indexering ten behoeve van het Bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen. Doel van de besteding van de middelen is om iedereen die leraar wil en kan worden, goed te ondersteunen om een gepersonaliseerd opleidingstraject te kunnen volgen. Intensievere samenwerking en het afstemmen en waar mogelijk harmoniseren van beleid tussen lerarenopleidingen is daarbij van belang, zowel binnen de sectoren hbo en wo, als tussen beide sectoren. De lerarenopleidingen kunnen voor een flexibel opleidingstraject ook niet zonder samenwerking met het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, bijvoorbeeld bij de vormgeving van het praktijkdeel van de opleiding en aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Zij zullen bij de uitwerking van de ambities betrokken worden. De middelen worden verdeeld naar rato van het aandeel van hogescholen in het deel ‘bedragen ontwerp en ontwikkeling’ in 2020. Daarnaast ontvangen Hogeschool Utrecht en NHL Stenden Hogeschool voor het jaar 2020 een bijdrage van € 200.000 vóór indexering ten behoeve van het penvoerderschap voor de realisatie van regionale allianties in samenwerking tussen hbo- en wo-lerarenopleidingen (brief van 23 oktober 2020 met kenmerk 25775507). Het bedrag voor 2021 en verder zal verwerkt worden bij de wijziging van de Rfho die samenhangt met de berekening van de rijksbijdrage 2021 in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling internationale uitgaven 2020 (HGIS) van ‘bedragen voorziening onderzoek universiteiten’ in bijlage 5 van de Rfho met 0,02874%. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. er is sprake van een overheveling van middelen van de regeling Stimulering Europees onderzoek (SEO-regeling) van Wageningen University naar Wageningen Research. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal deze middelen in mindering brengen op de rijksbijdrage van Wageningen University en deze overboeken naar het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de middelen vervolgens aan Wageningen Research zal uitkeren (brief van 27 augustus 2020 met kenmerk 25358802). De structurele uitname voor 2021 en verder is al verwerkt bij de wijziging van de regeling die samenhangt met de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Stcrt. 2020, 47299).
b. aan de voorziening onderzoek in bedragen van Vrije Universiteit Amsterdam is voor het jaar 2020 een bijdrage opgenomen van € 133.000 vóór indexering afkomstig van de SEO-middelen bestemd voor EATRIS (European Advanced Translational Infrastructure in Medicine) die voorheen door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) werden uitgekeerd (brief van 6 oktober 2020 met kenmerk 25710672). Het structurele bedrag zal verwerkt worden bij de wijziging van de Rfho die samenhangt met de berekening van de rijksbijdrage 2021 in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit onderdeel betreft de aanpassing van bijlage 13 van de Rfho. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:
a. in bijlage 13 is binnen het CROHO onderdeel Onderwijs de opleiding ‘Ad Pedagogisch Professional Kind en Educatie’ komen te vervallen omdat deze opleiding wordt verplaatst naar het CROHO onderdeel Gedrag en Maatschappij. Binnen het CROHO onderdeel Gedrag en Maatschappij valt deze opleiding onder het standaard niveau bekostiging ‘Laag’.
b. in bijlage 13 is binnen het CROHO onderdeel Taal en Cultuur de opleiding ‘M Applied Museum and Heritage Studies’ toegevoegd. Dit betreft een nieuwe opleiding.
Artikel I, met uitzondering van onderdeel E, heeft betrekking op het begrotingsjaar 2020 en werkt daarom terug tot en met 1 januari 2020.
Artikel I, onderdeel E, heeft betrekking op de indeling van opleidingen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs voor studiejaar 2020–2021 en werkt daarom terug tot en met 1 september 2020.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-58242.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.